T HOE KJ
Reisgenooten in Russisch-klein Azië.
©UPiH
POPULAIR BIJVOEGSEL VAN HF HELDERSCHE COURANT
Familie-idylle in den trein.
VOOR DE
auteursrechten voorbehouden
In de stad Tesjkent.
ZATERDAG 27 JULI 1935
A. J. VRIJMAN.
Als een glinsterende band loopt van den
eenen horizon naar den anderen, de spoor
weg door de bijna eindeloos schijnende
steppe; langs het Aralmeer en de Syrdarja,
door Turkestan naar Tasjkent in Russisch
Centraal-Azië.
Een late herfstzon schijnt over het stille
landschap, waarin men slechts zelden een
boom of een struik ziet. Langs de horizon
trekken, groote stofwolken achter zich
latend, de woestijnschepen.
toe nemen.
Ook moet men het niet al te verschrik
kelijk vinden, wanneer een moeshik op de
derde étage zijn hemd uittrekt en op de
luizenjacht gaat. En wanneer zoo'n zes
voetig dier de behoefte gevoeld, om in het
theekopje te belanden, of den drang onder
gaat, van bezitter te verwisselen ach,
ook d&t moet men maar lijdelijk onder
gaan! De luis hóórt bij het leven van de
moeshik, zooals het dagelijksch brood.
Daarvan is een ander tooneel het bewijs.
In den hoek van de coupé reizen gezinnen
de beenen onder zich gekruist op den hoek
van een muur zitten en over een paard of
een schaap marchandeeren.
Maar ook buiten de stad is het leven
afwisselend, 2ooals het alleen in het Oriënt
kan zgn. Aan een weg, die in het gebergte
voert, zit voor zijn eenzame kibitka een
Tartaren-vader met zijn zoontje, en leert
hem den Koran lezen.
Achter het huisje beginnen direct de
ontzaggelijke katoenaanplantingen, die als
sneeuw lijken in de zon. Katoen is naast
wijn het voornaamste product, dat de be
woners hier verbouwen.
Meer naar het Zuid-Oosten liggen be
sneeuwde bergen.
Daar bevinden zich de zomerhuisjes der
bewoners. Doch er zijn ook sanatoria, waar
longzieken genezing vinden door de in deze
streek, trouwens in heel Rusland bekende,
koemis. Koemis is gegiste paardemelk, die
sprankelt als champagne en een groote rol
speelt als geneesmiddel.
De menschen leven hier nog als ten tijde
van Tamerlan, de heerscher, die zijn macht
tot Moskou, de monden van de Gangus,
en Egypte uitbreidde. De nomade van de
steppe trekt met zijn kudden van de
eene wijde naar de andere, en zit 's avonds
aan het kampvuur, net zooals zijn voor
vaderen dat gedaan hebben
„Er waren gisteren 20 mannen en een
stoomkraan noodig om een stuk bagage
van iemand uit Indië uit het ruim van een
schip te halen".
„Zoo, dat zal wel, waaruit bestond die
bagage dan?"
„Wel, het was een groote olifant!"
Meester op school: „Waarom leerde je je
aardrijkskunde niet, Kees?"
„Ik had gisteravond al een lange wande
ling gemaakt, meester en toen ik thuis
kwam had ik geen zin meer nog een reis
naar Amerika te maken."
DE SCHOOL EN HET HUISWERK
De klachten over het huiswerk zijn legio.
Ik hoorde ze van ouders, onderwijzers en
kinderen. Talrijke ouders achten het met
noodig, dat hun kinderen né. schooltijd nog
beziggehouden moeten worden met school
werk. Voor deze ouders houdt het onder
wijs bij het uitgaan der school op. En zij
zeggen; dat het kind na dien tijd zich moet
het,.
zooals ik reeds zeide, ten volle eens zijn
met deze meening, indien het ook moge
lijk ware, dat de school het zonder huis
werk kon stellen. Doch dit is, gelet op de
tegenwoordige eischen van hét leven, niet
mogelijk. Men heeft in deze richting wel
proeven genomen ik meen zelfs, dat men
ze nog neemt maar het schijnt dat het
succes niet bijster overtuigend Was. Natuur
lijk heeft men bij vlugge enintelligente
leerlingen meer kans op succes, dan- bij de
langzame, moeilijk studeerende. Alleen bij
een algeheele wijziging van het leerplan
der school, van de exameneischen en oij
verwerping van een groote gedeelte, niet
strikt noodzakelijke leerstof, zou in, de2e
richting iets te bereiken vallen. Doch hier
zie ik vooreerst niet veel Van komen. Ook
de onderwijzers hebben klachten. Zoo hoor
de ik t v van een onderwijzer deze klacht:
„Het is onbegrijpelijk en in den grond-van
de zaak bedroevend meteen, hoe weinig be
grip vele ouders hebben van hetgeen wij
onderwijzers in het belang van het kind
trachten te deen. U kunt hét niét geloo-
ven, als ik u zeg dat wi| herhaaldelijk van
ouders briefjes ontvangen van dit soort:
„Mijn kind moet op school'maar leeren. U
moet het geen huiswerk meegeven. De
school is er om te leeren..."'
En dan, wat bijna nog erger is, vele ou
ders maken het werk voor het kind. U
begrijpt dat op deze manier het meegeven
van huiswerk gelijk is aan 0,0 d.i. nihil".
Tot zoover deze onderwijzer. Mij is be
kend, dat in de groote steden zelfs de te
lefoon in dienst gesteld wordt, om de leer
lingen bij het huiswerk van den wal in de
sloot te helpen Want, huiswerk voor het
kind maken, zoodat het niets anders te
doen heeft, dan liet over te schrijven, be-
teekent het kind verder van- het doel te
brengen.
Dezer dagen vertelde mij een vader, zelf
goed-ontwikkeld, dat Zijn zoontje zeer slécht
rekenen kon'. „En," aldus deze man, „nu heb
ik hem zelf al eens een pear malen onder
handen genomen maar ik maak me zoo
driftig. Ik leg het den jongen zoo* eenvoudig
mogelijk uit, èn als ik dan eindelijk denk:
„Ziezoo, nu zal hij 't kennen" dan komt-ie
met zoo'n domme vraag, dat ik hem wel
een pak voor zijn broek kan geven."
Ik heb er dezen vader toen op gewezen,
dat hij hieruit terdege kon zien,, hoe moei
lijk onderwijs geven is. De man beaamde
dit dan ook volkomen.
De geregelde lezers van deze artikelen
reeks weten, hoe belangrijk ik het onder
ling contact school-huisgezin acht. Ik begin
dan ook bij het geven van adviezen aller
eerst met dit:
I. Houdt u doorloopend op de hoogte y»n
de vorderingen van uw kind. Draag, zorg dat
de betrokken onderwijzer steeds bekendis
met de bijzondere omstandigheden in uw ge
zin.. U acht het thans onnoodig opnieuw- te
herhalen, dat u nauw samen moet werken
met de betrokken leerkrachten. Laat <}w
kind nooit merken, dat gij het vertrouwen
in de betrokken school en haar léerkrach-
ten heb verloren. Üw kind móet' 'in de over
tuiging leven, dat gij en het schoolperso-
neel een en dezelfde lijn trekken. n
II. Sommige kinderen verstaan "de kurist
den geheelen avond druk bezig te zijn met
het te maken huiswerk, zonder ook maar
iets te vorderen. Zij doen van alles, zien
alles, hooren alles, volgen een vlieg op zijn
tochten door de kamer, doch.van het liuis-
werk komt geen steek terecht.
Deze kinderen bezitten een onvoldoende
concentratie vermogen, zij kunnen hün
gedachten niet bij het werk houden. Injde
vorige artikels schreven wij hier uitvoerig
over. Wat kunnen wij hieraan verbeteren?
Ik laat in het kort enkele korte raadge
vingen volgen.
a. Plaats uw kind in een rustige omge
ving, waar het niet gestoord wordt door de
gesprekken van anderen, waar het niet
afgeleid wordt door radioklanken, gefluit
van den fluitketel, geschrei van broertjes
of zusjes, enz., enz.
b. Leer het kind zijn werk aanpakken.
Vele kinderen beginnen nu hiermee, even
daarna weer met iets anders en het vol
gend oogenblik met een derde onderwerp.
Zij maken niets af en springen van den hak
op den tak. Voorwaarde is, dat het syste
matisch leert werken. Gij kunt het hierbij
hierbij helpen, door gedurende eenige we
ken een werkverdeeling te maken in over
leg met uw kind. Weldra zal dan opge
merkt worden, dat het kind ir de helft van
den tijd met zijn werk klaar is. Het vindt
Het zelf plezierig en maakt van ordelijk
w.erken een gewoonte.
c. Het moeilijkste werk wordt eerst af
gemaakt. Heeft een kind op een avond
weinig te doen, dan wordt vooruit gewerkt.
Hierdoor worden drukke avonden verlicht.
d. Laat uw kind des avonds niet te lang
leeren. Na een paar uren van intensief wer
ken wordt weinig meer opgenomen. Het
is dan ook veel raadzamer het nog te ma
ken werk uit te stellen tot den volgenden
ochtend. In het algemeen leert men des
morgens vroeg beter dan des avonds.
e. Heeft een kind, door verkeerd onder
ling begrijpen van zijn leeraren op een
avond te veel huiswerk mede gekregen,
wendt u dan tot het schoolhoofd of den di
recteur der school. Zij zullen u ongetwijfeld
van dienst zijn en met u dit euvel oplossen.
hen der armoedige 1 artarendotpen.
Dag en nacht rijdt de trein het eindpunt
tegemoet, doch het landschap verandert
eigenlijk niet.
Gebjeëkte,half-ronde zeilen staan als
donkere wolken op - het zonbeschenen
watervlak van het Aralmeer; ergens is een
dorp, en daar is ook reeds de Syrdarja,
waarlangs de trein" rijdt. Af en toe staan
we stil, om brandstoffen in te laden. Op
deze kleine stations Wacht dan de bevol
king om hun producten te verkoopen. Daar
staan armoedige boerinnen met hun kin-
deenr, Kirgiezen ;en Sarten en allemaal
hebben ze iets eetbaars in hun schorten of
in een mand. Gebraden kippetjes,brood,
kaas, boter, roode en zwarte caviaar, balik
(een op steur lijkende viseh) en dat
alles kan men' voor heel weinig geld koo-
pen. Wanneer de reiziger, hetzij Rus, hetzij
kleine ambtenaar of soldaat, wat hij noo
dig had, gekocht heeft, stapt hij weer in,
doch niet zonder van te voren in een kan
warm water voor de thee gehaald te heb
ben. Warm water is op elk station in een
grooten ketel voorhanden, en men krijgt
het voor niets. Natuurlijk héAlt iedere Rus
warm water, want zónder zijn thee is hij
geen echte Rus. Wanneer hij vergeten
heeft, om zijn suiker mee te nemen, moet
hij genoegen hemen met „isoem" of „kish-
mish", dat ook op elk station verkrijgbaar
is. Isoem zijn gedroogde rozijnen en kish-
mith is een mengsel van rozijnen, vijgen,
meloenen, appels- en andere zoete vruch
ten; overigens heel lekker en voedzaam.
Een fluitsignaal langzaam zet de
trein zich weer in'beweging. Om me heen
begint nu iedereen te genieten van de
levensmiddelen, die zoo juist gekocht
werden.
Wanneer een Rus op reis gaat, dan richt
hij zich heel huiselijk in de coupé in. Hij
brengt een dekén en een hoofdkussen mee,
en wat Hij verder voor de reis noodig heeft,
zit in een ander pak. Men beleeft oogen-
blikken in zoo'n coupé, die men nooit ver
geten kan.
Daar tegenover mij zit een kleine amb
tenaar, en plukt met handen, die glimmen
van het:vet, zjjn.kip. Op de eerste étage
boven mg iedere coupé hëeft zes slaap
plaatsen, altijd drie bovèn elkaar heeft
een Kirgies zich geïnstalleerd, en spuugt
met regelmatige tusschenpoozen de doppen
van de semetski (zonnebloempitten) op
mijn hoofd. Als reiziger van een personen
trein moet men natuurlijk dergelijke „ge
bruiken" hier in Centraal-Azië op den koop
met hun heele hebben en houden, dus ook
met hun kinderen. Het is heel'gewoon, dat
de moeders iederen morgen de luizen van
de hoofden hunner spruiten halen. En het
mes, waarmee ze.-dat-doen, is natuurlijk
het broodmes.
Steeds verder gaat het Zuidwaarts; we
naderen Tasjkent. De eerste indruk is ge
weldig. Het drukke gedoe in de straten
en bazars doet me denken aan de sprook
jes uit de Duizend en Een Nacht.
Tasjkent is de hoofdstad van West-
Turkestan. Het m.eerendeel der inwoners
de Sarten zijn Mohammedanen. In
de straten ziet men nog veel blinde muren,
zonder vensters. .Het. leven .dezer menschen
speelt zich immers i n de huizen en op de
binnenplaatsen, die door een hoogen muur
beschermd worden tegen nieuwsgierige
blikken, af.
De meeste vrouwen dragen nog lange
zwarte sluiers. Tasjkent is een belangrijk
verkeerscentrum eh de'.'handel is er zeer
levendig.
De mannen zijn gekleed in fel-gekleurde
gewaden en' dragen meestal een tulband
op het hoofd. Zij kuftnen uren lang roet
Politicus: „Ze zullen.mij mei. kiezen om
mijn jeugd."
Supporter: „Maar u is-vijftig jaar en uw
jeugd is voorbij."
Politeus: „Dat is nu juist de moeilijk
heid. Ze hebben ontdekt op welke wijze."