KING Radio-programma Op en om het Binnenhof. GEMENGD NIEUWS HELDRRSCHR COURANT VAN ZATERJDAG 3 AUGUSTUS 1935 HET OPENEN VAN EEN BUS K I N G PEPERMUNT Binnenland. Het oversteken van rijbanen door wielrijders. Nogmaals de gevaren bij onbewaakte overwegen. De echoput. Iets over belastingen. Tijdschriften en Weekbladen Dat is voor Uw winkelier één van de prettigste dingen, die hij voor U kan doen. Want hij weet, dat de koper van KING-pepernmjnt een te vreden klant betekent en hij geniet zeil mee van het heer lijke aroma, TONNEMA CIE SNEEK De K.N.A.C. schrijft: Het tragische ongeval bij GilzeRijen, dat dezer 'dagen passeerde; waarbij een den rijweg TilburgBreda overstekende wielrijdster tijdens het oversteken door een auto werd overreden en gedood, wijst wederom op het groote gevaar, dat ontstaat, indien wiel rijders den rijweg over willen steken op het rijwiel zittende, in plaats van met de fiets aan de hand. In het laatste geval zal de wiel rijder zich véél meer gevaar realiseeren, dat kan ontstaan en ook meer tijd en gelegenheid hebben zorgvuldig uit te kijken, alvoren zich op den rijweg te begeven. Het motorverkeer op den weg kan, ook al zou het wettelijk voorang moeten geven, den wielrijder of wiel rijdster niet tijdig genoeg zien aankomen, vooral indien, zooals vaak gebeurt, het over steken vrij plotseling plaats-vindt, of dit bi) donker geschiedt. In het belang van de veiligheid zoowel van de wielrijders zelf als van het autoverkeer acht de K.N.A.C. het derhalve noodzakelijk, dat het rijwielverkeer de rijbanen van wegen voor snelverkeer vooral indien de rijbaan voor hen is verboden oversteekt met de fiets aande hand. De K.N.A.C. verzocht onlangs aan den Minister van Waterstaat deze be paling in de wettelijke voorschriften op te nemen. Zoolang dit nog niet zoo is, houde men zich in het belang van de algemeene ver keersveiligheid aan dezen ongeschreven regel.' De K.N.A.C. schrijft: Het ontzettende ongeval, dat dezer dagen op den onbewaakten overweg bij Castricum plaats had, waar een wielrijder werd gegrepen door een bij wijze van proef met een snelheid van 120 K.M. rijdenden diesseltrein, geeft ge- reede aanleiding nogmaals te wijzen op de zeer ernstige gevaren bij onbewaakte over wegen, ook al is er voldoende uitzicht, het geen niet overal het geval is (op 20 m van de rails moet bij hoofdspoorwegen 500 m zicht zijn aan weerszijden van den spoorweg, bij locaalspoorwegen resp.: 12 en 350 m.) Indien een trein met 120 K.M. snelheid rijdt, dan worden deze 500 m in 15 seconden afgelegd! Men kan daarom bij de onbewaakte over wegen niet voorzichtig genoeg zijn! Gedurende de laatste vier jaren was het aantal dooden op deze overwegen 124 (exclu sief zelfmoorden), zijnde niet minder dan 4 van het totaal aantal dooden bij verkeers ongevallen. Hoewel geen analyseerende sta tistische cijfers bestaan over de ongevallen in en buiten de bebouwde kommen, kan wor den aangenomen, dat van de fatale verkeers ongevallen buiten de bebouwde kommen er zeker 10 op onbewaakte overwegen plaats hebben. Bovendien zijn de ongevallen brj de onbewaakte overwegen van veel ernstiger aard dan op de wegen. In het eerste geval is n.1. de verhouding van het aantal dooden tot dat der gewonden 1 1, in het laatste geval 1 :16. De K.N.A.C. deelt volkomen de meening van de Ministerieele Commissie, waarin ook de Spoorwegen waren vertegenwoordigd en welke zes jaren geleden haar rapport uit bracht, dat met de volkomen betrouwbaar gebleken automatische lichtsignalen, (waar van de kosten per overweg worden geraamd op f 250 's jaars) de meest afdoende beveili ging van de onbewaakte overwegen kan wor den verkregen, althans dat het zaak is daar mede een ernstige proef te nemen. In België zijn reeds honderden van deze signaalinstallaties aangebracht: een alge meene invoering er van schijnt aldaar in de bedoeling te liggen. Ook in andere landen, als de Vereenigde Staten, Zweden, Duitschland, Frankrijk e.a. voldoen deze installaties uit stekend. Waarom toch blijven wij in ons land zoo achter met afdoende beveiliging van de onheil en verderf brengende onbewaakte overwogen Aldus vraagt de K.N.A.C. De echoput te Apeldoorn staat thans ver laten, de woning van den wegwerker, die hem vroeger exploiteerde, is na een paar weken sloopwerk nu geheel verdwenen. Het terrein is gelijk gemaakt, de grond is met zwarte aarde bedekt. De aantrekkingskracht van den echoput is echter nog niet verdwenen. Het is vermake lijk, te zien wat de liefhebbers al niet beden ken om den echoput toch nog te laten spre ken. Zoo hebben zij ontdekt, dat, wanneer hard op de dichtgespijkerde deur van het huisje om den put wordt geslagen, de put met een weemoedig gebrul antwoordt. Er bevindt zich ook een raampje (stuk gegooid!) boven aan het huisje. Sommigen geven zich alle moeite om hun mond voor deze opening te plaatsen en dan beginnen zij een gesprek. De put dient altijd prompt van bescheid. Met deze heimelijke gesprekjes zal put en publiek genoegen moeten nemen tot de eerste gereed is voor zijn nieuwe bestemming. Waekkroniek De Kabinetscrisis opgelost! Wat kan van Het derde Ministerie Colijn worden verwacht? - Talrijke onopgehelderde vragen. - Komt de Kamer voorloopig niet meer bijeen Enkele historische herinneringen. Den Haag, 1 Aug. '35. Eerder dan algemeen verwacht werd is de Kabinetscrisis opgelost; dr. Colijn blijft pre mier! Hoewel: het Crisis-Kabinet heeft afge daan en daarvoor een eenvoudig en „naam loos" extra-parlementair Kabinet in de plaats is getreden. Over het afdanken van dat woord „Crisis" kan men niet anders dan vreugde voelen, want er schuilt nu niet een enkel op bouwend element in. De inenschen zijn die lamlendige uitdrukking al lang méér dan moe, men wil nu éindelijk wel eens wat posi tiever klanken vernemen t Men zal hebben vernomen, dat toen prof. Aalberse niet slaagde in het1 formeeren van een Kabinet en dr. Colijn een nieuwe opdracht, verkreeg het nieuwe Ministerie veel van het oude weg heeft. Alle zittende Excellenties zijn gehandhaafd gebleven; alleen dr. Deckers gaat over van Defensie naar een nieuw in te stellen departement van Landbouw en Vis- scherij. Velen kónden hun oogen niet geloo- ven toen zij déze mutatie vermeld zagen Wat weet een oorlogsman nu van landbouw zaken af? Maar toch is het feit niet zoo zonderling als men denkt. Dr. Deckers heeft evenzeer studie gemaakt van agrarische zaken, promo veerde zelfs op een dissertatie over land- bouw-aangelegenheden. En intusschen heb- hebben de landbouwers hun reeds lang vurig begeerd eigen departement. Het werd ook tijd! Want Economische Zaken dat ver dwijnt, om plaats te maken voor een depar tement van Handel en Nijverheid, precies als vroeger was te veel georienteerd op in- dustrieele belangen. Ten slotte blijft prof. Slotemaker de Bruine definitief hoofd van Onderwijs en trad een' gloednieuwe Excellentie op: mr. Slingenberg, voor Sociale Zaken. Het nieuwe Kabinet' telt dus weer twee Vrijz.-Democraten. En: er moet nog gezocht worden naar een ander hoofd voor Defensie. Dr. Colijn neemt zoo lang de zaken daar waar; en naar men ver wacht zal de te benoemen minister Katho liek zijn. Dat worden dan vier Roomschen in een kabinet van elf man, wat zeker niet met de getalsterkte der partij in strijd kan wor den genoemd. De Christ. Historischen zou- dëtn zich eerder kunnen beklagen! De her-groepeering ziet er stellig niet kwaad uit! Nu prof. Gelissen zich meer en beter met de hem zoozeer „liggende" indus- trieele en aan verwante kwesties kan bezig houden valt er ook meer van zijn actie te verwachten. Van de veranderingen heeft die aan Defensie eigenlijk nog wel de meeste aandacht getrokken, omdat er wellicht een kant aan zit, welke een netelige kwestie geldt, namelijk de uitsluitingsbepalingen bij Defensie betreffende de S.D.A.P. Velen zien in hét heengaan van dr. Deckers een nade rende koersverandering. Dr. Colijn heeft im mers in zijn rede op 19 Juli jj. verklaard, dat de uitsluiting in elk geval een tijdelijke maatregel is, die spoedig nog eens nader be keken dient te worden in verband met de veranderde houding der S.D.A.P. Een en an der sloeg op hetgeen ir. Albarda had gezegd over het eapitulanten-stelsel, dat blijven de uitzonderingsbepalingen gehandhaafd voor de Socialisten onbereikbaar zou zijn. En dat verbittert de betrokkenen des te meer, omdat op die wijze ook burgerlijke betrekkin gen voor de leden der S.D.A.P. gesloten zou den zijn. Inderdaad mag het verre van uitgesloten worden geacht, dat binnenkort het groote woord aan Defensie gesproken wordt. Voor aanstaande leiders der S.D.A.P., partijresolu ties, enz., verklaren als om strijd, dat de partij volkomen legaal wenscht te-blijven en individueele noch collectieve acties tot onwet tige handelingen zal goedkeuren. Welnu, men zal toch eens weer vertrouwen moeten schen ken. Het optreden van mr. Slingenberg, het Eerste Kamerlid en Gedeputeerde van Noord- Holland, een man van groot gezag, door zijn in het verleden getoonde bijzondere kwalitei ten, vindt overal instemming. Zoodat gelijk reeds gezegd het nieu we, in wezen gereconstrueerde Kabinet een duidelijke „verbetering" kan worden ge noemd. Maaralom rijst nog de vraag op, in hoeverre dit heeft kunnen dienen tot „brug" over de gapende klove, welke tusschen het Kabinet en de Katholieken ontstond? Ten aanzien hiervan tast men nagenoeg geheel in het duister! Men weet zelfs nog niet posi tief, of de Katholieke Tweede Kamerfractie nu wèl bereid zou zijn een votum van ver trouwen te schenken Het Kabinet is „extra parlementair", wat beduidt, dat de partijen geenerlei verantwoordelijkheid voor het op treden aanvaard1 hebben. Dus Men moet de wordingsgeschiedenis van het derde Kabinet-Colijn gevolgd hebben om in deze materie eenigszins „wegwijs" te kun nen worden. De formatie-pogingen van prof. Aalberse hebben deerlijk schipbreuk geleden. Een Roomsch-rood ministerie begeerden de Katholieken blijkbaar niet, althans niet, als er zich geen „Dritte im Bunde" voordeed, wat niet het geval was. Zoodat er voor den Katholieken formateur niet anders opzat dan aan H. M. de opdracht tot vorming van een „parlementair Kabinet op de breedst-moge- lijke basis" terug te geven. II. M. Wilhelmina, die zich in de pas ach ter ons liggende dagen voor moeilijke proble- te hebben aan jhr. De Geer, voor zij opnieuw dr. Colijn de leiding opdroeg. Veel dient alsnog te worden opgehelderd. O.a. waarom opnieuw de S.D.A.P. geheel buiten 't spel werd gehouden en: wat dr. Colijn doet verwachten, dat zijn derde Ka binet 't met de Kamer zal kunnen vinden. Volgens diverse mededeelingen zal voor loopig de Tweede Kamer niet meer bijeen komen, wijl de Regeering het aanhangige be- zuinigingsontwerp tot het najaar wil laten liggen. Van den Communist L. de Visser is het initiatief uitgegaan om te komen tot het bijeenroepen der Kamer. Tien leden kunnen zulks vorderen, weshalve hij tot, de S.D.A.P. de vraag richtte of zij in deze bèreid is tot medewerking In de Soc. Arbeiderspers wordt ook reeds sterk gepleit voor het bijeenkomen der Volks vertegenwoordigers. Men wil precies weten waaraan men toe is en hoopt alsnog, het nieuwe Kabinet ten val te kunnen brengen. Nu was het altijd „mos", dat een pas op getreden Kabinet zich kwam „presenteeren", met een Regeeringsverklaring. In '33 gebeur de het eveneens aldus. Waarom wijkt men van dezen regel af? Gedenkt men de woor den van mr. De Geer: „L'été porte conseil"? Oftewe: komt tijd, komt raad? Komt de Kamer op initiatief der leden bij een, dan krijgen we natuurlijk een inter pellatie over de Kabinetswisseling. En moe ten de kaarten op tafel worden gelegd. Er zou dan nog heel wat interessants los kunnen komen! Maar wat er ook van zij, velen zijn ver heugd, dat ons land tenminste weer een re geering heeft, want onzekerheid in dit op zicht dreigde fnuikend te worden voor ons heèle welzijn.. Het aanblijven van Coljjn is vanzelfsprekend verre algemeen Toegejuicht, •doch een feit is, dat de p remier in het land méér populariteit geniet dan velen hadden gedacht of vermoed. Het zou mij thans veel te ver voeren als ik ook slechts een oppervlakkig overzicht gaf van de vele perspolemieken, welke over de Kabinetscrisis, die net één week duurde (een unicum!), het licht zagen. Buiten het katholieke kamp zijn de aanhangers der overige „Regeëringspartijen" met den uit eindelijken loop van zaken lang niet onte vreden, terwijl de radicale elementen van de Katholieke partij een maar amper welwil lende afwachtende houding aannemen. Men weet immers niet, in hoeverre dr. Colijn con- sessies heeft gedaan ten opzichte van de wenschen- Aalberse. Ook wordt nog druk geredekaveld over de vraag, of de Katholieken al of niet alleen de „schuld" dragen inzake de Kabinetscrisis. Aanvankelijk waren de zeer boos geworden vrienden soms fel gebeten op de houding van prof. Aalberse, doch naderhand luwde dat en ten slotte verklaarde een man als mr. Wen- delaar, de leider van de Liberale Staatspartij, dat dr. Colijn niet goed heeft gedaan door van de Katholieken plotseling een1 volledig vertrouwensvotum te eischen, of althans een houding, waaruit blijken kon dat de fractie voortaan geheel achter het Kabinet stond. Beter ware het geweest, indien men had ge wacht op een actie van de Katholieken zelf. Het bezuinigingsontwerp was er wel met hun hulp gekomen. Bij de behandeling van het vaste-lasten- ontwerphad men dan nader en uitvoeriger van gedachten kunnen wisselen. Maar enfin, gedane zaken nemen geen keer; het gebeurde heeft wat' 'nieuw bloed gebracht in het Regeeringslichaam, het „Crisis"-Kabinet is ter ziele, we'beginnen ten minste weer eens met een schoone lei! Maar wel blijft gewenscht, dat we spoedig worden ingelicht over de „soliditeit" der basis, waar op het nieuwe Kabinet rust! Ten slotte eenige bijzonderheden over Ka binetswisselingen in het verleden,als zijnde actueele herinneringen. Men wete dan, dat het, „Crisis-Kabinet" sinds '48 ons negen-en- twintigste Ministerie was. Het nieuwe kabinet is dus het dertigste! Wat zoo ongeveer beteekent, dat in ons land gedurende bijna negentig jaar gemiddeld de Kabinetten een levensduur hadden van drie jaar. Gemiddeld" zegt natuurlijk niet veel, maar toch staat vast, dat wij in Nederland een „Kabinets-crisis nog steeds tot de zeer onge wone dingen rekenen en dat zoo'n gebeurtenis de meest-intensieve belangsteling des volks trekt. 't Is wel eens intéressant even na te gaan, hoe in 't verleden daarmee gesteld was. Wie mocht meenen, dat een conflict tuschen Volks- vertegenwoordiging en Regeering iets als „verwording" van ons staatkundig leven be teekent, trooste zich met de gedachte, dat kort na de geboorte der ministerieele ver antwoordelijkheid ('48) het eerste conflict met de Tweede Kamer geboren werd, waar het adres van antwoord op de Troonrede, in '49, reeds gezegd werd, dat „gebrek aan over eenstemming tusschen de verantwoordelijke raadslieden der Kroon en deze Kamer" diende weggenomen te worden om te kunnen komen tot „eene eenparigheid, welke het onderpand zal zijn eener krachtige en spoedige bereiking Uwer hooge volk- en vaderlandslievende be doelingen". Het Kabinet De Kempenaer-Donker Curtius trad af en maakte plaats voor het eerste Ministerie-Thorbecke. Men ziet dus, dat onze parlementaire ge- om het zoo eens te zeggen. En de verdere loop van zaken is doorgaans een worsteling geweest tusschen Kabinet en Kamer, want het zuivere parlementaire stelsel naar Engelsch model waar de ministers een- eenvoudig het program der meerderheid uit voeren hebben wij hier eigenlijk nooit ge huldigd; de Kabinetten stelden steeds een eigen program op. Zoo kon het ook gebeuren, dat in één zit tingsperiode der Tweede Kamer meer dan één Kabinet optrad en zijn dan ook de Ministe ries, welke de volle vier jaren met de Kamer konden samenwerken niet in de meerderheid, hoewel hun aantal meevalt. Eigenaardig is, dat een Kabinet van méér dan vier zittingsjaren een hóóge exceptie mag worden genoemd. In de afgeloopen negentig jaar zijn er slechts twee formateurs te noe men, die het kunststuk volbrachten, langer dan genoemde periode aan het bewind te blijven. „Recórdhouder" op dit gebied is nie mand anders dan onze huidige voorzitter der Tweede Kamer, jhr. Ruys de Beerenbrouck! Hij bleef van het najaar'17 tot den zomer '25 onafgebroken aan het roer (met het Vlootwet-intermezzo). Want de verkiezingen van '21 waren hem gunstig. Telt men zijn premierschap in de periode '29'33 erbij, dan gaat mr. Ruys verreweg „aan den kop" en laat hij zijn „rivaal", wijlen minister Heems kerk Sr., die zijn derde Kabinet (1883'88) dok langer behield dan al zijn voorgangers en die in de zestiger en zeventiger jaren nog een paar Ministeries leidde, achter zich! Buiten deze uitzonderingen bestonden bij ons de Kabinetten dus niet langer dan vier jaren. Het waren er 10 van de 29, dus ruim 35 pet. Dan komen de driejarigen, een 6-tal. De twee-jarigen winnen het daar weer van, want hun aantal is 8. En nu komen de „babies" onder de Kabinetten! De één-jarigen! Gelukkig zijn het er niet veel, niet meer dan 4. Maar zooals jhr Ruys récordhouder is op de lange baan, is... dr. Colijn het op de korte! Zijn in den zomer '25 gevormde Ministerie viel immers reeds in datzelfde jaar, zoodat hij het won van Van Zuylen-Loudon, die hun Kabinet, in het voorjaar van 1861 opgetreden, in December reeds zagen tuimelen. Het gansche „lijstje" doet dus zien, dat Nederland niet te vergelijken is met b.v. Frankrijk, dat sinds de stichting der derde republiek (1871) aan zijn negen en negen tigste Kabinet toe is. En het laatste van de serie van honderd zal ook wel niet zoo lang op zich doen wachten! Zoodat daar ongeveer een „gemiddelde" van twee Ministeries per jaar werd bereikt... Hoeveel „zuiniger" zijn wij dan niet op onze raadsleden der Kroon? Toch moeten we oppassen, dat wij geen lust gaan gevoelen, het minder aanlokkelijke voor beeld van Frankrijk te volgen, want... in tien jaar tijds jiadden wij niet minder dan drie Kabinetscrises, welke door een conflict met de Kamer waren ontstaan, buiten de Kabi netswisselingen, door de verkiezingen veroor zaakt. Parlementariër. men zag gesteld, schgnt eerst nog gedacht schiedenis reeds met een Kabinetcrisis begon, ZONDAG 4 Augustus 1935. Hilversum, 1875 M. 9.00 VARA. 10.00 VPRO. 12.00 AVRO. 5.00 VARA. 8.00 AVRO. 9.00 Gramofoonpl. 9.45 A. Pleysier: Van Staat en Maatschappij. 10.00 Gramofoonplaten. 10.30 Kerkdienst uit de Luthersche kerk te Den Haag. Voorg. Ds. D. Drijver. 12.00 Klokkenspel en uurslag van de Groote Kerk te Goes. 12.01 Filmpraa.tje L. J. Jordaan. 12.30 AVRO-Aeolian-orkest. 1.15 W. Leviticus: Het schilderij van de maand. I.35 De „Kajili's Hawaian Serenaders" en gramofoonplaten. 2.00 Boekbespreking Dr. B. M. Teipe. 2.30 Gramofoonplaten. 3.00 Residentie-orkest o.l.v. I. Neumark m. m.v. Pierre lalla iorgel en piano). 4.30 Reportage waterpolowedstrijd Nederland Duitschland. Stem" o.l.v. H. v. Rhenen, en gramofoonplaten. 5.30 VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. 6.00 Sportpraatje 6.20 Uit het Leidschepleintheater te Amster dam:' „De Lachhoek", cabaretprogramma. 7.20 Sportnieuws. 7130 Gramofoonplaten. 8.00 Berihcten. 8.10 „Die Czardasförstin", operette van E. Kalman (gr.pl.). 9.15 Radiojournaal. 930 Omroeporkest o.l.v. N. Gerharz, m.m.v. E. Fuchs (bas). 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Omroeporkest o.l.v. N. Gerharz. II.00 Belichten. 11.1012.00 AVRO-decibels o.l.v. Eddy Meenk. Huizen, 301 M. 8.30 NCRV. 9.30 KRO. 5.00 NCRV. 7.45— 11.00 KRO. 8.30 Morgenwijding o.l.v. Ds. A. Klinkenberg JAzn., m.m.v. A. Goettsch (sopraan) en E. Kloek (orgel). 9.30 Gramofoonplaten. 9.40 Hoogmis. 11.45 Gramofoonplaten. 1.00 Causerie. I.20 Schlagermuziek. 2.00 Gramofoonplaten. 2.30 Orkesttconcert, lezing en gramofoonpl. 4.00 Ziekenlof. 5.00 Gewijde muziek. 5.50 Kerkdienst uit de Geref. Kerk te Win- sum. Spr.: Ds. S. Idema. Orgel: J. Sikkens. Hierna: Gewijde muziek. 7.45 Gramofoonplaten. 7.50 Causerie. 8.10 Berichten. 8.15 Schlagermuziek. 9.10 Voordracht. 9.30 Gramofoonplaten (Om 10.30 Berichten). 10.4011.00 Epiloog. MAANDAG 5 Augustus 1935. Hilversum, 1875 M. Algemeen programma, verzorgd door de VARA. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Declamatie F. Nienhuys. 10.35 Gramofoonplaten. 11 00 Vervolg declamatie. II.20 Gramofoonp!. 11.45 Vervelg declamatie. 12.00 Gramofoonplaten. 12.30 VARA orkest o.l.v. H. de Groot. 1-151.45 Gramofoonplaten. 2.00 Trio Guaroni, en gramofoonplaten, 3.00 Voor de vrouw. 3.30 Vervolg trio-concert. 4.30.Voor de kinderen. 5.00 „De Bohemians", o.l.v. J. v.d. Horst. 5.40 Gramofoonplaten. 5.50 „Fantasia", o.l.v. E. Walih. 6.30 Gramofoonplaten. 7.10 B. Hesper: Natuur-fotografie. 7.30 Gramofoonplaten. 7.45 Dr. L Heyermans spreekt voor het comi té v. d .Zomerpostzegels. 8.00 Herh. S.O.S.-Ber., Nieuwsberichten. 8.15 VARA-orkestt o.l.v. H. de Groot. 9.00 Humor in de literatuur", 5e uitzending verz. door J. Cohen. M.m.v. J. Lemaire (voordracht), en gramofoonplaten. 9.40 Gramofoonplaten. 10.00 VARA-orkestt o.l.v. H. de Groot. 10.45 Declamatie W. van Capellen. 11.0012.00 Gramofoonplaten. Huizen, 301 M. NCRV-uitzending. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.15—9.30 Gramofoopplaten. 10.30 Morgendienst o.l.v. Dr. W. Lodder. 11 00 Chr. lectuur. 11.3012.00 en 12.15 Gramofoonplaten. 12.30 Orgelconcert J. Zwart. 2.00 Kinderkoor „Ex animo", o.l.v. H. W. de Wolff, m.m.v. Mevr, M. de Graff-Schout (piano). 2.35 Causerie A. J. Herwig. 3.153.45 Vervolg koorconcert. 4.00 Bijbellezing Ds. Th. Delleman,' m.m.v. soprana en orgel. 5.00 Gramofoonplaten. 5.30 Vioolrecital I. Somer. Aan de'vleugel G. Hengelveld. 6.30 Vragenuur 7.00 Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Reportage. 7.30 Vervolg vragenuur 8.00 Berichten. 8.05 NCRV-Strijkorkest m.m.v. L. Blaauw (orgel). 9.00 Gramofoonplaten. 9.30 NCRV-orkest o.l.v. P. v. d. Hurk. (Om 10.00 Berichten.) 11.0012.00 Gramofonoplaten. DINSDAG 6 Augustus 1935. Hilversum, 1875 M. AVRO-uitzending. 6.30 RVU. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Cantabilé-orkest ol.v. E. Beeckman (In de pauze: Voordracht M. Meunier-Nagte- gaal). 12.30 Het Lyra-trio. 1.20 Gramofoonplaten. I.30 Orgelconcert P. van Egmond Jr. m.m.v. Is. Blazer (cello). 2.30 Uit het Kurhaus te Scheveningen: Kin dermatinee o.l.v. Henri Nolles. 3.304.00 en 4.15 Gramofoonplaten. 4.30 Radio-kinderkoorzang o.l.v. J. Hamel. 5.00 Voor de kleine kinderen 5.30 Jetty Cantor en haar ensemble. 6.30 RVU. Dr. J. G. van Dillen: Tijden van opgang en tgden van neergang (slot.). 7.00 Omroeporkestt o.l.v. Ignaz Neumark. 7.50 Gramofoonplaten 8.00 Berichten. 8.05 Omroeporkest o.l.v. I. Neumark m.m.v. Di Moorlag (sopraan). 9.00 Voorrdacht G. Czopp. 9.10 Orgelconcert Pierre Palla. 9.30 De AVRO-Decibels o.l.v. Eddy Meenk m. m.v. Han Dunk and his Rhythm Gals. 10.30 Iersche Gramofoonmuziek. II.00 Berichten. 111012.00 Uit „Brittannia" te Vlissingen: Trioconcert en dansmuziek door Majo Mar- co en zijn band. Huizen, 301 M. KRO-uitzending. 8 009.15 en 10.00 Gramofoonpl. 11.3012.00 Godsd. halfuur. 12.15 Gramofoonplaten. i 00 Schlagermuziek. 1.30 Gramofoonplaten. 2.00 Vrouwenuur. 3.004 00 en 4.15 Gramofoonplaten. 5.45 Orkestconcert en lezing. 7.15 causerie. 7.35 Gramofoonplaten. 8 00 Berichten. 8.05 Causerie. 8.15 Orkestconcert, Gramofoonplaten en Ac- cordeonmoizek. (Om 9.15 Causerie). 10.30 Berichten. 10.3512.00 Gramofoonmuziek, IN KOMSTEN BELASTIN G. Kosten noodig voor het gelijk- t\)<)ig vervullen van meerdere be trekkingen. Het zal den lezer bekend zijn, dat de juris prudentie leert, dat alleen die kosten als be roepskosten van het belastbaar inkomen mo gen worden afgetrokken welke het beroep naar zijn aard medebrengt, kosten welke dus gemaakt moeten worden door een ieder, welke ook zijn bijzondere omstandigheden zijn, die dat beroep naar behooren wil uit oefenen. Een burgemeester nu was tevens secretaris en ambtenaar van den burgerlijken stand zijner gemeente, voorts secretaris-ontvanger en ontvanger-griffier van een tweetal polders, alsmede kerkelijk ontvanger. De vervulling dezer functies bracht mee, dat de burgemeester assistentie noodig had. De hieraan verbonden kosten wilde hij in mindering brengen als beroepskosten. De in specteur stond deze aftrek niet toe. Ook do Raad van Beroep weigerde aftrek. De Hoogo Raad stelde in het arrest beslissing no. 5422 onzen burgemeester eveneens in het ongelijk. Nu, aldus de cassatierechter, elke der dooi appellant bekleede betrekkingen van dien aard is, dat de daaraan verbonden werk zaamheden naar behooren door den functio naris alleen kunnerr worden verricht, werd daaruit terecht afgeleid, dat de door appel lant gewilde aftrek van kosten wegens be taalde hulp niet mag plaats hebben. Immers nu geen dier betrekkingen hulp van een derde eischt, vloeit de deswege ge dane uitgave niet voort uit den aard van een dier bronnen van inkomen. Dit wordt niet anders, indien de omvang van de gezamenlijkfe werkzaamheden, aan dié betrekkingen verbonden hulp van een derde noodig maakt, daar in dat geval die nood zaak zijn oorsprong vindt niet in den aard van ieder dezer betrekkingen op zichzelf ge nomen, maar in de persoonlijke omstandig heid, dat belanghebbende een aantal van die betrekkingen in zijn persoon vereenigt. Het beroep werd op dezen grond verworpen. In het in Beslissing no. 5352 gepubliceerd arrest gaat het over de toelaatbaarheid van aftrek van reis- en verblijfkosten b\j lijdelijke waarneming van een betrekking elders. I Belanghebbende was verplicht geweest een bedrag van 566 aan reis-: en verblijfkosten te bestéden als tijdelijk leeraar elders. De in- specteur stond deze aftrek niet toe. Brj den Raad van Beroep had onze leeraar meer suc ces. De Minister ging toen in cassatie en stelde, dat de aftrek ten onrechte was toe gestaan, omdat de kosten het gevolg waren van de persoonlijke omstandigheden van ap pellant, die op een andere plaats woonde dan waar hg zijn beroep uitoefende, zoodat het hier geen kosten betroffen die gemaakt moe ten worden door een ieder, die dit beroep uit oefent, en alzoo geen beroepskosten in den zin der wet. De Hooge Raad kon zich met deze opvat ting toch niet vereenigen. Van iemand, zoo luidt het, die op de voor appellant geldende voorwaarden (tijdelijke aanstelling met een opzeggingstermijn van drie maanden) wordt aangesteld, kan niet verwacht worden, dat hij zich te X. zal vestigen. Hieruit volgt, dat de reis- en verblijfkosten, welke door het Rijk aan belanghebbende werden vergoed, vo^r hem vormden beroepskosten, immers niet het gevolg waren van de persoonlijke omstandigheden van dezen belanghebbende, doch zouden moeten worden gemaakt, door ieder, die, elders wonende, onder dezelfde voorwaarden werd aangesteld om de bedoelde 1 lessen te X. te geven. Deze kosten behoor den voor appellant alzoo buiten beschouwing te blgven bij de berekening van zijn belast baar inkomen. Het Juli-nummer van „De Stuwing", maand blad voor Nederland en Ned. lndië, uitgaande van de A. M. J. V., Leidsche Boschje, Am sterdam, bevat een artikel van F. J. B. over „Paulus in Antiochië of de zegeningen van de groote stad. Dr. C. J. Honig schrijft een in teressante en zeer lezenswaardige schets over het leven van een stadsdoktcr. J. Th. Meyer heeft het in een artikel over „Humor", <W0 men vindt bij elk volk en in elke streek. Van Ir. Joh. E. Obbink vinden we in dit nr. een artikel over „De toekomst van de Landbouw", terwijl N. G. J. van Schouwenburg een schets schrjjft ,,Hoe de stedeling het Platteland ziet". „Critisch Bulletin", onder redactie van Anthonie Doncker. JuliAug. (Arnhem, Van Loghum Slaterus' U.M.) Anthony Donker; Nederlandsch-historisch inzicht. W. van Ravesteyn: In den Spicgp van Erasmus. Johannes Tielrooy: De Cr' van Europa. P. J. Bouman: Heerschappij der Ideeën. H. Marsman: Antiek-Christelijke cul tuur en pan-germanisme. R. F. Becrhng» Joodsche beslissing. C. Tielrooy-de Gruytc - Japansche expansie. Tonia de Bilt, C. waard, S. Braak: De smalle mensch tussche machten en massa's. M. Revis: Russische o dcrwerping van den enkeling. H. E. Schr der: Vivisectie des Tijds. Periscoop 1 0 mentatie der Concentratiekampen; Del?0, sche Kerkstrijd; Staat en Schrijver. Crltis d0 Curiosa. Humanistische Stemmen. Uit werkplaatsen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 2