Het geschil tusschen
Italië en Abessinië.
JtocA ifd
Jfec# zot.
De buitenlandsche politiek van
Engeland.
Dr. H. Colijn voor de radio.
Over het Italiaansch-Abessijnsche geschil
Woord van aanmaning tot kalmte en
zelfbeheersching.
Actie van National Herstel.
Verlaging van het disconto.
S.-D. Tweede Kamerfractie
en het Kabinet.
Het nieuwe kabinet Colijn.
Nieuwe college van
Rotterdam.
Nieuwe regeling van Tie
pachtwet.
Varkensgehakt in blik voor
werkloozen.
BUITENLAND
De incidenten bij vertrek
van de „Bremen".
Overeenstemming tusschen
Engeland, Frankrijk en
Italië bereikt.
Op een krachtige
houding aangedrongen.
TWEEDE BLAD
HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1933.
Verdediging van den gulden tot het
uiterste.
Gisteravond om acht uur heeft de minister
president dr. H. Colijn zijn aangekondigde
raidorede uitgesproken. Zij werd over de bei
de zenders uitgezonden en door de N.I.R.O.M.
gerelageerd.
Minister-President H. COLIJtf.
De minister-president zeide o.m.:
De eerste aanleiding tot het spreken van
een kort woord tot het Nederlandsche volk is
van geheel persoonlijken aard. In den loop
der laatste dagen zijn mij zoo overstelpend
veel blijken van belangstelling en medeleven
toegestroomd, dat ik geen anderen uitweg
zag om mijn dankbaarheid daarvoor kenbaar
te maken dan door middel van de radio.
De tweede oorzaak van mijn spreken ligt
in mijn wensch om mijnerzijds een woord van
aanmoediging te doen hooren en om aan te
sporen tot onafgebroken volharding.
Dat de economische toestand te onzent,
ofschoon steeds nog beter dan in vele andere
landen, slecht te noemen is, dat weten wij
wel. Het is volstrekt onnoodig daarover in
den breede* uit te weiden. De ommekeer in
het internationaal ruilverkeer .voor goederen,
die bezig is zich te voltrekken, heeft voor
alle landen nog niets dan 'verarming opgele
verd en de pogingen, om door nationale
maatregelen de verloren welvaart te herwin
nen, hebben overal gefaald en kunnen ook
niet tot resultaat hebben, dat datgene wat
verloren ging, weer in vollen omvang terug
keert.
Maar dat kan en mag niet beteekenen,
dat wij tegenover deze feiten een houding
van stille berusting zonder actie zouden aan
nemen. Wel moet de mensch berustend aan
vaarden, wat Hooger macht tenslotte over
ons levenslot beschikt; maar daarnaast staat
de even gebiedende eisch, dat wij de gaven en
krachten ons geschonken tot het uiterste
moeten inspannen om dreigende gevaren voor
wat bestaat af te weren en om nieuwe wel
vaartsmogelijkheden op te sporen. In het Ora
et Labora, in het bidden en het werken ligt
de verheven harmonie tusschen het bestel
Gods en de taak van den mensch.
Wat de regeering deed.
Zóó moet men ook de taak van de regee
ring zien.
De Regeering van Nederland kan de wereld
niet dwingen om andere wegen in té slaan
dan in de laatste jaren gevolgd werden. Zij
kan slechts trachten zich zoo goed mogelijk
te verweren tegen de schadelijke gevolgen
van maatregelen, door het buitenland geno
men. Dat heeft ze dan ook gedaan. Zij heeft
dat gedaan door een uitgebreid stelsel van
contingenteeringen in het belang der binnen-
landsche nijverheid. Zij heeft dit gedaan door
krachtigen steun te verleenen aan onzen ak
kerbouw, door ook de veehouderij, benevens
allerlei andere bronnen van volkswelvaart de
helpende hand toe te steken. Honderden mil-
lioenen guldens per jaar moesten en moeten
daarvoor door het Nederlandsche volk wor
den opgebracht boven de belastingen, die het
moet opbrengen.
De landbouwsteun beteekent naast de in
standhouding van een krachtige volksgroep
niet minder ook een krachtig middel tot
werkverruiming.
De vraag is nu wat daarenboven kan wor
den gedaan, teneinde de welvaart te vergrooten.
Werkverruiming en Industrialisatie.
Twee denkbeelden zijn er die ernstig
onderzoek en zorgvuldige overweging
eischen. Het zijn het verlangen Daar uit
voering van meer Openbare Werken en
naar verdere industrialisatie van ons land,
In beginsel is hier eigenlijk geen ver
schil van meening. Dat verschil treedt
eerst aan den dag als men toekomt aan
de vraag hoever men daarmee gaan moet.
r*)0 °^ffbare Y/erken' die men gaat uitvoe
ren, moeten natuurlgk nut afwerpen. Maar
als men daaraan vasthoudt, dan blijkt spoedig,
dat de keuze met zoo ruim is als velen wel
meenen. Nederland is de laatste kwarteeuw
gul geweest met den aanleg van openbare
werken.
Dan is er de tweede gedachte: meer indu
strialisatie. Dat vraapstuk is door den nieuwen
minister van Economische Zaken in onderzoek
genomen. Vol energie is hij met dien arbeid
begonnen en mijn persoonlijke steun zoowel
als die van het geheele Kabinet is hem ver
zekerd.
Positie van het kabinet. Geen
conflict met de Kamer.
Maar, zoo zal men vragen, kan de Regee
ring wel de plannen volbrengen, die zij zich
heeft voorgesteld. Ook daarover wil ik iets
zeggen, omdat mij uit de Pers blijkt, dat er
over de positie van het Kabinet eenige ver
warring hcerscht. Ik heb toch gezien, dat de
vraag gesteld wordt: is het conflict tusschen
Kabinet en Kamer, althans tusschen het Ka
binet en één der Kamerfracties, nu opgelost
of niet.
Zóó is de vraag stellig niet juist geformu
leerd. Want dit Kabinet, dat een nieuw
Kabinet is, al zitten de vorige ministers er
allen in dit Kabinet heeft geen conflict
met de Kamer of met een der Kamerfracties.
Dat kan zelfs niet, want ze hebben elkaar
nog niet ontmoet. Men zou de viaag in elk
geval zóó moeten formuleereh: bestaat er ge
vaar, dat er tusschen het nieuwe Kabinet
en de Kamer een gelijksoortig conflict zal
ontstaan als ontstaan is tijdens het bewind
van het vorige Kabinet.
Op die vraag is met volkomen zekerheid
geen antwoord te geven, omdat het Kabinet
niet parlementair maar extra parlementair is.
Twee factoren zijn op het resultaat van
die ontmoeting thans van invloed. De eerste
is, dat er bij de poging van den heer Aalberse
is gebleken, dat de vorming van een Kabinet
op een gemeenschappelijk program niet
mogelijk is; tusschen de zes groote fracties
niet wegens gemis aan overeenstemmend in
zicht, tusschen de Socialisten en Roomsch-
Katholieken niet, omdat de laatstgenoemden
die combinatie niet wenschen.
De tweede factor wordt gevormd door
het program waarmee het extra-parle
mentaire Kabinet straks op den derden
Dinsdag van September voor de Kamer
verschijnt. Die beide factoren moeten
natuurlijk invloed oefenen op de houding
die de Kamergroepen tegenover het Kabi
net zullen aannemen.
Rustig wacht het Kabinet die ontmoeting
met de Kamer af en het vertrouwt, dat
samenwerking mogelijk zal blijken. Anders
had het zijn taak niet aanvaard.
Met name mag worden aangenomen, dat de
maatregelen tot herstel van 's lands financiën
op tijd tot stand zullen komen.
Ik zou aan het Nederlandsche volk den
raad willen geven gelgke rust te betrachten.
Niets werkt schadelijker dan een zenuwach
tige stemming. Er zijn waarlijk al genoeg
spanningen. Men behoeft ze niet onnoodig te
vermeerderen.
Verdediging muntpariteit.
Die rust betrachte men ook op ander terrein.
Al dadelijk op monetair gebied. Is er nu nog
niet genoeg leergeld betaald met de telkens
weer voorkomende speculatieve vlucht van de
eene geldsoort in de andere Wat ik dezer
dagen in een intervieuw met den vertegen
woordiger van een Fransch orgaan gezegd heb
herhaal ik thans Dog eens: de regeering zal
onze muntpariteit tot het uiterste verdedigen.
Het Nederlandsche volk heeft het lot van den
gulden zelf in de hand. Als men rustig blijft,
gebeurt er niets, dat die pariteit verstoren kan.
Maar ook geldt die raad voor schrikachtige
hypothecaire crediteuren, die, uit angst voor
een ingediend wetsontwerp, waarover het over
leg tusschen Kamer en Regeering zelfs nog
niet begonnen is, hier en daar al met executies
beginnen te dreigen.
Wacht nu eens af, zoo zou ik hun willen
toevoegen, hoe dit ontwerp er uit zal zien n&
het overleg met de Kamer. Door o verg ld
handelen benadeelt ge, wellicht geheel onnoo
dig, anderen en hoogstwaarschijnlijk ook uzelf.
Rust is ook gewenscht waar het geldt aller
lei geruchten over personen, die van de waar
heid even ver verwijderd zijn als de Noordpool
van de Zuidpool. Om slechts één enkel voor
beeld te noemenik zelf zou, zoo wordt rond
verteld, 140 hofsteden hebben gekocht en 400
woonhuizen, uit vrees voor devaluatie. Ik heb
nimmer ook maar één enkele hofstede bezeten
en bezit er nog geen, 400 huizen moeten tot
3 worden teruggebracht en die bezit ik al 10 jaar.
Dergelijke verhalen en ik noemde er maar
een paar ondermijnen de autoriteit van de
Regeering en roepen gevoelens op die schade
lijk zijn voor den goeden gang van zaken en
voor het vertrouwen in het land.
Zonder rust geen zelfbeheersching en zonder
zelfbeheersching is vastberadenheid niet mo
gelijk.
Onze tijd is een ongemeen moeilijke. En het
nu levend geslacht, dat grootendeels opge
groeid is in dagen van voorspoed en dat nu
te staan komt voor nijpende zorgen en soms
nog erger kromt zich onder den tegenspoed
en ziet vaak geen uitkomst.
Toch bedenke men, dat ons volk heel wat
zwaarder tijden heeft gekend, rampen en
tegenspoeden heeft doorstaan, waartegenover
die van onzen tgd weer verbleeken.
Ook dezen tijd zullen we met Gods hulp
doorkomen als het volk onderling zich niet
verbijt en vereet; als het leert verstaan, dat
tweedracht een volk verscheurt, dat alleen
eendracht sterk maakt.
Daarvoor is voor allen noodig om de tanden
op elkaar te zetten en vastberaden te volhar
den in de taak die ieder onzer van Gods wege
te vervullen kreeg op de hem toegewezen
plaats. En aan die ontembare volharding pare
zich dan het ootmoedig belijden uit ons volks
lied:
Mijn Schild ende betrouwen
Zjjt Gij o God mijn Heer
Op U zoo wil ik bouwen
Verlaat mij nimmermeer!
Het hoofdbestuur van het Verbond voor
Nationaal Herstel heeft zich, naar aanleiding
van de jongste politieke gebeurtenissen, met
een oproep gericht tot „alle nationaal voelen
de Nederlanders" om door nationale concen
tratie een eenheidspolitiek mogelijk te maken.
Er wordt daarin een werkplan voor natio
nale concentratie uiteengezet, dat de volgende
drie punten bevat:
Grondwetsherziening, als middel tot ingrij
pende hervorming van onze staatsregeling;
weerbaarheidsverhooging, als noodzakelijke en
onvermijdelijke waarborg voor ons vrrj en
zelfstandig bestaan, en werkloosheidsbestrij
ding, als dringendst vereischte maatregel tot
stoffelijk en zedelijk herstel van onze samen
leving.
De Ned. Bank verlaagt haar rente
tarieven met een vol procent.
Gisteravond laat werd gemeld:
De Nederlandsche Bank heeft met ingang
van vandaag haar disconto evenals haar ove
rige rentetarieven met een vol procent ver
laagd.
Hierdoor is de rentestand nu als volgt ge
worden
3 Aug. 26 Juli
Wisseldisconto S 6
Promessendisconto 5'/, 6'/,
Beleening van effecten 5'/, 6'/,
Beleening van goederen81/, 6,/,
Voorschotten in Rek. Crt. 51/, 61/,
Bijeenroeping der Kamer ligt op den
weg der Katholieken.
De sociaal-democratische Tweede Kamer
fractie heeft gisteren een vergadering gehou
den ter bespreking van den politieken toe
stand. Na afloop werd het volgende commu
niqué uitgegeven:
De fractie stelde met bevreemding vast, dat,
nu het Kabinet-Colgn, dat in de Tweede Kamer
geen voldoenden grondslag had overgehouden,
vrijwel onveranderd is teruggekeerd, dit Kabi
net geen behoefte gevoelt, om terstond voor
de volksvertegenwoordiging een regeeringsver-
klaring af te leggen, en dat de Minister-presi
dent meent te kunnen volstaan met een radio
rede, zoodat het Kabinet zich kennelijk aan
een debat met de volksvertegenwoordiging
voorloopig onttrekt.
De fractie overwoog, dat binnenkort ook
voor de regeering de noodzaak zal blijken tot
voortzetting van het parlementaire overleg
over onderscheidene aanhangige wetsontwer
pen, en dat aan zoodanig overleg onvermgde-
ljjk een uiteenzetting van het door het nieuw
opgetreden Kabinet te voeren beleid dient
vooraf te gaan, in verband waarmede zij voor
het oogenblik geen aanleiding ziet het initia
tief te nemen tot het doen bijeenroepen van de
Kamer.
Een zoodanig initiatief toch zou, naar haar
oordeel, veeleer op den weg der katholieke
Kamerfractie liggen, waar immers gebleken
is, dat het Kabinet is opgetreden, niettegen
staande den formateur was medegedeeld, dat
het vertrouwen der katholieke Kamerfractie
niet was hersteld.
Een beschouwing van de Times.
De Times wijdt een hoofdartikel aan den
terugkeer van Colijn. Het blad is van oordeel,
dat de minister-president van Nederland
thans in een sterker positie is dan eerst.
Na een lange uiteenzetting van de toestan
den, welke leidde tot de crisis, verklaart de
Times, dat er geen twijfel is omtrent de al-
gemeene voldoening over den terugkeer van
Colijn, aangezien in de huidige omstandig
heden een sterke man wordt verlangd aan
het hoofd van de regeering, vooral nu de
instabiliteit van den wereldtoestand wordt
vermeerderd met de instabiliteit van de vol
bloedigheid van de Nederlandsche partijen en
de moeilijkheid een meerderheid te vinden
voor een constante politiek.
Het meest geruststellende feit is de im
populariteit van de beide extremistische par
tijen in Nederland, de communisten en de
nationaal socialisten. De traditioneele Neder
landsche soliditeit en het gezonde verstand
zijn niet gunstig voor extremisten.
De Times besluit, dat Colijn zijn reeds
groot persoonlijk prestige nog heeft ver
meerderd.
„Er was en is nog steeds twijfel of hij zal
slagen in' de taak, welke hij zichzelf heeft
opgelegd. Men acht het mogelijk, dat hij ten
gevolge van de besprekingen van de afgeloo-
pen weken besloten zal hebben een minder
negatieve politiek te voeren.
Andere Engelsche persstemmen.
Colijn is er in geslaagd zijn regeering te
redden, doch de problemen, waarvoor hg zich
geplaatst ziet, zijn in feite niet veranderd,
aldus schrijft de Financial News volgens Reu
ter.
De toestand op de buitenlandsche wissel
markt liet gisteren zien, dat het vertrouwen
in den gulden weer geheel is wedergekeerd,
schrijft de Financial Times. Het blad voegt
er nog aan toe, dat naast den succesrijken
uitslag van de kabinetsformatie de belang
rijkste feiten waren het aanblijven van Oud
als minister van financiën en de toegezegde
steun van de katholieke partij. Eerstgenoemd
feit wordt uitgelegd, aldus het blad, als een
aanwijzing, dat er geen verandering zal ko
men in de politiek van Colijn.
Uitsluitend sociaal-democratische
wethouders
De drie rechtsche en liberale raadsfracties
van Rotterdam hebben aan de soc.-democra-
tische fractie meegedeeld, dat zy aan de
samenstelling van het nieuwe college van B.
en W. hun medewerking niet kunnen ver
leen en daarin geen zitting wenschen te nemen.
Deze zienswijze wordt gegrond op de over
weging, dat de meerderheid is komen te be
rusten bij die groepen, die in de afgeioopen
periode zich stelselmatig hebben verzet tegen
het gevoerde bestuursbeleid. Dit brengt naar
de opvatting van de rechtsche fracties mede,
dat de volledige verantwoordelijkheid voor het
toekomstig beleid dan ook door die meerder
heid moet worden gedragen.
Na dit af wg zend besluit moet het niet
onmogelgk zgn, dat uitsluitend sociaal
democratische wethouders en wellicht een
vertegenwoordiger van de revolutionaire
groepen het college zullen vormen.
(Handelsblad.)
Bezwaren van de Ver. tot ontw. van
den Landbouw in N.H.
Noorderkwartier.
Het bestuur der vereeniging tot ontwikke
ling van den Landbouw in Hollands Noorder
kwartier heeft aan de leden van de Eerste
Kamer een adres gezonden naar aanleiding
van het ontwerp van wet tot nieuwe regeling
van de pacht.
De ideeën in het wetsontwerp uitgesproken
zijn aldus adressant van zoo ingrijpen
den aard, als in de Nederlandsche wetgeving,
ten aanzien van het eigendomsrecht nog niet
bekend is.
Deze aantasting van het eigendomsrecht zal
ten aanzien van het landbouwcrediet zeer
ongunstige gevolgen hebben, omdat bij aan
neming van het wetsontwerp de geldschieters
zich wel zullen wachten om crediet te ver
strekken aan den landbouw, dit, terwijl de
landbouw altijd en inzonderheid vanwege de
regelmatig plaats grijpende boedelscheidingen,
behoefte heeft aan een grondcrediet tegen
lage rente, zooals hg zich deze steeds van
particuliere hypotheekgevers heeft kunnen
verschaffen.
Het idee om maar één proefjaar te hebben
voor een huurder is niet goed, want deze tijd
is beslist onvoldoende om den huurder goed
te leeren kennen.
Het verplicht stellen van het maken van
pachtcontracten op den korten termijn van
acht dagen voor alle huurders, is, volgens
adressant, veel te omslachtig en bg de opvat
tingen van de landbouwers over schriftelijke
regelingen niet uit te voeren. Het niet na
komen van deze verplichting, met als straf:
de nietigverklaring der overeenkomst, tot
groot nadeel van den verhuurder, is niet te
verdedigen,
verdedigen.
De invoering van het continuatierecht voor
10 jaar is veel te ingrgpend en geheel af
wijkend van de practische regelingen, zooais
wij die in den landbouw kennen. Een groot
aantal eigenaren zal niet gediend zijn van een
dergelijk ingrgpen en zullen breken met het
idee „pacht" en zullen gebruik maken van:
zetboeren, arbeiders of anderen. Wel verre
dus van den pachter tegemoet te treden, zai
deze wet den pachter in minder voordeelige
posite brengen.
Het lijkt adressante ook zeer onbillijk, dat
de verpachter verplicht wordt om risico's te
dragen voor den pachter, waarvoor de pach
ter zich kan verzekeren.
De verpachter is geheel overgeleverd aan
den rechter en zijn adviseurs leden van de
pachtkamer. (Hbl.)
Fabricage in opdracht van de
Ned. Veehoudergcentralej groote
vraag naar de producten.
Één dezer dagen is in opdracht van de Ned.
Veehouderij centrale een aanvang gemaakt
met de fabricage van zuiver varkensgehakt
in blik. De te verwachten varkens zgn eeni-
gen tgd geleden afgenomen met het doel
daardoor steun te verleenen aan de varkens-
prijzen; zg zijn geconserveerd in de koel- en
vrieshuizen.
Het ligt in de bedoeling dit varkensgehakt
ter beschikking te stellen van werkloozen en
andere steuntrekkenden op dezelfde wgze als
thans reeds geschiedt met het rundvleesch en
gehakt in blik. Het nieuw te fabriceeren ge
hakt zal in zooverre van het reeds gedistri
bueerde product verschillen, dat het uitslui
tend uit varkensvleesch en niet uit een meng
sel van varkens- en rundvleesch zal bestaan.
Deze fabricage is gewenscht doordat de
vraag naar de door de Nederlandsche Vee-
houdergcentrale beschikbaar gestelde produc
ten zeer groot is en nog steeds toeneemt. Op
deze wijze wordt bereikt een verlenging van
den termijn van de beschikbaarstelling voor
werkloozen. Daalde in het vorig jaar de afzet
gedurende de zomermaanden tot onder de
100.000 bussen per week, in Juli van dit jaar
was de afzet per week tusschen 250 en 300
duizend kilo.
Nader zal worden bekend gemaakt met in
gang van welken datum de distributie van
het nieuw te maken product een aanvang zal
nemen.
V. S. betuigen hun leedwezen.
De regeering van de Vereenigde Staten
heeft officieel haar leedwezen betuigd aan de
Duitsche regeering in verband met de inci
denten, die zich eenige dagen geleden hebben
voorgedaan bjj het vertrek van de „Bremen"
uit New-York, waarby o. a. de LGitsche vlag
werd afgerukt.
JODEN ROEPEN HULP IN VAN
ENGELSCHEN CONSUL.
Anti-semiotische actie in Duitschland
onverzwakt.
De Engelsche bladen maken melding van
verschillende gevallen, waarin Joden het slacht
offer zgn geworden van vervolging.
Zoo deelt o.a. de Berljjnsche correspondent
in de „Daily Herald" mee, dat een zekere dr.
Kleinfeld, die op 16 Juli bg de betoogingen op
den Kurfürstendamm ernstig gewond werd, is
gestorven. Dr. Kleinfeld zat in café Hessier en
werd daaruit met stokslagen verjaagd.
Dezelfde correspondent meldt, dat een aantal
Joden te Frankfort a. M. de hulp van den
Britschen consul aldaar heeft ingeroepen. De
consul kon echter niets voor hen doen.
„Der Sttirmer" maakt melding van het feit,
dat een Jood in Maagdenburg onlangs tot 10
jaar tuchthuisstraf werd veroordeeld wegens
verschillende delicten jegens vrouwen.
De „Westf&lische Landeszeitung", welke te
Dortmund verschijnt, is begonnen met een
publicatie van foto's van Ariërs, dieuitJood-
sche winkels komen waar zij boodschappen
hebben gedaan.
Een correspondent van de Nw. Rott. Crt. te
Genève meldde gisteravond nog;
Ditmaal schijnt werkeigk een overeen
stemming tusschen Engeland, Frankrjjk
en Italië bereikt te zijn.
Ook gisterenavond hebben de ministerbe
sprekingen langen tgd geduurd en is het laat
geworden, voordat er iets van bekend werd
gemaakt, doch thans schijnt er werkelijk over
eenstemming tusschen de delegaties van En
geland, Frankrgk en Italië en ook tusschen
htm regeeringen verkregen te zgn. Het giste
ren gemaakte voorbehoud, dat het accoord
tusschen Laval, Eden en Aloisi nog afhanke
lijk was van Mussoiini's uitdrukkelijke toe
stemming werd gisterenavond niet meer ge
maakt.
De overeenstemming schgnt hierin te be
staan:
1. De arbitragecommissie voor Wal Wal zal
haar werk voortzetten en zoo snel mogelijk een
vijfden arbiter benoemen.
2. De Engelsche, Fransche en Italiaansche
regeering zullen onderhandelingen voeren
krachtens het verdrag van 1906 over de op
lossing van het Italiaansch-Abessijnsche ge
schil in den volien omvang.
Deze onderhandelingen zullen waarschijn
lijk in Frankrijk worden gehouden en wel aan
vankelijk onder uitsluiting van Abessinië, maar
uitsluitend tusschen Engeland, Frankrgk en
Italië omdat deze alleen party zgn bg het ver
drag van 1906. Natuurlijk zal echter later de
toestemming van Abessinië tot de eventueel
gemaakte regeling moeten verkregen worden.
3. Indien op 4 September nog geen vreed
zame oplossing van het geheele Italiaansch-
Abessijnsche geschil verkregen zal zijn, zal de
Volkenbondsraad het geschil behandelen.
Deze bepaling heeft nog 3teeds niet de goed
keuring van Mussolini ontvangen, doch het
schijnt, dat hij aan Aloisi geen opdracht zal
geven tegen te stemmen, doch zich er mede
zal vergenoegen, dat Aloisi zich in dezen van
stemming zal onthouden.
Men vermoedt, dat de Raad om de Abessgn-
sche regeering allen tijd te laten voor een rus
tige overdenking van het bereikte accoord
eerst hedenavond in een openbare vergade
ring zal bijeenkomen om de verkregen over
eenstemming te bekrachtigen.
3 Augustus. Toen onlangs de eind
examens aan den gang waren, kwamen we
meer dan eens langs een H.B.S.. waar groe
pen opgeschoten jongens als bijenzwermen
tegenaan hingen. En met onverholen eerbied
sloegen wij dan deze fantastisch knappe jeugd
gade, <3ie zóóveel dingen wist, welke wij ai
honderdmaal vergeten waren.
Kinderen leeren veel. Kinderen leeren te
veel. Kinderen leeren bijna meer dan ze later
kunnen vergeten. Rekenkundig is deze bewe
ring natuurlijk onhoudbaar. Maar daar blijkt
alweer uit, wat een volwassene van rekenen
heeft onthouden...
Ze hoeven het ook niet te onthouden, zeg
gen de voorstanders van de prop- en instop-
methode, maar ze moeten het eenmaal hebben
geleerd en het moet in hun onderbewustzijn
blijven sluimeren. Er is voor die hersenvulling
een geijkt woord: parate kennis. De kinderen
moeten een bepaalde hoeveelheid „parate"
kennis opdoen. Paraat beteekent: waarvan
men zich elk oogenblik terstond kan bedienen.
Als iemand je ineens vraagt: hoeveel is 17
maal de derde machtswortel uit het jaartal
waarin Floris V werd vermoord, verminderd
met het kwadraat van het aantal inwoners
der hoofdstad van Guatemala, dan hoor je dat
te weten, en dat is niet onbillijk, want der
gelijke kwesties zijn tegenwoordig aan de
orde van den dag.
Maar een andere kwestie is: hoelang die
kennis paraat büjft.
Ten opzichte hiervan zgn wg eenigszins
sceptisch gestemd, en die scepsis is niet ver
minderd, na lezing van een voorval, dat zich
dezer dagen in Melbourne heeft afgespeeld.
Volgens een authentiek bericht, hebben
negen professoren van de Universiteit aldaar
zich dit jaar bereid verklaanj, nog eens aan
het eindexamen mee te doen, dat aan een
onderwijsinstelling in de Australische hoofd
stad plaats vond. Niet als examinators, maar
als examinandi! Het resultaat was verplet
terend: Van de twintig jongetjes, die examen
deden, slaagden 19. Van de negen proffen...
geen één!
A!s de negen professoren sportieve lui zijn
en dat zijn ze zonder eenigen twijfel, an
ders hadden ze zich niet zoo sportief aan een
échec blootgesteld hebben ze zich het lot
van het eenige knaapje aangetrokken, dat in
hun illuster gezelschap „bakte" en hem ge
meenschappelijk tot troost een bioscoopje
aangeboden. Of een eereprofessoraat.
Maar van parate kennis gesprokenA.
en B. loopen elkaar tegemoet van P. naar Q.
Beiden vertrekken zg om 12 uur 's middags,
A. met een grgzen demi om zijn hals, B. met
een sandaal in zijn knoopsgat. De weg is 15
km lang. A. loopt i1/» km per uur, B. 5 km.
Als u nu weet, dat A. twee zoons heeft en B.
twee dochters, hoe heeten dan de bovenburen
van A. en B?
Van zoo'n som brengt u niets meer terecht.
En toch hebben wij, toen we twaalf jaar
waren, ze bg hoopen zoo gemaakt.
Tenminste, zoo lijkt het ons nu
De voorlaatste dag van de zomerzitting van
het Lagerhuis was gewijd aan een groot
debat over den algemeenen toestand en de
buitenlandsche politiek der regeering.
Lansbury, die het debat opende, erkende,
dat de moeilijkheden op internationaal gebied
groot waren en dat de ware democratie de
zwaarste proef in haar bestaan moest afleg
gen. Maar behalve de democratie stond ook
de eer van de democratisch geregeerde lan
den op het spel. Nog nooit, in geen enkel tijd
perk der geschiedenis, waren bezworen ver
dragen op een dergelijke wijze door belang
hebbenden verscheurd en ontkend als in de
laatste jaren door verscheiden groote mo
gendheden gedaan was.
Het volk had recht te verwachten, dat na
de ontwapening van Duitschland ook de an
dere landen hun verplichtingen onder het
tractaat van Versailles zouden zijn nageko
men en ofschoon er moeilijkheden waren, zal
wel geen enkel politicus in 1914 hebben kun
nen bevroeden, dat in 1935 zulke woorden in
een parlement gesproken moesten worden, als
in dit Huis door de ministers van oorlog,
vloot en luchtvaart gesproken waren. Van
ontwapening en verdragstrouw geen sprake,
maar integendeel nieuwe bewapening zoowel
te land als te water en in de lucht.
Wil de regeering uitsluitend in die richting
voortgang, of wil zij b(j de andere regeerin
gen aandringen om eindelijk een begin te
maken met de beloofde ontwapening en wil
zy de afsluiting van een luchtpact met alle
kracht en energie in de eerste plaats aan
pakken, opdat de nachtmerrie van een slach
ting van vrouwen en kinderen van den aard
bodem zal kunnen verdwijnen?
Nopens het Italiaansch-Abessijnsche
geschil, zeide Lansbury, dat de arbei
derspartij de regeering ten volle zou steu
nen als deze onwrikbaar zou blijven staan
op handhaving van het gegeven woord,
trouw aan de aangegane verplichtingen
en versterking van het prestige van den
Volkenbond.
Slr Herbert Samuel.
zeide het in vele opzichten met den vorigen
spr. eens te zijn, maar lijj wilde toch wel
trachten de regeering niet in plotselinge en
dramatische verwikkelingen te storten, die
door een al te star vasthouden aan een
standpunt, waarvoor naar de strikte letter
geen plaats meer was, gemakkelijk tot de
ramp konden leiden die iedereen het meest
vreesde: een nieuwen oorlog.
Spr. hoopte dat de regeering de samenwer
king met Frankrijk lang en hecht zou vol
houden en dat zij den Volkenbond de midde
len zou helpen verschaffen waarvoor hij ge
sticht was: arbitrage, verzoening en overleg.
De Volkenbond moet middelen kunnen vin
den om zoowel Abessinië te kunnen helpen
bij zgn rechtmatige aanspraken op veiligheid
en integriteit, als om de Italiaansche koloniën
te kunnen vrg waren voor invallen en grens-
schendingen, maar dat kan alleen als Enge
land de machine van den Volkenbond krachtig
steunt.
Minister Hoare aan het woord.
Sir Samuel Hoare antwoordde voor de re
geering en begon te zeggen, dat hij en zijn
collega's volkomen den ernst van den toestand
inzien en bereid bleven Engelands verplich
tingen onder het statuut van den Volkenbond
na te leven.
Voortgaande verklaarde Hoare, dat hij bij
deze gansche moeilijke kwestie getracht had
de Amerikaansche regeering op de hoogte te
houden van het standpunt van Engeland en
van den ernst, waarmede het de aan de orde
zgnde vraagstukken onder oogen zag. Met
groote voldoening, doch zonder verrassing had
spreker kennis genomen van de veroordeeling
door de Amerikaansche regeering van iedere
toevlucht tot den oorlog.
Wg zgn ons welbewust, vervolgde de
minister, van onze verplichtingen krach
tens verdragen en het Volkenbonds-
covenant en wij zgn vast besloten ze te
houden.
De Abessynsche kwestie.
Naar aanleiding van de Abessijnsche kwes
tie merkte Hoare op, dat de regeering beslo
ten was om met alle ten dienste staande
middelen te trachten den vrede te bewaren.
Hij verklaarde zich tegen icderen stap, die de
basis van internationale samenwerking zou
aantasten of den Volkenbond schade zou doen.
Wy zullen geen overglde maatregelen ne
men, die een onberekenbaren toestand zou
scheppen. De uitwerking van een oorlog tus
schen Italië en Abessinië zou naar onze mee
ning funest zijn! Hetzg de oorlog lang, dan
wel kort zou zijn, hetzg Italië dan wel Abes
sinië als overwinnaar uit den strijd zou tre
den, de gevolgen zouden buitengewoon na-
deelig zijn voor den Volkenbond en alles wat
deze vertegenwoordigt.
Indien een oorlog uitbreekt, zou dit zeer
zeker in den huidigen toestand der wereld
eindelooze verwikkelingen teweeg brengen,
crises met betrekking tot het financieren van
den handel en moeilijkheden omtrent de rech
ten der oorlogvoerende en neutrale mogend
heden. Buiten Europa zouden de gevolgen, zij
mochten dan niet onmiddellijk komen, niet
minder ernstig zijn.
Spr. ontkende voorts, dat Engelf te
Stresa met Frankrgk overeengekomen was