Het geschil tusschen Italië en Abessinië. JtocA ifd Jfec# zot. De buitenlandsche politiek van Engeland. Dr. H. Colijn voor de radio. Over het Italiaansch-Abessijnsche geschil Woord van aanmaning tot kalmte en zelfbeheersching. Actie van National Herstel. Verlaging van het disconto. S.-D. Tweede Kamerfractie en het Kabinet. Het nieuwe kabinet Colijn. Nieuwe college van Rotterdam. Nieuwe regeling van Tie pachtwet. Varkensgehakt in blik voor werkloozen. BUITENLAND De incidenten bij vertrek van de „Bremen". Overeenstemming tusschen Engeland, Frankrijk en Italië bereikt. Op een krachtige houding aangedrongen. TWEEDE BLAD HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1933. Verdediging van den gulden tot het uiterste. Gisteravond om acht uur heeft de minister president dr. H. Colijn zijn aangekondigde raidorede uitgesproken. Zij werd over de bei de zenders uitgezonden en door de N.I.R.O.M. gerelageerd. Minister-President H. COLIJtf. De minister-president zeide o.m.: De eerste aanleiding tot het spreken van een kort woord tot het Nederlandsche volk is van geheel persoonlijken aard. In den loop der laatste dagen zijn mij zoo overstelpend veel blijken van belangstelling en medeleven toegestroomd, dat ik geen anderen uitweg zag om mijn dankbaarheid daarvoor kenbaar te maken dan door middel van de radio. De tweede oorzaak van mijn spreken ligt in mijn wensch om mijnerzijds een woord van aanmoediging te doen hooren en om aan te sporen tot onafgebroken volharding. Dat de economische toestand te onzent, ofschoon steeds nog beter dan in vele andere landen, slecht te noemen is, dat weten wij wel. Het is volstrekt onnoodig daarover in den breede* uit te weiden. De ommekeer in het internationaal ruilverkeer .voor goederen, die bezig is zich te voltrekken, heeft voor alle landen nog niets dan 'verarming opgele verd en de pogingen, om door nationale maatregelen de verloren welvaart te herwin nen, hebben overal gefaald en kunnen ook niet tot resultaat hebben, dat datgene wat verloren ging, weer in vollen omvang terug keert. Maar dat kan en mag niet beteekenen, dat wij tegenover deze feiten een houding van stille berusting zonder actie zouden aan nemen. Wel moet de mensch berustend aan vaarden, wat Hooger macht tenslotte over ons levenslot beschikt; maar daarnaast staat de even gebiedende eisch, dat wij de gaven en krachten ons geschonken tot het uiterste moeten inspannen om dreigende gevaren voor wat bestaat af te weren en om nieuwe wel vaartsmogelijkheden op te sporen. In het Ora et Labora, in het bidden en het werken ligt de verheven harmonie tusschen het bestel Gods en de taak van den mensch. Wat de regeering deed. Zóó moet men ook de taak van de regee ring zien. De Regeering van Nederland kan de wereld niet dwingen om andere wegen in té slaan dan in de laatste jaren gevolgd werden. Zij kan slechts trachten zich zoo goed mogelijk te verweren tegen de schadelijke gevolgen van maatregelen, door het buitenland geno men. Dat heeft ze dan ook gedaan. Zij heeft dat gedaan door een uitgebreid stelsel van contingenteeringen in het belang der binnen- landsche nijverheid. Zij heeft dit gedaan door krachtigen steun te verleenen aan onzen ak kerbouw, door ook de veehouderij, benevens allerlei andere bronnen van volkswelvaart de helpende hand toe te steken. Honderden mil- lioenen guldens per jaar moesten en moeten daarvoor door het Nederlandsche volk wor den opgebracht boven de belastingen, die het moet opbrengen. De landbouwsteun beteekent naast de in standhouding van een krachtige volksgroep niet minder ook een krachtig middel tot werkverruiming. De vraag is nu wat daarenboven kan wor den gedaan, teneinde de welvaart te vergrooten. Werkverruiming en Industrialisatie. Twee denkbeelden zijn er die ernstig onderzoek en zorgvuldige overweging eischen. Het zijn het verlangen Daar uit voering van meer Openbare Werken en naar verdere industrialisatie van ons land, In beginsel is hier eigenlijk geen ver schil van meening. Dat verschil treedt eerst aan den dag als men toekomt aan de vraag hoever men daarmee gaan moet. r*)0 °^ffbare Y/erken' die men gaat uitvoe ren, moeten natuurlgk nut afwerpen. Maar als men daaraan vasthoudt, dan blijkt spoedig, dat de keuze met zoo ruim is als velen wel meenen. Nederland is de laatste kwarteeuw gul geweest met den aanleg van openbare werken. Dan is er de tweede gedachte: meer indu strialisatie. Dat vraapstuk is door den nieuwen minister van Economische Zaken in onderzoek genomen. Vol energie is hij met dien arbeid begonnen en mijn persoonlijke steun zoowel als die van het geheele Kabinet is hem ver zekerd. Positie van het kabinet. Geen conflict met de Kamer. Maar, zoo zal men vragen, kan de Regee ring wel de plannen volbrengen, die zij zich heeft voorgesteld. Ook daarover wil ik iets zeggen, omdat mij uit de Pers blijkt, dat er over de positie van het Kabinet eenige ver warring hcerscht. Ik heb toch gezien, dat de vraag gesteld wordt: is het conflict tusschen Kabinet en Kamer, althans tusschen het Ka binet en één der Kamerfracties, nu opgelost of niet. Zóó is de vraag stellig niet juist geformu leerd. Want dit Kabinet, dat een nieuw Kabinet is, al zitten de vorige ministers er allen in dit Kabinet heeft geen conflict met de Kamer of met een der Kamerfracties. Dat kan zelfs niet, want ze hebben elkaar nog niet ontmoet. Men zou de viaag in elk geval zóó moeten formuleereh: bestaat er ge vaar, dat er tusschen het nieuwe Kabinet en de Kamer een gelijksoortig conflict zal ontstaan als ontstaan is tijdens het bewind van het vorige Kabinet. Op die vraag is met volkomen zekerheid geen antwoord te geven, omdat het Kabinet niet parlementair maar extra parlementair is. Twee factoren zijn op het resultaat van die ontmoeting thans van invloed. De eerste is, dat er bij de poging van den heer Aalberse is gebleken, dat de vorming van een Kabinet op een gemeenschappelijk program niet mogelijk is; tusschen de zes groote fracties niet wegens gemis aan overeenstemmend in zicht, tusschen de Socialisten en Roomsch- Katholieken niet, omdat de laatstgenoemden die combinatie niet wenschen. De tweede factor wordt gevormd door het program waarmee het extra-parle mentaire Kabinet straks op den derden Dinsdag van September voor de Kamer verschijnt. Die beide factoren moeten natuurlijk invloed oefenen op de houding die de Kamergroepen tegenover het Kabi net zullen aannemen. Rustig wacht het Kabinet die ontmoeting met de Kamer af en het vertrouwt, dat samenwerking mogelijk zal blijken. Anders had het zijn taak niet aanvaard. Met name mag worden aangenomen, dat de maatregelen tot herstel van 's lands financiën op tijd tot stand zullen komen. Ik zou aan het Nederlandsche volk den raad willen geven gelgke rust te betrachten. Niets werkt schadelijker dan een zenuwach tige stemming. Er zijn waarlijk al genoeg spanningen. Men behoeft ze niet onnoodig te vermeerderen. Verdediging muntpariteit. Die rust betrachte men ook op ander terrein. Al dadelijk op monetair gebied. Is er nu nog niet genoeg leergeld betaald met de telkens weer voorkomende speculatieve vlucht van de eene geldsoort in de andere Wat ik dezer dagen in een intervieuw met den vertegen woordiger van een Fransch orgaan gezegd heb herhaal ik thans Dog eens: de regeering zal onze muntpariteit tot het uiterste verdedigen. Het Nederlandsche volk heeft het lot van den gulden zelf in de hand. Als men rustig blijft, gebeurt er niets, dat die pariteit verstoren kan. Maar ook geldt die raad voor schrikachtige hypothecaire crediteuren, die, uit angst voor een ingediend wetsontwerp, waarover het over leg tusschen Kamer en Regeering zelfs nog niet begonnen is, hier en daar al met executies beginnen te dreigen. Wacht nu eens af, zoo zou ik hun willen toevoegen, hoe dit ontwerp er uit zal zien n& het overleg met de Kamer. Door o verg ld handelen benadeelt ge, wellicht geheel onnoo dig, anderen en hoogstwaarschijnlijk ook uzelf. Rust is ook gewenscht waar het geldt aller lei geruchten over personen, die van de waar heid even ver verwijderd zijn als de Noordpool van de Zuidpool. Om slechts één enkel voor beeld te noemenik zelf zou, zoo wordt rond verteld, 140 hofsteden hebben gekocht en 400 woonhuizen, uit vrees voor devaluatie. Ik heb nimmer ook maar één enkele hofstede bezeten en bezit er nog geen, 400 huizen moeten tot 3 worden teruggebracht en die bezit ik al 10 jaar. Dergelijke verhalen en ik noemde er maar een paar ondermijnen de autoriteit van de Regeering en roepen gevoelens op die schade lijk zijn voor den goeden gang van zaken en voor het vertrouwen in het land. Zonder rust geen zelfbeheersching en zonder zelfbeheersching is vastberadenheid niet mo gelijk. Onze tijd is een ongemeen moeilijke. En het nu levend geslacht, dat grootendeels opge groeid is in dagen van voorspoed en dat nu te staan komt voor nijpende zorgen en soms nog erger kromt zich onder den tegenspoed en ziet vaak geen uitkomst. Toch bedenke men, dat ons volk heel wat zwaarder tijden heeft gekend, rampen en tegenspoeden heeft doorstaan, waartegenover die van onzen tgd weer verbleeken. Ook dezen tijd zullen we met Gods hulp doorkomen als het volk onderling zich niet verbijt en vereet; als het leert verstaan, dat tweedracht een volk verscheurt, dat alleen eendracht sterk maakt. Daarvoor is voor allen noodig om de tanden op elkaar te zetten en vastberaden te volhar den in de taak die ieder onzer van Gods wege te vervullen kreeg op de hem toegewezen plaats. En aan die ontembare volharding pare zich dan het ootmoedig belijden uit ons volks lied: Mijn Schild ende betrouwen Zjjt Gij o God mijn Heer Op U zoo wil ik bouwen Verlaat mij nimmermeer! Het hoofdbestuur van het Verbond voor Nationaal Herstel heeft zich, naar aanleiding van de jongste politieke gebeurtenissen, met een oproep gericht tot „alle nationaal voelen de Nederlanders" om door nationale concen tratie een eenheidspolitiek mogelijk te maken. Er wordt daarin een werkplan voor natio nale concentratie uiteengezet, dat de volgende drie punten bevat: Grondwetsherziening, als middel tot ingrij pende hervorming van onze staatsregeling; weerbaarheidsverhooging, als noodzakelijke en onvermijdelijke waarborg voor ons vrrj en zelfstandig bestaan, en werkloosheidsbestrij ding, als dringendst vereischte maatregel tot stoffelijk en zedelijk herstel van onze samen leving. De Ned. Bank verlaagt haar rente tarieven met een vol procent. Gisteravond laat werd gemeld: De Nederlandsche Bank heeft met ingang van vandaag haar disconto evenals haar ove rige rentetarieven met een vol procent ver laagd. Hierdoor is de rentestand nu als volgt ge worden 3 Aug. 26 Juli Wisseldisconto S 6 Promessendisconto 5'/, 6'/, Beleening van effecten 5'/, 6'/, Beleening van goederen81/, 6,/, Voorschotten in Rek. Crt. 51/, 61/, Bijeenroeping der Kamer ligt op den weg der Katholieken. De sociaal-democratische Tweede Kamer fractie heeft gisteren een vergadering gehou den ter bespreking van den politieken toe stand. Na afloop werd het volgende commu niqué uitgegeven: De fractie stelde met bevreemding vast, dat, nu het Kabinet-Colgn, dat in de Tweede Kamer geen voldoenden grondslag had overgehouden, vrijwel onveranderd is teruggekeerd, dit Kabi net geen behoefte gevoelt, om terstond voor de volksvertegenwoordiging een regeeringsver- klaring af te leggen, en dat de Minister-presi dent meent te kunnen volstaan met een radio rede, zoodat het Kabinet zich kennelijk aan een debat met de volksvertegenwoordiging voorloopig onttrekt. De fractie overwoog, dat binnenkort ook voor de regeering de noodzaak zal blijken tot voortzetting van het parlementaire overleg over onderscheidene aanhangige wetsontwer pen, en dat aan zoodanig overleg onvermgde- ljjk een uiteenzetting van het door het nieuw opgetreden Kabinet te voeren beleid dient vooraf te gaan, in verband waarmede zij voor het oogenblik geen aanleiding ziet het initia tief te nemen tot het doen bijeenroepen van de Kamer. Een zoodanig initiatief toch zou, naar haar oordeel, veeleer op den weg der katholieke Kamerfractie liggen, waar immers gebleken is, dat het Kabinet is opgetreden, niettegen staande den formateur was medegedeeld, dat het vertrouwen der katholieke Kamerfractie niet was hersteld. Een beschouwing van de Times. De Times wijdt een hoofdartikel aan den terugkeer van Colijn. Het blad is van oordeel, dat de minister-president van Nederland thans in een sterker positie is dan eerst. Na een lange uiteenzetting van de toestan den, welke leidde tot de crisis, verklaart de Times, dat er geen twijfel is omtrent de al- gemeene voldoening over den terugkeer van Colijn, aangezien in de huidige omstandig heden een sterke man wordt verlangd aan het hoofd van de regeering, vooral nu de instabiliteit van den wereldtoestand wordt vermeerderd met de instabiliteit van de vol bloedigheid van de Nederlandsche partijen en de moeilijkheid een meerderheid te vinden voor een constante politiek. Het meest geruststellende feit is de im populariteit van de beide extremistische par tijen in Nederland, de communisten en de nationaal socialisten. De traditioneele Neder landsche soliditeit en het gezonde verstand zijn niet gunstig voor extremisten. De Times besluit, dat Colijn zijn reeds groot persoonlijk prestige nog heeft ver meerderd. „Er was en is nog steeds twijfel of hij zal slagen in' de taak, welke hij zichzelf heeft opgelegd. Men acht het mogelijk, dat hij ten gevolge van de besprekingen van de afgeloo- pen weken besloten zal hebben een minder negatieve politiek te voeren. Andere Engelsche persstemmen. Colijn is er in geslaagd zijn regeering te redden, doch de problemen, waarvoor hg zich geplaatst ziet, zijn in feite niet veranderd, aldus schrijft de Financial News volgens Reu ter. De toestand op de buitenlandsche wissel markt liet gisteren zien, dat het vertrouwen in den gulden weer geheel is wedergekeerd, schrijft de Financial Times. Het blad voegt er nog aan toe, dat naast den succesrijken uitslag van de kabinetsformatie de belang rijkste feiten waren het aanblijven van Oud als minister van financiën en de toegezegde steun van de katholieke partij. Eerstgenoemd feit wordt uitgelegd, aldus het blad, als een aanwijzing, dat er geen verandering zal ko men in de politiek van Colijn. Uitsluitend sociaal-democratische wethouders De drie rechtsche en liberale raadsfracties van Rotterdam hebben aan de soc.-democra- tische fractie meegedeeld, dat zy aan de samenstelling van het nieuwe college van B. en W. hun medewerking niet kunnen ver leen en daarin geen zitting wenschen te nemen. Deze zienswijze wordt gegrond op de over weging, dat de meerderheid is komen te be rusten bij die groepen, die in de afgeioopen periode zich stelselmatig hebben verzet tegen het gevoerde bestuursbeleid. Dit brengt naar de opvatting van de rechtsche fracties mede, dat de volledige verantwoordelijkheid voor het toekomstig beleid dan ook door die meerder heid moet worden gedragen. Na dit af wg zend besluit moet het niet onmogelgk zgn, dat uitsluitend sociaal democratische wethouders en wellicht een vertegenwoordiger van de revolutionaire groepen het college zullen vormen. (Handelsblad.) Bezwaren van de Ver. tot ontw. van den Landbouw in N.H. Noorderkwartier. Het bestuur der vereeniging tot ontwikke ling van den Landbouw in Hollands Noorder kwartier heeft aan de leden van de Eerste Kamer een adres gezonden naar aanleiding van het ontwerp van wet tot nieuwe regeling van de pacht. De ideeën in het wetsontwerp uitgesproken zijn aldus adressant van zoo ingrijpen den aard, als in de Nederlandsche wetgeving, ten aanzien van het eigendomsrecht nog niet bekend is. Deze aantasting van het eigendomsrecht zal ten aanzien van het landbouwcrediet zeer ongunstige gevolgen hebben, omdat bij aan neming van het wetsontwerp de geldschieters zich wel zullen wachten om crediet te ver strekken aan den landbouw, dit, terwijl de landbouw altijd en inzonderheid vanwege de regelmatig plaats grijpende boedelscheidingen, behoefte heeft aan een grondcrediet tegen lage rente, zooals hg zich deze steeds van particuliere hypotheekgevers heeft kunnen verschaffen. Het idee om maar één proefjaar te hebben voor een huurder is niet goed, want deze tijd is beslist onvoldoende om den huurder goed te leeren kennen. Het verplicht stellen van het maken van pachtcontracten op den korten termijn van acht dagen voor alle huurders, is, volgens adressant, veel te omslachtig en bg de opvat tingen van de landbouwers over schriftelijke regelingen niet uit te voeren. Het niet na komen van deze verplichting, met als straf: de nietigverklaring der overeenkomst, tot groot nadeel van den verhuurder, is niet te verdedigen, verdedigen. De invoering van het continuatierecht voor 10 jaar is veel te ingrgpend en geheel af wijkend van de practische regelingen, zooais wij die in den landbouw kennen. Een groot aantal eigenaren zal niet gediend zijn van een dergelijk ingrgpen en zullen breken met het idee „pacht" en zullen gebruik maken van: zetboeren, arbeiders of anderen. Wel verre dus van den pachter tegemoet te treden, zai deze wet den pachter in minder voordeelige posite brengen. Het lijkt adressante ook zeer onbillijk, dat de verpachter verplicht wordt om risico's te dragen voor den pachter, waarvoor de pach ter zich kan verzekeren. De verpachter is geheel overgeleverd aan den rechter en zijn adviseurs leden van de pachtkamer. (Hbl.) Fabricage in opdracht van de Ned. Veehoudergcentralej groote vraag naar de producten. Één dezer dagen is in opdracht van de Ned. Veehouderij centrale een aanvang gemaakt met de fabricage van zuiver varkensgehakt in blik. De te verwachten varkens zgn eeni- gen tgd geleden afgenomen met het doel daardoor steun te verleenen aan de varkens- prijzen; zg zijn geconserveerd in de koel- en vrieshuizen. Het ligt in de bedoeling dit varkensgehakt ter beschikking te stellen van werkloozen en andere steuntrekkenden op dezelfde wgze als thans reeds geschiedt met het rundvleesch en gehakt in blik. Het nieuw te fabriceeren ge hakt zal in zooverre van het reeds gedistri bueerde product verschillen, dat het uitslui tend uit varkensvleesch en niet uit een meng sel van varkens- en rundvleesch zal bestaan. Deze fabricage is gewenscht doordat de vraag naar de door de Nederlandsche Vee- houdergcentrale beschikbaar gestelde produc ten zeer groot is en nog steeds toeneemt. Op deze wijze wordt bereikt een verlenging van den termijn van de beschikbaarstelling voor werkloozen. Daalde in het vorig jaar de afzet gedurende de zomermaanden tot onder de 100.000 bussen per week, in Juli van dit jaar was de afzet per week tusschen 250 en 300 duizend kilo. Nader zal worden bekend gemaakt met in gang van welken datum de distributie van het nieuw te maken product een aanvang zal nemen. V. S. betuigen hun leedwezen. De regeering van de Vereenigde Staten heeft officieel haar leedwezen betuigd aan de Duitsche regeering in verband met de inci denten, die zich eenige dagen geleden hebben voorgedaan bjj het vertrek van de „Bremen" uit New-York, waarby o. a. de LGitsche vlag werd afgerukt. JODEN ROEPEN HULP IN VAN ENGELSCHEN CONSUL. Anti-semiotische actie in Duitschland onverzwakt. De Engelsche bladen maken melding van verschillende gevallen, waarin Joden het slacht offer zgn geworden van vervolging. Zoo deelt o.a. de Berljjnsche correspondent in de „Daily Herald" mee, dat een zekere dr. Kleinfeld, die op 16 Juli bg de betoogingen op den Kurfürstendamm ernstig gewond werd, is gestorven. Dr. Kleinfeld zat in café Hessier en werd daaruit met stokslagen verjaagd. Dezelfde correspondent meldt, dat een aantal Joden te Frankfort a. M. de hulp van den Britschen consul aldaar heeft ingeroepen. De consul kon echter niets voor hen doen. „Der Sttirmer" maakt melding van het feit, dat een Jood in Maagdenburg onlangs tot 10 jaar tuchthuisstraf werd veroordeeld wegens verschillende delicten jegens vrouwen. De „Westf&lische Landeszeitung", welke te Dortmund verschijnt, is begonnen met een publicatie van foto's van Ariërs, dieuitJood- sche winkels komen waar zij boodschappen hebben gedaan. Een correspondent van de Nw. Rott. Crt. te Genève meldde gisteravond nog; Ditmaal schijnt werkeigk een overeen stemming tusschen Engeland, Frankrjjk en Italië bereikt te zijn. Ook gisterenavond hebben de ministerbe sprekingen langen tgd geduurd en is het laat geworden, voordat er iets van bekend werd gemaakt, doch thans schijnt er werkelijk over eenstemming tusschen de delegaties van En geland, Frankrgk en Italië en ook tusschen htm regeeringen verkregen te zgn. Het giste ren gemaakte voorbehoud, dat het accoord tusschen Laval, Eden en Aloisi nog afhanke lijk was van Mussoiini's uitdrukkelijke toe stemming werd gisterenavond niet meer ge maakt. De overeenstemming schgnt hierin te be staan: 1. De arbitragecommissie voor Wal Wal zal haar werk voortzetten en zoo snel mogelijk een vijfden arbiter benoemen. 2. De Engelsche, Fransche en Italiaansche regeering zullen onderhandelingen voeren krachtens het verdrag van 1906 over de op lossing van het Italiaansch-Abessijnsche ge schil in den volien omvang. Deze onderhandelingen zullen waarschijn lijk in Frankrijk worden gehouden en wel aan vankelijk onder uitsluiting van Abessinië, maar uitsluitend tusschen Engeland, Frankrgk en Italië omdat deze alleen party zgn bg het ver drag van 1906. Natuurlijk zal echter later de toestemming van Abessinië tot de eventueel gemaakte regeling moeten verkregen worden. 3. Indien op 4 September nog geen vreed zame oplossing van het geheele Italiaansch- Abessijnsche geschil verkregen zal zijn, zal de Volkenbondsraad het geschil behandelen. Deze bepaling heeft nog 3teeds niet de goed keuring van Mussolini ontvangen, doch het schijnt, dat hij aan Aloisi geen opdracht zal geven tegen te stemmen, doch zich er mede zal vergenoegen, dat Aloisi zich in dezen van stemming zal onthouden. Men vermoedt, dat de Raad om de Abessgn- sche regeering allen tijd te laten voor een rus tige overdenking van het bereikte accoord eerst hedenavond in een openbare vergade ring zal bijeenkomen om de verkregen over eenstemming te bekrachtigen. 3 Augustus. Toen onlangs de eind examens aan den gang waren, kwamen we meer dan eens langs een H.B.S.. waar groe pen opgeschoten jongens als bijenzwermen tegenaan hingen. En met onverholen eerbied sloegen wij dan deze fantastisch knappe jeugd gade, <3ie zóóveel dingen wist, welke wij ai honderdmaal vergeten waren. Kinderen leeren veel. Kinderen leeren te veel. Kinderen leeren bijna meer dan ze later kunnen vergeten. Rekenkundig is deze bewe ring natuurlijk onhoudbaar. Maar daar blijkt alweer uit, wat een volwassene van rekenen heeft onthouden... Ze hoeven het ook niet te onthouden, zeg gen de voorstanders van de prop- en instop- methode, maar ze moeten het eenmaal hebben geleerd en het moet in hun onderbewustzijn blijven sluimeren. Er is voor die hersenvulling een geijkt woord: parate kennis. De kinderen moeten een bepaalde hoeveelheid „parate" kennis opdoen. Paraat beteekent: waarvan men zich elk oogenblik terstond kan bedienen. Als iemand je ineens vraagt: hoeveel is 17 maal de derde machtswortel uit het jaartal waarin Floris V werd vermoord, verminderd met het kwadraat van het aantal inwoners der hoofdstad van Guatemala, dan hoor je dat te weten, en dat is niet onbillijk, want der gelijke kwesties zijn tegenwoordig aan de orde van den dag. Maar een andere kwestie is: hoelang die kennis paraat büjft. Ten opzichte hiervan zgn wg eenigszins sceptisch gestemd, en die scepsis is niet ver minderd, na lezing van een voorval, dat zich dezer dagen in Melbourne heeft afgespeeld. Volgens een authentiek bericht, hebben negen professoren van de Universiteit aldaar zich dit jaar bereid verklaanj, nog eens aan het eindexamen mee te doen, dat aan een onderwijsinstelling in de Australische hoofd stad plaats vond. Niet als examinators, maar als examinandi! Het resultaat was verplet terend: Van de twintig jongetjes, die examen deden, slaagden 19. Van de negen proffen... geen één! A!s de negen professoren sportieve lui zijn en dat zijn ze zonder eenigen twijfel, an ders hadden ze zich niet zoo sportief aan een échec blootgesteld hebben ze zich het lot van het eenige knaapje aangetrokken, dat in hun illuster gezelschap „bakte" en hem ge meenschappelijk tot troost een bioscoopje aangeboden. Of een eereprofessoraat. Maar van parate kennis gesprokenA. en B. loopen elkaar tegemoet van P. naar Q. Beiden vertrekken zg om 12 uur 's middags, A. met een grgzen demi om zijn hals, B. met een sandaal in zijn knoopsgat. De weg is 15 km lang. A. loopt i1/» km per uur, B. 5 km. Als u nu weet, dat A. twee zoons heeft en B. twee dochters, hoe heeten dan de bovenburen van A. en B? Van zoo'n som brengt u niets meer terecht. En toch hebben wij, toen we twaalf jaar waren, ze bg hoopen zoo gemaakt. Tenminste, zoo lijkt het ons nu De voorlaatste dag van de zomerzitting van het Lagerhuis was gewijd aan een groot debat over den algemeenen toestand en de buitenlandsche politiek der regeering. Lansbury, die het debat opende, erkende, dat de moeilijkheden op internationaal gebied groot waren en dat de ware democratie de zwaarste proef in haar bestaan moest afleg gen. Maar behalve de democratie stond ook de eer van de democratisch geregeerde lan den op het spel. Nog nooit, in geen enkel tijd perk der geschiedenis, waren bezworen ver dragen op een dergelijke wijze door belang hebbenden verscheurd en ontkend als in de laatste jaren door verscheiden groote mo gendheden gedaan was. Het volk had recht te verwachten, dat na de ontwapening van Duitschland ook de an dere landen hun verplichtingen onder het tractaat van Versailles zouden zijn nageko men en ofschoon er moeilijkheden waren, zal wel geen enkel politicus in 1914 hebben kun nen bevroeden, dat in 1935 zulke woorden in een parlement gesproken moesten worden, als in dit Huis door de ministers van oorlog, vloot en luchtvaart gesproken waren. Van ontwapening en verdragstrouw geen sprake, maar integendeel nieuwe bewapening zoowel te land als te water en in de lucht. Wil de regeering uitsluitend in die richting voortgang, of wil zij b(j de andere regeerin gen aandringen om eindelijk een begin te maken met de beloofde ontwapening en wil zy de afsluiting van een luchtpact met alle kracht en energie in de eerste plaats aan pakken, opdat de nachtmerrie van een slach ting van vrouwen en kinderen van den aard bodem zal kunnen verdwijnen? Nopens het Italiaansch-Abessijnsche geschil, zeide Lansbury, dat de arbei derspartij de regeering ten volle zou steu nen als deze onwrikbaar zou blijven staan op handhaving van het gegeven woord, trouw aan de aangegane verplichtingen en versterking van het prestige van den Volkenbond. Slr Herbert Samuel. zeide het in vele opzichten met den vorigen spr. eens te zijn, maar lijj wilde toch wel trachten de regeering niet in plotselinge en dramatische verwikkelingen te storten, die door een al te star vasthouden aan een standpunt, waarvoor naar de strikte letter geen plaats meer was, gemakkelijk tot de ramp konden leiden die iedereen het meest vreesde: een nieuwen oorlog. Spr. hoopte dat de regeering de samenwer king met Frankrijk lang en hecht zou vol houden en dat zij den Volkenbond de midde len zou helpen verschaffen waarvoor hij ge sticht was: arbitrage, verzoening en overleg. De Volkenbond moet middelen kunnen vin den om zoowel Abessinië te kunnen helpen bij zgn rechtmatige aanspraken op veiligheid en integriteit, als om de Italiaansche koloniën te kunnen vrg waren voor invallen en grens- schendingen, maar dat kan alleen als Enge land de machine van den Volkenbond krachtig steunt. Minister Hoare aan het woord. Sir Samuel Hoare antwoordde voor de re geering en begon te zeggen, dat hij en zijn collega's volkomen den ernst van den toestand inzien en bereid bleven Engelands verplich tingen onder het statuut van den Volkenbond na te leven. Voortgaande verklaarde Hoare, dat hij bij deze gansche moeilijke kwestie getracht had de Amerikaansche regeering op de hoogte te houden van het standpunt van Engeland en van den ernst, waarmede het de aan de orde zgnde vraagstukken onder oogen zag. Met groote voldoening, doch zonder verrassing had spreker kennis genomen van de veroordeeling door de Amerikaansche regeering van iedere toevlucht tot den oorlog. Wg zgn ons welbewust, vervolgde de minister, van onze verplichtingen krach tens verdragen en het Volkenbonds- covenant en wij zgn vast besloten ze te houden. De Abessynsche kwestie. Naar aanleiding van de Abessijnsche kwes tie merkte Hoare op, dat de regeering beslo ten was om met alle ten dienste staande middelen te trachten den vrede te bewaren. Hij verklaarde zich tegen icderen stap, die de basis van internationale samenwerking zou aantasten of den Volkenbond schade zou doen. Wy zullen geen overglde maatregelen ne men, die een onberekenbaren toestand zou scheppen. De uitwerking van een oorlog tus schen Italië en Abessinië zou naar onze mee ning funest zijn! Hetzg de oorlog lang, dan wel kort zou zijn, hetzg Italië dan wel Abes sinië als overwinnaar uit den strijd zou tre den, de gevolgen zouden buitengewoon na- deelig zijn voor den Volkenbond en alles wat deze vertegenwoordigt. Indien een oorlog uitbreekt, zou dit zeer zeker in den huidigen toestand der wereld eindelooze verwikkelingen teweeg brengen, crises met betrekking tot het financieren van den handel en moeilijkheden omtrent de rech ten der oorlogvoerende en neutrale mogend heden. Buiten Europa zouden de gevolgen, zij mochten dan niet onmiddellijk komen, niet minder ernstig zijn. Spr. ontkende voorts, dat Engelf te Stresa met Frankrgk overeengekomen was

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 5