Het Menu
tvlÉf
'T JUTTERTJE
ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1935
PAG. 3
Het zomerdieët mag niet
tot ondervoeding leiden.
De verzorging van kamer
planten in den zomer.
Zuivelproducten vormen
een uitstekende aanvulling,
door
G. C. Meyer-Schwencke.
's Zomers hoort men, ilthans op warme
dagen, vele menschen zeggen, dat ze niet
kunnen eten en zich liefst maar zoo licht
mogelijk voeden.
Het is zoo gemakkelijk gezegd, maar wat
verstaan wij ondei een licht dieet? Velen
zien vizioenen van sla- en vruchtendagen
zonder zich af te vragen of zij zich hier
mede voldoende voeden.
Zoo'n „licht" dieet mag men een enkele
maal wellicht straffeloos in toepassing
brengen, doch voor de instandhouding van
het lichaam wordt een rationeeler voeding
vereischt, die zich tevens aanpast aan de
eischen, welke een bepaald jaargetijde steit.
Heel begrijpelijk zal de voeding 's winters
uit meer stevige kost worden samengesteld
uit vetter vleesch, spek en worst, die één
passend geheel vormen met de stampotten
en voedzame soepen.
Wat wij 's zomers bij voorkeur op onzen
middagdisch zien verschijnen zijn groene
en andere versche groenten en verschillende
soorten slaatjes, terwijl koude puddingen
en meelspijzen een waardig slot vormen
evenals een of andere kaassoort. Meer en
meer komt men er 's zomers toe om het
vleesch verbruik te beperken, wat trou
wens heel goed mogelijk is. Men kan het
zonder gewetensbezwaren geheel en al van
het menu afvoeren, hetgeen niet alleen uit
een hygiënisch, doch tevens uit een eco
nomisch oogpunt zeer aan te bevelen is.
De opvatting, dat vleesch tot de onmis
bare voedingsmiddelen behooren, bestaat
reeds sinds lang niet meer. Het beste be
wijs hiervoor leveren de vele kerngezonde
lacto-vegetariërs, die reeds lange jaren het
vleeschlooze dieet hebben gevolgd, doch
zich wel voeden met zuivelproducten als
boter, melk en kaas. Meer en meer wordt
trouwens in verschillende ziektegevallen
het vleeschlooze dieet door de medici voor
geschreven.
Is men eenmaal aan deze voeding gewend
dan zal men over het algemeen niet de min
ste behoefte meer aan vleesch hebben even
min als aan jus, die met behulp van boter
uitstekend vervangen kan worden. Boter
saus, gewelde, gebruinde en gewone ge
smolten boter smaken uitstekend bij aard
appelen en groenten, en het fijne aroma van
boter, bloem en water als grondsaus, waar
aan wjj naar gelang van het sausje, dat wij
wenschen te maken, geraspte kaas, toma
tenpuree, citroensap, eieren of wat ook toe
voegen.
In plaats van het stukje vleesch, dat wij
van het menu afvoeren, komen allerlei
melkspijzen in den vorm van koude puddin
gen, al dan niet met een rand van versche
vruchten omgeven, koude rijstebrij, haver
mout, hangop, dikke melk, karnemelksche
pap, yoghurt en niet te vergeten de veel
goedkoopere magere yoghurt, dat zoo'n
uitstekend voedingsmiddel vormt. De reeks
van voedzame nagerechten, welke met melk
worden toebereid, is op ontelbare wijzen te
bereiden en te varieeren. Zelfs zij, die niet
van de melksmaak houden, kunnen deze
door toevoeging van chocolade, koffie, e.a.
geheel veranderen.
Nog veel te weinig wordt de kaas als
nagerecht gegeven, (iets wat door de hee-
ren der schepping toch zeker wel op prijs
gesteld zal worden) al dan niet met be
schuit en boter er bij geserveerd. Wij heb
ben zoo vaak stukjes kaas over, die moei
lijk af te snijden of te schaven zijn, om in
nette plakken aan ontbijt of koffietafel
gegeven te worden. Wij snijden hiervan
nette blokjes, leggen deze op een glazen
schaaltje, waarop een papierkleedje of
servetje en we hebben in minder dan geen
tijd een smanelijk dessert. Een combinatie
van kaas met plakken banaan is smakelijk
en geeft weer eens iets anders. We hebben
tevens het groote voordeel, dat kaas in ver
schillende variaties gemaakt wordt, zoodat
niet alleen ieders smaak bevredigd, doch
ook aan ieders eischen voldaan wordt.
Wij hebben b.v. de volvette kaas, die van
zuivere melk is gemaakt, waaraan niets is
onttrokken en de magere soorten, die van
afgeroomde melk zijn gemaakt en aanmer
kelijk goedkooper zijn; hetzelfde is het ge
val bij de magere yoghurt, die eveneens van
ontvette melk is gemaakt, waarbij echter de
eiwitstoffen behouden zijn gebleven.
Het groote voordeel, aan kaas verbonden
is, dat zooals wij reeds opmerkten, ieders
smaak bevredigd kan worden door jonge
belegen of oude kaas te koopen.
Stukjes kaas, welke overgebleven zijn.
kunnen gebruikt worden bij de bereiding
van soep, saus en schoteltjes, ommeletten,
roereieren, terwijl geraspte zoete en ko-
mijne kaas heel smakelijk zijn op de boter
ham.
Kaas is daarom zoo'n uitstekende aan
vulling, omdat het niet alleen iewit, ca3ë-
ine, calcium, phosphorus, ijzer en vitaminen
A en B bevat, doch ook vele voor het been-
derstelsel en het gebit onontbeerlijke zou
ten. „Wellicht slechts weinig voedingsmid
delen winnen het van kaas," schrijft de
bekende Professor Dr. E. C. van Leersum,
de deskundige op het gebied van voedings
leer.
Huisvrouwen zullen in het belang van het
gezin handelen, indien zij een ruim gebruik
maken van onze Hollandsche zuivelproduc
ten, die zelfs ver over onze landsgrenzen
zoo'n groote vermaardheid hebben verkre
gen.
van deze week.
Zondag.
Gevulde tomaten
Kalfsfricandeau
Doperwten
Zweedsche zomerpudding
Maandag.
Gegarneerde bietenplakjes
Koud vleesch
Prinsesseboonen
Aardappelen.
Dinsdag.
Kalfsnieren met roereieren.
Gestoofde tomaten.
Aardappelen.
I
Woensdag.
Runderlapjes.
Worteltjes.
Aardappelen.
Abrikozenschoteltje.
Donderdag.
Karbonade.
Groote boonen.
Aardappelen.
Citroencrème.
Vrijdag.
Gebakken visch.
Aardappelsla met komkommer.
Tomatensla.
Vruchten.
Zaterdag.
Gehakt of roereieren.
Spinazie.
Aardappelen.
Rijst met boter en suiker.
(Uitjes in azijn).
Zweedsche zomerpudding.
250 gr frambozen, 200 gr roode bessen,
250 gr ontpitte kersen, 100 gr griesmeel,
30 gr gemalen amandelen, 20 gr gelatine,
suiker naar smaak.
De gelatine wordt in ruim koud water
gedaan om te weken. De vruchten worden
nagezien, gewasschen, afgerist, ontpit en
in een gave emaille of alluminium pan ge
daan, suiker naar smaak. Wanneer de
massa kookt, wordt de griesmeel erin ge
strooid, die eenige minuten zachtjes door
moet koken en even voor de pan van het
vuur gaat, ook de gemalen amandelen.
De goed uitgeknepen gelatine wordt in
een kopje heet water opgelost en door de
massa geroerd, die af en toe omgeroerd
wordt en daarna in een omgespoelde vorm
wordt overgebracht om koud en stijf te
worden.
Gegarneerde bietenplakjes.
1 gekookte biet, 2 ansjovis, 2 hardge
kookte eieren, 1 eetlepel mayonaise, ci
troensap, bruin brood, 1 eetlepel fijnge
hakte caperijes, 1 fijngehakt sjalotje, pe
per, zout.
Men snijdt pl.m. 10 sneetjes oud bruin-
brood en steekt hieruit met een blikken
steekvorm of glas rondjes van pl.m. 5 cm,
die aan één zijde beboterd worden. Op elk
stukje brood wordt een plak biet gelegd,
die ongeveer even groot is. De eieren wor
den in plakjes gesneden met een scherp
mes en op elke plak biet wordt een ring
van eiwit gelegd. De dooiers worden ge
zeefd of met een -ork fijngewreven en
vermengd met de gehakte capertjes, het
sjalotje, citroensap, peper, zout en mayo
naise. In elke eiwitring wordt een opge
hoopt bergje van dit mengsel gelegd, dat
gegarneerd wordt met enkele smalle reep
jes ansjovis. De plakjes worden op een
schaaltje gelegd, waarop een papieren ser
vetje is gespreid en zien er als voorge
recht bijzonder aardig uit.
Kalfsnieren met roereieren.
2 kalfsnieren 50 gr boter, peper en zout,
1 uitje.
Voor de saus:
1 water, 2 bouillonblokjes, 1 uitje, 1
worteltje, 2 tomaten, eenige peperkorrels,
laurierblad, eenige takjes peterselie, 30 gr
boter, 30 gr bloem, peper en zout, desver-
kizend 2 lepels madera.
4 eieren, 4 eetlepels melk, 30 gr. boter,
zout en peterselie.
Het water moet een half uur trekken
met de ingrediënten, die tusschen de
haakjes zijn opgegeven, waarna alles ge
zeefd wordt en de blokjes in de vloeistof
worden opgelost; met boter en bloem de
saus maken, 5 min. zachtjes doorkomen
en daarna desverk. madera toevoegen.
De nieren worden een half uur in water
gezet, daarna van vet en vellen ontdaan
en in dunne plakjes gesneden, bestrooid
met peper en zout en met het gesnipperde
uitje in de boter gaar gesmoord, daarna
op een verwarmde schaal gedaan, bedekt
met een deel van de saus (de rest apart
geven), terwijl in het midden de roereieren
worden opgehoopt. De eieren worden met
peper en zout en melk geklopt en met de
boter in een hoog pannetje gedaan, daar
na onder voortdurend roeren verwarmd
tot een gebonden massa is verkregen, die
noch te droog, noch te vochtig mag zijn.
Tenslotte wordt over de eieren de fijnge
hakte peterselie gestrooid.
Abrikozenschoteltje.
1 blik abrikozen, 2 eieren, tikje zout, 1
theekopje melk, 2e gr boter, 100 gr bloem,
theelepel bakpoeder of dezelfde hoe
veelheid zelfrijzend bakmeel, 50 gr suiker
(lichte basterd).
De inhoud van het blik abrikozen wordt
in een zeef gedaan, om al het water te la
ten wegvloeien, daarna wordt het fruit in
kleine, doch niet tè kleine stukjes ver
deeld, daarna worden deze met het sap.
of een deel hiervan als er veel vocht op
de vruchten mocht zijn, in een ingevet
vuurvast schoteltje gedaan. Boter en sui
ker worden tot room geroerd en daarna
vermengd met de eieren en tenslotte met
de gezeefde bloem en een tikje zout, ter
wijl wij afwisselend bloem en melk toe
voegen, indien het beslag te dik zou wor
den om goed te verwerken, daarna wordt
het over het fruit gegoten en 35 minuten
in een middelmatig warme oven gebak
ken.
„Ik heb mijn aanbidders verboden om
me te schrijven."
„Ben je bang, dat je meesteres kennis
zal krijgen van je liefdeshistories?"
„Nee, maar de brievenbesteller is zoo
verschrikkelijk jaloersch",
Politie-agent; „Wat? u waagt het hier
te baden? Ziet u dan dat bord niet, dat
het verboden is hier te baden?"
Slachtoffer: „Jawel, mijnheer de agent.
Maar ziet-u, ik ben bijziende. En nu was
ik juist van plan te gaan lezen wat op dat
bord stond, toen mijn bril in het water
viel, en ik moest er wel in om hem eruit
te halen."
De tuinen zien zich thans getooid met
een bonte mengeling van bloemen in aller
lei grootten en vorm. De minder geluk
kigen, die zich het genot van een tuin
moeten ontzeggen, hebben willicht een
balcon, waar zij bakken hebben geplaatst,
die hen althans eenigszins de illusie van
een tuin geven.
Veel kan er in bakken gezaaid en ge
plant worden en zelfs langs muren en
balustraden geleid worden, waardoor een
alleszins fleurig geheel wordt verkregen.
Het onderhoud van den tuin behoort
vaak tot de taak der huisvrouw en ver
meerdert weliswaar haar werk, doch zon
der verzorging gedijen zelfs de sterkste
planten niet. In den zomer moet er veel
gegoten, gewied en geharkt worden, ter
wijl het gras regelmatig „gerold" en ge
sneden wordt. Verder moeten planten op
gebonden worden om te voorkomen, dat
er min of meer een wildernis ontstaat.
Toch is het een buitengewoon prettig
werk om den tuin te onderhouden en niets
geeft meer voldoening, dan na gedanen
arbeid de resultaten te aanschouwen en
er op een rustig plekje van te zitten ge
nieten. Al is het nog zoo eenvoudig, dan
zal toch ieder, die een tuin heeft, tevens
wel voor een „zitje" zorgen, waar het
mogelijk is alle werkjes, zooals naaien,
verstellen, stoppen e.a. in de vrije natuur
te verrichten.
Niet alleen buiten doch in de kamers
zijn er planten te verzorgen, de kamer
linde, palmen, cactea, varens of welke
andere soorten ook en gedurende de
zomermaanden mogen zij, die onze kamer
zelfs 's winters zoo'n veel vriendelijker
aanzien geven, niet vergeten worden.
Hoe moeten wij deze kamerplanten
thans behandelen? Zullen wij ze buiten
zetten of in huis houden? De grootste
voorzichtigheid is hier geboden, daar zp
zeer gevoelig zijn voor tocht en teveel
zon, alsmede voor te groote droogte. Nim
mer mogen kamerplanten zonder verdere
beschutting tusschen planten geplaatst
worden, waar zij prijsgegeven zijn aan
alle weersveranderingen en temperatuurs
verschillen. We kunnen ze onder heesters zet
ten, zoodat ze min of meer beschut worderr
door de afhangende takken of anders op
een balcon, echter niet zonder dat hier de
noodige schaduw is. De kamerlinde, pal
men en varens kunnen van tijd tot tijd
op een schaduwrijke plaats een dag buiten
gezet en dan tevens besproeid worden met
lauw water .Cocospalmen moeten zoo
noodig tegen den zomer verpot wor
den. Men kan zien of dit noodig is, door
de palm in de hand te nemen, zóó, dat
de stam tusschen de tweede en derde
vinger ligt en naar beneden hangt, daarna
klopt men met de pot tegen de rand van
de tafel, zoodat men de plant eruit kan
nemen. Ziet men nu, dat de aarde geheel
en al door wortels is omgeven, dan is de
pot te klein en moet een grootere genomen
worden, doch niet meer dan 1 cm. meer in
middellijn; te groote potten zijn niet goed.
Cactea vragen een bijzondere samen
stelling van aarde, die men het best bij
een bloemist kan betrekken. Zij zijn dank
baar voor een zonnig plaatsje en vragen
niet veel water.