HET
STEDELIJK MUZIEKCORPS"
BESTAAT 45 JAAR.
1890 14 augustus 1935
HKLDERSCHE COURANT VANrDONDERDAG 8 AUGUSTUS 1935.
Uit het politie-rapport.
COIFFEUR POUR DAMES
SALON MANSHANDEN
dan zouden wij ook by Ged. St. met de cyfers
moeten aantoonen, dat inderdaad de kosten
geheel uit het internaat zouden kunnen wor
den gedekt. En daartoe dienen we eerst eens
den verderen gang van zaken af te wachten.
Trouwens, voor toezicht op huiswerk, enz.
zal toch altijd voor een bepaald aantal leer
lingen iemand noodig zyn, zoodat we, ook by
centralisatie, zeker dit aantal van drie men-
schen noodig zouden .biyven hebben. Maar
spr. apprecieert ten zeerste de gemaakte op
merking, die gelegenheid geeft dit nog eens
te zeggen.
De heer Biersteker wijst nog op de vry
primitieve huisvesting in het oude postkan
toor.
De voordracht wordt tenslotte met algem.
stemmen aangenomen.
Voorschot N.V. Zeebad-Huisduinen.
Voorstel tot het verlcenen van een voor
schot aan de N.V. Zeebad Huisduinen, ten
behoeve van den bouw van een nieuw bad
paviljoen.
De heer D o 1 vraagt naar de dit voorjaar
gehouden aanbesteding. Blijft deze geldig?
Bij de vorige verbouwing zyn werkkrachten
van elders betrokken, hetgeen een valsche
concurrentie schiep, daar de aannemer van
buiten minder loon betaalde dan de Helder-
sche.
De heer Biersteker merkt op, dat
thans een desbetreffende bepaling in het be
stek was opgenomen.
De heer R a n vraagt of we zekerheid heb
ben, dat Ged. Staten dit zullen aannemen.
De Voorzitter: Neen, maar een eigen
lijk raadsbesluit is nimmer genomen. Ged.
Staten zuilen thans hun houding dienen te
bepalen. Wat tot dusver geschiedde, betrof
voorbereidende besluiten, waaromtrent alleen
besprekingen zyn gevoerd.
De heer E ij 1 d e r s begrijpt er niets van.
In de Bijlage zelf wordt gesproken van de in
trekking van een raadsbesluit van 28 Aug.
1934 om 24.625 als hypotheek te verstrek-,
ken. Thans wordt gezegd, dat er geen raads
besluit is genomen.
De heer Van der Vaart: Dit besluit
van 28 Aug. 1934 is niet ingetrokken en
hierop heeft het Zeebad zijn maatregelen ge
nomen.
De heer E ij 1 d e r s vindt de afwijkingen,
die thans worden voorgesteld, van geringen
aard. Wy hadden wel verwacht, dat men deze
nadere aanvrage in portefeuille zou hebben
gehouden. Wegens de afname van het strand
is het bezoek uiterst gering. Een vroeger ge
slacht bepaalde zich by zijn uitstapjes tot
een bezoek aan het paviljoen; het tegenwoor
dige geslacht geeft er de voorkeur aan te
trekken, en dat verklaart voor een deel het
geringe bezoek. In het dorp staan een aantal
pensions leeg, ook de zaken gaan er slecht.
Spr. kan zich niet voorstellen hoe de bouw
van het paviljoen ooit rendabel kan worden,
en vraagt zich af of het wel wenscheiyk is
goed geld naar kwaad geld te gooien. Verder
heeft spr. tevergeefs gezocht naar een exploi
tatierekening betreffende het paviljoen en
vraagt overlegging daarvan over de laatste
twee jaar. Spr. heeft er dezer dagen een be
zoek gebracht; er was toen een strykje van
een man of wat, op een aantal bezoekers van
30, hoogstens 35. Dat kan immers nooit winst
'opleveren?
De Voorzitter: Juist diezelfde overwe
gingen van den heer Eijlders zouden spr. tot
een tegenovergestelde conclusie voeren. De
totst dkoming van den afsluitchjk heeft in
ónze stad een veel sterker vreemdelingenver
keer gebracht, en het is een feit, dat dezen
als zij te Huisduinen komen, door het uiterst
primitieve gebouw worden afgeschrikt en
liever maar haastig weer naar een andere
gelegenheid gaan, waar het gezelliger is en
minder primitief. Wij kunnen in dit stadium
het Zeebad niet zonder meer in den steek
laten en moeten zorgen, dat de vreemdelin
gen, die hier komen, ook hier houden.
De heer Schoeffelenberger onder
schrijft het betoog van den heer Eyiders. De
exploitatie van het Zeebad hangt af van het
weer en het bezoek. We hebben nu te doen
met het natuurverschijnsel, dat ons strand is
verdwenen, en dagelijks kunnen wy consta-
teeren, dat het bezoek daar sterk is afge
nomen. Het publiek trekt naar de Donkere
Duinen. Wat men aan het Zeebad doet, is
geld gooien naar kwaad geld.
De heer Bot zou het betreuren indien we
dit mooie hoekje niet zouden handhaven. Het
is spr. opgevallen, dat by den laatsten storm
hier wederom een aanzienlijk stuk. zand aan
gespoeld is. Slechte tyden doorleven we
overal; dit jaar bijvoorbeeld hebben we een
ernstige concurrent in de wereldtentoonstelling
te Brussel, waar men zeer goedkoop kan ko
men uit ons land. Dit plekje biyft zijn aan
trekkelijkheid behouden en het is van groot
belang als we hier een behooriyk hótel heb
ben. Van ons eigen plaatselyk publiek moeten
wij het hier in hoofdzaak niet hebben; trou
wens, datzelfde publiek hebben wy verjaagd
door allerlei goede wegen in de duinen aan
te leggen. Men bedenke evenwel, dat ook onze
f 75.000 naar de haaien zyn, als we er thans
deze 25.000 niet wederom insteken. We
zouden later onze houding betreuren.
De heer Van Zwyndreoht vraagt of
het College thans een andere houding ver
wacht van Ged. Staten.
De Voorzitter; We hebben met de be
zwaren van Ged. St. rekening gehouden.
De heer T i e s s e n is het eens met de hee-
ren Eijlders en Schoeffelenberger. Uit de af
rekening blijkt wel, dat de N.V. zich niet meer
kan bedruipen, en men mag van de finan-
tieele draagkracht der gemeente niet eischen
nogmaals 25.000 hiervoor beschikbaar te
Stellen. Spr. zal tegenstemmen.
De heer Boogaard betreurt de pessi
mistische stemming, die in den Raad bestaat
ten opzichte van het Zeebad. Iedere gemeente
in ons land spant zich in om zichzelf omhoog
te werken en zoekt naar attracties, die den
vreemdelingen kunnen trekken. Natuuriyk is
zooiets altijd een loterij, waarvan men het
resultaat dient af te wachten. In ieder geval
zullen we dat oude paviljoen moeten afbreken
en zonder een nieuw wordt de exploitatie niet
loonend. Want dat paviljoen is de kurk waar
op het bedrijf drgft. Om uitsluitend als pen
sionhoudster op te treden, is niets gedaan.
Men geve toch geen voet aan die pessimisti
sche stemming; het is al onaangenaam ge
noeg, dat het strand verdwenen is. We behoe
ven daar heusch nog niet eens speciaal de
aandacht op te vestigen.
De Voorzitter wijst er op wat andere
gemeenten doen om nog wat publiek te trek
ken in den tegenwoordigen tijd, en hoe daar
groote bedragen voor worden uitgetrokken.
De heer Biersteker zou gaarne iets
over deze zaak zeggen, wijst er op, dat hij als
commissaris nimmer eenig voordeel van het
Zeebad genoten heeft, en dus wel gerechtigd
is zijn meening te zeggen. Spr. wijst er aller
eerst op dat bij de exploitatie-rekening ook
zijn overgelegd de cyfers betreffende het
paviljoen. Maar spr. wil ze hier nog wel eens
speciaal noemen. Er zijn jaren geweest, dat
het paviljoen opbracht 16.000, thans is dit
bedrag teruggeloopen tot 7.500, hetgeen na
tuuriyk op de exploitatie-rekening een belang
rijk verschil maakt. Gelukkig is de opbrengst
van het hotel eenigszins verhoogd. Dat de op
brengst van het paviljoen verminderd is, is
logisch. Tientallen personen hebben aan spr.
verklaard, dat zy, zoolang dat oude paviljoen
aldus blijft bestaan, niet van plan zijn er nog
weer te komen. Zoodra het nieuwe paviljoen
er is, zal de loop toenemen.
Ook mag er wel eens op worden gewezen,
dat tot heden door de N.V. van de verstrekte
gelden reeds 22.000 is terugbetaald, zoodat
de oorspronkeiyke leening van 100.000 al is
teruggebracht tot 78.000. Maar als men met
dat oude paviljoen moet blijven doorsukkelen,
zal hoogstwaarschynlijk de N.V. niet aan haar
verplichtingen kunnen blijven voldoen.
Het voorstel om alsnog f 25.000 voorschot
te verleenen onder hypothecair-verband en
met bepaling, dat de eerste vyf jaren niet
behoeft te worden afgelost, wordt tenslotte
aangenomen met 4 tegenstemmen, n.1. van de
heeren van der Veer, Eyiders, Hessen en
Schoeffelenberger.
Beplanting biiinenberm zeedyk,
verkoop enz. van grond.
Achtereenvolgens worden aangenomen zon
der discussie of stemming de volgende voor
stellen:
tot het aanvaarden der privaatrechtelijke
vergunning tot het aanleggen enz. van een
plantsoen op rijksgrond, deel uitmakende van
den binnenberm van den Zeedijk;
tot verkoop van grond aan A. Kwant;
tot het aangaan van een grondtransactie
aan de Prins Hendriklaan;
tot verkoop van grond, gelegen achter de
Soembastraat, aan Gebr. Kersbergen;
tot verkoop van grond aan R. Gravemaker
en tot uitgifte van grond in erfpacht aan
J. J. van der Leek en H. J. P. Egner.
Plaatsing leerlingen O.L.-scholen.
De door B. en W. overgelegde Nota inzake
overplaatsing van leerlingen der O.L.-scholen,
geeft den heer Biersteker aanleiding de
vraag te stellen of voor school 14 ook niet
een zoodanige regeling kan worden gemaakt,
dat deze aanspraak maakt op 5 leerkrachten.
Wethouder de Boer geeft hieromtrent een
toelichting. Juist by school 14 doet zich het
verschynsel voor, dat daar een grooter ver
loop is dan by de andere scholen. De indeeling
is met de grootste zorg geschied, en hierby is
met alle overwegingen rekening gehouden.
De heer Biersteker merkt op, dat thans
een boventallige leerkracht aan deze school
werkzaam is. Kan het aantal leerlingen nu
niet worden opgevoerd?
Wethouder de Boer zet dit nader uiteen.
De getallen zijn slechts gemiddelden; zij zijn
met de grootste zorg in elkander gezet en
men zou zonder een nadeeüger resultaat voor
ons openbaar onderwijs, geen wijziging hierin
kunnen brengen.
Ook de heer Eyiders zet dat nog nader
uiteen. Er is alles aan gedaan deze zaak uit
te knobbelen en om aan boventallige onder
wijzers te ontkomen.
De Nota wordt vervolgens aangenomen.
Voortzetting cursus oude talen.
Voorstel tot voortzetting van den cursus
Oude Talen.
Aangenomen.
Wegenbelasting.
Voorstel tot ambtshalve vermindering van
den over het jaar 1935 aan de gemeente Den
Helder opgelegden aanslag in de Wegenbe
lasting.
Conform besloten.
VRAGEN VAN RAADSLEDEN
Presentiegelden raadsleden.
Door de heeren Feenstra Kuiper en Bier
steker is by den Raad een voorstel ingediend
om het presentiegeld van de Raadsleden terug
te brengen van 5 tot 2.50 per zitting, en
daarby als nieuwe bepaling vasttestellen, dat
aan hen, die door verzuim loon derven, boven
dien eene vergoeding daarvoor kan worden
gegeven tot een maximum van 5 per dag.
Naar de meening van B. en W. is een rege
ling betreffende de loonderving in strijd met
het bepaalde in art, by den gemeentewet, wijl
de bewoordingen van dit artikel zich voor
verschil van uitleg zouden kunnen leenen,
zouden B. en W. gaarne van Ged. Staten ver
nemen of deze hun opvatting betreffende dat
artikel kunnen deelen.
Hierop wordt door Ged. Staten geantwoord
dat ook naar hun meening de door deze beide
leden van den Raad voorgestelde regeling
zich niet met art. by den Gemeentewet ver
draagt. Hoewel, aldus dit College, die wet
vóór de wyziging van 1931 sprak van presen
tiegeld, droeg ook toen reeds het presentie
geld het karakter van een schadeloosstelling
voor tydverlies. De wetgever sloot zich in
1931 klaarbiykeiyk by de praktijk aan, toen
hg het woord „presentiegeld" verving door
„vergoeding".
Bg het bepalen van het bedrag van de ver
goeding kan derhalve rekening worden ge
houden met het feit, dat verschillende leden
van den Raad door het bywonen van zijne
vergaderingen loon derven. Is het bedrag van
deze vergoeding echter eenmaal bepaald, dan
mag worden aangenomen, dat de leden van
den Raad door deze vergoeding voor het
derven van loon schadeloos worden gesteld.
Voor een byzondere vergoeding, naast het
uniforme, voor allen geldende bedrag, laat art
64 van genoemde wet, naar het oordeel van
Ged. Staten, geen ruimte.
Ged. Staten deelen derhalve de opvatting
van B. en W.'omtrent meergenoemd artikel.
Vervuiling der plantsoenen.
Voorts is ter inzage gelegd het schryven
van den Dir. der Gemeentereiniging en P^int-
soenen, naar aanleiding van de door den heer
Th. A. A. Terra gemaakte opmerking over
vervuiling van de plantsoenen;
In dit schrijven deelt de Directeur mede, dat
inderdaad de vele plantsoenen er over het
algemeen niet behooriyk onderhouden uit
zagen, de oorzaak hiervan is volgens dit
schryven, gelegen in het volgende:
a. door de vele regens, gevolgd door zacht
weer, groeide het onkruid en het gras over
matig snel en daar wij niet de beschikking
hadden over voldoende arbeidskrachten, of
schoon wij de daartoe geschikte arbeiders zoo
veel mogelijk reeds hadden aangenomen, kon
den niet vlug genoeg de plantsoenen worden
behandeld
b. het was niet mogeiyk, tengevolge van
de vele regens, voldoende te kunnen wieden,
daar hiervoor droog weer noodig is;
c. het aantal van ons vaste plantsoenper-
soneel is te gering, aanvulling met voldoende
geschoolde krachten is in den regel niet
mogehjk, omdat zij in Den Helder niet aan
wezig zijn;
d. in verband met het ons toegestane be
drag op de begrooting, is het niet mogelijk
de plantsoenen geregeld een net aanzien te
geven en moet wel eens het een op het ander
wachten;
e. het voorjaar geeft altijd zeer veel werk
in korten tyd, nu dit weer voorby is, hebben
wij ons dan ook weer door het meeste werk
heen geworsteld.
Vuilverzameling Huisduinen.
Niet ter visie gelegd was het antwoord van
den Dir. der Gemeentereiniging naar aanlei
ding van de opmerking van den heer Th. A. A,
Terra betreffende de vuilverzameling op het
achtererf van de leegstaande veldwachters
woning te Huisduinen.
Opdracht tot verwijdering van dit vuil was
door B. en W. verstrekt.
Grondbcdryf.
Ter visie was voorts gelegd het overzicht
van de tot het Grondbedrijf behoorende in
erfpacht uitgegeven en verkochte gronden
over de 2e kwartaal 1935.
Verzekering waarborgsommen leve
ring gas en electriciteit.
Ten slotte is ter inzage neergelegd het ant
woord van Burgemeester en Wethouders op
de vragen van den heer J. J. Schoeffelen
berger inzake het aanbieden van twee kwi
tanties bij de afrekening der gestorte waar
borgsommen wegens levering van gas en
electriciteit.
In dit antwoord wordt gezegd:
Het aanbieden van twee kwitanties tegelijk
is geschied in overleg met het Hoofd van de
Centrale Boekhouding en is in het belang van
de afnemers, zooals blykt uit de verkregen
ambtelijke inlichtingen. Het ia n.1. gewenscht,
dat de waarborg-kwitanties over een bepaalde
maand niet later dan in de daarop volgende
maand worden aangeboden. Tot nu toe ge
schiedde dit evenwel eerst in de tweede maand.
Ter gelegenheid van de afrekening over het
boekjaar 1934/35 zijn nu in plaats van óén
kwitantie zooals gebruikelyk was 2
waarborgkwitanties, n.1. over de maanden
April en Mei 1935 aangeboden en ver
rekend met de aan de verbruiker nog toe
komende bedragen. Gebleken toch was, dat
als regel bij deze afrekening aan de verbrui
kers geld moest worden uitbetaald. Voor de
gevallen, waarin tengevolge van de afrekening
door de verbruikers moet worden bijbetaald,
bestaat thans de mogelijkheid een afbetalings
regeling te treffen, waarbij als voorwaarden
geldt dat de schuld in elk geval vóór 31 Dec,
a.s. vereffend moet zijn. Op deze wijze wordt
derhalve de algemeene achterstand van één
maand ingehaald.
Ten overvloede voegen B. en W. aan het
bovenstaande toe, dat de getroffen maatregel
in het algemeen wordt gewaardeerd.
Deze antwoorden geven geen aanleiding tot
nadere gedachtenwisseling, zoodat thans aan
de orde is de
Vervolg-agenda.
Ingekomen stukken,
Een drietal goedkeuringen op raadsbeslui
ten worden voor kennisgeving aangenomen.
Onderwyzend personeel school B. L. O.
De nummers 1 van de voordrachten worden
by acclamatie benoemd.
Rondvraag. Veiligheidsmaatregelen,
aan het strand.
By de Rondvraag bespreekt de heer
Boogaard een schryven, door den heer
H. Kramer namens de Heldersche Reddings
brigade gezonden aan B. en W. en den Raad,
waarin maatregelen worden gevraagd ter be
veiliging van baders en zwemmers aan het
strand nabij de Donkere Duinen. B. en W.
hebben afwyzend op dit verzoek beschikt, in
hoofdzaak wegens de daaraan verbonden kos
ten. Bovendien kan, zeggen B. en W., de ge
meente niet voor dit toezicht zorgen, omdat
tegenwoordig tot aan den Van Foreestweg
toe wordt gebaad en gezwommen. Dit zou
voor de gemeente op veel te groote kosten
komen, zulks moet worden overgelaten aan
het particulier initiatief, dat wel door de ge
meente gesteund kan worden.
Spr. betreurt de afwijzing van dit verzoek,
en wijst er op, dat we een aantal mooie pa
den hebben aangelegd door de duinen en spe
ciaal het tegelpad hoogelijk wordt gewaar
deerd door het publiek. Nabij de Donkere
Duinen komt zeldzaam veel publiek, en om
voor de 2 maanden van het seizoen daar nu
een vlet te stationeeren, lijkt spr. zeer urgent.
Men moet de kinderen onder toezicht hou
den en die kosten zijn toch niet zoo groot
voor de gemeente, die zich hieromtrent
eenige offers dient te getroosten. Spr. dringt
aan om nog dezen zomer hier eenig toezicht
te hebben, zelfs voor Huisduinen, waar ook
nog steeds veel bezoekers komen, ware het
gewenscht, maar zeker moet er bij paal 3
een strandwacht komen.
De Voorzitter gelooft niet dat het
voorstel van den inzender een goede oplos
sing geeft. De aanwezigheid van een vlet zal
de veiligheid niet zooveel verhoogen. Spr. al
thans ziet meer heil in het aanbrengen, op
regelmatige afstanden, van boeien met lijnen.
De heer Bot is het met den heer Boo
gaard eens, dat er te weinig voor de veilig
heid wordt gedaan. Een vlet, die op het
strand is gestationneerd. met een man, is on
voldoende; een waarschuwingspost is noodig.
De gemeente is bovendien aansprakeiyk voor
ongelukken, dus het is zeker haar plicht iets
te doen.
De heer Biersteker wyst er op, dat
de ongelukken meer op eenzame plaatsen ge
beuren dan op de drukke gedeelten, waar at-
tyd hulp genoeg is. Spr. acht dan ook het
aanbrengen van waarschuwingsborden vol
doende.
De heer Dol is er persooniyk getuige van
geweest, dat in io minuten drie slachtoffers
werden gemaakt doordat zij een drenkeling
wilden te hulp komen. De reddinglynen, die er
zijn, zyn schitterend, maar ze staan wat te
zeer achteraf. Spr. geeft in overweging die
lijnen aan het eind van een hoofd aan te
brengen, waar toch ook de meeste ongelukken
gebeuren.
Wethouder Smits wyst er op, dat ten
gevolge van de sluiting van het gemeente
lijk zwembad de gemeente een paar jaar geen
zwemmeester had Als wij verantwoordeiyk-
heden op ons zouden nemen, zouden wy veel
meer wachters moeten aanstellen, zeker wel
zes man. Het is daarom het beste te zorgen
voor voldoende hulpmiddelen.
De heer Boogaard wijst er nog op, dat
ook het Zeebad een strandwacht heeft tydens
het seizoen.
De Voorzitter merkt op, dat men daar
ook voor zijn bad betaalt. Overigens is de
kwestie van de verantwoordelijkheid wel het
belangrijkste motief, want waar zou die in
ons geval eindigen?
Toegezegd wordt intusschen, dat nader zal
worden bezien of de veiligheidsmaatregelen
nog wat kunnen worden uitgebreid.
Verlichting Reigersl raat-, enz.
De heer R a n bespreekt de verlichting
van de Sluisdijkstraat en Reigerstraat, die
tweezydig is, terwijl de kant naar de Visch-
straat slechts eenzijdig is verlicht. Dit
houdt verband met de bebouwing en wordt
geleidelyk uitgebreid.
Het eerste in het nieuwe be
lastingjaar?
Door een bewoner van de Binnenhaven werd
aangifte gedaan van ontvreemding van het
bélastingmerk, dat in een houdertje aan de
stuurpen was bevestigd.
Een onderzoek wordt ingesteld.
Stakman Boasestr. 65 - Te'. 5J4
PERMANENT-WAVE I 2.50 en f 3.-»Q
Aangehouden.
Door de recherche werd een persoon aan
gehouden, die in het Algemeen Politieblad
stond gesignaleerd. Hij is naar Alkmaat ovet
gebracht voor het ondergaan van de hem op
gelegde straf.
Door een hond gebeten.
Dinsdagmiddag werd te Huisduinen een
meisje aangevallen en gebeten door een hon
Een ondei-zoek wordt ingesteld.
Mishandeling.
Door een persoon werd aangifte gedaan
van mishandeling. Proces-verbaal wordt op
gemaakt.
Lantaarnpaal omgereden.
Een aan de Balistraat staande straat
lantaarn werd tengevolge van een aanryding
vernield.
Een onderzoek wordt ingesteld.
Door een auto aangereden.
Door een persoon werd aangifte gedaan,
dat hy, loopende op de brug over de Koop
vaardersbinnenhaven, werd aangereden door
een auto.
Een onderzoek wordt ingesteld.
ui
III.
i. -1 V
DIVERSE BIJZONDERHEDEN IN DE
AFGELOOPEN 45 JAAR.
i
De vereeniging bestond reeds ruim 19 jaar
toen zij in het bezit van een Vaandel
kwam (Nov. 1909), waarvan de kosten circa
100.— bedroegen, welke som bijeengebracht
was doordat eenige leden en hunne vrouwen
de gemeente met lijsten bewerkt hadden. Er
was nog wel een klein tekort, wat echter
door den toenmaligen Beschermheer, den heer
KI. F. Oortgijsen, werd bygepast. In 1925, by
het 35-jarig bestaan, kreeg de vereeniging
haar tegenwoordig vaandel (eigenlijk stan
daard). Ook dit was een cadeau van de bur-
gery.
Joh. F. Pala,
Directeur vanaf 1 Mei 1989.
30 Mei 1915 was de kapel vertegenwoordigd
by het „Mons t er-Concert" in het Am-
sterdamsche Stadion: 60 corpsen, pl.m. 1600
muzikanten o.l.v. Martin J. Wolters en Joh.
Schuitmaker. De opbrengst was ten voordeele
van het Nat. Steuncomité.
20 Nov. 1917 verleende het Gemeentebe
stuur „Helder's Harmoniekapel" het praedi-
caat „Stedelyk Muziekcorps",
20 Juli 1918, 's middags 4 uur, opende het
geven van een concert. De „zolderschuiten
periode" behoorde hierdoor gelukkig tot het
Corps de nieuwe Muziektent door heti
verleden. (De ouderen onder ons zullen nog
wel weten op welk een primitieve wijze de
muziekvereenigingen soms hun concerten j
moesten geven). Hoewel later zou blijken, dat
deze tent acoustieke gebreken vertoonde, was
het toch een heele verbetering.
Het corps heeft in de 45 jaren van zijn be
staan in totaal aan 19 concoursen deel
genomen, wat in vergelyking met vele andere
al byzonder weinig is. Van concoursjagerij
kan de vereeniging dus moeilyk beschuldigd
worden. Met uitzondering van één, kwam het
„Stedelijk" van al deze concoursen met een
bekroning terug. Die eene uitzondering betrof
het Bondsconcours te Haarlem (29 Juni 1919),
toen in de le Afdeeling het corps zonder prijs
thuiskwam; één punt meer zou nog een 3e
prys geweest zijn. Alleen in den Marschwed-
strijd werd de 3e prys behaald.
Het eerste concours, waaraan de
kapel deelnam, was dat wat 5 Juni 1904 te
Zaandam gehouden werd en uitgeschreven
door den Prov. N.-H. Bond. De heer Wer-
necke was toen nog directeur; in de 3e Afd.
werd een 2e prys behaald. Het volgend Bonds
concours had te Purmerend plaats (12 Juni
1905) en in dezelfde Afdeeling werd toen een
le prys verworven. De heer Van den Bogaerde
was toen directeur.
Men debuteerde in 1909 in de 2e Afdeeling;
in de le Afd. in 1912; Afd. Uitmuntendheid
in 1922; Eere-Afdeeling In 1923; Superieure
Afd. in 1930.
Het was in 1913, tijdens het Concours te
Wieringen, dat de toenmalige Harmoniekapel
voor het eerst deelnamen aan den Marsch-
wedstryd Het succes was reeds dadeiyk
zeer groot, want met 43 van de 45 punten werd
de hoogste 1 prijs behaald! Dit was trouwens
toch al een zeer mooi concours, want in den
Concertwedstrijd werd een le prijs behaald
met 148 van de 150 punten en in den Eere
wedstrijd eveneens de le prijs. Het was het
hoogtepunt uit de directeursloopbaan van den
heer v. d. Bogaerde.
Extra pr ij zen. 1911 Nd.-Scharwoude
(zilv. lauwerkrans); 1912 Berkhout (medaille
Z.K.H. den Prins); 1913 Wieringen (medaille
H. M. de Koningin); 1917 Purmerend (me
daille Commissaris der Koningin)1931 Am
sterdam plaquette)1935 Wormerveer, een
verg. zilv. en 2 zilv. medailles. Benevens één
jaar houder van den Wisselprijs van den
N.-Holl. Bond (1917).
In den Marschwedstryd werd in 6 gevallen
het hoogst aantal punten behaald:
1913 Wieringen; 1923 Koog a. d. Zaan; 1924
Beemster; 1931 Noord-Scharwoude; 1934 Half
weg; en het maximum in 1935 te Wormerveer.
G. F. W. Wernecke.
Directeur van 18911905.
G. H. J. van den Bogaerde.
Directeur van 19051 October 1919.
De salarieering van den Directeur
was in vroeger jaren zeer laag, maar dat kon
ook niet anders, ten eerste door het geringe
ledental, weinig donateurs, lage contributie
en een miniem bedrag aan subsidie.
In de notulen van de ledenvergadering van
13 Mei 1912 lezen we tenminste, dat het
„salaris" van den directeur gebracht werd van
1.50 op 2.— per week, waarvoor hy dan
12 nummers muziek moest leveren (schry
ven); de notulen van 17 Feor. 1914 en 2 Febr.
1919 vermelden, dat dat salaris achtereenvol
gens verhoogd werd tot 3.— en 5.— p. w.
In Oct. 1921 was het salaris reeds f 500 ge
worden en nog later 650, wat sindsdien met
een kleine onderbreking, op dat bedrag is
gebleven.
De g em e e n t e-s u b s i d i e werd in den
aanvang van 1914 gebracht op 150. (Het
was 75.Febr. 1919 werd zy 280.
De gegevens ontbreken wanneer verdere ver
hoogingen plaats vonden, maar in 1921 was
dat reeds 900.wat een aantal jaren zóo
gebleven is. De laatste jaren werd dit bedrag
belangryk ingekrompen en is thans gaande
weg teruggebracht op 525.—.
Meer dan eens kwam de wensch naar voren
het corps een uniform te verschaffen, in
navolging van „Winnubst". In de vergaderin
gen gehouden in Nov. '23, Maart *24 en Oct.
'29 is dat een der punten op de agenda ge
weest. Wel was men er algemeen voor, maar
het financieele offer, dat hiervoor gebracht
moest worden, bleek te groot te zijn, n.1. pl.m.
2500.(Alleen voor een jas!)
In de vergaderingen, gehouden October '20,
Febr. en Oct. 1926. werd lang en breedvoerig
het voorstel besproken om te komen tot de
oprichting van een Symphonie-orkest
los staande van het Harmonie-orkest, Het
Jac. ter Hall.
Directeur van 19191 Mei 1929.
was een hobby van directeur Ter Hall, maar
steeds was er een groote meerderheid, die er
niets voor voelde. De vrees, dat het Harmonie
orkest daar onder zou lijden, deed dit punt
steeds struikelen.
Dat gewy de muziek telken jare
Eersten Kerstdag 's morgens in het Plantsoen
wordt gegeven, dateert van 1922.
In Aug. 1920, toen het corps 30 jaar be
stond, kreeg het de s c h e 11 e b o o m e n ca-
deau, als een hulde van de burgery.
In 1931 nam het bestuur het besluit voor
taan ook dames in het orkest toe te
laten. Zaterdag 26 Nov. 1932 werkte de eerste
dame in een openbare uitvoering mede. Sinds
dien is dat aantal vergroot.
De afdeeling tamboers en pypers
(aanvankelijk ook hoornblazers) dateert uit
den tyd toen de heer Ter Hall met de leiding
belast werd. Het was langen tyd een groot
corps, maar de laatste jaren is het sterk
gedund.
Het bovenstaande bevat slechts enkele gre
pen uit het ryke arsenaal van feiten en ge
beurtenissen welke in de afgeloopen 45 jaar
zijn voorgevallen.
Hét meest belangrijke is hier slechts ver
meld, hoewel we er van overtuigd zyn dat
nog lang niet alles door ons gememoreerd is.
Doch beperking was dringend noodzakelijk,
IV.
DIRECTEUREN.
Het „Sted. Muz. Corps" heeft de volgende
Directeuren gehad: A. Dol (1890'91); C,
F. W. Wernecke (18911904); G. H. J, van
den Bogaerde (19051919); Jac. ter Hall
(1 Oct. 1919—1 Mei 1929); Joh. F. Pala
(vanaf 1 Mei 1929).
Waarnemend Dir. zyn geweest: K,
Kramer en G. H. J. van den Bogaerde (tus-
schen 1903 en 1905); J. W. F. de Greeff (Oct
1913—Febr.? 1914); W. F. Sprink en Alex.
Schenkels (tusschen 1914 en 1916); A. Haan
stra (Nov. 1923 en volgende maanden; daarna
nog eens).
LIJST VAN CONCOURSEN WAARAAN
HET CORPS HEEFT DEELGENOMEN.
£n totaal is aan 19 Concoursen deelge
nomen.
Van dat aantal werden er 5 gehouden uit
gaande van den Prov. N.-H. Bond: 1904
Zaandam; 1905 en 1917 Purmerend; 1918
Den Helder; 1919 Haarlem. 2 onder auspiciën
van den West-Frieschen Bond: 1912 Berkhout
en 1913 Wieringen. Het restant (12) zijn z.g.
Nationale Concoursen: 1909 Den Helder; 1911
en 1931 Nd.-Scharwoude; 1918 Beverwyk;
1922 Alkmaar; 1923 Koog a. d. Zaan; 1924
Beemster; 1926 en 1931 Amsterdam; 1930
Baarn; 1934 Halfweg; 1935 Wormerveer.
Het totaal-resultaat hiervan is:
Concertwedstrijd: 11 le pryzen; 7
2e pryzen; eenmaal geen prys (1919, Haar
lem).
Eerewedstryd: 3 le pryzen (1911,
'12, '13); 2 2e prijzen (1931, '34); 2 3e pry
zen (1924, '26); eenmaal geen prys (1922,
Alkmaar)
Marschwedstryd: 10 le prijzen; 1
3e (1919, Haarlem) en 1 4e prys (1918, Bever
wijk). Zesmaal werd het hoogst aantal pun
ten behaalden (1935, Wormerveer, het maxi
mum).
DIVERSEN.
Van de 7 oprichters, in den aanhef van dit
stukje genoemd, is de oud-penningmeester,
de heer D. J. Snaphaan, nog de eenige
overgeblevene. 45 jaar onafgebroken lid, het
is gewis een zeldzaamheid in een Muziek-
vereeniging en getuigt wel van groote vitali
teit. Zyn liefde voor de vereeniging is nog
steeds even groot; by al zyn andere beslom
meringen welke hij vroeger had, bleef het
corps altyd no. 1, waarvoor hy zyn geheels
persoon gaf en nog geeft. Jammer dat een
ziekte oorzaak is dat hij in het laatste half
jaar niet meer actief aan het vereenigings-
leven kan deelnemen.
Op den heer Snaphaan volgt in dienstjaren
de heer M. G r o o f f. de oude getrouws
bassist, die het corps ca. 40 jaar dient en ais
orkestlid nog voor niemand behoeft onder te
doen.
Van de andere veteranen met 20 en meef
dienstjaren nomen we nog, den heer Jac.
Brujjn, de huidige Voorzitter. Iemand dis
buiten de vereeniging als regisseur het som»
meer dan druk en zelden een vrijen avond
heeft. Toch biyft het „Stedelyk" de eerste
plaats innemen. Men ziet het: waar een wil
is, is een weg! Verder diens broeders K. en
F. B r u ij n, oud-secretaris N. Oost, H. van
Heyst, G. Geervliet, A. Dol S. Kil'
jan en G. Schut, (We staan er niet voof
in of al deze leden onafgebroken deel
van de vereeniging hebben uitgemaakt).
D. J. SNAPHAAN,
de nog eenig overgeblevene van de 7 01'
ters. Hij was tot 13 October 1921 1"'
meester. Een lid van meer dan gowono
verdienste