totlSept.gratis Stadsnieuws WIE zich nu abonneert, ontvangt de Hsldersche Courant J/ocfi ct Jtock zot. de natuui. Lt. v. Boven veroordeeld. Visscherij. Uit het politie-rapport. Arrondissements rechtbank te Alkmaar. Terwijl de man naar zijn werk en de vrouw naar de kerk was KLUTEN. TWEEDE BLAD HELDERSCHE COURANT VAW DONDERDAG 15 AUGUSTUS 1935. Licht op voor alle voertuigen. Donderdag 15 Aug. Vrijdag 16 20.56 uur 20.54 uur. Te Utrecht slaagde voor het examen Eng. L. O. onze vroegere plaatsgenoote Mej. Alb. Dekker te Heemstede. GEWIJDE ZANG EN MUZIEK. Het Geref. Evangelisatie Zangkoor „Ora et Labora", dir. J. Jongkees Cz. en dé „Oranje Harmoniekapel", dir. J. J. W. Hertsworm, hopen Zon lag 18 Aug. a.s. een uitvoering van gewijde zang- en muzieknummers in de mu ziektent, Julianapark, te geven, des morgens van 8 uur tot pl.mi 9.30 uur. (Behoudens toe stemming der autoriteiten.) Wij laten hier onder het programmj volgen. 1. a. Des Heeren dag Conr. Kreutzer b. Dankgebed Adr. Valerius (Muziek.) 2. De Heemlen roemen de grootheid des Heeren L. v. Beethoven (Muziek en zang.) 3. a. mof, loof Jehova! Freylinghausén b. Alles wat adem heelt Oude Melodie (Zang en muziek.) 4. Transkription over Fsalm 42 H. Broekhuysen (Muziea., 5. a. Komt voorwaarts in .er heilgen strijd! b. Zondaar, zoekt gij rust en vrede? (Zang en muziek.) 6. a. Offertoire (Meditation religioso) A. Tack b. Andante re. gioso j. Werkman (Muziek.) 7. a. Heerlijk Evangelie oord: b. Jezus is wachtend op U! (Zang a capella.) 8. Hymne (Alles wa' adem heeft) Fr. Silcher (Muziek.) 9. Zegekoor uit „Judas Maeabeüs" G. F. Handel (Muziek.) 10. Koraal: Dankt nu .'llen God. (Gez. 155 1 en 3) J. Crüger (Zang en muziek.) Reeds opgenomen in het Adv. blad van gisteren. ONDERSCHEIDING. Men schrijft ons uit Antwerpen: Op voorstel van den heer A. A. Stellfeld, voorzitter, heeft het Beheer der Nationale Akademie der Haarkappers van België het Eere-Diploma van 1935 toegekend aan den heer Karei Dol, Bestuurder der N.V. Per manent Instituut uit Den Heider. Dit diploma werd hem toegekend uit waardeering voor zijn vakkundig onderlegd en zijn arbeid voor den vooruitgang der Haartooikunst. Jaarlijks wordt er door de voorgenoemde Akademie slechts een diploma per land toe gekend. HET ZWEMBAD AAN DEN DIJKWEG GEREED. Officieele opening op morgenavond, 7 uur; openstelling voor het publiek op Zaterdagmorgen, 6 uur. Blijkens een mededeeling van het Gemeente bestuur is het nieuwe Zwembad aan den Dijk weg, alhier, gereed gekomen en wordt het "nog d i t seizoen voor "Hét publiek openge.stlr Morgenavond om 7 uur zal de officieele Opening plaats vinden, waarna enkele zwem- demonstraties gegeven zullen worden. En den volgenden morgen kunnen de eerste betalende heeren een duik nemen in het nieuwe ba<l, dat, zooals men weet, achter het voormalig Raadhuis is gelegen. Wij verwijzen naar een in de advertentie rubriek voorkomende bekendmaking van B en W., waarin de uren vermeld staan, waar op het bassin voor het publiek opengesteld i» WEER 4 OVER HET MARSDIEP. Ondanks het weer zich niet van den besten kant liet zien, startte toch Woensdagmiddag een vijftal zwemmers en zwemsters van het terrein der Hèldersche Zwemvereeniging, niet als doel Texel en wel speciaal het bekende duintje op Onrust. Het waren ditmaal vier gasten van H.Z.V. en één van haar leden die den tocht waagden en met succes. Slechts één der deelnemers moest opgeven wegen® kramp, terwijl de overigen, te weten Mevr1, v. d. Beidt (H.Z.V.), Mej. Rimmy Hoggüer, Amsterdam, Mej. Annie Bos, Hilversum en de heer N. K. Noorda, eveneens uit Amster dam, den tocht Volbrachten in 1 uur 40 min- Tot 3 maanden gevangenisstraf en ontslag uit den militairen dienst. Gisteren deed de Zeekrijgsraad alhier, on der presidium van Mr. de Sit'ter, uitspraak in de zaak tegen luitenant ter zee der 2e klasse, H. L. van Boven, die, als oudst aan- wezend officier het bevel had over Hr. Mg. „Zeven Provinciën", bij het uitbreken van de muiterij aan boord van dien bodem, in Fe bruari 1933. Veertien dagen geleden had de fiscaal, officier van administratie der 1ste klasse, D. M. Franckén, tegen beklaagde een gevange nisstraf geëischt van 4 maanden en ontslag uit den Zeedienst. Thans veroordeelde de Zeekrijgsraad beklaagde tot 3 maanden gevangenis straf met aftrek van den tijd in preven tieve hechtenis doorgebracht (van 11 Fe bruari15 Maart 1933) en ontslag uit den militairen dienst zonder onthouding van de bevoegdheid om bij de gewapende macht te dienen. Beklaagde volstond met het doen uitspre ken van deze straf; voorlezing van het ge- heele vonnis met de weerlegging van zijn verdediging wenschte hij niet. De heer van Boven zal, naar hij ons mede deelde, zeer waarschijnlijk in hooger beroep bij het Hoog Militair Gerechtshof gaan. BEGIN VAN BRAND. Dinsdagavond ongeveer 6 uur stegen zware rookwolken uit de karren-loods van de broodfabriek „De Volharding" aan de Kui perstraat. Onmiddellijk verschaften zich en kele omwonenden, waaronder de heeren Dis sel Sr. en Jr. en Vos, zich toegang tot het gebouwtje, waarhij hen bleek, dat een kist, bevattende olie- en poetslappen, door vuur \yas aangetast. Met emmers water slaagden de mannen er in, den brand te blusschen. Dank zij hun kordaat optreden- ontsnapte de zoo dichtbevolkte „Doolhof" aan een groot gevaar. Nu bleef de schade tot een minimum beperkt. DE AANRIJDING IN DE KRUGERSTRAAT De aanrijding in de Krugerstraat heeft zich eenigszins anders toegedragen dan wij in ons nummer van Dinsdag hebben vermeld. De jongen zou n.1. achter de autobus hebben ge reden en bij de Hertzogstraat plotseling naar deze straat zijn overgestoken, waardoor hij voor de taxi kwam, die in de richting van de v. Galenstraat reed. De chauffeur van de taxi treft dus in geen enkel opzicht schuld en het ongeluk is geheel te wijten aan de onvöorziéh- tigheid van den jongen. Volgens de N. R. Ct. is e aanvoer van visch uit Denemarken en België voor de maand Augustus niet meer toegestaan, daar het con tingent voor deze landen is uitgeput. Dit beteekent dus, dat de aanvoer van de eigen visscherij voor deze maand niet kan wor den beïnvloed door buitenlandsche visch. Al vele malen is, vooral uit Rotterdam en Amsterdam, betoogd, dat er niet vo}<jcjende aanvoer van visch was, waardoor de klein handel vaak niet kon kómen aan de benoodig- de negotie. Vandaar, dat van die zijde steeds is aangedrongen op buitenlandsche invQer van visch. Zelfs is onlangs nog in een verzoek aan den Minister aangedrongen op invoer van Deen- sche visch. We hebben naar aanleiding van deze klach ten telkens onze verwondering daarover te kennen gegeven, omdat het ons raadselachtig voorkomt hoe het mogelijk kan zijn, dat men buitenlandsche vischinvoer behoeft, terwijl vele schepen van eigen vloot opleggen, omdat er geen voldoende afzet van visch is en daarom geen loonënde besommingen kunnen worden gemaakt. Men komt dan tot de conclusie, dat er hier of daar iets moet haperen en het zou, zoowel In het belang van den visscher als in dat van den handel rationeel zijn, deze hapering op te heffen. In de visscherij mag het den laatsten- tijd misschien een weihigje beter gaan, omdat de vischprijzen wat hooger zijn geloopen,"in het algemeen echter is de toestand nog verre van rooskleurig te noemen, zoodat kans voor meer Vraag haar visch lang niet onwelkom zou zijn. Er is, blijkens de uitspraak van denr-klein- bandel, voldoende vraag naar visch,' maal' de aanvoér stagneert. Laten nu de visschers, reeders en handel elkaar trachten té vinden, opdat aan deze, toch inderdaad onmogelijke toestand, een einde komt. Het distributie-apparaat faalt dan blijkbaar, want de vissehers en reeders zouden niets liever zien dan zooveel mogelijk visch aan të voeren en daaraan kunnen ze zeker voldoen. Het lijkt ons toch meer gewenscht te streven naar afzet van eigen vaderlandsche visch dan maar steeds te roepen om invoer van buiten landsche visch. Deze hapering op te lossen lijkt ons van buitengewoon belang voor ons geheele visch- bedrijf. 1 Uit Stellendam werd aan de N. R. Crt. be richt, dat de visschers wat meer garnalen' mochten aanbrengen, zoodat er iets meer in- jcomsten voor de visschers viel te behalen. Wel is daar nog lang niet de zon voor goed doorgebroken, maar als de menschen nu en dan nog maar een lichtstraaltje zien, komt er de glanzing van de hoop, welke ze den laat sten tijd haast hadden verloren. n -(! a Een Duitsche treiler bracht te IJmuiden: een ruime vangst versche haring aan en maakte een besomming' van ruim 4000.---. -> Deze versche haring wordt tot bokking! hier te lande verwerkt en kan inderdaad 'als een delicatesse worden beschouwd. ij Ook Hollandsche treilers brachten uitste kende versche haring aan, die eveneens? voor goede prijzen van de hand gingen. e; Naar De Telegraaf uit Parijs bericht, mogen oesters en andere schelpdieren uit het buiten land in de toekomst niet meer in Fransche wateren worden geplant. Het doel van dit decreet is om het gevaar te voorkomén, dat in Fransche oesterbedden een parasiet wordt ingevoerd „crepidula" geheeten, welke zeer veel voorkomt in sommige buitenlandsche wateren. Deze parasiet zou zich zoo snel ver menigvuldigen, dat hij alle andere schelpdie ren, die zich in de omgeving bevinden, van hun voedsel berooft. Het zal de vraag zijn, of daarmede deze parasiet zal kunnen worden geweerd. Natuur lijk tracht men het optreden met dezen maat regel tegen te gaan, maar het is al zoo vaak voorgekomen, dat een parasiet op andere wijze Zij het dan in langzamer tempo, zich wist te verbreiden. Nog altijd is het z.g. wierrapport, welks ver schijnen in het voorjaar door den toenmaligen Minister van Economische Zaken was toege zegd, niet verschenen. Het is ons uitteraard onbekend welke beletselen er zijn om tot de publicatie over te gaan, pa aar voor de Wad- denzeerandbewoners lijkt het ons gewenscht, dat men toch eindelijk iets omtrent de conclu sies verneemt. Vooral Wieringen, Texel en Den Helder hebben daar belang bij en, zooals men zich herinnert, is in den gemeenteraad van Wie- ring, een paar dagen terug, op voorstel van den Burgemeester, besloten eerst dit rapport af te wachten alvorens men een beslissing zou nemen over het zeegrasexploitatiefonds. HET CRISIS-HARINGBESLUIT. Op 14 Augustus 1935 is in werking ge treden een aanvulling van het Crisis-Haring- besluit 1934 I. Tengevolge van deze aanvulling is de aan voer van pekel- en steurharing in Nederland slechts toegestaan met dezelfde schepen, aan boord waarvan deze haring is verwerkt. Voorts zal het vereisehte uitvoercertificaat slechts worden afgegeven aan die reeders van haringdrijfnetvisschersvaartuigen, die tegen over de Nederlandsche Visseherijcentrale de verplichting op zich hebben genomen de aan boord van hun schepen verwerkte pekel- en steurharing in Nederland aan te voeren. i Naar Alkmaar. Dinsdag werd door de politie aangehouden, een vrouw, tegen wie een arrestatiebevel was ingekomen. Zij is naar Alkmaar overgebracht. Een ongewenschte gast. Dinsdag werd door een bewoner van den Ruyghweg aangifte gedaan dat tijdens zijn afwezigheid onbevoegden zich toegang tot zijn woning hadden verschaft. De recherche stelt een onderzoek in. De weggeloopen geit. Dinsdag werd aan het Hoofdbureau van Politie een geit gebrachï. De eigenaar wordt verzocht deze af te halen. Vandalisme. Aangifte werd gedaan dat door iemand een ijzeren vlaggetje, aanduidende gevaar op den weg, te water was geworpen. De ouderlijke woning ontvlucht. Door de Amsterdamsche recherche werd een minderjarige naar deze gemeente over gebracht, wier opsporing door de ouders was verzocht. Vernieling. Door een bewoner van den Dijkweg, als mede door een bewoonster van dien weg, werd aangifte gedaan van Vernieling van rui ten van hun woningen. i Er in geloopen. Een persoon, die zich om onderdak aan het bureau vervoegde, bleek nog een hech- tenisstraf te moeten ondergaan. Hij is naar Alkmaar overgebracht. Inbraak. Door eën bewoner van de Sluisdijkstraat werd aangifte gedaan dat tijdens zijn afwe zigheid in zijn woning was ingebroken. Een bedrag aan geld werd door hem vermist. De recherche stelt een onderzoek in. Ongewenscht bezoeker. Door een bewoonster van de Dijkstraat werd politiehulp verzocht omdat een beschon ken persoon voor haar woning stond. Bedoeld persoon werd ter ontnuchtering in bewaring gesteld. Naar het huis met de blauwe stoep. Een persoon, die in het Algemeen Politie blad gesignaleerd stond, werd aangehouden en naar Alkmaar overgebracht voor het ondergaan van de hem opgelegde straf. Een tweetal personen deden aangifte van vermissing van hun rijwielen. Een onderzoek zal worden ingesteld. Vernieling. "Van een woning aan de Keizersgracht werd door een jongen een ruit stukgegooid. Een onderzoek wordt ingesteld. Gisterenavond werd een persoon, die zich in kennelijken staat van dronkenschap in de Spoorstraat bevond, aangehouden en ter ont nuchtering aan het Hoofdbureau van Politie in bewaring gesteld. Meervoudige Strafkamer, Zitting van Dinsdag 13 Augustus. Op Donderdag 6 Juni j.1; te omstreeks half tien, begaf mej. C. M. te Rusteburg, huis vrouw van den heer C. F. zich kerkwaarts, teneinde de huwelijksvoltrekking van een voormalige weïkster bij te wonen. Toen zij zich later huiswaarts begaf en aan de woning kwam, bemerkte zij tot haar niet geringen schrik, dat tijdens haar afwezigheid personen zich in de woning toegang verschaft hadden. Woon- en slaapkamer boden een waren chaos. Kasten waren geopend en ver der bleek dat nagenoeg óveral gezocht was. In een geldkistje bevond zich het geheele bezit van de familie, n.1. eenige hypotheekacten, een spaarbankboekje, waarop ingeschreven 5500, en voorts tal van gouden en zilveren sieraden. Natuurlijk werd direct aangifte gedaan bij de Rijksveldwacht. Een uitgebreid onderzoek werd ingesteld. Er bleek al spoedig, dat de vermoedelijke daders binnengekomen waren via het zolderluik. Het voortgezet onderzoek wees uit, dat tijdens de afwezigheid van de juffrouw een persoon zich op het erf had be geven, oogenschijnlijk een visscher. In verband met bovenstaande en nog tal van andere inlichtingen, verkreeg de politie een spoor, hetwelk leidde naar den woon- schuitschipper J. K., een Alkmaarsch los werkman en zijn vriend H. T. De huiszoeking op de woonschuit van K. leverde bezwarend materiaal. Diverse voor werpen, vermoedelijk afkomstig van den in braak, werden in beslag genomen en ter grif fie van het huis van bewaring gedeponeerd. Wat den vriend betrof, deze had zich in middels naar Noord-Scharwoude begeven, al waar hij bij een goeden kennis had gelogeerd. De achterdeur der woning had zij behoorlijk afgesloten, daar ook haar man afwezig was. Verdachte K. werd het eerst door den presi dent onder handen genomen en verklaarde on schuldig te zijn. Gezien het bezwarend mate riaal vond de president deze bewering evenwel wel wat gek Op een desbetreffende vraag aan beide heeren gaven dezen toe wel in de nabijheid van het huis in kwestie geweest te zijn. Er werd echter in deze zaak ook nog een woordje meegesproken door den heer v. Led den Huizebosch, den bekenden schei- en des kundige in tal van crimineele gevallen. Er was 15 Augustus. Er is in het leven van tegenwordig zoow einig aanleiding tot ver» maak, dat men iedere onverwachte gelegen heid met dankbaarheid moet aangrijpen. Er zijn weinig menschen, die deze kunst verstaan. De meesten laten den vogel van het geluk, die hun in de handen vliegt, arge loos weer net zoo wegglippen. Bent u wel eens opgebeld voor een ander? En wat zei u dan? „U bent verkeerd aangesloten". Daar hebt u het; u bent al net als de rest! Wanneer u ooit weer telefonisch wordt op gebeld door een man of vrouw, die met een verkeerd nummer is verbonden, speel de co- medie dan uit. Wees degeen dien zij moeten hebben! Het zal hun leeren geen vreemde menschen in hun rust te storen en u zult ge noeg pleizier beleven om er drie maanden na pret van te hebben. Ik ben eens, tien minuten lang, een elec- tro-technicus geweest, die zeggen moest wat er aan de hand kon zijn met een electrisch Orgel in een Bioscoop-theater. Het orgel had blijkbaar om 10 uur 's avonds, midden in de voorstelling, dienst geweigerd, en ik vertelde hun door de telefoon tot in bijzonderheden hoe f het euvel kon worden verholpen. Eens werd ik opgebeld door een ongedul- djge dame, die mij toebeet: i Slager, ik moet direct 4 biefstukjes van een ons hebben. Biefstukjes worden niet meer gedragen 1 dqme, zei ik. Zij verstond me niet en vroeg 1 of ze er op rekenen kon. Daarop vroeg ik, of hét geen runderlapjes mochten zijn. Runderlapjes?? zei ze, waaróm runder- lapjes? Hebt geen biefstuk? - Jawel zei ik, maar runderlapjes staan koketter. Die kunt u beter schuin op het hoofd dragen. 1 jHet gesprek was daarmee helaas geëindigd, ein dat was mijn fout, want ik had tegen mijni eigen regelen gezondigd. Een ander keer ging het beter. Nu was het een heer, die zei: U spreekt met Zus-en-Zoo, dat is de...) Bank nietwaar? Zoudt u mij aanraden Steels te koopen? Och, zei ik, Steels net zoo goed als elk 1 ander. Maar het b 1 ij v e n natuurlijk Ameri- kaansche papieren. Hoe bedoelt u? zei hij. Nou, u weet wel nietwaar, vergissingen zijn niet uitgesloten. Maar ja, u voelt, ik be doel, het aantal onuitgevoerde orders schijnt inderdaad weer te stijgen. Ja, zei hij, en American Beet? Afblijven, zei ik. Gelooft u dat er muziek zit in utilities? Muziek? riep ik uit, het orkest van Mengelberg is er een armzalige troep straat muzikanten bij! Maar als ik u een tip mag geven, belegt u uw geld dan in gekleurde, ballons. Die zijn goedkoop en stijgen altijd. En nooit advies vragen aan een bank. Ik belde daarna de... Bank op, met het ver zoek onmiddelijk naar den heer Zus-en-Zoo de laatste koersen van Steels, American Beet en diverse Utilities te telefoneeren. 11 Dien dag zijn er ontzettende dingen ge beurd. namelijk een stuk van een sleutel gevonden in het sleutelgat van de woning en tevens had 1 men bij den woonschuitbewoner eenzelfde voorwerp gevonden, waarvan dat stuk ont brak. Volgens des heeren v. Ledden Hulze- bosch' verklaring, welke uitvoerig werd uit eengezet, behoorden deze stukken zonder twij fel bij elkaar. Nadat door een aantal getuigen nog be zwarende verklaringen afgelegd waren, ver klaarde de officier van justitie, mr. Hijmans, dóór de omstandigheden en gegevens overtuigd te zijn, dat de beide verdachten in samenwer king hadden gehandeld. Deze overtuiging e u i I I e t o n. Toebereidselen voor de grote tocht. De vogels hebben het broeden beëindigd, op een enkele uitzondering na. En al onmid dellijk hebben ze, meer nog dan tevoren, onze belangstelling nu ze begonnen zijn te trekken Doch ook met andere dingen houden we ons nu, zij het dan ook voor een korte poos, be zig: vlinders, kevers, en andere insecten en vooral niet te vergeten bloemen. Nu de vogels hun taak, om de soort in stand te houden, beëindigd hebben, doen sommige soorten een poos niets, ze boemelen nog wat rond, luieren nog wat, voor ze ons voor een tijd verlaten; andere soorten vertrekken on middellijk, zodra de jongen vluchtig zijn. Luierende kieviten en scholeksters kan men alom zien, wel verenigen de kieviten zich langzamerhand in grote troepen, die repete ren hoe ze in troepenverband opgaan, zwen ken en strijken moeten, maar daarnaast zien we elke dag minder paapjes en tapuiten. Aan het Amstelmeer, tussen Nd.-Holland en Wie- ringen, is het al echt herfst. Daar zien we scholeksters in troepen van 600 en meer, ple- viertjes en ruiters, grutto's, eenden, aalschol vers, reigers, klutendat alles kan men daar reeds nu zien en leren kennen. Maar komaan, we gaan samen een tocht maken! We rijden op de Strooweg onder een strakblauwe hemel, de zon brandt dat het een lust is en boven de horizon trilt de hete lucht. Er vliegen een paar iepelaars over ons heen, witte figuurtjes tegen het blauw, de halzen en de lange poten gestrekt, de lepel- vormige bek duidelijk te zien. Ze hebben voedsel gezocht op de schorren aan de haven. Enkele dagen terug vlogen er, toen we aan het Amstelmeer zaten, in twee minuten wel een dertig van die mooie vogels over, een heerlijk gezicht! Het ia druk op de weg. De scholekster of lieuw, die vrolijke levenslus tige roodsnavel, met zijn aardige zwart-witte verenpakje, loopt ook nu 'n flink aantal meters rustig rond, maar niet lang. Plots krijgt één het op zijn heupen, loopt, heftig tepiet-tepiet- roepend, rond, de lange lakrode snavel lood recht naar benc'en en de rest gaat erachter aan. Zo kan het gebeuren, dat een heel rijtje scholeksters achter elkaar loopt, de snavels naar de grond gericht, onder oorver dovend lawaai. Dan zwaait de eerste plots de blauwe lucht in, gevolgd door de anderen, in een grote kring vliegen ze rond, tot de eerste er genoeg van krijgt en neerstrijkt. Dan ia het weer rustig tot de volgende begint. De kie viten zien dat alles maar eens aan en staan, temidden van alle drukte, met een filosofisch g[ezicht, wormen uit de grond te trappelen. VUEGBEEUD (noor L.Tir> ber<£er>) Langs de wegen bloeien allerlei planten. Groote blauwe trossen vogelwikke, rose plek ken stalkruid, zoet geurende pyramiden van walstroo, witte schermen van peen, gele van pastinaak, rode en witte klaver, tussen wijn- rbde akker- en kruisdistel. En boven al die kleuren en geuren bromt en zoemt het grote orkest van allerlei insecten: bijen, hommels, vliegen en kevers, en fladderen allerlei bonte vlinders. We zijn al flink opgeschoten. De groote stroom fietsers echter, gaat recht uit, naar strand of Donkere Duinen. Daar is het ons nu te druk. Anders was het in het voorjaar, toen we er verschillende stille avonden achtereen de nachtegaal hoorden zingen b(j de vijver, terwijl waterhoentjes voedsel zochten op de oever, de zwaluwen kwetterend heen en weer schoten en de riet zangers hun fijne liedjes prevelden. Nu gaan we linksaf, de Doggersvaart op. Links wei den, waar hooischelven in rijen staan, rechts een golvend korenveld. In een zijsloot staat een reiger te vissen, we zien door de kijker het grote gele oog glinsteren, doodstil staat hij, tot de buik in het water. Op de weiden boemelende kievitten en scholeksters. Een kraai roeit langzaam over. De zuivere jodel van de t"b«n we: „tju-fu-fu; <lc vogel zelf is een rood-potig steltlopertje, met een vliegbeeld als een meeuw, doch grijs ge kleurd met een witte streep op de vleugels. Rolklaver, beter bekend als schoen en muil tje, plekt geel langs de weg, bleke melk- d Is tel en kruiskruid, naast wit bloeiend moe- mswalstroo, heelblaadje, paardebloem en rode zuring. We gaan de overweg over, dan de zijweg rechts, de brug over, zodat we op een weg komen, die ons via een tweede over weegt op de, tweede vliet zal brengen. Hier op deze weg, deed ik in het voorjaar een merkwaardige ontdekking. Er liggen op een bepaald punt aan de linkerkant een paar plassen dicht bij de weg. Toen ik eens, de moeite nam af te stappen en de kijker te banteeren was ik zeer verbaasd. Ik zag: klu ten, bergeenden, kemphaantjes, tureluurs, en kieften. Onder de rook van den Helder!, Kent ge de kluut, lezer? Een fijne slanke stelt- looper, met karakteristieke zwart-wit teke ning, lange loodgrijze poten en een lange, op gewipte snavel. Kijk, daar zijn de plassen. Ze zijn veel kleiner dan in het voorjaar, de vegetatie is hoger. Maar daar- loopt een kluut, in het water, hter de biezen. Hij loopt voedsel te zoeken. Daartoe maait hij met z n kop heen en weer, Sodat de opgewipte snavel juist langs de Wateroppervlakte strijkt en alle zwevende Voedseldiertjes opschept. Hetzelfde doen de lepelaars met hun lepelvormige snavel. Kemp haantjes zien we nu niet. Die hielden hier >h het voorjaar eigenaardige tournooien, steekspelen. Met uitgespreide kragen vlogen Xo op elkaar in, rrt-bons naar rechts, pats, na ar links, achter elkaar aan, stop, omge draaid, weer opnieuw begonnen met de zotte pantomime. De kemphaantjes, die eenvoudi ger getekend zijn dan de kakelbonte manne tjes met hun fraaigekleurde kragen, houden maar wat onzijdig bij de heftige strrjd- tafereelen, waarbij echter nooit bloed vergor ten wordt. Ook de bonte bergeenden zijn er Dipt. Voor hen was het alleen maar een voedselgebied, want hun broedterrein lag in de afgesloten duinen, waar ze in enkele pa ren broedden. J3r is dus nu niet zo heel veel te zien. Er zwfilelen wat kieviten rond, onder het uiten van de melancholieke roep: ki-oeit, ki-Qeiet; tureluurs jodelen er; een paar kwikstaartjes maken, onder veel onnoodig beweeg van de Staart, jacht op vliegen; een enkele leeuwe rik: een piepert danst fluitend boven de riet- Vinken. We fietsen verder, de overweg oveiy rit de spoorsloot plassen haastig een paar Waterhoentjes het riet in. Maar zien we popd? Op het driehoekige landje, ingesloten door de spoorsloot en de sloot langs de weg, waarop we rijden, zit een kluut! We gaan in het hoge gras zitten om daar meer van te weten te komen. In de verte roept de koe koek, libellen kwetteren door de lucht, een den komen met suizende vleugelslag over, een schorre reiger-kreet wrought weer klinkt en een melodieus tlaü zegt ons dat die snelvoortvliegende vogel een wulp is. Gele pastinaak-sehermen alom, wikke, een enkele late kamille, ratelaar, gele sterren van boksbaard en rose flarden van koekoeks bloemen. We krijgen al gauw gezelschap, twee kleine boerenjochies; de oudste moet telkens de neus ophalen; de andere staat ons met open mond te bewonderen, je kunt z'n kiezen tellen. Maai' laten we op onze kluut letten! We hebben hem vlakbij: een buiten kansje, dat je alleen in ons land en mis schien ook in Hongarije kunt meemaken, ver- dér in geen ander Europees land. Haar grote zwarte ogen zijn op ons gericht, zachte keluut-keluut-geluidjes laat ze horen. Opeens gaat ze op de wieken, alle ogen en kijkers volgen haar; wat een prachtig vliegbeeld: zwart-wit, met ver uitstekende lange poten. Ze vliegt een paar maal om ons heen, steeds roepend, strijkt weer neer, loopt even met half-uitgespreide vleugels en uitgestrekte hals op een heel vreemde manier heen en weerMaar wat heeft dit in vredes naam te beduiden? Er zal toch geen nest zijn? Het is niet onmogelijk, want al jaren achtereen broedt een kluten-paartje bij Den Helder en ai, daar heb ik me verraden! Ja, lezer, het is zo! Ik zelf stond er ook ver baasd van toen ik het hoorde van een col lega vogelliefhebber, die het op zijn beurt weer vernomen had van eén boerenjongen met liefde voor vogels. Zou er dan soms nog een plek zijn bij Den Helder, waar kluten broeden. De kluten broeden, alleen of in kolonies, op zilte gronden, bij ons in (Je kop van Nd.-Holland is practisch alles zilt of brak; broedterrein genoeg dus. Npg steeds staat Recurvirostra avocetta daar voor ons. Onze ogen speuren de drie hoekige landtong af, ze stuiten voor iets grij zigs, de kijker er voor: een jonge kluut! De kijker trilt in onze handen: een nog niet vluchtige, jonge kluut, maar dat, lieve hemel, dat beteekent dat er nog een nest is geweest bij Den Helder! Hij is wit van onder, grijs van boven en heeft een aardig, kort, opge wipt zwart snebbetje. Hij scharrelt vlak langs de waterkant en komt ook vlak bij ons, ondanks de zwaarschuwende kreetjes van mama. Op vele plaatsen in ons land broeden klu- tep, de grootste kolonies zijn op Texel, de Beer, Voorne, Schouwen, kleinere op Vlie land, Zeeuws-Vlaanderen, bij Petten, in Friesland en nog wel elders. De enige plaats van heel Europa waar de kluten overwinte ren is aan het Sloe, in Zeeland, hoewel de laatste jaren de zaak er achteruit gaat, De man met het geweer is misschien ook bier de schuld. kUJOT, (noor De kluut heeft nog een zeldzame neef: de Steltkluut, Himantopus himantopus, bewoner van de Middellandse Zee-landen. Deze heeft ontzettende lange rode (dus geen grijze) poten, een vrij korte rechte snavel en zwarte vleugels. Tot voor kort was de stelt kluut een vogel, die voor ons land, een zeer zeldzaam dwaalgast was. Wel geeft de lec tuur alerlei plaatsen waar hij gezien of ge schoten werd, maar, hoewel z'n broedgebied steeds meer in noordelijke richting uitgebreid werd (in 1907 bij Calmpthout een broedgeval, in 1929 aan de IJzei' in België), nog steeds was het broeden in Nederland niet geconsta teerd, hoewel Jan Strijbos profiteerde, dat het niet zo lang meer duren zou. Hij kreeg spoedig gelijk! Reeds in 1931 broedde een paartje in de Peel en bracht vier jongen groot, daarna in 1934 bij Roermond en in 1935 al óp meèerderê plaatsen in Nederland. Die plaatsen worden streng geheim gehou den, en dat is maar goed! Immers, in het April-nummer van 1933 van het orgaan van de Club van Nederlandsche Vogelkun- digen uit C. Eykmann zijn verontwaar diging in een artikel „Vandalisme" over een zending van 4 steltkluten aan een I preparateur. Ze waren alle geschoten in Zeeuwsch-Vlaanderen. Ook in onze stad wonen natuurliefhebbers met een ge weer! Het is echter beslist on mogelijk de natuur waarachtig lief te hebben met een geweer op de rug, het is bovendien onnoodig en wreed. Vroeger, heel vroeger, schoot men vogels uitsluitend om de weten schap te dienen, men pafte alles, wat maar even op een nieuwe soort leek, neer en dat was nodig. Nu niet meer! De buit kan nu nog alleen maar bestaan uit: stoffige hoopjes'veren in een kast. Onze buit, moeizaam verkregen op de jacht met camera en kijker, bestaat uit: foto's, notities over spannende en merkwaardige belevenissen en ejsn berg kostbare herinneringen. I De Nederlandse vogelwereld is de laatste jaren nog al aan verandering onderhevig. VVoéste gronden worden ontgonnen en in cul tuur gebracht en dus komen de vogels, ge- bonden aan woeste gronden in de knel. Maar daarnaast nam en neemt het aantal vogels, die gebonden zijn aan „beschaafd land" voortdurend toe: mus,' spreeuw, merel, kuif- leeuwerik, lijster. En zelfs melden zich enkele soorten als nieuwe broedvogels voor Neder land. In 1908 kwam de kleine zeemeeuw voor het eerst Op Rottum broeden, in 1926 kwam de kleine mantelmeeuw, daarna vestigde de kruisbek zich als broedvogel (in 1931). Er volgden nog meer: lachstern en vuurgoud- haantje en kleine plevier, welke laatste nu reeds elk jaar in een flink aantal in ons land broedt (in 1933, 20 paren; in 1934, 14). En tenslotte: de steltkluut! Enkele jaren geleden moest Jan P. Strijbos een tocht van 1500 km zuidwaarts maken óm de steltkluut te zien broeden; dat hoeft nu niet meer! Laat de „man met het geweer" deze aanwinsten van onze avifauna niet weer verjagen! Ook de Helderse avifauna gaat elk jaar vooruit; reeds vestigden zich spotvogel en roodborsttapuit, kluit en wulp, kleine bos- düif en kapmeeüw. Daarom: geweren aan de kapstok! Begin Augustus 1935. .'(Ui ■\A J.K.S.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 5