Buitenlandsch Overzicht. De stem uit het onbekende EUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA No. 7642 eerste blad DINSDAG 3 SEPTEMBER 1935 63ste JAARGANG Sensationeel wending in de kwestie Italië-Abessvi Stelt zijn land open voot Engelsch-Araerikaansch kapiiaaï" Natuurlijke verdedigings middelen van Abessinië. Nog 200.000 Italianen onder de wapenen. COU RA. Nederl. OosÏ en wLTl^r 165; binnenland f 2._, landen f 3.20. Los.se nos. 4 ct- T°'p P Ïct "w JZ Tjf\«riQ^oki j Ir* P* P* ct. Weekabonnementen 12 cL fl.70. reS£> 5°' f0 7°' f0,70'fl*—Modeblad resp. f 1.20, fl.50, fl.50, Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DB BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE Nl 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meiled. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b(j vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct; bij niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer! 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct >nië. De Negus houdt Z,ch bu,te* de ^ak. - De Ver. Staten en de Sovjets Handige diplomatieke zet van Abessinië. Een nieuwe fase is aangebroken in den toe stand geschapen door het Italiaansch-Abes- synsch conflict, een fase, die, nu reeds, aanleiding is tot heftige commen taren, tot uitvoerige be schouwingen en die nog dagen lang de we reldpers zal bezighouden. Wij hebben h»ar Zaterdag reeds met een sober telegram ver meld: de Negus van Abessynië heeft aan een Engelsch-Amerikaansch consortium conces sies verleend voor de ontginning van petro- leumvelden in zijn land. Laten we, alvorens ons te gaan verdiepen in de mogelijke gevolgen hiervan, even de feiten nagaan, zooals die zich uit de diverse Reuter- en andere berichten voordoen. Het bericht, zooals dat werd gepubliceerd, wordt thans officieel uit Addis Abeba bevestigd. In een Zaterdagochtend gepubliceerd communi qué wordt medegedeeld, dat de regeering van Ethiopië een verdrag heeft onderteekend met een Amerikaansche maatschappij, waarbij aan deze maatschappij de exploitatie van de pe- troleumbronnen in een uitgestrekt gebied langs Italiaansch Somaliland en Eritrea wordt gegund. Het toegestane gebied omvat bijna de helft van Ethiopië. Blijkens nadere be richten omvat het de buitengewoon rijke pe troleum vel den van Aoessa en Jigjigga (Oost- Harra), waar voor kort een exploratie ten be hoeve van Italië geschiedde door den heer Nesbit, die later bij het ongeluk van de „Gaai" boven de Alpen is gekomen, en door den heer Pastorali, een Italiaan. Beiden hadden de aanwezigheid van zeer veel petroleum in den bodem vastgesteld. De olie in beide velden kan zoowel wat kwaliteit als kwantiteit be treft concurreeren met die van Irak. Uit goede bron wordt vernomen, dat het petroleumveld van Aussa namens den keizer kortgeleden aan Italië werd aangeboden tegen betaling in contanten. De koopsom zou dan worden gebezigd voor het te werk stellen van adviseurs ten behoeve van de ontwikkeling en de moderniseering van het keizerrijk, mo gelijkerwijs onder auspiciën van den Volken bond. Dit aanbod werd niet aangenomen. De beteekenis hiervan voor Abessynië kan niet genoeg worden geschat: naar het oordeel van buitenlandsche experts beteekent het den genadeslag voor economische doeleinden van Italië in het achterland van Italiaansch So maliland en voor het Fransch-Engelsch- Italiaansch-verdrag van 1906 krachtens het welk de economische hulpbronnen van Abes synië tusschen deze drie mogendheden worden verdeeld. De onderhandelingen, welke tot dezen op- zienbarenden stap hebben geleid en welke meer dan een jaar hebben geduurd, zijn uit sluitend gevoerd door den heer Ricket, een mysterieus persoon, die al sedert jaren achter belangrijke internationale financieele trans acties heeft gestaan, waarbij Engelsche, con tinentale en Amerikaansche beiangen samen werken. Hij heeft ook een belangrijke rol ge speeld b(j het constateeren van petroleumvel- den m Irak. Ricket is thans naar Cairo vertrokken en zal vandaar per vliegtuig naar Londen gaan. Vóór z(jn vertrek vroeg de speciale corres pondent van de „Daily Telegraph" hem, of de exploratie van de petroleumvelden ook voort gang zou vinden, mdien Italië Abessinië den oorlog zou verklaren. Hij antwoordde hierop bevestigend. „Oorlog of geen oorlog", zoo zeide hij, „wij zullen zoo snel mogelijk aan het werk gaan." Mussolini kan niet meer terug Politiek is zijn positie wellicht verbeterd Zooals begrijpelijk is, verwekte de tijding van deze concessie groote sensatie. Dat Rome ver ontwaardigd is, wie zal dit het land kwalijk nemen? Italië staat met een geweldig leger al maanden gereed voor een inval in Erithrea en nu komt plotseling de Negus met dezen, laa; het ons maar eer lijk bekennen, handigen diplomatieken zet, en zet het vrijwel schaakmat. De N. Rott. Cou rant spreekt van een „verbluffend bericht", dat, als het juist is en het is, zooals we zagen, juist „een onoerekenbaar voordeel is voor Mussolini". In welk opzicht dan? zal de lezer vragen. Daarvoor moet men den po- litieken toestand wat nader beschouwen. Frankrijk voert een uiterst voorzichtigen buitenlandsche politiek, Het tracht zijn posi tie tusschen Italië en Londen te handhaven. Vermoedelyk heeft het zich in Januari tegen over Mussoloni te veel gebonden ten opzichte van Abessinië; th s houdt het zich passief, ook jegens den Volkenbcnd. Het kan moeilijk op een krachtig Volkenbondsöptreden aan dringen als het weet, dat Frankryk daardoor het mede-risico zou loopen van oorlog ter verdediging van Britsche oliebelangen. En ditzelfde geldt ook voor den Volkenbond zelf. Engeland zou eventueel de zaak dus alleen moeten opknappen. Maar zal het dat doen? Mussolini kan inderdaad niet terug: hij heeft een groot leger in Somaliland bijeengebracht en kan dat zonder meer maar niet zoo naar huis zenden. Dat begrijpt ieder. De voorbereidende maatregelen, die Musso lini voor den Abessinischen veldtocht heeft genomen, hebben zijn land in financieel op zicht bijna geruïneerd. Hij heeft thans een koloniaal succes noodig, want, verkrijgt hij dat niet, dan iszijn positie, zoowel in Italië zelf als daarbuiten, onhoudbaar geworden. Dit weet men ook te Londen beter dan waar ter wereld. Indien het den Engelschen er om te doen was Mussolini een groot échec te be reiden, dan zou men op dit oogenblik den internationalen toestand zeer duister moeten inzien. Engeland heeft er echer geen belang bij, dat de Italiaansche regeering een éclatante nederlaag lijdt. Het ligt daarom voor de hand, dat men te Londen het uiterste zal doen om in een of anderen vorm Italië alsnog tegemoet te komen. Engeland tracht intrek' van het contract te verkrijgen. Zaterdag reeds gaf de Engelsche regeering dan ook een communiqué uit, waarin het den Negus King van het adviseert de concessie in te trekken. Zij zegt daarin, dat de Engel sche regering tot nu toe geen enkele bevestiging van dit bericht heeft ontvangen, doch dat zij het noodig geacht heeft den Britschen gezant te Addis Abeba er van in kennis te stellen, dat dergelijke concessies ongetwijfeld op grond van artikel 2 van het driemogendheden- verdrag van 1906 het onderwerp van bespre kingen zouden moeten uitmaken tusschen de Engelsche, Fransche en Italiaansche regeerin- gen. Onder deze omstandigheden is de Engel sche gezant te Addis Abeba dan ook gemach tigd, indien het bericht juist zou zijn, den keizer van Abessinië er van in kennis te stellen, dat de Engelsche regeering, voor zoo ver het haar aangaat, den keizer moet aalt raden de concessie in te trekken. Vatten wij dus de indrukken samen, die h?t bericht heeft verwekt, dan is Italië veront waardigd, maar vastberaden. Mussolini heeft het in een toespraak tot het Italiaansche volk gezegd: „De weg, dien wij moeten volgen, is voor ons afgeteekend. Het is de eenige en de goede weg. De politieke manoeuvres, die beoogen ons daarvan af te brengen en waarover wij berichten uit het buitenland hebben ontvan gen, zullen vruchteloos zijn. Diegenen, die zich verbeelden, dat zij door een miserabele politiek den opmarsch van het jonge, krach tige fascistische Italië kunnen stuiten of ver tragen, zullen hun illusies moeten opgeven." Engeland adviseert, zooals we boven zagen, de concessie aan te houden. Particuliere trans acties, aldus Minister Huil aan de journalis ten, interesseeren de regeering onder normale omstandigheden niet, en het is onder Roose- velt's-bewind niet de gewoonte, dat de Ame rikaansche concerns eerst het ministerie raadplegen, alvorens zy groote transacties in het buitenland sluiten. Begrijpelijkerwijs interesseert men zich ten zeerste voor den persoor van F. W. Rickett, den man, ten wiens name de concessie is ver leend. De „News Chronicle" weet te melden, dat de heer Francis William Rickett een Fn- gelschman is, woonachtig te Draycott Place, Londen, en een landhuis bezit te Newbury, in het Engelsche graafschap Berkshire. In de eerstkomende dagen zullen wij nog wel meer omtrent deze sensationeele wending, die de kwestie geloopen heeft, vernemen. De Ver. Staten en de Sovjets. Wij moeten nog even terugkomen op de be trekkingen tusschen Amerika en de Sovjet unie, die, zooals men weet, door de bekende wisseling van diploma tieke stukken, zijn vertroebeld. De Vereenig- de Staten hebben thans de Sovjet-regeering gewaarschuwd, dat de toekomst der vriend schappelijke betrekkingen tusschen de Ver- eenigde Staten en de Sovjet-republiek uit sluitend afhangt van de strikte naleving der door de Sovjets gedane beloften, zich niet te Feuilleton. Naar het Amerikaansch van Bastil Harrison VI. De maan was achter het woud weggezon ken, lange schaduwen vielen over de rivier; een gefluisterd bevel, en vijf vlotten werden in den stroom geduwd. Langzaam dreven ze naar het dorp; de opvarenden hadden zich veiligheidshalve languit neergelegd. Toen ze aan den overkant waren, beval Sir Martin de soldaten in de schaduw der boomen dek king te zoeken en daarop sturde hij de speurders vooruit op verkenning. Ze bleven niet lang weg en rapporteerden, dat het dorp in diepen slaap was. Vijf mannen werden achtergelaten om de vlotten te bewaken en zoo een terugtocht mogelijk te maken; toen trok de majoor onhoorbaar voort met de rest van de colonne. De dorpsbewoners schenen zich in hun geïsoleerde positie zóó onaan tastbaar te achten, dat ze geen wachtposten hadden uitgezet een buitenkans voor de aanvallers! Eensklaps liet Terrence een gedempt com mando hooren. De Askari's vuurden een salvo in de lucht en renden zoo hard ze konden en een woest krijgsgeschreeuw aanheffend, naar het centrum van de verzameling hutten, waar zich de „residentie" van het opperhoofd ge- vond. Het dorp schrok wakker en op hetzelfde oogenblik, dat ze te voorschijn kwamen, gingen de negers er van door. De mannen sprongen naar rechts en links om een schuil plaats te zoeken, de vrouwen en kinderen volgden hen op de hielen. Meg's krijgsplan bleek een volkomen succes: de overrompeling had een panischen schrik veroorzaakt, die elke gedachte aan tegenstand verlamde. Twee mannen, een stuk of vier vrouwen en een dozijn kinderen buitelden uit de hut van het opperhoofd; de Askari's grepen de twee mannen en lieten de anderen loopen. Een plotselinge stilte viel. Uit den ingang kwam een verblindende lichtstraal, die hutten, gestalten en boomen in een feilen, witten gloed zette, een enkele flits. Daarna leek de duisternis nog dieper dan tevoren. Opeens de joviale stem van Mr. Vaughan: „Hallo, Meg, ik dacht wel, dat je nu lang zamerhand zou komen opdagen. Hoe is 't er mee, kind?" I „Best, alleen 'n beetje verblind door uw bliksemlicht, vader. Is 't met U ook goed?" j Ze sprak op kalmen toon, maar de trilling van opluchting in haar woorden ontging Sir Martin Terrence niet. Hij richtte het schijnsel van zijn electrische lantaarn op Mr. Vaughan en zijn verbaasde oogen rustten op een wonderlijk uitziende ge stalte in de overblijfselen van een expeditie- costuum, een gestalte, van het hoofd tot de voeten met een vuil, klei-achtig grijs over dekt. „U kent majoor Terrence, vader," hernam Miss Vaughan; „hy was zoo vriendelijk mij te begeleiden." Mr. Vaughan hinkte naar voren, schudde den majoor de hand. „Hoe gaat het, Sir Martin? Blij u te zien. Ik ben u buitengewoon verplicht, dat u Meg geholpen hebt hier te komen." Hy wachtte even en vervolgde, met een klank van op rechte verontwaardiging in zijn stem. „En als u de Britsche autoriteit in dit gebied bent, moet ik u er op wijzen, hoe schandelijk onhygiënisch deze hutten zijn. De bewoners slapen allemaal in asch, van jaren en jaren opgespaard. Ik heb er ook in geslapen. En ik kan u zeggen, meneer, dat het allemachtig smerig is." „Asch?" echode Terrence, niet weinig van zijn stuk gebracht door het feit dat hij, na den moeizamen tocht door het bosch en de gewaagde overrompeling van het dorp, dood leuk met een klacht over de slaapgelegenheid der inboorlingen verwelkomd werd. „Neen, ik ben niet de Britsche autoriteit in deze streek. Ik was toevallig in de buurt. Hoe lang bent u overigens hier?" „Byna drie dagen Ik kon niet weg van wege een jaap in mijn been, die ik opliep bij een kleine schermutseling met een paar van deze heeren." Hij richtte zich tot zijn dochter. „Ik geloof toch dat je gelijk had, Meg; ze waren er heelemaal niet op gesteld, dat ik een foto nam. Tusschen haakjes, waar ben ik eigenlijk?" „Een goede vijf-en-dertig mijl ten Oosten van Kuala", deelde Meg zakelijk mede, maar haar stem verried duidelijk, dat het haar moeite kostte om haar zelfbeheersching te bewaren bij de nuchtere onverstoorbaarheid, die haar vader aan den dag legde. Had hij dan geen sprankje gevoel voor de ongerust heid en de moeite, die hij haar bezorgd had, om niet te spreken van de opofferingen, die Terrence zich had moeten getroosten? Maar Mr. Vaughan was zóó vervuld van zijn eigen avontuur en blijkbaar zóó blij, dat hij een auditorium had voor zijn aangeboren spraakzaamheid, dat hij onbekommerd voort- praatte: „H'm, een heel eind! Enfin, het logies zou nog niet zoo slecht geweest zijn, als die be roerde asch er niet was. En behalve mijn been, heb ik eigenlijk nergens bepaald last van gehad. Maar dat neemt niet weg, dat ik erg verheugd ben jullie te zien. Kom binnen, dan kunnen jullie kennis maken met mijn vriend het opperhoofd." Hij deed een stap ter zijde en noodigde hen met handbeweging uit de hut binnen te treden. De vele vragen, die Terrence op de lippen ragen, doofden uit in zijn verbijstering over de simpele goedmoedigheid,waarmee de Amerikaan de situatie opnam; de oogen- schijnlijk onverwoestbare, beminnelijke kalm te van zijn wezen werkte ontwapenend. En zonder een woord volgde Sir Martin zijn reis- genoote in de ronde hut. Deze werd verlicht door een helderen gloed van een vuur in het midden. Er omheen was een diep bed van asch opgehoopt,, overblijfsel van andere vuren sinds jaren her. Hierop troonde de omvangrijke gestalte van het opperhoofd, aan wien Mr. Vaughan hen niet zonder plechtstatigheid in het Engelsch voor stelde, hoewel de oude heer er geen woord van kon verstaan. Daarop vervolgde Meg's vader: „En dit is mijn vriend, het oog, dat alles ziet." Hij wees naar den achterkant van de hut. waar op ooghoogte een zakcamera hing. „Hoe maakt u het? Aangenaam u te ont moeten," antwoordde de camera met im- poneerend-barsche stem, eveneens in het Engelsch. „De oude truc, vader, viel Miss Vaughan uit, „de buiksprekery mengen in de binnenlandsche aangelegenhe den der Vereenigde Staten. De waarschuwing is niet gedaan in den vorm van een nota aan Moskou, maar in een for- meele verklaring, die gepubliceerd is. De jongste nota der Vereenigde Staten en het antwoord der Sovjet-Unie doen de vraag rijzen, aldus zegt de minister, of de Sovjet- regeering onder schending van de uitdrukke lijke overeenkomst in zake haar erkenning door de Vereenigde Staten in 1933, op haar grondgebied organisaties of groepen wil dul den, welke plannen koesteren of leiding geven aan ondernemingen, die ten doel hebben, de politieke of sociale orde der Vereenigde Sta ten omver te werpen. Geconstateerd wordt dan, dat de Sovjet- regeering zich buiten twijfel heeft schuldig gemaakt aan miskenning van de door haar gegeven belofte. Wanneer de Sovjet-regeering in haar nota van antwoord uiting heeft gegeven aan haar bedoeling haar beloften, namelijk de actie der Communistische Internationale en van derge lijke organisaties te verhinderen, in het ge heel niet na te komen, dan is hiermede een zware slag toegebracht aan de vriendschap pelijke betrekkingen tuschen de beide landen. Indien de Sovjet-regeering blijft doorgaan met haar politiek, op haar gebied handelingen te dulden, die een inmenging beteekenen in de binnenlandsche aangelegenheden van de Vereenigde Staten, in plaats van deze hande lingen krachtens schriftelijke aangegane ver plichting te verhinderen, dan zouden de vriendschappelijke en officieele betrekkingen tusschen beide landen ernstige schade lijden. Dr. Lambie, een persoonlijk vriend van keizer Haile Selassie, die in de Vereenigde Staten is teruggekeerd na 28 jaar in Abes sinië als arts te hebben gewerkt, is van mee ning, dat de natuur en de ziekteverschijnselen verschrikkelijker hinderpalen zullen blijken voor een invaller, dan de Ethiopische krijgs lieden zelf, aldus bericht Reuter. Van alle kanten, aldus dr. Lambie, is de 3000 meter hooge Abessinische hoogvlakte beschermd. In het omringende laagland, de zwarte aarde, heerschen tyhpus en malaria en is al na een kleine regenbui onbegaanbaar. Indien een hooggelegen weg wordt gekozen om de ziektegevaren te vermijden, zijn er de vele diepe bergkloven en gevaarlijke kammen. De Abessiniërs zelf, die in het hooggelegen deel wonen, zijn zelf niet immuun voor de ziekten van de moerassen in het laagland. Zij hebben hun posten daarom ingericht aan den rand van het hooge plateau en van deze schier onbereikbare posities doen zij uitvallen naar het lager gelegen deel om den invaller af te matten. Zij zouden echter sterven als vliegen, als zij in het laagland bleven en bij de invallers zal waarschijnlijk hetzelfde het geval zijn. De bewoners van het laagland zelf. aldus de arts, zijn ongedisciplineerd en storen zich niet aan de wetten. Zij zijn immuun geworden voor de malaria. Onlangs heeft de Negus ongeveer 2000 km wegen laten aanleggen waarmee de hoofd stad verbonden wordt met de uiterste posten aan den rand van het plateau. Deze wegen worden thans gebruikt om daarlangs de munitie te vervoeren. Oproeping in September. In een toespraak tot de troepen, die deel namen aan de manoeuvres zeide Mussolini dat in September wederom 200.000 man on der de wapenen geroepen zullen worden, ten einde het gemobiliseerde effectief tot een millioen man uit te oreiden. „De wereld moet weten," zoo zeide hij, „dat als men op belachelijke en provoceerende wijze van sancties spreekt, wij geen afstand zulten doen van één soldaat, noch van één matroos, noch van één vlieger, doch onze legersterkte tot het hoogst mogelijke peil zul len opvoeren. DE PETROLEUMCONCESSIË IN ABESSINIte, Colson, de Amerikaansche raadgever van den negus heeft verklaard, dat de overeen komst, waarbij de petroleumconcessie wordt verleend, niet vergezeld is van eenig geheim protocol. Colson ontkent eveneens, dat de concessionaris er in heeft toegestemd groote betalingen aan de regeering van Abessinië te doen. Deze verklaringen zijn in tegen spraak met de te Addis Abeba heerschende meening, dat een geheim accoord aan de overeenkomst is toegevoegd. Zij, die deze meening zijn toegedaan, vragen zich af waar om de onderhandelingen zoo in het geheim zijn gevoerd, indien de concessionaris en de Abessijnsche regeering niets te verbergen hadden. Inmiddels heeft de Britsche gezant te Rome, Sir Eric Drummond, Suvich medege deeld, dat hem en zijn regeering niets be kend is van een concessieverdrag in Ethiopië. De Britsche regeering heeft de kwestie ver der in onderzoek, doch verdere berichten zijn nog niet ontvangen. In politieke kringen te Rome gelooft men, dat de kwestie nog niet voldoende is op gehelderd, aldus Reuter. Het verdrag moet in ieder geval worden verbroken, aangezien het de rechten van Italië schendt. Italië zal niet dulden, dat een particuliere maatschappij, waarvan de menschen achter de schermen niet bekend zijn, de plannen van Italië verhindert. Graaf Vinei, de Italiaansche gezant te Addis Abeba, heeft gisterenochtend een be zoek gebracht aan het ministerie van buiten landsche zaken te Addis Abeba. Hij deelde echter den oorrespondent van Reuter mede, dat hij geen opdracht had van zijn regeering om te protesteeren tegen de petroleum-concessie. Men vermoedt, dat de Italianen onder den indruk zijn van de ter ritoriale beperkingen in de concessies. Men acht deze beperkingen van strategisch be lang, terwijl zij geen betrekking hebben op de vindplaats van petroleum of mineralen. Voorgeschiedenis der concessie. In bevoegde Ethiopische kringen wordt ver klaard, dat de zaak betreffende de petroleum concessie al drie jaar loopende is geweest. Zij zou eerst zijn aangeboden aan een Italiaan, die vertegenwoordiger was van een Ameri kaansche firma, maar de bepalingen van het contract niet zou hebben aanvaard. Men verklaart dat de zaak geenerlei poli tiek karakter heeft. Men weet in het geheel niet of de conces sionaris Britsch kapitaal heeft; de Britsche legatie werd niet op de hoogte gehouden. Men weet dat de maatschappij een jaar* lijksche som zal betalen, maar men weet niet of zij al bedragen heeft gestort. Anderzijds kent men ook niet de waarde aan petroleum van de in concessie gegeven terreinen en evenmin de bedoelingen der maatschappij voor het geval van een wijziging van regime in het concessie gegeven gebied, Birtsche regeering verklaart geen medewerking verleend te hebben. Het bericht omtrent het verstrekken van petroleumconcessies in Abessinië heeft in de City natuurlijk opzien gebaard vanwege het uitermate groote politieke belang, dat daar aan verbonden is, daar een dergelijke con cessie de plannen van Mussolini absoluut zou dwarsboomen. Het was evenwel moeilijk hieromtrent informaties in petroleumkringen te verkrijgen, aangezien de meeste leidende directeuren de stad uit zijn. Uit officieele kringen wordt vernomen, dat de Engelsche regeering geenerlei kenni3 draagt omtrent de gemelde concessie en geen medewerking voor de totstandkoming heeft verleend. Berlijn neemt afwachtende houding aan. Addis Abeba. 31 Aug. (Havas). De Duitsche commentaar op de verrassende wending inzake Abessinië is niet bijzonder uitvoerig en als gewoonlijk in alle bladen van gelijke strekking. Men wacht af in welken vorm Londen en Rome officieel hun stand punt zullen bepalen, en meent dat de verdere ontwikkeling nu volkomen in het duister ligt en de politieke wereld de eerstvolgende dagen in ongehoorde spanning zal verkeeren. Voorzorgsmaatregelen der En gelsche marine. Twee kruisers naar Malta. Het Parijsche blad „Le Journal" geeft een aantal bijzonderheden over de voorzorgen, waarmede Engeland zich omringt. Het blad herinnert er aan, dat de Admiraliteit reeds vóór de petroleumaffaire bepaalde, dat de „Thuisvloot" 1 September te Portland zou worden geconcentreerd, in plaats van op 9 September, zooals eerst was bepaald. De eenheden, welke te Portsmouth liggen, nemen brandstof aan boord en laden munitie reserves. Op vele vaartuigen van de reserve maakt men zich gereed om eventueel den actieven dienst te hervatten. De kruiser „Queen Elisabeth" zal over veertien dagen naar de Middellandsche Zee vertrekken even als de kruiser „Barham". Beide schepen heb ben manschauppen en materieel aan boord ter versterking van het garnizoen van Malta. „De „Matin" schrijft: Voor het eerst sedert het einde van den oorlog is de Britsche Ma rine in taat op elk uur van den dag van elke plaats waar zij is te vertrekken voor een reis van verscheidene maanden. De Haven op Malta wordt in staat van verdediging gebracht. Voor den ingang der groote haven is heden als verdedigingsmaatregel een drijvend paal werk geplaatst. KONIJN's AUTOMATIC HEDEN NASSI-GORENG dag en nacht „Goed geraden, meisje. Mijn bescheiden vaardigheid op dat gebied heeft mij van het kille graf gered." „Ik veronderstel, dat u in een positie ver keerde, die redding wenschelijk maakte," voegde zijn dochter hem verwijtend toe en er kwam een koude blik in haar oogen. Er was een korte stilte en toen gaf Mr. Vaughan een relaas van zijn avonturen. VII. Hij had, door de Shilluks in hun geestver voering niet opgemerkt, tot aan den rand van de open ruimte kunnen naderen en zijn magnesiumlicht-foto genomen. Daarop was, zooals hij het uitdrukte, de hel losgebroken. Het had maar een haartje gescheeld, of hij was op de plaats gedood, maar hij was er met een speerwond in zijn kuit en een groote buil op zijn hoofd afgekomen, doordat de negers het blijkbaar niet eens konden worden over de manier, waarop zijn vonnis voltrokken moest worden. Na een heftig debat bij zijn gebonden lichaam, hadden de Shilluks toen hun rituaal voortgezet. Na afloop daarvan waren zijn banden losgemaakt en nadat ze gezien hadden, dat hij kreupel was, hadden ze een draagbaar gemaakt en den weg naar huis aanvaard. De inboorlingen moesten twee keer zoo vlug gereisd hebben als zijn redders, want ze bereikten Trahona's dorp den tweeden dag voor zonsondergang. Mr. Vaughan was direct naar Trahona's hut gebracht en daar was weer over hem van gedachten gewisseld. Uit den toon en de blikken van de sprekers had hij opgemaakt, dat hem niet veel goeds te wachten stond en dat het blijkbaar slechts uitstel van executie was geweest, dat ze hem niet direct hadden afgemaakt. Toen de dis cussies geëindigd waren, was hij naar een kleine hut gebracht en daar onder strenge bewaking gesteld. Na wat gegeten en ge dronken te hebben erg groot was mijn trek niet was hy in slaap gevallen. Het moest omstreeks middernacht zijn geweest, toen ze hem uit zijn gevangenis hadden ge haald, want de maan stond hoog aan den hemel; hy zag een groot vuur, dat in het midden van het dorp was aangestoken; een man of zestig zaten er omheen met een troep vrouwen en kinderen op den achtergrond. Trahona. met de camera ln zijn hand, had zich rechts er van opgesteld en de twee tooverpriest.ers der kleine gemeenschap vlak bij hem. De plechtigheid ving aan met naargeestig tromgeroffel; de mannen dansten om het vuur en zongen vreemde liederen, die zelfs een toehoorder, die niet direct by het geval betrokken was, een huivering zouden hebben bezorgd. De priesters, die het gezang leidden, dansten ook. Mr. Vaughan had zich aller minst op zijn gemak gevoéld; hy had de onplezierige gewaarwording, dat hy meer met de ceremonie te maken had dan goed voor hem was, omdat de toovenaars, als ze in zijn nabijheid kwamen, dreigend met twee lange messen manoeuvreerden. Er was geen twijfel aan, dat zyn laatste uur geslagen was en waarschijnlijk was het de inspiratie van het doodsgevaar geweest, dat een idee door zijn hersens had doen flitsen. Hij wist, dat de Shilluks, doordat zij handel drijven met eenige Arabische stam men, wat Arabisch kennen en ook hijzelf kon zich van die taal bedienen. Waarom dat kostelijke idee hem niet direct bij zyn ge vangenneming in het bosch te binnen was geschoten, wist hij niet misschien had tegenwoordigheid van geest hem ontbroken, omdat hij plotseling overmand was. Maar hoe dan ook, het was zijn eenige en laatste kans nu en hij greep haar aan. Slech ter kon hij er in elk geval niet van worden... „De tooverpriesters dansten juist hun laat ste shimmy", zette Mr. Vaughan opgewekt zijn verhaal voort, „en stonden gereed hun messen in mij te drijven; het oude opperhoofd hield mijn camera op armslengte van zich af blykbaar als stuk van overtuiging van myn schuld en niemand zei een woord of verroerde een vin, het was zoo doodstil, dat je een speld kon hooren vallen. En op dat supreme moment riep myn fototoestel plotse ling in het Arabisch zoo kwaadaardig en angstaanjagend als het 't kon: „Houdt op dwazen! Ge begeeft u in groot gevaar!" Ze hielden ook op, om te zien, waar de stem vandaan kwam. „Als jullie dezen onschuldige vermoordt, zal er geen regen meer vallen en geen visch meer gevangen worden. Ik ben het oog, dat alles ziet." Het was de camera, die dat alle maal zei. „De toovenaars ontdekten het eerst waar de stem vandaan kwam en ze gingen er als de haas van door. De rest van de kudde volgde hun voorbeeld en alleen het opper hoofd, die te dik was om hard te loopen, bleef, trillend op zijn beenen, staan." „Ik nam de camera uit zijn hand. zette haar op den grond, een eindje van hen af en legde hem, zoo goed en kwaad het ging, met behulp van zijn en myn Arabische kennis, uit wat voor belangryk personage ik, als ver tegenwoordiger van dat allesziende oog wel was. Daarna zette ik hem op zijn gemak en samen gingen we naar zijn hut. Daarna maakte ik de camera vast zooals jullie haar nu ziet; en als iemand binnen komt, zegt mijn trouwe kiekkast „Vrede zij U. Vaart gij wel?" En geloof me, er komen niet veel nikkerjï binnen. Ze hebben zich een ongeluk geschrokken en de schrik zit er meters diep in alleen het opperhoofd is dol op het toestel. Het zegt hem dan ook herhaaldelijk, dat hij een groot en goed man is! En in den meest letterlijken zin als klap op de vuurpijl ik heb daarnet een foto gemaakt, die uniek in de wereld is." „Een foto!" herhaalde Meg op een toon, die gedecideerd afkeuring inhield. Haar vader scheen wel nooit wijzer te worden. Maar in Mr. Vaughan's blauwe oogen kwam een triomfantelijke schittering, toen hy er bij voegde „liet zal overigens de laatste foto zyn, die ik met deze camera maak. Ik heb „het oog dat alles ziet" voor veertig pracht-exemplaren van olifantstanden tón mijn gewaardeerden gastheer verkocht!" Maar niet alleen de foto vormde de afslui ting van een periode; ook de reis van het Victoria Nyanza meer naar Khartoem en ver volgens naar Egypte. Want, zooals vooral de lezeressen van dit bewogen verhaal interes seeren zal, en zooals zij eigenlyk wel niet anders zullen hebben verwacht, een poos later werd in Sephard's hotel in Cairo een luisterryk verlovingsdiner gegeven en Miss Vaughan vergezelt haar vader niet meer op zijn avontuurlijke zwerftochten. Niet' alleen haar levenswijzeook haar naam heeft zij veranderd: zij heet thans Lady Margaret Terrence en resideert als ch&telaine op een fraai landgoed in Surrey aan de zyde van haar echtgenoot, die zijn Egyptische carrière voor het rustig bestaan van den Engelschen landedelman heeft verruild. EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1