Buitenlandsch Overzicht.
Het geschil tusschen
Italië en Abessinië.
Taptoe
AKKERTJES
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
COIFFEUR POUR DAMES
SALON MANSHANDEN
FEUILLETON
MARINEROMAN
W I L L I A R I S
Hiermede dan den lezer heil!
Fokker gezocht.
Japansche nota's aan China
wekken ongerustheid.
Uit Duitschland.
'n "Akkertje1'
beschermt U
Dank van België.
doü' «rt
en
voor VIJF wasschen 16 ct
Abonnement per 3 maanden bil vooruitbet. i
A„n, Brcc2lu,t Vrütg» uTL' f*"™1
Nedert. Oost- en West-Indië per zeeoost f tin m binnenland f 2—,
landen f 3.20. Losse noa 4 rt r ',er mail en overige
Zondagsblad resp f0 50 070 loÏn m P; 6 °L Weekabonnementen 12 ct
fl ?0 - °-70' *0.70,(1.—» Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, fl.50,
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekenlng No. 16066.
ADVEBTENTIEN:
20 ct per regel (galjard). Ingez. medsd. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 cL per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 cL per regel,
minimum 60 cL (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 cL per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Nog altijd Italië-Abessinië. - Gemeenschappelijk optreden van
f, hï T r A'S IUll,é om komt. kom,
Duttschland ook zeg, Berlijn. De kerkstrijd in Duitschland.
De zitting
van den
Volkenbond.
De petroleumconcessie
in Abessinië vormt nog
altijd, zooals te begrijpen
is, een onderwerp van
uitvoerige perscommen
taren.
De heele Italiaansche pers, zoo meldt Reu
ter uit Rome, houdt zich nog uitvoerig met
de zaak Rickett bezig en legt in hun opschrif
ten nadruk op den weerklank in de heele
wereld, zoowel als op de walging, die de open
bare meening overal koestert over deze oneer
lijke Abessijnsche handeling en op de steeds
duidelijker blijkende verwarring van de Engel-
sche regeering.
Een New-Yorksche makelaar, Chertok,
vormt nu weer 't onderwerp der discussies: hij
beweert het eerst de concessie te hebben ge
kregen tot exploitatie van de terreinen in
Abcssynië.
De Volkenbond, waarop o.a. ook de Ita-
liaansch-Abessynische kwestie ter sprake zal
komen, houdt zijn gewone Septemberzitting
hedenmiddag. Het is evenwel nog lang niet
zeker of nu dadelijk al die kwestie aan de
orde komt; in ieder geval wordt eerst een be
sloten zitting gehouden, waarin de agenda
wordt samengesteld. Uiteraard is er groote
belangstelling voor deze bijeenkomst.
Na hun aankomst te Genève, hebben Laval
en Eden een bespreking gehad.
Tengevolge hiervan heerscht in Britsche
kringen de meening, dat gerekend kan worden
op een gemeenschappelijk optreden van En
geland en Frankrijk.
Zonder twijfel zullen beiden ln contact
treden met de Italiaansche gedelegerden. Eden
zal zich direct naar Aix les Bains begeven,
naar den Britschen minister-president Bald-
win.
Naar Reuter uit Parijs meldt, zou de
Italiaansch-Abessijnsche verzoenings-commis-
sie tot het besluit zijn gekomen, dat geen
enkele moreele of pecunaire schuld rust op
Italië of Abessinë inzake het incident van
Wal-Wal en de gebeurtenissen, die daaruit
zijn voortgevloeid.
..Laat ons
20 jaar in
vrede leven
De Abessijnsche ge
zant Martin heeft zich
in een rede te Londen
aldus uitgelaten:
Laat ons 20 jaren in
vrede leven en verstrek ons een leening, met
behulp waarvan wij in het geheele land
scholen kunnen oprichten en onze natuurlijke
hulpbronnen zullen kunnen ontwikkelen en ik
kan U verzekeren, dat de Abessiniërs aan het
eind van dat tijdperk zulke groote vorderin
gen zullen hebben gemaakt, als men zich zou
kunnen wenschen.
Intusschen schijnt Mussolini van meening
te zijn, dat het op slag dooden van de meesten
onzer de beste methode is om ons op te
voeden en te beschaven. Indien het werkelijk
slechts ging om het vraagstuk der overbevol
king van Italië, dat 431 inwoners per km*
telt, t^en 500 in Groot-Britannië, 457 in
Japan en 360 in Duitschland, zou Abessinië
niets hebben tegen vreedzame nederzettingen.
In geen geval zal Italië echter Abessinië als
kolonie verkrijgen.
De gezant wees er voorts op, dat ook reeds
Stakman Bossestr. 65 Tel. 514
PERMANENT-WAVE f 2.60 en f 3.50
door
Wij beginnen heden met de publicatie van
een oorspronkelijken roman, geschreven
door een stadgenoot, zich verschuilend
achter den naam „Williaris". Eenige jaren
geleden, n.I. in 1933, hebben wij van den
zelfden schrijver een feuilleton gepubliceerd,
dat om zijn lokale kleur het speelde in
onze stad en in marinekringen aantrok.
Het thans aangevangen verhaal bezit deze
zelfde eigenschappen; de reis van de K 18
heeft voor een deel den schrijver geinspi-
reed, zooals den lezer al spoedig duidelijk
zal worden. Het verhaal is overigens niet
„avontuurlijk" in den zin van sensationeel
of geheimzinnig; maar juist dit was voor
ons mede een reden liet onze lezers tei af
wisseling van dergelijke lectuur voor te
'eggen. Hopen wij, dat deze verandering van
fipijs tot meerderen eetlust van het geeste
lijk voedsel, dat de „Heldersche Courant"
regelmatig brengt, zal opwekken.
Redactie Held. Courant.
aan een Italiaan een kostbare concessie is
verleend voor het delven van goud en platina.
En toen bezaten nog geen andere personen
iets van dien aard.
Amerika wil vóór alles den vrede hand
haven; op zijn politiek zal door de verleende
concessie geen invloed worden uitgeoefend,
aldus Huil op een persconferentie.
De kwestie van de Abessijnsche concessie
is natuurlijk een muis met een buitengewoon
lange staart. Want nu reeds knippen wij
diverse berichten uit de bladen, die ons doen
zien, dat b.v. Duitschland zich niet zóó maar
bq de zaak zal neerleggen.
„Als de Italiaansche campagne in Oost-
Afrika een nieuwe verdeeling der koloniën
aan de orde stelt, zal Duitschland om zijn
deel vragen."
Dit is het officiëeie standpunt in Berlijn,
dat duidelijk uiteengezet wordt in een com
muniqué van dr. Frick, minister van Binnen-
landsche Zaken. Terugkeer van Duitschland
naar den Volkenbond is vast verbonden met
de koloniale kwestie. Wij willen geenszins
Italië's recht betwisten. Wij begrijpen zijn
positie, die dezelfde is als de onze. Doch wij
hebben een nog grootere bevolking en nog
meer recht op expansie.
De leugen, dat Duitschland niet tot kolo
niaal beheer in staat is, die als voorwendsel
in het Verdrag van Versailles werd neerge
schreven om onze koloniën te stelen, moet te
niet worden gedaan. Ook wij hebben plaats
noodig voor ons volk en zullen niet toestaan,
dat onze rechten opzij worden geschoven.
TECLÉ HAWARIATHE,
De vertegenwoordiger van Abessinië bq
den Volkenbond, die tevens gezant van
zijn land te Parijs is.
De strijd
tusschen staat
en kerk in
Duitschland
Twee maanden geleden
is de Duitsche rijks
minister zonder porte
feuille dr. Kerri belast
met de behartiging van
de kerkelijke aangelegen
heden, die tevoren onder
binnenlandsche zaken
(dr. Frick) ressorteerden.
Onder de leiding van dr. Frick waren staat
en kerken hoe langer hoe meer van elkaar
vervreemd. De Evangelische kerk was ten
prooi geraakt aan een ernstige verdeeldheid.
En met de katholieke kerk is de spanning
aanmerkelijk toegenomen, sedert medio Juli
Goering zijn manifest tegen het „politieke
katholicisme" had uitgevaardigd.
Dat zoowel de staat als de kerken gaarne
het doode punt, waarop hun betrekkingen
zijn vastgeloopen, te boven zouden komen, be
hoeft geen betoog. Voortdurende wrijving
toch kan voor geen van de betrokken partijen
een aanlokkelijk vooruitzicht zijn.
Dat de staat den eersten stap heeft gedaan
om tot vrede te komen, zal zoowel het katho
lieke als het Evangelische kamp waardeeren.
Kerrl, die zelf tot de Evangelische kerk be
hoort, heeft zoowel met rijksbisschop Mliller
als met de leiders van de oppositioneele Be
lijdenisbeweging geconfereerd. Over de uit
komsten van de conferentie is geen officieel
communiqué uitgegeven, maar wel uitgelekt,
dat men geen stap dichter bij het beoogde
doel is gekomen. Voor een herstel van de een
heid der kerk is en blijft de persoon van dr.
Müller het groote struikelblok en het staat
te bezien, of het Kerrl zal gelukken hem weg
te krijgen, zoolang Hitier, die een persoonlijk
vriend van dr. Müller is, hem de hand boven
het hoofd houdt.
Concessie gaat niet door.
Standard Vacuum trekt zich terug.
Het ministerie van Buitenlandsche Zaken
heeft bekend gemaakt, dat de concessie aan
de African Development and Exploration
Corporation niet zal doorgaan.
Huil, de minister van Buitenlandsche Za
ken, heeft, volgens een nader Reuterbericht,
bekend gemaakt, dat als resultaat van be
sprekingen, die hij heeft gehad met ambtena
ren van de Standard Vacuum Oil Co., dezen
hem hebben medegedeeld, dat zij zich uit de
concessie zullen terugtrekken.
In een formeele verklaring zeide minister
Huil, dat George Walden en Dundas, onder
scheidenlijk president-commissaris en vice-
president van de Standard Vacuum Oil Co.,
gisteren hebben bekend gemaakt, dat hun
maatschappij eigenares was van een uitge
breide olieconcessie, 29 Augustus door den
keizer van Ethiopië toegewezen aan de Afri
can Development Exploration Corporation,
die een dochtermaatschappij is van de Stan
dard Vaeuum en het advies zocht van het
departement van buitenlandsche zaken over
den toestand, door de concessleverleening in
het leven geroepen. Den bestuursleden van
bovengenoemde maatschappij werd medege
deeld, dat de verleening van de concessie de
oorzaak van groote ongelegenheid was, niet
slechts voor de regeering, doch ook voor an
deren, die krachtige, oprechte pogingen in het
werk stellen voor het behoud van den vrede,
en dat het hoogst wenschelijk was, dat zoo
spoedig mogelijk de noodige stappen werden
gedaan om de concessie te beëindigen.
Later werd den minister van buitenlandsche
zaken door bovengenoemde bestuursleden me
degedeeld, dat de maatschappij had beslóten,
zich uit de concessie terug te trekken.
De houding van de Abessjjnsche
regeering.
Dinsdag, dus voordat zij kon weten, dat de
concessie zou worden geannuleerd, heeft de
Abessijnsche regeering officieel verklaard, dat
zij aan ondernemers en financiers, die eerlijk
en zonder bijbedoeling in Abessinië willen
werken, daartoe de mogelijkheid wil bieden,
onverschillig tot welk land zij behooren. Door
het verleenen van concessies wordt de inte
griteit van een land niet geschaal. Abessinië
is geen partij bij het verdrag van 1906 en
heeft dat ook in 1926 ter kennis van den toen-
maligen minister van buitenlandsche zaken,
Grandl, gebracht. Ook thans heeft de regee
ring er op gewezen, dat zij zich nooit het
verleenen van concessies laat opdwingen en
concessies slechts uit vrijen wil vergeeft.
De regeering wijst er verder op, dat ieder,
die partij is bij het verdrag van 1906, den
plicht heeft, de onafhankelijkheid en integri
teit van Abesinië te garandeeren.
Incidenten te Addis Abeba?
Van Italiaansche zijde wordt medegedeeld,
dat een Italiaansch onderdaan, Marciano ge-
heeten, in de straten van Addis Abeba is
overvallen en geslagen. Dit incident moet zich
gisteren hebben afgespeeld. Voorts zijn stee-
nen geworpen naar het huis van een tweeden
Italiaanschen onderdaan.
In verband met deze gebeurtenissen heeft
de Italiaansche diplomatieke vertegenwoor
diger de Abessijnsche regeering laten weten,
dat hij zich van de verantwoordelijkheid ont
slagen acht, wanneer van nu af in de straten
der stad de Italianen overgaan tot een legi
tieme wijze van zelfverdediging.
De oorlogskansen van Italië.
Omtrent de oorlogskansen van Italië inge
val het inderdaad tot den aanval op Abessinië
mocht overgaan, heeft dr. Thomas Lambie,
een Amerikaan, die gedurende langen tijd de
lijfarts is geweest van Haile Selassie en die
in Abessinië verblijf heeft gehouden van 1919
tot korten tijd geleden, volgens het A.N.P.
o.a. het volgende verklaard
Mussolini zal er nooit in slagen Abessinië
te veroveren. De Duce kan stroomen troepen
zenden naar de lage landen, maar de Abes
sijnsche troepen verslaan en het land in een
zelfs ook maar gedeeltelijke onderwerping
brengen, dat zal hem nooit lukken, gezien het
feit, dat het geheele land bij wijze van spreken
met prikkeldraad bezaaid is en iedere heuvel
een fortificatie vormt. De Abessijnsche hoog
landers, die hartstochtelijke krijgslieden zijn,
die geenszins voldoende inzicht hebben in de
beteekenis der gebeurtenisen, zullen nooit hun
wapenen neerleggen. Zoolang er nog een berg-
oord is, waar zij zich kunnen terugtrekken,
zullen zij de guerilla blijven voeren.
De keizer wil den vrede, aldus ging dr.
Thomas Lambie met zijn verklaringen voort.
Hij is een verstandig man. Hij heeft de con
cessies aan de Engelsch-Amerikaansche maat
schappij niet alleen verleend om Amerika en
Engeland er toe te brengen pressie uit te
oefenen op Mussolini, maar ook om de wereld
te bewijzen, dat hij tracht het land open te
leggen voor den handel.
Drie reusachtige valleien, bijna zoo diep als
de Grand Canon, zullen de legioenen van
Mussolini in hun opmarsch naar het Noorden
des lands tegenhouden. Hierheen zullen de
Abessijnsche troepen zonder eenigen twijfel
na eenige schermutselingen terugtrekken. De
Italianen zullen hun artillerie zelfs niet over
de eerste dezer kloven heen kunnen brengen
en wanneer de Abessiniërs naar de bergen
terugtrekken, zal Mussolini ze zelfs niet met
vier millioen man kunnen overweldigen.
Verder gaande met zijn uiteenzettingen
zeide Lambie nog, dat naar zijn meening de
oorlog ongetwijfeld zeer wreed zou worden.
De Italianen, aldus verklaarde hij, zullen mis
schien krijgsgevangenen kunnen maken. De
Abessijnen zullen dat niet kunnen, daarvoor
hebben zij niet genoeg levensmiddelen. De
Keizer zal geen bevelen geven tot het af
maken van vijanden, maar wanneer zijn troe
pen eenmaal de guerrilla geopend hebben,
zullen zij eenvoudig in de onmogelijkheid ver-
keeren krijgsgevangenen te maken. De even-
tueele gewonden zullen onduldbaar lijden. Er
zal slechts één Abessijnsche Roode Kruis-
eenheid zijn voor ongeveer een millioen man,
zonder rekening te houden met mogelijke ge
vangenen. Het Roode Kruis zal met enorme
moeilijkheden te kampen hebben en er zullen
maar weinig Amèrikaansche en Engelsche
doctoren aanwezig zijn. Wij hebben een aantal
jeugdige Abessijnsche inboorlingen opgeleid
voor hospitaalwerk, maar verpleegsters zijn
er niet. Wij verwachten alle zendingen medi
camenten uit Engeland te zullen ontvangen.
KONIJN's AUTOMATIC
HEDEN NASSI-GORENG
dag en nacht
Dr. Thomas Lambie verklaarde tenslotte
nog, dat hjj Woensdag a.s. van New-York
naar Abessinië vertrekt, teneinde aldaar het
Abessijnsche Roode Kruis te organiseeren.
EEN BRUTAAL VERZOEK VAN ITALIË.
Naar Reuter uit Addis Abeba verneemt,
heeft het Italiaansche gezantschap aan de
Abbessijnsche regeering verzocht om 200 in-
landsche Italiaansche soldaten naar de hoofd
stad te mogen zenden om de Italiaansche
legatie aldaar te bewaken.
t
Reuter meldt uit Washington:
Nye, de voorzitter van de commissie tot
onderzoek naar den wapenhandel, deelde aan
de pers mede, dat hq den Senaat en Huil
heeft gewaarschuwd, dat men geen pas mocht
verstrekken aan den vliegtuigconstructeur
Fokker.
Nye heeft Cummings, den attorney-general,
verzocht bericht te geven, indien Fokker de
Vereenigde Staten zal trachten te verlaten
over de grens van Mexico of Canada.
Fokker blijft onvindbaar, terwijl de com
missie hem wil hooren over „zekere trans
acties bij verkoopen van vliegtuigen.
In politieke kringen is ernstige ongerust
heid gewekt door de nota's, die de Japansche
consul-generaal te Tientsin heeft doen toeko
men aan den gouverneur van de provincie
Hopei en aan den burgemeester van Tientsin.
In deze nota's wordt gezegd, dat de terro
ristische vereenigingen en de geheime orga
nisatie nog altijd bestaan. Den Chineeschen
autoriteiten wordt er een verwijt van ge
maakt, dat zij deze organisaties en vereeni
gingen niet hebben onderdrukt, zooals zij be
loofd hebben. Geëischt wordt, dat thans zon
der verwijl energieke maatregelen worden ge
nomen.
De ongerustheid in Chineesche kringen
vloeit voort uit het feit, dat men zich her
innert, dat vroeger dergelijke nota's de inci
denten in Hopei ten gevolge hebben gehad.
Intusschen ontkennen de Chineesche auto
riteiten, dat de geheime vereenigingen en or
ganisaties nog bestaan.
Toename van de huwelijken,
In het derde kwartaal van 1934 is het aan
tal huwelijken in Duitschland opnieuw aan
zienlijk toegenomen en in vergelijking met
het tweede halfjaar 1933 zijn het tweede half
jaar 1934 11.500 of 6 pet. meer huwelijken
gesloten. Vooral nam het aantal geboorten in
het tweede halfjaar aanzienlijk toe. In het
eerste halfjaar was het aantal levendgebore
nen 44.400 of 25.6 procent grooter geweest
dan het eerste halfjaar 1933, terwijl in het
tweede halfjaar 1934 in de steden 64.300 of
37.7 procent meer kinderen werden geboren
dan in de overeenkomstige periode van het
vorige jaar. Deze sterke toeneming van het
aantal geboorten in 1934 had tot gevolg dat
het inwonertal der groote steden dit jaar
voor het eerst weer gestegen is, hoewel aan
den anderen kant een aanzienlijk verlies moet
worden totegeschreven aan vertrek naar el
ders. Het aantal inwoners van 52 groote ste
den Is gestegen van 19.810.300 tot 19.836.300.
Toename van het bierverbruik.
In het brouwjaar 1934'35 is de uitvoer
van bier verder gedaald, n.1. van 216.000 tot
169.000 H.L. De invoer bedroeg 36.000 H.L.
of ongeveer evenweel als in het vorige jaar.
Het Duitsche bierverbruik steeg sedert het
vorige jaar van 33.92 tot 36.65 millioen H.L.
of met 7.9 pet. Per hoofd der bevolking werd
in 1934'35 55.7 liter bier verbruikt tegen
52 liter in het vorige jaar. Het verbruik van
brandewijn steeg eveneens en wel met 66.223
Als 't gure weer U koud en rillerig
doel Ihuis komen en voor 'n zware
verkoudheid, zelfs voor een griep
aanval doel vreezen, neem dan voor
'l naar bed gaan een "AKKERTJE"
Ge voorkomt dan veel narigheid en
slaal morgen gezond en prettig opl
Nedertandsch Ongeëvenaard bij gevalle kou
k Product Griep, rheumaiische pijnen.
Zenuwpijnen, Hoofdpijn, enz.
Per 12 st. 52 cl. 2fakdoosje20ct.|
Volgens recept van Apotheker Dumont
AKKER-CACHETS
Vraagl ooki „Laxeer-Akkertjes", de nieuwe
vinding van Apotheker Dumont tegen ver
stopping, hardlijvigheid, enz.Werken zacht,
tot 603.684 H.L. De bierbelasting heeft het
rijk in 193435 268.1 millioen mark opge
bracht tegen 242.8 millioen mark in het
vorige jaar of 4.08 (3.72) mark per hoofd der
bevolking.
Toename van de staatsschuld.
De schuld van het Rijk is van Juni 1934
tot Juni 1935 toegenomen met 1537% mil
lioen mark. Per maand bedraagt de toene
ming ca. 128 millioen mark.
Voor de deelneming b(j het over
lijden van Koningin Astrid.
De consul-generaal van België in Neder
land betuigt zijn oprechten dank aan allen,
die van hun deelneming hebben doen blijken
ter gelegenheid van het droeve overlijden van
Koningin Astrid.
ASTRID'S OUDERS BLIJVEN IN BELGIË,
Naar verluidt zijn de ouders van wijlen
Koningin Astrid, Prins Karei en Prinses Inge
borg van Zweden, voornemens zich metter
woon in België te vestigen, teneinde zich te
belasten met het toezicht op de opvoeding der
koningskinderen.
s Ae leve***
vellen9 9°e
Hsndthond. „Emka" Apeldoorn
HOOFDSTUK I.
Het was een druilerige morgen.
Na een paar stormachtige dagen was de
wind gaan liggen en was het stil geworden.
Een gladde, grijze lucht strekte zich uit
boven de zee en boven Nieuwediep.
De zee lag stil en verlaten; geen zeil van
een botter, geen vlet zelfs vertoonde zich.
Aan de andere zijde van het Marsdiep lag
het eiland Texel. Het duinlandschap bood een
troosteloozen aanblik in den druilerigen, nat
ten morgen en het was als treurde het om
zjjn verlatenheid.
De boeien die het vaarwater aanduidden,
gingen langzaam op en neer op de trage
deining die zich lui voortbewoog tot aan de
kust, waar geweldige bazaltblokken het
verder voortgaan beletten.
Geheimzinnig murmelend kroop het water
op langs de steenen, om zich daarna weer
terug te trekken ln zijn zanderig bed.
De zee zuchtte, als was ze nog vermoeid
van haar spel met den stormwind, die haar
had gestriemd en opgezwiept totdat de golven
tegen den zwaren zeedijk hoog °PlieP™.
daar met donderend geraas uiteen te spatten
en terug te vallen naar beneden, om vandaar
weer te worden opgestuwd en weer terug te
vallen, telkens en telkens weer.
Doch eindelijk was de storm ""geraasd,
was de zee tot rust gekomen en kabbe'e"d'
klotsend en lekkend langs de met glibber'^
groen begroeide steenen van den dijkwand en
van de uitloopers. murmelde zij voort, zacht
neuriënd haar deinend lied.
Op het havenhoofd, op het uiterste p
van de pier, die zich enkele tientallen meters
in zee uitstrekt, stond een eenzaam wande
laar. De regen droop van zijn hoed op
jas en van zijn jas op den grond, doch hij
scheen er niets van te bemerken.
Hij tuurde over de verre, wijde vlakte tot
aan den horizon, maar zijn blik ontmoette
niets wat hem eenige belangstelling inboe
zemde.
Een paar meeuwen vlogen op korten af
stand hem voorbij.
Plotseling lieten zij zich in het water val
len en begonnen luid krijschend te vechten
om een stuk aas dat ze gelijktijdig ontdekt
hadden.
Met afwezigen blik sloeg de wandelaar hen
gade, tot een andere grootere meeuw de
vechtenden verjoeg en zelf het lekkere hapje
naar binnen werkte.
Met een schreeuw van overwinning steeg
de meeuw weer op uit het water en een boog
beschrijvend om de plek waar de wandelaar
stond, verdween het dier ln de richting van
het eiland Texel.
De man keek den vogel na tot hij hem niet
meer kon zien en staarde toen weer mis
troostig voor zich uit.
Een snuivend geluid trof zijn oor en nu
werd zijn aandacht getrokken door een school
bruinvisschen, die in ongeregelde rijen, naast
en achter elkaar zwommen, telkens hun
gladde ruggen vertoonend. Zij waren op zoek
naar voedsel en het geleek inderdaad wel een
troep varkens die, in een weide losgelaten
waren en alles oppikten wat van hun gading
was.
Maar ook de bruinvisschen verdwenen uit
het gezicht en de wandelaar voelde zich
teleurgesteld. Verdrietig keek hij rond om
iets te ontdekken dat hem kon interesseeren;
maar aan zijn oog vertoonde zich niets dan
i) Een school bruinvisschen wordt door. de
zeelieden wel „de boer met zijn varkens" ge
noemd.
een troostelooze leegte, een treurige verlaten
heid die hem terneerdrukte en ontmoedigde.
Even huiverde hij; toen, zich van de zee af
wendend keerde hij om en voorzichtig zijn
weg zoekend over de gladde keien van de
natte pier, ging hij met gebogen hoofd huis
waarts.
Was dat nu weer voor een Zondagmorgen?
Maar de regen bleef gestadig doorsijpelen.
Mijnheer Vonk zat voor het raam in de
voorkamer. Gemelijk keek hij in de krant en
dan weer naar buiten. Nu en dan mopperde
hij wat op het weer en op den regen die maar
gelijkmatig bleef doordruppelen.
„Wat is dat nu voor weer", mopperde hij
geërgerd.
„We hebben een mooien zomer gehad, dat
geef ik toe; maar nauwelijks is de herfst
begonnen of het begint te stormen alsof alles
tegen den grond moet en nu is dan eindelijk
de storm voorbij en krijgen we zulk slecht,
miserabel weer er voor in de plaats.
En dat nog voor den Zondag, bah!"
„Ja man," zei zijn vrouw troostend, „we
hebben het goede genoten, maar nu komt de
slechte tqd weer aan. Alles op zijn tfld, niet
waar?"
„Och, jullie ook altijd," gromde mijnheer.
,,U hebt gelijk moeder," viel Jo, die voor
het raam stond haar bij. „Wij moeten alles
aannemen zooals het komt, en het is maar
goed dat niemand daar iets aan kan verande
ren. De natuur is haar eigen baas. Wij heb
ben een prachtigen zomer gehad en er volop
van genoten; nu komt de winter met koude
en ongemak en ook dat moeten we aannemen.
Wij mogen niet klagen als het niet altijd
precies naar onzen zin Is, vader!"
„Och, jullie altijd met je gezeur," gromde
hq weer.
„Jullie weten altijd alles goed te praten.
Als er iemand een been of een arm wordt
afgereden zeggen jullie: Gelukkig nog goed
afgeloopen, 't had zijn hoofd wel kunnen zqn.
Maar wat heb ik aan die kletspraatjes?"
Jo lachte en zei: „Juist vader, wij moeten
altijd trachten de lichtzijde te ontdekken. Ook
achter de wolken schijnt de zon. Er is al
narigheid genoeg in de wereld. Wees dus
alsublieft niet zoo somber.
Kijk, daar zie ik al een licht plekje! Straks
wordt de lucht wel weer helder."
Mijnheer mompelde iets onverstaanbaars
en verschool zich achter zijn krant.
De heer Vonk bewoonde met zijn gezin een
vrij groot huis aan de Kanaalstraat.
Aan de straat lag een voorkamer, die mijn
heer steeds aanduidde met den naam van
salon".
Daarachter kwamen dan de woonkamer en
de eetkamer met de keuken.
Door de keuken kwam men in een aardig
bloementuintje dat door een schutting was
afgescheiden van de Zeestraat.
Een deur in die schutting gaf den bewoners
gelegenheid om aan de achterzijde het huis te
verlaten.
Onmiddellqk naast de smalle Zeestraat ver
hief zich de geweldige zeedijk die met zijn
massieve zwaarte de stad en het achterland
beschermde en het soms erg onstuimige water
tegenhield.
Boven, aan de straat lagen een paar slaap
kamers, waaronder ook die van het echtpaar
Vonk, terwijl Jo haar kamer aan de achter
zijde had.
Zij had deze gezellig ingericht naar haar
eigen smaak en behoefte en zq vertoefde er
gaarne.
Vanuit het groote raam kon zij in den
bloementuin kijken en had ze ook een wijd
uitzicht over zee. Zij vond het altijd wéér een
genot om op haar kamer te zjjn en naar het
watervlak te staren dat soms spiegelglad
kon zijn, dan weer rimpelig van kleine golf
jes, maar dat ook wel eens woest onstuimig
was, maar nooit eender.
Dikwijls lag ze op de divan een mooi boek
te lezen of ging ze aan haar bureautje zitten
werken.
Jo was onderwijzeres en studeerde voor de
hoofdacte. Alhoewel geen schoonheid van den
eersten rang, was zq toch knap te noemen.
Zij had een goed geproportioneerd lichaam
en was van middelmatige lengte.
Maar het was vooral haar gezicht dat de
aandacht trok. Dit was zuiver ovaal en de
donkerblonde haardos die het omlijstte deed
haar frissche teint des te beter uitkomen.
Ze had zachte, bruine oogen waarin veelal
een peinzende uitdrukking lag. maar die ook
dikwijls stug konden kqken, zoodat sommigen
van haar kennissen haar een trotsch nest
vonden. Anderen, die haar beter kenden,
wisten welk een schat van liefde zij verborg
in haar ruime hart. Haar vader was de eige
naar van het kleedingmagazijn dat vlak
naast hun huis stond.
Hij was een klein, hoogmoedig mannetje
die zich heel wat verbeeldde omdat hij zich
zelf zoo had weten op te werken.
Voor de bedienden die in zijn magazijn
werkten was hij een streng meester en de
kleinste fout of het geringste verzuim won
den hem erg op. Voor de menschen die bij
hem hun inkoopen wilden doen, was hij een
en al beleefdheid en door veel strijkages en
vleierq wist hij hen dan tot koopen over te
halen.
(Wordt vervolgd).