Buiteniandsch Overzicht
fAPTOE
Het geschil tusschen
Italië en Abessinië.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
No. 7645
eerste blad
SEPTEMBER 1935
63ste JAARGANG
FEUILLETON
W I L L I A R I S
Buitengewone conditiesVraag demonstratie fit. Velo Waschmachine Mij
Na den dood van koningin
Astrid.
Dank van Astrids ouders
De gezondheidstoestand
van Koning Leopold.
COURANT
Abonnement per 3 maancien bil vooruith#»t ki<»i
Nederl. Oost- en West-Indië per reepost ^10 tJL
landen f 3.20. Losse nos. 4 ct fr n n fi 1 JT 60 °Verig°
Zondagsblad resp. f0.50 f0 70 '(0 70 fl 6c\™eekabon~nten ct
ti jo tO.70, fl.—Modeblad resp. f 1.20. f 1.50, fl.50,
VerschyntDinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Orukkery v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 cL per regel (galjard). Ingez. medad. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 cL per regel, minimum 40 ct.; by niet-contante betaling 15 cL per regel,
minimum 60 cL (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 cL per advertentie extra). Bewgsnummers 4 ct
utwinors oordeel. - De arbitrale uitspraak inzake het incident Wal-Wal.
Scherpe rede van
prof. Jèze, waar
na de Italiaan-
sche gedelegeer
de vergadering
verliet.
De groote gebeurtenis
op de openbare vergade
ring van den Volken
bondsraad te Genève is
het kwaad wegloopen
van Italië tijdens de dis
cussies over het Abes-
•sijnsch-Italiaansche ge
schil. Reeds direct na de
eerste zitting werden de
gevoelens, die in de Londensche City de
Beurs- en zakenwijk van Londen over-
heerschend waren, omschreven als een men
geling van ontsteltenis over de hardnekkige
onverzettelykheid der Italianen en een uit
gesproken vasten wil, Italië van een oorlog
met Abessinië af te houden. Donderdag
avond half acht, na een dag van onderhande
lingen in de hotelkamers, werd toen plotse
ling nog een openbare zitting belegd van den
Raad. Het is deze zitting, die voor de Itali
anen niet zeer aangenaam is verloopen.
De eerste Italiaansche gedelegeerde, baron
Aloisi, die den vorigen dag reeds in een pers
conferentie verklaard had niet meer met
Abessinië in den Raad te willen discussieeren,
was weggebleven en had zich door een min
dere grootheid laten vervangen. En nadat
deze laatste de tweede redevoering van den
Franschen advocaat Jèze, die hier voor Abes
sinië het woord voert, eenigen tijd had aan
gehoord, en de sarcasmen en verwijten, dié
daarbij met bijtende scherpte werden uitge
sproken, zoo dat een echte Abessiniër het
niet scherper had kunnen doen, over zijn
hoofd had laten trekken, verdween ook hy
ostentatief, zoodat de Italiaansche zetel ge
heel leeg bleef. Natuurlijk belette dit den
Raad niet om de discussie ook zonder Italië
verder voort te zetten, en wat de Italianen
met deze houding denken te bereiken, is dan
ook niet erg duidelijk.
Italië's grieven
jegens
Abessinië.
Italië heeft intusschen
een memorandum ge
publiceerd, waarin het
zgn grieven jegens Abes
sinië heeft neergelegd.
Hierin worden vier re
denen opgesomd betreffende den gespannen
toestand:
Ten eerste: weigering van Abessinië een
definitieve grens vast te stellen tusschen
eigen gebied en de Italiaansche koloniën en
een herhaalde en ontoelaatbare bezetting van
Italiaansch gebied.
Ten tweede: herhaalde beperking van de
integriteit van de diplomatieke en consulaire
vertegenwoordigers in Abessinië.
Ten derde: voortdurende schending van de
materieele en moreele rechten van de in Abes
sinië gevestigde Italianen, waardoor de ont
wikkeling van de oeconomische betrekkingen
verhinderd is.
Ten vierde: gewelddadige aanvallen op het
leven en de goederen van de Italiaansche be
woners.
Een heele reeks van deze aanvallen wordt
in het memorandum opgesomd.
De conclusie, waartoe Italië komt, is, dat
de regeering van Addis Abeba haar verplich
tingen als lid van den Volkenbond niet is na
gekomen. Italië zou, blijkens uitlatingen van
baron Aloisi, aan de verdere beraadslagingen
te Geneve niet kunnen deelnemen, indien bij
de verdere behandeling van het conflict, Italië
en Abessinië met gelijke maat gemeten
worden.
Toelichting van
Aloisi aan de pers
Aan de buitenland-
sche journalisten heeft
Aloisi nog de volgende
toelichting gegeven:
Op het oogenblik be
staat nog geen gevaar, indien men ons ten
minste niet provoceert. Uit deze verklaring
maakt men algemeen op, dat hangende de
Geneefsche besprekingen Italië geen militaire
daden zal verrichten. Aloisi voegde aan zgn
verklaring toe: De voorstellen, die men ons
te Parijs gedaan heeft, hebben wij als onvol
doende beschouwd. Eden meende, dat ze edel
moedig waren, ze waren echter niet in over
eenstemming met onze wenschen en met de
opofferingen, die wg ons tot aan dit oogenblik
hebben getroost. Italië vroeg een politiek en
oeconomisch overwicht over Abessinië; men
bood slechts aan een gedeeltelijk overwicht
op oeconomisch gebied. De vraag ryst of deze
aanbiedingen het begin of het einde van on
derhandelingen vormen.
In antwoord op een andere vraag, zette
Aloisi nader uiteen, dat Italië bij het teeke
nen van het pact-Briand-Kellog, tot uitban
ning van den oorlog, op voorbeeld van Groot-
Britannië een voorbehoud gemaakt had ten
aanzien van Afrika.
Aloisi heeft ook nog gezegd, dat hy zich
niet voorstelt, de uitsluiting van Abessinië
uit den Volkenbond te vragen.
Mussolini-
Napoleon.
KONIJN's AUTOMATIC
HEDEN NASSI-GORENG
BKtl dag en nacht
Het is vermakeigk in
dit verband den over-
zichtschryver van de
N. Rott. Crt. een door
gefourneerd anti-Musso-
linist (het schoone woord is van den over-
zichtschryver der Heldersche Courant,) te
hooren, waar hy vertelt van het hierboven
genoemde incident van Italië's wegloopen. Hij
zegt:
De toestand is zoo, dat wy kunnen beleven
dat Italië binnen eenige weken een oorlog
begint, waarop dan te Genève en elders heel
dramatische gebeurtenissen moeten volgen.
Het kan ook zijn dat Italië het niet zoo kwaad
zal blijken te bedoelen als het nu ons wel zou
willen doen gelooven en de zaak door middel
van onderhandelingen zal kunnen worden af
gedaan. Dan echter bereide men zich voor op
eindeloos loven en bieden. Mussolini kan niet
met een sprongetje omlaag komen van het
standpunt waarop hy zich heeft gesteld, wy
hebben hem eens een staatsietrap zien afda
len by een demonstratieve gelegenheid. Zgn
tred daarbij was erg langzaam en zijn hou
ding Napoleontisch plechtig als tafreel. Ver
laat hy zijn standpunt in de Abessynsche aan
gelegenheid dan zal dat stellig ook langzaam
en Napoleontisch zgn. De onderhandelingen
waarmede het gepaard zal gaan zullen echter
wel aan die plechtigheid afbreuk doen.
De vertegenwoordiger van Abessinië, Jèze,
heeft in zgn redevoering, die het heengaan
van de Italianen uit de raadszaal tengevolge
had, den Volkenbondsraad voor oogen ge
houden dat deze thans de dringende taak
heeft tot de toepassing van artikel 15 van het
Volkenbondsverdrag over te gaan, zooals de
Abessinische regeering reeds in Maart ver
langd had. Het oogenblik voor uitstelproce
dures, met het doel om meer tijd voor onder
handelingen te winnen, is thans voorbg. De
MARIN6ROMAN
door
2)
Dat noemde hg „zgn koopmanschap
Maar in huis was hy juist andersom.
Hg was de' baas en dulde geen tegen
spraak. Overal waar hg de kans schoon zag,
sloeg hg geld uit en altyd had hy zyn voor
deel op het oog.
Zgn vrouw, die al zoo lang met hem had
omgesprongen, had nooit veel teederheid van
hem ondervonden. Zij werd geheel op den
achergrond gedrongen en haar zorg strekte
sich niet verder uit dan het huishouden.
Tenminste, dat dacht haar man.
Van de heerlijke uurtjes die zy samen met
doorbracht wist hij niets.
Dat hielden ze voor hun beidjes.
Het echtpaar Vonk had drie dochters
Helena was de oudste en was sinds lang
Behuwd met een officier van de landmacht.
Zij was de afgod van haar vader en de
heer Vonk liet geen gelegenheid ongebruikt
om anderen te vertellen van zgn schoonzoon,
d'e ritmeester bij de huzaren was en in
Den Haag woonde.
Helena geleek in alles op haar vader.
Haar man was veel eenvoudiger en ging
200 weinig mogeiyk op bezoek bij zyn
schoonvader. Als hg er al niet buiten kon,
dan ging hij in burgerkleeren, wat den ouden
heer altijd zeer onaangenaam was.
Als tweede volgde Greta, die naar haar
moeder aardde en met een boekhouder ge
trouwd was. Toen zij indertijd verkeering
met hem had, was hij nog maar een gewoon
klerkje en viel daarom in 't geheel niet in
den smaak van haar vader. Hij weigerde
zgn toestemming tot een huwelgk te geven,
totdat Greta, ten einde raad, het op een
gedwongen huwelgk Het aankomen.
Heftige scènes waren toen gevolgd, maar
om de schande had hij zich genoodzaakt ge
zien, toe te geven.
Later was alles wel weer zoo'n beetje by-
gèdraaid, maar toch zag hy hen liever gaan
dan komen.
Als laatste kwam Jo, de onderwgzeres.
Deze gaf haar vader nog de meeste zorg.
Zg scheen geheel in haar werk op te gaan
en nooit eens aan trouwen te denken, hoe
wel ze toch al over de 26 was.
Nog geen jaar geleden had zij een schit
terend aanzoek, volgens haar vader, gewei
gerd. Een vriend van hem, een weduwnaar
van bgna 40 jaar, met een groote zaak, veel
grooter dan de zijne, kwam veel op bezoek
bij de familie Vonk, om over zaken te
spreken.
Maar ook had hij een begeerig oog gesla
gen op de dochter des huizes.
Jo had zich nooit meer dan de beleefdheid
vereischte, met hem bemoeid en was dan ook
ten zeerste verbaasd over dit aanzoek.
Haar weigering had haar vader bgna den
dood aangedaan.
Officieel had de man om de hand van Jo
gevraagd. De heer Vonk had toen gezegd
zich zeer vereerd te gevoelen, maar de be
slissing in zulk een delicate zaak aan zgn
dochter zelf te willen overlaten.
raad mag niet door langer dralen Italië de
gewenschte gelegenheid bieden het voor Italië
meest geschikte oogenbUk voor het openen
van den aanval te kiezen, en aldus den Vol
kenbond voor een voldongen feit steUen. De
raad zal thans op grond van artikel 15 een
commissie moeten benoemen, die nog in deze
raadszitting doeltreffende voorstellen tot
handhaving van den vrede zal moeten in
dienen.
In werkelijkheid aldus Jèze, wil Italië ech
ter Abessinië tot haar kolonie maken om
grootere afzetgebieden voor de Italiaansche
waren te verkrijgen. Waarom dit niet open
lijk in den raad gezegd? Of zou de hoofdbe-
doelnig van Italië bij het geschil wellicht zijn
dat de Italiaansche regeering daardoor een
voorwendsel krijgt om haar imperialistische
doeleinden ook in Europa te kunnen verwe-
zenlgken
De Volkenbond
spreke zich uit
of hij werkelijk
aan Abessinië
steun zal ver-
leenen.
De Abessinische re
geering wenscht thans
echter in de eerste
plaats de toepassing van
artikel 15. De raad zal
eigen verantwoordelijk
heid op zich moeten ne
men. De raad zal thans
moeten toonen, dat lig
practisch in staat is de integriteit en onaf
hankelijkheid van zijn leden, ook en vooral van
zgn militaire zwakke leden, tegen buiten-
landsche aanvallen te beschermen. Abessinië
vraagt den raad te zeggen of een staat, die in
zijn onafhankelijkheid bedreigd is, inderdaad
Volkenbondssteun kan verkrijgen.
Alleen Litwinov heeft nog verder aan de
discussies deelgenomen. Hg begon met het
uitspreken van zijn leedwezen over het mis
lukken van de Pargsche besprekingen. Een
succes van Parys zou niet alleen voor den
wereldvrede van groot nut zgn geweest, doch
zou ook de andere leden van den Volken
bondsraad bespaard hebben hun oordeel over
dit geschil uit te spreken.
Voor Sowjet-Rusland is het bgzonder
onaangenaam thans haar oordeel te moe
ten zeggen, aangezien dit oordeel niet
gunstig is voor Italië, met welken staat
Sowjet-Rusland in de beste verstandhou
ding leeft en waarvoor Sowjet-Rusland
grooten eerbied koestert.
Litwinov meent echter openhartig te moe
ten spreken in het belang van den wereld
vrede. Daarom voelt hij zich verplicht te ver
klaren dat hg het oneens is met de houding
die Italië den Volkenbond zou willen zien
aannemen.
Het incident
Wal-Wal en de
arbitrale uit'
spraak hierover.
Tenslotte volge hier
nog de tekst van de
arbitrale uitspraak in
zake het bekende inci
dent Wal-Wal, dat de
oorzaak zou zijn van al
de strubbelingen en vijandelgkheden tusschen
de twee landen.
De eenstemmige slotsommen van de arbi
trale uitspraak der arbitragecommissie-Politis
inzake het incident van Wal-Wal luiden als
volgt:
De commissie is van oordeel, dat het inci
dent aan een ongelukkigen samenloop van
omstandigheden te wijten is. Het eerste ge
weerschot zou hetzelfde onbeduidende karak
ter kunnen hebben als de talrgke die bg an
dere gelegenheden er aan waren voorafgegaan.
Het is zeer begrijpelijk, dat by den zenuw-
achtigen toestand, waarin zich de troepen
beiderzijds bevonden, die sinds twee weken in
een gevaarlijke nabuurschap van elkander ge
plaatst waren, dit eene geweerschot de be
treurenswaardige resultaten veroorzaakt
heeft, die erop gevolgd zijn.
Onder deze omstandigheden is de commis
sie tot de overtuiging gekomen:
1. dat geen enkele verantwoordelijkheid
aan de Italiaansche regeering of aan haar
vertegenwoordigers ter plaatse kan worden
opgelegd terzake van het incident van Wal-
Wai. De klachten, die de Abessijnsche regee
ring tegen de Italiaansche autoriteiten geuit
heeft, worden weerlegd door de veelzijdige
voorzorgsmaatregelen, die de Italianen ge
troffen hebben om ieder incident by de ge
legenheid van de aankomst van geregelde en
ongeregelde Abessgnsche troep te Wal-Wal te
verhoeden, en ook door het ontbreken van
ieder belang dat de Italianen zouden hebben
gehad bg het uitlokken van de vechtpartgen
van 5 December;
2. dat, indien al de Abessgnsche regeering
redelijkerwijs evenmin belang had bg het uit
lokken van deze schermutseling, haar plaat-
selgke autoriteiten door hun houding den in
druk hebben kunnen achterlaten, dat zij aan-
valsbedoeUngen hadden, doch dat toch niet is
aangetoond, dat de plaatselgke Abessijnsche
autoriteiten verantwoordelijk kunnen worden
gesteld voor het incident van 5 December.
De arbitrale uitspraak houdt ook nog de
verklaring in, dat de latere incidenten tus
schen Italiaansche Abessijnsche troepen van
onbeduidenden aard zijn geweest en geen aan
leiding geven tot het vaststellen van eenige
internationale verantwoordelijkheid.
Nog geen beslissing omtrent de
concessies.
De Abessgnsche regeering heeft nog niet
haar standpunt bepaald ten aanzien van de
verklaring van de Standard Oil inzake de an
nuleering van de concessieovereenkomst. De
financieele adviseur van den Negus, de Ame
rikaan Colston, verklaarde in een interview,
dat de toestand ongewijzigd was gebleven en
dat voorloopig geen verklaring van de Abes
sgnsche regeering te wachten was.
Andere concessionarissen.
De Paris Soir meldt, dat reeds in 1918 twee
Franschen, de gebroeders Bayart olieconces
sies hadden verkregen in Abessië, dit is dus
nog eerder dan die van Chertok verworven
.werden. Volgens het blad zouden deze beide
Franschen hebben besloten hun aanspraken
te laten gelden.
Engelsche persstemmen.
Naar Reuter meldt, noemt de correspondent
van de Times te Genève het verlaten van de
zittingszaal van den volkcnbondsraad door de
Italiaansche gedelegeerden een demonstratie
van de Italiaansche taktiek, welke eenige
minuten verbazing heeft veroorzaakt.
De ernst van den toestand is niet te ontken
nen. De pogingen om een verzoeningscommis
sie te benoemen, hebben tot den avond ge
duurd.
Een Russische persstem over de
rede van Litwinof.
De Izwestia bespreekt de houding, die Lit
winof te Genève heeft aangenomen inzake het
Italiaansch-Abessijnsch conflict. Het blad
schrijft, dat deze in overeenstemming is met
de principes, die de Sowjet-regeering zich in
haar buitenlandsche politiek gesteld heeft en
die gericht zgn tegen een imperialistisch kolo
niale politiek en die tot iederen prijs den vrede
willen behouden.
Het uitgangspunt van de Sowjets is, dat de
vaste wil den vrede te handhaven Italië moet
overheerschen, dit zou eveneens in het belang
van het Italiaansche volk zijn.
Een Amerikaansche persstem.
De New York Times schrgft omtrent het
optreden van Italië in den Volkenbondsraad
nog, dat de weigering van de Italiaansche ge
delegeerden te Genève om zelfs maar te luis
teren naar de uiteenzetting van de kwestie
door Abessinië een kleingeestige houding was,
hoewel bedoeld als een bewgs van nationalen
trots en waardigheid.
De Oostenrijksche bladen wgden groote aan
dacht aan het Abessijnsche vraagstuk, waar-
bg de regeeringsorganen voortdurend her
halen, dat volgens betrouwbare inlichtingen
geen verandering in den toestand van Europa
en met name niet van dien in Midden-Europa
te verwachten is, ook al zou het tot een oorlog
komen tusschen Italië en Abessinië. De onaf-
hankelgkheid en de integriteit van Oostenrgk
zijn in ieder geval verzekerd.
Italië zal zich beheerschen.
Op een persconferentie heeft de Italiaan
sche vertegenwoordiger baron Aloisi in ant
woord op een vraag naar de bedoelingen
van de regeering te Rome geantwoord:
„Voor het oogenblik bestaat geen on-
middellgk gevaar voor gewapend optre
den van Italiaanschen kant, behalve wan
neer men dat uitlokt."
Men kan uit deze verklaring afleiden
dat tijdens de besprekingen te Genève
geen demonstratie door ItaUë is te vree
zen.
Aloisi zeide voorts: „De voorstellen, die
Genève ons heeft gedaan, zijn naar ons oor
deel onvoldoenden. Eden is van meening, dat
zg royaal zijn, maar de waarheid is, dat zy
niet voldoende zijn voor onze wenschen en
voor de offers, die wg tot nog toe gebracht
hebben. Italië heeft een politiek en econo
misch overwicht in Abessinië gevraagd, en
men heeft ons slechts een half overwicht
op economisch gebied in Abessinië aange
boden."
Op een andere vraag verklaarde
Aloisi, dat Italië, bg de onderteekening
van het Briand-Kellog-pact voor het
niet zijn toevlucht nemen tot oorlog,
naar het voorbeeld van Engeland, een
uitdrukkelijke uitzondering heeft ge
maakt om Afrika van het pact uit te
sluiten.
STEMMEN UIT SCANDINAVIË OM DEN
VOLKENBOND TE VERLATEN.
Verwaarloozing van voornaamste
V olkenbondsbeginselen.
Reuter meldt uit Stockholm:
Steeds meer gaan hier stemmen op om den
Volkenbond te verlaten, indien in het Itali-
aansch-Ethiopisch conflict geen maatregelen
worden genomen, tot het handhaven van den
vrede.
De „Handel Tidning", een onafhankelijk
blad, dat te Göteborg verschijnt, schrgft o.a.,
dat de Scandinavische landen geen reden meer
hebben om lid te biyven van den Volkenbond
indien een overeenkomst wordt aangegaan,
welke zou bydragen tot een verwaarloozen
van de voornaamste principes van den Vol
kenbond.
De Scandinavische landen kunnen niet mede
verantwoordelijk hiervoor zijn; de Volkenbond
zou hierdoor een instrument van de ergste
geweldpolitiek zgn geworden.
Het vertrek der familieleden.
Een der zusters van koningin Astrid. prin
ses Martha en haar gemaal, prins Olaf van
Noorwegen, hebben per vliegtuig Brussel
verlaten, met bestemming naar Oslo.
Naar verluidt, zullen de twee oudste kin
deren van koning Leopold en koningin
Astz-id, prinses Josephine Charlotte en prins
Boude wijn een paar maanden in Zweden bg
prinses Margaretha gaan doorbrengen.
Koning Leopold heeft voor alle leden van
zgn civiel en militair huis, een rouwperiode
van een jaar en zes weken voorgeschreven,
waarvan zes maanden zwaren rouw, tot acht
en twintig Februari: zes maanden gewonen
rouw tot acht en twintig Augustus en lichten
rouw tot negen October van het volgend
jaar.
Kerkelijke plechtigheden.
In talrijke katholieke kerken zgn missen
gecelebereerd voor de zielerust van koningin
Astrid.
In de Ned. Herv. kerk te Brussel heeft
de hulpprediker een herdenkingsrede gehouden.
Zondag wordt in dezelfde kerk een offi-
cieele rouwdienst gehouden.
Boodschap tot het Belgische volk.
Bg hun vertrek naar Zweden hebben de
ouders van wglen Koningin Astrid, Prins
Keu-el van Zweden en Prinses Ingeborg, een
mededeeling tot het Belgische volk gericht,
waarin zy o.a. zeggen:
„Toen wg, haar ouders, nu negen jaar ge
leden onze dochter Astrid als gemalin van uw
tegenwoordigen Koning naar haar nieuwe
vaderland vergezelden, heeft haar vader ver
klaard. dat hg met vreugde en volkomen ver
trouwen zyn geliefde dochter aan haar gemaal
en aan het Belgische volk kon schenken. Dit
vertrouwen werd nimmer beschaamd. Zoodra
onze teerbeminde Astrid den Belgischen grond
betrad, werd zg door de gansche Belgische
natie met een genegenheid ontvangen, die van
jaar tot jaar in kracht en innigheid is toege
nomen. Niemand weet beter dan wij, haar
ouders, hoe de liefde van het volk en zgn ver
trouwen, Astrid's wil, om zich geheel en al
aan haar nieuwe vaderland te wijden, hebben
gesterkt en haar geluk van echtgenoote en
moeder hebben vergroot".
Prins Karei en Prinses Ingeborg spreken
het Belgische volk hun diepe dankbaarheid uit
voor de overvloedige liefde, waarmee het hun
dochter bij voortduring heeft omringd.
„Ver boven ons eigen leed stellen wg", aldus
besluit deze oproep, „onze diepe genegenheid
voor uw jongen Koning, die zoo verschrikke-
lgk werd beproefd en voor zijn lieve kleine
kinderen, en rijst tegelgkertijd onze groote
erkentelijkheid voor hem, die aan onze teer
beminde dochter een zoo mateloos geluk heeft
geschonken".
Hoewel de gezondheidstoestand van koning
Leopold geen onmiddellijke zorg baart, heeft
zgn Igfarts hem toch verzocht ten minste
gedurende een paar dagen het bed te houden.
Van goed ingeUchte zijde wordt gemeld,
dat koning Leopold nog geruimen tijd rust
zal moeten nemen. Het is waarschgnlijk, dat
hg na genezing van zijn gebroken rib voor
eenigen tijd naar het buitenland zal ver
trekken.
HONDERD VLIEGTUIGMOTOREN
TE PARIJS BESTELD.
De Pargsche editie van de „New York He
rald" meent te weten, dat de Italiaansche
hichtmaarschalk Balbo tgdens zijn verblijf te
Parys bg de Fransche firma Gnome et Rhöne
honderd 900 P.K. vliegtuigmotoren met
luchtkoeling heeft besteld.
Daarop had hij het dienstmeisje gestuurd
om de jongejuffrouw te verzoeken beneden
te komen. Jo kwam, zag enzei neen.
Wederzgdsche betuigingen van spijt werden
gewisseld tusschen de beide heeren, waarop
de afgewezene verdween.
Maar toen was er een geweldige storm los
gebarsten boven het hoofd van Jo.
Hij ging zoo verschrikkelijk te keer, dat
zijn vrouw vreesde, dat hij een beroerte zou
krggen en met een smeekenden blik naar Jo
verzocht ze haar de kamer uit te gaan.
Zij ging, na hem nog een minachtenden
blik te hebben toegeworpen, naar haar eigen,
veilige kamer.
Lang stond ze voor het raam naar de zee
te staren. Als ze haar oogen sloot zag ze het
ideaal dat zg zich gevormd had van den man
dien zij zou toebehooren, voor haar geestes
oog verschgnen.
Maar de man dien zij zooeven ontmoette,
voldeed niet aan haar eischen.
Neen, tegen haar zin deed ze het niet; dan
trouwde zg liever nooit.
Als ze haar ideaal ontmoette zou ze hem
volgen, al was het dan een gewoon matroos
of een straatveger of zooiets, maar tegen
haar zin trouwde ze niet.
Zij sterkte zich In haar voornemen en be
sloot om niet aan haar vaders eischen toe
te geven, er mocht dan gebeuren wat wilde.
Haar vader liet geen gelegenheid voorbg-
gaan om haar heur „domheid" te verwijten.
Hg, die slechts waarde aan het materieele
toekende, begreep zgn dochter niet, evenmin
als hij ooit zgn vrouw begrepen had.
Dikwijls vonden heftige woordenwisselin
gen plaats, want Jo. die wel den zachten aard
van haar moeder had, had toch ook genoeg
van de vrijheidszin van het moderne meisje
in zich, om zich zoo maar niet alles te laten
zeggen.
Dan kwam haar moeder tusschenbeide en
trachtte zij de twistenden tot rede te bren
gen, wat haar echter' zelden gelukte.
Zelf koos ze nooit partij, want ze vreesde
terecht, dat dan de weinige rust in het gezin
voor goed zou zijn verstoord.
Zij suste en bedisselde maar zoo wat. maar
als haar man weg was en zy bg Jo op haar
kamer zat, gaf ze haar dochter gelgk en
troostte ze haar kind met de woorden: Kom,
kom meisje, niet den moed verliezen; wie
weet hoe alles nog goed loopt.
Meestal eindigden de ruzies doordat Jo zich
wijseiyk op haar kamer terugtrok of naar
school ging.
Zij was dol op haar moeder, maar die
steeds weer terugkeerende scènes vergalden
haar het thuiszijn.
Soms nam ze de vlucht en ging ze bg haar
zuster Greta op bezoek, waar zg dan haar
hart uitstortte. Het geluk waarin Greta zich
met haar man verheugde, blonk haar daar
tegen en als ze dan eens een poosje met de
kinderen stoeide, fleurde ze weer op. Daar
vond ze weer moed en kracht om haar moei
lijken weg verder te gaan en om tenminste
in haar moeders bijzijn een vroolijk gezicht
te zetten. Maar ook dat kon ze niet altijd.
Dikwyis zaten de beide vrouwen op-Jo's
kamer.
Vooral deze vertrouwelgke uurtjes met
haar eigen, lief moedertje waren haar tot
steun en troost, want die begreep haar zoo
goed.
Dan knielde zg voor haar moeder neer en
dan, het hoofd aan moeders knie geleund of
in den schoot der oude vrouw verborgen,
vertelde zij van haar verdriet en verlangen.
Dat veriichtte haar altyd en haar moedertje,
die steeds de juiste troostwoorden wist te
vinden voor haar arme hart, lachte zij dan
weer toe.
Maar van deze heerlgke oogenblikken wist
haar vader niets af. En de beide vrouwen
waren verstandig genoeg om hem buiten hun
intiem samenzgn te houden, daar hij in zyn
zucht naar eer en rijkdom daar niets van
begreep en dergelijke uitingen van teederheid
uitschold voor flauwen onzin en aanstellerij.
Jo studeerde hard na haar dagtaak te heb
ben volbracht en voor buitenstaanders leek
het of zy geheel in haar werk opging en
zich voor niets anders interesseerde.
Maar dikwgls als ze voor haar raam zat
en uitzag over de zee, voelde ze een warm
verlangen in zich opkomen; een verlangen
om zelf een gezin te stichten, een man te
hebben waar zij van hield en een kind, een
kind van haar zelf.
En met verlangenden blik staarde zg dan
over de uitgestrekte watervlakte, als ver
wachtte zy ieder oogenblik haar ideaal uit
de golven voor zich te zien opduiken.
Het was dus op dien regenachtigen Zon
dagmorgen dat mijnheer Vonk zijn ongenoe
gen te kennen gaf over het onaangename
weer.
Zgn vrouw zat bij de tafel en bladerde wat
in een tijdschrift.
Jo stond voor het raam en tuurde naar de
lucht, die werkelijk al helderder scheen te
worden.
„Ziet u wel, moeder," merkte zg op, „de
hemel is al veel minder bedekt; straks komt
het zonnetje er nog door en dan hebben we
echt mooi weer."
„Hm't mocht wat," gromde haar
vader, met een verveeld gebaar zijn krant
dichtvouwend.
Hg smeet het blad op de tafel en geeuwde:
„Bah, dat akeUge, vieze weer ook."
„Nou vader, wees toch niet zoo onredelgk.
U lgkt tegenwoordig wel aan de morgen
ziekte te lgden.
Laten we toch tevreden zijn met hetgeen
ons gegeven wordt Wij hebben alles wat wij
maar wenschen kunnen en het minste, ge
ringste brengt u uit uw humeur. Met een
beetje goeden wil konden wij het zoo echt
gezellig hebben met ons drieën."
Hg veerde op uit zgn stoei en sarcastisch
riep hg uit: „Aan de morgenziekte lgden!
onredelgk! Ja dat alles en nog veel meer zou
je wordeu als je met een dochter zit opge
scheept zooais jy bent.
Je zegt: laten we tevreden zijn met het
geen ons wordt gegeven. Haha, had dat ver
leden jaar ook gezegd toen mijnheer Baaks
om je hand vroeg. Dat was tenminste ver
standig geweest. Een man van hoog aan
zien, met een goede positie in de maat
schappij, die jou aanbiedt zgn vrouw te wor
den, die weiger je. Andere meisjes zouden
met beide handen zoo'n aanbod hebben aan
gegrepen.
Maar jg met je gewauwel over liefde;
allemaal larie zeg ik je.
Ik heb me daar nooit mee opgehouden,
maar leven je moeder en ik niet goed met
elkaar?"
Jo wierp een medelgdenden blik op haar
moeder die het hoofd dieper over het blad
boog T>m haar aandoening te verbergen.
Op heftiger toon ging hij voort: „Maar jg
met die dwaze praatjes over de liefde en al
dien romantischen onzin meer; jij zou waarem-
pei in staat zgn om met een matroos of des
noods met een landarbeider te trouwen."
1
(Wordt vervolgd.)