VAN WILLIGEN
Historische reis
van Hr. Ms Konenaer naar West-Indië.
Julianadorp
Texel.
Den lezers
250 gu]den
BUITENLAND
MEUBELENKOPEN
IS EEN ZAAK VAN
VERTROUWEN,
Overheidssteun aan de
zeescheepvaart.
Partijdag van de
NationaaPSocialisten.
De proclamatie van
Hitier.
Onernigheid in het
Grieksche kabinet.
Rassenscheiding op de Duitsche
scholen.
Het Duitsche leger.
Eeuwfeest Polder Eierland
HELDERSCHR COURANT VAN UONDERDAG 12 SEPTEMBER 193!
7 September 1915 5 Maart 1916
Het was dezer dagen juist 20 jaar geleden,
dat een der meest gedenkwaardige tochten
aangevangen werd door een onzer oorlogs
schepen, n.1. de hierboven vermelde reis van
Hr. Ms. „Kortenaer" naar West-Indië, een
reis, ondernomen in vollen oorlogstijd, waar
bij een gevaarlijk mijnengebied moest wor
den gepasseerd en men bovendien blootstond
aan de lang niet altijd denkbeeldige!
gevaren van den duikbootporlog.
Over deze reis is destijds een geïllustreerd
gedenkboek uitgegeven, dat aan de beman
ning is uitgereikt ter herinnering aan dezen
historischen tocht. Het is uit dit Dagboek,
dat wij een en ander willen vermelden. In
marinekringen is het feit aanleiding geweest
tot een réunie op Soesterberg, waarbij de ex-
commandant van de „Kortenaer", schout-bij
nacht tit. L. W. P. van der Wal, een lezing
met lichtbeelden hield.
De état-major van de „Kortenaer", zooals
deze oorlogsbodem op 7 September 1915 zijn
reis aanvaardde, luidt als volgt:
Kapitein ter zee L. P. W. van der Wal,
commandant. Luitenants ter zee le klas J. C.
F. Hooykaas, le officier, en J. Bosma; luite
nants ter zee 2e klasse Jhr. O. van den Bran-
deler, Jhr. M. P. Coertzen de Koek, H. van
Rooy, P. J. Feteris en J. Huygens; Luite
nants ter zee 3e klasse A. Scheffelaar, W.
Harmsen en P. Kronenberg; Off. van gezond
heid le kl. H. R. Vorst, id. 2e kl. L. Hen
driks; Off. van administratie 2e kl. P. H.
Sluyter, id. 3e kl. J. Everts; Officier-machi
nist le klasse J. T. Campagne, hoofd der ma
chinekamer, id., id. 3e kl. F. Damave; machi
nisten A. D. Jongkees, W. Mor ree, T. Huis
man, P. C. A. Schiller, J. N. Gons.
Chef der equipage was opperschipper J. W.
Davidse.
Hier volgen dan enkele bijzonderheden uit
het reisdagboek:
7 Sept. '15 verliet de „Kortenaer" ten half
zes 's morgens de haven van Nieuwediep, ten
gevolge van het vroege morgenuur door
slechts weinige achterblijvende familieleden
uitgeleide gedaan. Er waren 40 ton steen
kolen als deklast a. b. Aangezien het schip
indertijd gebouwd was voor kustverdediging
en niet voor lange reizen, zijn de kolenrui-
men niet groot en moet voor een langen af
stand, zooals het schip nu voor den boeg
had, n.1. NieuwediepMadeira, steenkool aan
dek worden medegevoerd. Er waren, wat
voor de reis naar West-Indië een bijzonder
heid mag heeten, 96 zeemiliciens a.b. (hier
onder 19 M.K.-personeel), in het geheel 256
opvarenden, waaronder gerekend zijn Com
mandant en 16 officieren. De scheepsgeit
blijve buiten rekening!
's Morgens elf uur passeerden wij dicht
langs de wandelpier van Scheveningen, waar
Z. E. de Minister van Marine aanwezig was
om een laatsten blik op Hr. Ms. „Kortenaer"
te werpen en om de nieuwe, lichtgrijze oor
logskleur te beoordeelen. Gedurende dien
ochtend ontving het draadlooze station eenige
telegrammen, o.a. van den vice-admiraal,
Commandant der Marine, om alle opvarenden
een goede reis en een behouden terugkomst
toe te wenschen.
's Avonds zeven uur kwam het schip een
paar mijl bewesten het lichtschip „Noord-
Hinder" ten anker, omdat het geraden
scheen in deze streken, waar door de ver
schillende oorlogvoerende partijen, onderzee-
sche mijnen gelegd zijn, 's nachts niet te
varen. En om door mogelijk in het donkere
van den nacht rondzoekende onderzeebooten
van Engeland of Duitschland niet voor een
vijandelijk schip en dus als welkome prooi
aangezien te worden, hielden wij na zons
ondergang een groote Nederlandsche vlag,
flink verlicht door twee sterke electrische
lampen, in het tuig. En inderdaad, 's avonds
tien uur een verrassing: de uitkijk op de
brug zag plots op 100 M. vóór het schip
een duikboot uit zee oprijzen die dadelijk
daarna weer onderdook, maar later met de
periscoop 2 M. boven water vlak langs het
schip voer, niet verder dan op 20 M. af-
stands. Door dit nauwkeurige onderzoek
blijkbaar overtuigd, dat wg geen vijand en
dus: „geen spek voor zijn bek" waren, ver
dween de boot spoedig daarop in het donker.
Den volgenden morgen vier uur onder stoom,
kwam Hr. Ms. „Kortenaer" om 8 uur bij de
Engelsche kust, waar door de onafgebroken
zorg van de Engelsche Marine steeds een
smalle vaarweg langs en door de banken
wordt vrijgehouden van mijnen, zoodat eigen
schepen en die van bevriende naties hier
veilig kunnen varen. Wg zagen, dien dag
langs de Engelsche kust stoomende, dan ook
honderden gewapende stoomtrawlers, inge
richt om mijnen op te ruimen, steeds bezig
dezen vaarweg te contróleeren. Een loods
kwam a. b. om ons hier den weg te wijzen.
Hij vertelde dat er 's nachts weer een paar
Duitsche luchtschepen boven Londen geweest
waren. Ook zagen wij vele Engelsche torpe
dobooten, monitors en kruisers, allen had
den behalve de Engelsche oorlogsvlag, ook
de Engelsche koopvaardijvlag geheschen, vol
gens den loods, omdat de Engelsche en de
Duitsche oorlogsvlag zooveel op elkaar ge
lijken (beiden witte vlag met kruis). Aan
dek dier schepen lagen groote reddingsrin-
gen, groot genoeg om wel dertig man te dra
gen.
Bij de reede van Margate, waar de Zuid
oever van de Thamesmonding begint, een op
onthoud. Een patrouille-vaartuig der Engel-
schen waarschuwde ons, dat wij niet verder
konden, omdat de vaarweg niet veilig was.
Wij gingen dus ter reede ten anker, waar
reeds een vijfentwintigtal koopvaarders te
wachten lagen. Later kwam 'n officier van een
Engelsche torpedoboot ons zeggen, dat de
route weer vrijgemaakt was (de Duitschers
hadden er dien nacht juist eenige mijnen ge
strooid), en wg verder konden gaan, wat wij
dan ook zoo spoedig mogelijk deden.
Bij Downs, de reede van Duins, zoo bekend
om den grooten zeeslag 1639 tusschen de
Spanjaarden en de Hollanders onder Tromp,
zetten wg den loods af, stoomden bij Fol-
kestone langs een reusachtige versperring
Van zware netten en balken, die de Engel-
schen daar gelegd hebben ter beveiliging te
gen Duitsche onderzeebooten, en passeerden
ten 6 uur 's-avonds Dungeness, waar een
vliegmachine van oen wal opsteeg, over het
schip cirkelde en weer terugvloog naar de
kust. Toen stoomden wij het Engelsche Ka
naal in.
De volgende dagen leverden niet veel be
langrijks op. Steeds begunstigd door het
prachtigste zomerweer en een gladde zee,
schoten wij voorspoedig op en was zeeziekte
een onbekend iets.
15 Sept. arriveerde men op Funchal, waar
van men den 18den vertrok. 23 Sept. werd
gemeerd te St. Vincent. Evenals op Madeira
lagen ook te St. Vincent eenige Duitsche
koopvaarders, wien de oorlog overvallen had
en die het groote Duitsche Vaterland niet
meer konden bereiken. „Wat de bemanning
dier schepen zich vervelen zal en zich ver
bijten, dat zij ginds in Europa het vaderland
niet kan bijstaan!" zegt de schrijver.
Men koerste op Santa Lucia, dat men 3
Oct. in zicht kreeg. 9 Oct. aankomst te Cu-
raqao.
Te Curagao verbleef men tot 6 November;
9 November viel het anker in de baai van
Philipsburg, hoofdplaats van het Nederland
sche deel van het eiland St. Martijn. Langs
Saba stoomde men vervolgens naar St.
Eustatius en 12 November naar Martinique.
21 November arriveerde de „Kortenaer" te
Suriname, dat men 4 December weer ver
liet. Trinidad werd 7 Dec. bereikt en 16 Dec.
arriveerde men weer te Curagao, om 11 Jan.
vandaar te vertrekken naar Paramaribo, het
begin van de thuisreis. Echter was het eerst
31 Januari alvorens men de haven verliet. 3
Februari werd geankerd te Fort de France
(Martinique) en des anderen daags vertrok
men naar de Bermuda-eilanden. Op Fayel
(Azoren) werd wederom kolen geladen, die
tengevolge van den oorlog enorm in prijs
waren gestegen.
Omtrent het laatste deel dezer reis laten
wij wederom het woord aan den schrijver
van dit werkje.
Woensdag 1 Maart loodden we de Gron
den buiten het Engelsche Kanaal aan. Don
derdagmorgen passeerden wij Lizard, de
Zuidwestpunt van Engeland, en lieten ons
vandaar per draadlooze telegrafie aan Hol
land melden „alles wel aan boord". Dienzelf
den avond bevatten de Hollandsche couran
toen dit bericht, begon men thuis met span
ning naar ons uit te zien. Vrijdagmorgen met
licht worden, verkenden wij ons aan Bevezier
(Beachy Head).
Om 8 uur stoomden we langs de Singels
(Dungeness), de lage uitstekende landpunt,
waarop slechts enkele rijksgebouwen, een
station D. T., een seinmast, enz. Hier is het,
dat in normale tijden onze loodsschoeners
kruisen om thuisvarende schepen van een
loods te voorzien, gedurende dezen oorlogs
tijd zijn alle loodsvaartuigen in Holland op
gelegd.
Nu begon de belangrijkste dag van onze
thuisreis: de vaart door straat Dover, door
de Duins en verder door het Black Deep
naar het „Sunk" lichtschip, waar eenige
maanden geleden de groote Hollandsche mail
boot „Koningin Emma" ten gevolge van het
stooten op een mijn, verongelukte.
Eenige dagen geleden bij Dover twee
groote schepen door mijnen tot zinken ge
bracht, en dienzelfden dag was ook de
„Mecklenburg" van de Mij. Zeeland: Vlissin-
genFolkestone bij de Galloper vergaan.
Geen wonder, dat er a.b. extra maatregelen
genomen waren voor: „schip verlaten" en
men nieuwsgierig uitzag, wat deze dag bren
gen zou. Wij verwachtten bg Dungeness een
Engelsch patrouillevaartuig (dit zijn meestal
gewone stoomtreilers met een enkel kanon
van 7.5 c.M. bewapend en voorzien van D.T.),
dat ons zou aanwijzen of wij de route langs
de kust bij Folkestone moesten nemen, dan
wel meer buitenom langs de Varnebank.
Maar niemand gaf ons aanwijzingen en dus
gingen wij, zooals de Berichten aan Zee
varenden hadden opgegeven, langs de kust.
Om half tien echter kwam ons een Engelsch
patrouillevaartuig tegemoet met het sein
„Ankeren". En met ons lagen daar een vijf
en twintigtal schepen te wachten tot de En
gelsche mijnenvegers weer een weg voor ons
hadden vrjj gemaakt. Het systeem scheen nu
geworden te zijn: iederen dag gedurende een
paar uur de vaart openstellen en 's middags
weer sluiten; alle schepen, zoowel die uit de
Noordzee als welke uit het Kanaal komen
te laten ankeren en dan weer te zoeken en
te vegen naar mgnen, om den volgenden dag
voor de wachtende schepen wederom „de slui
zen open te zetten".
Om elf uur gingen wij, na ontvangen
waarschuwing weer onder stoom, doch de op
gegeven koers was niet zuiver, na een kwar
tier stoomen kregen wij recht vooruit weer
de zware tonnen, vlotten en netten in het
zicht, waarmee Engeland de Straat hier heeft
afgezet ter afwering der Duitsche onder
zeeërs.
Wij stopten dus, keken even rond, waar
wij deze hindernis zouden kunnen passeeren,
ook andere schepen waren zoekende. Daar
liep ons een Engelsch onderzoekingsvaartuig
voorbij. „Follow me" (volg mij) brulde de
kapitein ons door zijn roeper toe, en zóó wer
den wij door de versperring geloodst naar
den vaarweg langs de Varnebank, den weg
die dien dag schoongehouden was voor de
„rush up and down Channel". Inderdaad, het
was een „rush". Blijkbaar waren ook aan
den anderen kant, bg de Duins „de sluizen
opengezet", zoodat tegelijkertijd van beide
kanten honderden vaartuigen den smallen
vaarweg aflegden, ter voortzetting van de
reis. Het was gewoonweg „gedrang". Zooals
het op de Maas vóór Rotterdam wel eens kan
krioelen van kleine sleepbootjes o.a., zooals
het 's avonds op den Kanaalweg in Den Hel
der gedrang kan zijn van allerlei menschen,
zóó druk was het nu hier langs de Varne
bank, van Oceaanvaarders. Niemand onzer
kan vroeger ooit zoo iets meegemaakt heb
ben, niemand onzer zal later ooit zoo iets
meer meemaken. Er waren vaartuigen van
allerlei soort: kleine Noorsche vrachtbooten,
vischsmakken, groote Engelsche hospitaal
schepen (groene band om het schip, met het
roode kruis), een ouderwetsche Groningsche
kof, glorieus tusschen al dit stoombootgedoe
doorzeilend, raderbooten, mijnenvegers, pa
trouillevaartuigen, mailbooten, enz., enz. enz.
Eenmaal hier doorheen, arriveerden we
spoedig op de reede van Duins, en kregen
daar voor het verdere traject langs de En
gelsche kust een loods aan boord. Weer
lagen hier op de reede een veertigtal sche
pen te wachten, welke pas den volgenden
dag naar het Kanaal door konden gaan, de
passage was achter ons al weer stopgezet.
Bijna alle schepen, die wij dezen dag zagen,
waren Hollanders en Noren, blijkbaar komen
alle Engelsche schepen tegenwoordig in de
havens aan de Westkust van Engeland bin
nen.
Wij stoomden tot zes uur door, kwamen in
het Black Deep ten anker en bleven daar
den verderen nacht liggen. Volgens de Engel
sche voorschriften mochten alleen de twee
voorgeschreven ankerlichten getoond worden,
ander licht, zooals uit patrijspoortjes, enz.,
mocht van buiten boord niet gezien worden.
Dus ook geen verlichte natievlag, zooals wij
op de uitreis bij de Noord-Hinder gevoerd
hadden.
Den volgenden morgen 6 uur onder stoom,
bij Sunk lichtschip de loods afgeven, en
langs dit lichtschip, langs de Galloper en de
Noord-Hinder huistoe! Eenige uren later za
gen wij de Hollandsche kust, de oude trouwe
torens van de Goeree en Den Briel, om 6 uur
's avonds Zaterdag 4 Maart stoomden we den
Waterweg in, ankerden bij Vlaardingen.
„Wel loods", vroeg men op de brug aan
den loods, die ons naar de ankerplaats
bracht, „wat is wel het voornaamste
nieuws van den oorlog van de laat
ste dagen?" „Nou meneer", was het ant
woord, „veel nieuws is er niet, maar het
leven wordt iederen dag duurder, de soda
kost nu al 16 ct. het pakje".
Den volgenden morgen lichtte de „Korte
naer" om vier uur het anker, stoomde den
Waterweg weer uit, kwam om één uur op de
ree, om drie uur op de haven van het Nieu
wediep. De reis van een half jaar naar de
West was afgeloopen.
van de Heldersche Courant wachten
groote verrassingen.
Een puzzle waarvan de hoofdprijs is:
(Zie het volgend nummer van
de Heldersche Courant)
Te Neurenberg wordt op het oogen-
blik het congres van den N.S.B.
gehouden.
In den loop van Dinsdagochtend zijn er uit
alle deelen van het land nog zeer veel deel
nemers met extra treinen aangekomen. Des
morgens om zes uur bedroeg het aantal van
hen, die dien dag gekomen waren, reeds
37.000. Bovendien kwamen er 9 extra treinen
met militairen aan. Ook het automobielver-
keer was bijzonder groot. Voor de voedsel
voorziening van alle deelnemers aan den
partijdag kwamen bovendien verschillende
goederentreinen te Neurenberg aan. De rege
ling van een en ander was zeer goed en zon
der noemenswaardige vertraging konden alle
treinen in het station verwerkt worden. Het
totaal aantal reizigers dat met extratreinen
is aangekomen bedraagt 65.000.
Er heerscht in de straten van de stad een
geweldige drukte. Overal ziet men het zwart
en het bruin van de partijuniformen. Boven
dien zijn er veel buitenlanders aanwezig die
i.j verschillende gebeurtenissen van den
partijdag mee willen maken, en die dezen
eersten dag bijzonder onder den indruk raak
ten van deze geweldige massabetooging. Ver
schillende muziekkorpsen hielden muzikale
wandelingen door de stad.
Des middags om kwart voor vier kwamen
de verschillende buitenlandsche diplomaten,
die tot het bijwonen van het congres waren
uitgenoodigd per extra trein aan. Onder hen
zijn de ambassadeurs van Polen, Spanje en
Italië, zeven gezanten en negen zaakgelastig
den.
Rede vau dr. Ley.
Hij begon den geweldigen strijd, die de
nationaal socialistische partij heeft moeten
voeren, na te gaan en stelde vervolgens vast,
dat thans het Duitsche volk den weg gaat
volgen, die de partij eerst gegaan is. De
overwinning van het nationaal socialisme
heeft het volk tot een inkeer gebracht, die
een product is van instinct en verstand.
De nationaal socialistische revolutie, aldus
eindigde dr. Ley, is de eerste revolutie in de
wereldgeschiedenis geweest, die ook het volk
opnieuw gevormd heeft.
De rede van Ley werd langdurig toege
juicht.
De aankomst van Hitier.
De rijkskanselier is des middags tegen half
vijf op het vliegterrein van Neurenberg aan
gekomen, waar een zeer groote menigte den
Leider verwelkomde. Rudolf Hess. de plaats
vervanger van den Leider, heeft hem namens
de congresstad begroet. Hitier begaf zich per
auto naar het Deutsche Hof.
Het publiek juichte hem hartstochtelijk
toe. Voor het Deutsche Hof stond een dichte
menigte, die nadat Hitier naar binnen gegaan
was, voortdurend om hem riep. Hitier heeft
zich hierna eenigen tijd aan het venster ver
toond.
De opening.
In het laatst van den middag is Hitier offi
cieel op het stadhuis ontvangen. Hij werd
langs een voor het stadhuis opgestelde eere-
wacht binnengeleid door Julius Streicher en
door burgemeester Liebl, die in de groote
zaal een begroetingsrede uitsprak. Hij gaf
een overzicht van de jongste Duitsche
geschiedenis en wees op de beteekenis van
het tot stand komen van het derde rgk, waar
van hij een van de meest verheven oogenblik-
ken, het invoeren van den algemeenen dienst
plicht van dit voorjaar noemde, omdat hier
mede het Duitsche volk de vrijheid verkregen
had. Hij eindigde zgn rede met het aanbieden
van een zwaard aan den Leider, als teeken
van dankbaarheid van Neurenberg, de meest
Duitsche van alle Duitsche steden en als een
symbool van de macht en de kracht van het
rgk.
Voor de in het buitenland wonende Duit
schers, die naar Neurenberg gekomen zijn,
heeft dr. Ley aan het einde van den morgen
een rede gehouden.
De eerste dag is besloten met een feest-
voorstelling van Der Meistersinger von
Nürnberg in de stedelijke opera.
Maandagavond heeft dr. Dietrich. de Duit-
daar eerst in de praktijk de
deugdelijkheid te controle
ren valt. Vraagt ons prijs
opgaaf en U zult overtuigd
worden, dat wjj in elke prijs
klasse steeds het allerbeste
brengen.
Een reputatie van 60 jaar, die
w(j blijven handhaven.
sche perschef te Neurenberg de vertegen
woordigers der Duitsche en buitenlandsche
pers ontvangen en hun op de beteekenis van
het congres der nationaal-socialistische partij
gewezen.
De vraagstukken die te Neurenberg wor
den besproken en de beginselen, welke daar
voor de partij worden vastgesteld, zijn ook
beslissend voor den staat en bijgevolg voor
de geheele natie.
Verder weidde dr. Dietrich uit over de ge-
meenschaps-idee van het nat.-socialisme en
over de politieke richtsnoeren daarvan.
Een extra nummer van Der
Stürmer.
Ter gelegenheid van den aanvang van den
Rijkspartijdag is een extra editie uitgeko
men van het anti-semietische blad van Strei
cher, Der Stürmer, onder den titel Moorde
naars door alle tijden.
De slotparagraaf van het blad luidt: „De
Joden zijn een volk van moordenaars en hun
misdaden schreien ten hemel. Zoo zal het
voortgaan tot de tot bewustzijn gekomen
niet-Joodsche wereld zich aaneensluiten
de doodstraf over de Joden wordt uitgespro
ken en uitgevoerd".
In zijn proclamatie aan het partijcongres
heeft Hitier o.a. gezegd:
„Wij koesteren jegens geen enkele Euro-
peesche natie agressieve bedoelingen."
Wij zijn er integendeel van overtuigd, dat
de Europeesche naties elk haar eigen leven
dienen te leven, zooals zich dit op grond van
traditie en door historische en economische
noodzaak heeft ontwikkeld, wil Europa's cul
tuur niet te gronde gaan. Door aan deze
voorwaarde voor het Duitsche volk onder alle
omstandigheden vast te houden, meenen wij
ook voor de overige landen van Europa nut
tig werk te verrichten.
In den strijd om de macht, dien wg in
Duitschland moesten voeren, hebben wg spe
ciaal drie tegenstanders als de voornaamste
dragers van het verval leeren kennen. Zij be-
hooren bij elkaar en alle drie dragen zg in
dezelfde mate de schuld aan Duitschlands
ineenstorting. Deze tegenstanders zijn:
1. Het joodsche marxisme en de er mee
verwante parlementaire democratie.
2. Het in politiek en moreel opzicht ver
derfelijke Centrum.
3. Zekere elementen van een halsstarrige
dom-reactionnaire bureaucratie.
De itnaonaal-socialistische staat zal thans
voortschrijden op den weg naar de over
winning van deze binnenlandsche vijanden.
Wat van staatswege kan worden opgelost,
zal de staat oplossen. Datgene echter wat de
staat niet kan oplossen, zal de beweging op
lossen.
De nationaal-socialistische staat zal thans
mer van plan geweest noch is zij dit thans
van plan, eenigerlei strijd te voeren tegen
het christendom. Zij heeft integendeel ge
tracht te komen tot de schepping van één
groote evangelische rijkskerk, zonder zich
ook maar in het minst te mengen in belijde
nisvraagstukken. Zij heeft tevens getracht
door het sluiten van een concordaat, nuttige
en duurzame relaties met de katholieke kerk
tot stand te brengen. In de derde plaats
heeft zij getracht in Dutischland aan het be
staan der atheïstische bonden een einde te
maken.
Onder geen beding zal de nationaal-socialis
tische staat evenwel toestaan, dat het ver
politieken der confessies wordt voortgezet of
opnieuw georganiseerd.
De nationaal-socialistische regeering is
va3t voornemens onder geen beding terug te
keeren tot het vroeger gevolgde systeem van
het maken van schulden. Principieel zou
Duitschland slechts zooveel inkoopen, als het
kan verkoopen.
Wij zijn echter niet slechts voornemens
geen nieuwe schulden aan te gaan, doch heb
ben integendeel onzen schuldenlast vermin
derd.
Datgene, wat wij tot dusver hebben bereikt,
geeft ons de vaste overtuiging, dat wg onze
taak ten volle zullen vervullen.
Conflict tusschen Kondi lis en
Tsaldaris.
Maandagavond kwam de Grieksche mini
sterraad bijeen en beraadslaagde onafgebro
ken over het in den boezem van het kabinet
tusschen minster-president Tsaldaris ontstane
conflict.
Tegen middernacht vlogen de heeren elkaar
in de haren en werd een hevig gevecht ge
leverd tusschen republikeinsche en monar
chistische officieren der garde, op den drem
pel van het vertrek, waar de ministers ver
gaderden.
De republikeinsche leider, generaal Pana-
jotakos werd door een bajonetsteek aan den
wang gewond; zijn broer, die Kamerlid is
werd door een kogel aan de hand gekwetst.
De Ministerraad heeft in verband met het
conflict tusschen Tsaldaris en Kondilis gene
raal Panajokakos gehoord. Men is van mee
ning, dat het voorgevallene het gevolg is van
een misverstand, dat men bezig is uit den
weg te ruimen.
Officieuse lezing van hetgeen
gebeurd is.
Het Atheensche Telegraaf Agentschap
geeft van het gebeurde de volgende offici
euse lezing:
Als gevolg van bepaalde mutaties in het
stand bestudeerd, en is van. oordeel, c
situatie een gevolg ia vaneenmiaverst^dta
verband waarmede Kondilis zgn ontslagaan
vrage heeft ingetrokken.
Tijdens de zitting van den ministerraad
ontstond in de wandelgangen van het Huis
van Afgevaardigden een twist, waarbg gene
raal Fanajotakos, die tusschenbeide kwam
omde orde te herstellen, licht werd gewond.
Fanajotakos is als commandant van het
legercorps vervangen door generaal Papagos.
Volksstemming gelast.
Minister-president Tsaldaris heeft een pro
clamatie uitgevaardigd, waarin de volksstem
ming inzake de restauratie der monarchie
wordt gelast.
Rijksminister Rust heeft de „rassenschei
ding" op de scholen afgekondigd en de voor
bereiding van de inrichting van aparte scho
len voor Joodsche kinderen tegen Paschen
van het volgend jaar.
Zoover als Julius Streicher wil. is het dus
nog niet. Blijkens een uitlating in zijn blad
„Der Stürmer" wil hij alle Joden radicaal uit
moorden. Men leze het verslag over het par
tijcongres te Neurenberg, in dit nummer op
genomen.
Maar die tijd komt nog wel!
Generaal-majoor voi Reichenau is benoemd
tot commandant van het legercorps, een be
noeming, die reeoi geruimen tijd verwacht
werd. Het gerucht had 'evub geloopen, dat
het een teeken wrs van een verandering van
de oriënteering in het oppercommando van het
leger.
Von Reichenau was dan ook in den raad der
generaals van de Rijksweer de meest overtuig
de aanhanger van een politiek tusschen leger
en Nationaa. Socialistiac-ie Partij. Beweerd
werd, dat zijn verti-zou beteekeneu, dat de
Rijksweer haar on^fhankelrjkneid wilde De-
houden en versterken.
In bevoegde kringen verklaart men dat deze
opvatting onjuist is. De traditie wil, zoo zeg
gen zij, dat een hooge functionnaris van tijd
tot tijd andere posten bekleedt dan in het mi
nisterie.
De vele demonstraties var trouw en toewij-
dirg der generaals aan Jen Leider, zooals bij
voorbeeld ter gelegenhei- van de groote ma
noeuvres en van den ver'-aard'g van von
Blomberg, zouoen de waarde van deze be
wering kunnen versterken. Von Reichenau
wordt opgevolgd als kabinetschef door gene
raal-majoor Keitel.
Herstel van het militarisme.
De oude Militaire Academie uit het Kei
zerrijk wordt opnieuw ingesteld, in een offi
cieel communiqué wordt medegedeeld, dat de
infanterie-generaal Adam tot commandant
dezer nieuwe Academie werd benoemd.
Het is te hopen, dat de loopende
gen dit inderdaad belangrijke verarhT^
zienlijk zullen red'uceeren en dat ook
derlandsche werven, zg mogen dan In de
r\r\ u/AAkf»ru/inst h^lnaf- rj-iï-n '^rïhiV
Zal de tweede „Statendam"' in
Nederland worden gebouwd? Zal
de Kon. Holl. Lloyd in andere han
den overgaan?
De Eerste Kamer heeft de kwestie van den
aanbouw voor de HollandAmerika lijn in
haar jongste zitting behandeld.
Volgens de heeren Wibaut en Ter Haar
heeft de regeering tot dusver veel te weinig
voor de reederijen gedaan. Ook de Rotterdam-
sche burgemeester maakte een toespeling in
dien geest, toen hij het argument der regee
ring, dat ondanks den sterk verminderden
aanbouw en de buitenlandsche belustheid op
goede en spotgoedkoope opgelegde Nederland
sche vaartuigen naar verhouding nog heusch
niet zoo veel Nederlandsche schepen ver
ouderd zijn, verre van sterk achtte. Minister
Gelissen, die zijn ambtsvoorgangers niet wilde
desavoueeren, trachtte deze grief ie ontzenu
wen o.a. door verwijzing naar een paar recen
te maatregelen o.a. de verlaging /an de loods
gelden en het wetsontwerp nopens rentelooze
voorschotten ten behoeve van de zeescheep
vaart, (dat Woensdag aan de orde was), maar
geheel overtuigd schenen de critici niet. De
regeering heeft trouwens zelfs reeds bg
schriftelijke gedachtenwisseling met Tweede
en Eerste Kamer verklaard, dat zg er zich
van bewust is, dat de hulp, welke met rente
looze voorschotten aan de scheepvaart gebo
den wordt, niet afdoende zal zgn. „In het bij
zonder", aldus minister Gelissen in zijn me
morie van antwoord aan de Eerste Kamer
„zal aan de vernieuwing van de vloot eerlang
ernstige aandacht moeten worden geschon
ken".
Wie denkt hierbij niet aan den „Prinsen-
dam" of zoo men wil: den tweeden „Staten
dam"! De directie der Holland—Amerika lijn
is op goede gronden de meening toegedaan,
dat de concurrentie met de groote buitenland
sche scheepvaartmaatschappijen slechts mo
gelijk blijft, als ook onze passagiersschepen
aan de hoogste eischen voldoen. Daarvoor is
echter rijkssteun noodig, geheel onafhankelijk
van de voor een ander doel bestemde 8.2 mil-
lioen aan rentelooze credieten, waarop het
Woensdag behandelde en aangenomen ont
werp betrekking heeft.
Aanvankelijk scheen het alsof de regeering
dit niet inzag. Minister Steenberghe strib
belde eenigen tijd geleden nog hevig tegen,
al scheen hjj langzamerhand bij te draaien.
Thans is de zaak vrijwel in orde; slechts
dringt zich de kardinale vraag op: waar zal
dit schip gebouwd worden?
Zoo eenigszins mogelijk moet het schip in
Nederland worden gebouwd, oordeelde ook
mr. Droogleever Fortuyn. Deze afgevaardigde
waarschuwde tevens tegen een „aanbouw in
mooten", in gedeelten, waarover wilde ge
ruchten liepen en die z.i. een ongewenschte
deeling van de aansprakelijkheid ten gevolge
zou hebben.
In geen geval aanbouw in het buitenland.
Maar in de pers heeft men reeds kunnen
lezen, dat de Engelsche aanbieding lager is
dan de Nederlandsche.
op woekerwinst belust zijn gewees-
tegemoetkomendheid zullen betracht gr°°l®
dat geval schijnt minister Gelissc/'1 ,'1
„overbrugging" van het verschil p
zwaar te hebben. Dit zal dan gepaard
met een dubbel crediet, de gewone r
vende leening aan de Holland—Amerik^^
en een voorschot tegen lager rente. H
telde slechts, dat door nauwkeurige b'J V<!N
ningen vastgesteld is, wat een schip ai**6"
„Prinsendam" in Nederland zou mogPr
De minister noemde geen cijfers,
ber
P. at
rnog"£n i-
ten, dat er een aanbieding van drie R0n
damsche werven is en dat die nu met een
gelsche offerte moet worden vergejekc,/
regeering kan zoo stelde hij voorop "P®
Sint Nicolaas spelen met 's rijks dubbelt
Bovendien mocht niet vergeten worden
de bestelling van de Holland—Amerika r
uitging en niet van de regeering.
Bij dit debat is ook de Kon. Holl. Lloyd t»
sprake gekomen. In enkele Amsterdams aJ
bladen is gewag gemaakt van bespreking
van een drietal Amsterdamsche stoomvaart1
maatschappijen met de (in staat van s
séance van betaling verkeerende) Kon.
Lloyd over de voortzetting van het bed
dezer maatschappij in anderen vorm. Teven
zou de Kon. Holl. Lloyd in onderhandeling
met Wm. H. Müller en Co., die sinds 19:si
nauwe relaties met haar verkeert. Volgen
bedoelde dagbladberichten zou Van Nievdt
Goudriaan (de Rottcrdamsche Zuid-Amerik
lijn) nog niet in de besprekingen betrokken
zijn. 1
Uit de rede van minister Gelissen kree»
men den indruk, dat dit in hoofdzaak juist is
Voor de gedupeerde gepensionneerden der
Kon. Holl. Lloyd hoopt de minister iets te
kunnen doen, al vermag hij hun niet het volle
pond te waarborgen.
VERKOOP ZOMEHPOSTZEGELS.
Minister SUngenberg spreekt een
woord ter aanbeveling voor
radio.
de
De minister van Sociale Zaken mr. v
SUngenberg zal Maandagavond ai van 8.30-
8.45 een woord van aanbeveling spreken ter
ondersteuning van den verkoop der zomer-
postzegels, waarvan de extra-opbrengst ten
goede komt aan de arbeidszorg voor onvol-
waardigen en aan de acht 1100'W'tende or
kesten in de groote steden.
DE TWEEDE STATENDAM.
Mededeeling van minister Gelissen
in de Eerste Kamer.
De minister van handel, nijverheid en
scheepvaart, prof. ir. Gelissen, heeft gister
middag in de Eerste Kamer bij de behan
deling van de wet inzake het verstrekken van
rentelooze voorschotten ten behoeve van de
zeescheepvaart, medegedeeld, dat de regeering
aan de Holland—Amerika-Lijn de toezegging
heeft gedaan, dat bij bestelling in Nederland
van de zoogenaamde tweede Statendam een
zeker deel van de benoodigde gelden k fonds
perdu en een ander tegen bijzonder lage rente
beschikbaar zeil worden gesteld.
Ook indien het schip in het buitenland
wordt besteld, aldus verklaarde de minister,
is er een mogelijkheid om deze te betalen voor
een deel met de opbrengst van in Neder and
geproduceerde goederen.
VLIEGTUIG OP ZIJN KOP.
Dinsdagmiddag te ongeveer half drie uur
was de jager D. 39 vat het vliegkamp „De
Kooy" en bestuurd door den leerling-vlieger
Sulkers, aan hel oefenen en zou deze na een
gedane vlucht lenden. De landing zou een nor
maal verloop hebben gehad, ware het vlieg
tuig bij het <.p den grond komen niet door zijn
landingsgestel gezakt. Het kwam toen met
den kop op den grond, zoodat eenige mate-
rieele schade werd aangericht. De vlieger
bleef ongedeerd, zoodat oen en ander goed :a
afgeloopen.
Polder Eierland viert zijn eeuwfeest. Reeds
vanaf den dijk bij het stoomgemaal van V.'aal-
en-Burg ziet men aan de vele vlaggen die bij,
of op de boerderijen zijn uitgestoken, dat in
den grootsten polder van de gemeente iets
bijzonders aan de hand is. Te De Cocksdorp
echter ondekt men hoe zeer de feestcom
missie bg dit 100-jarig jubilé haar taak «P
de juiste wgze heeft opgevat. Op een perceel
land achter de O. L. School is een groot ten
tenkamp verrezen, waarvan één tent, door
haar afmeting reeds van verre de aandach
trekt. Geheel De Cocksdorp (dat zgn ontstaan
aan polder Eierland dankt), bleek in feest-
stemming te verkeeren.
Gisterenmorgen woonden wg de officiee e
opening bg, die in de groote tent op het ter
rein plaats had. 't Allereerst werd het woo
gevoerd door den Dijkgraaf van Polder Eier*
land, den heer R. P. K ey s e r J o h z. Spr. h
eerst met een feestelijke herdenking van e
100-jarig bestaan van den polder niets °P^J
had. Spr. achtte de tijdsomstandigheden v
te ongunstig. Er is echter wel degelijk T
om dit eeuwfeest niet ongemerkt te laten P
seeren, als men nagaat, wat hier In 100 ja
tot stand is gekomen. Aanvankelijk was sp^
van meening, dat een 100-jarig bestaan v
een polder niet zooiets bijzonders was,
ook van dit oordeel is hjj geheel terug P'
men, omdat de eerste honderd jaren juist
moeilijkste in een polder zijn.
In het kort geeft hij dan een overzicht v
de historie van den polder. ej
Hierna verkreeg Burgemeester Oort
woord. Deze feliciteerde het Bestuur en
heel de bevolking van Eierland met het j
leum. Spr. wees ook nog even op de
zand- en watervlakte, waarover de gesc
ten van Van Kuyck en Prof. Akkcrd'J
waagden en die gelegen waren ten 0
van den Zanddijk, die Eierland tegen
Noordzee beschermt. Spr. bracht hulde
het Dijkbestuur, dat hier bijna 100 jaar
scepter had gezwaaid. Vooral ook
laatsten Dijkgraaf, die al 10 jaar in
is.
Toegekend werden de volgende prijzem
Cranen (Emmatarwe): le M. W. de ^e(|,
2c Wed. J. C. Witte; Wilhelminatarwe: ie