1
PAG. 8
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1935
De Oplossing van het probleem van Niemeyer zal ik de volgende week geven.
H. V. Tuxen.
Good Companions 1920.
Tfy:
Le6
Wit begint en geeft mat in twee zetten.
Wit: Kc3, Dd2, Ta7 en h6, Lc4 en d4, Pa5 en c6, pi a2, bj, e4, f3, e7 en f7.
Zwart: Kdó, Df6, Ta8 en g7, Le8 en h2, Pe6, pi d7
De volgende partij is van het in Augustus 1.1. gehouden tournooi Nauheim.
Bogoljubow won daar den eersten prijs.
20 Pf7 f
21 Df7:
Zwart redt hiermede nog materieel verlies.
22 Te6: Pe6:
23 De6: Ta7:
24 Pds Lf8
Het paard beheerscht nu het spel.
25 Tci Dd7
26 De4 Tb7
27 Df4De8
28 h3 Tf7
Zwart durft Tb2 Pc7 niet aan.
Richter
Eliskases
I
e4
65
2
"3
Pc6
3
Lbs
a6
4
La4
Pf6
5
0-0
Pe4
6
d4
b5
7
<*5
ba4:
Tot zoover was alles bekende theorie van de
Spanjaard. d5 is een oude variant, die
speculeert op: Pe7, Tei, Pet, Pet: ba4:,
Df3, f6, Dhsf.
8 dc6d6
9 Tei Pet
Beter is Pf6.
10 Le3 Pe6
11 C4 Le7
12 Pc3 0-0
13 C5 f5
de; Pe5 is niet goed voor zwart. Maar ook
f5 is niet het beste. Beter was f6.
14 Dd$ Kh8
15 cd6cd6
Na Ld6: volgt Pe5
16 Tadi Tb 8
Wit acht nu de tijd voor het offer op e5
gekomen.
17 Pe5f4
Na de5 volgt: De5 Dc7, Dc7 Pc7 Lf4,
Ld8, Td8Td8:, Lc7: Men lette op de
rol van pion c6.
18 La7 Ta8
19 07 Pc7:
Na Dc7 komt Da8
29
3°
31
32
33
34
35
Dd2
Tei
Dd4
TeS
g4
hg4
Kg2 -
Ook Dg6 zon kunnen.
36 De4f
37 Te6
38 Kg3
39 <4
40 g>
41 Te7
42 De7
43 De8f
44 Pe7
opgegeven.
Dg8f is niet te vermijden.
Des
DfS
h5
Kh7
hg4
Dbit
Dei
g6
Dg5
Lg7
Dh6
Dhs
Te7
Kh8
Kh7
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
Alles betreffende deze rubriek te adres-
seeren aan:
G. L. GORTMANS,
61 Sinclair Road. Flat 2.
Kensington, London W. 14.
MINIATUUR
Zwart 3 sch.: 28, 34, 38
Wit 4 sch.29, 40, 44, 48
Wit speelt en wint.
MINIATUUR
van M. Coe, Amsterdam fca. 1910)
mjêJê
I Éi I
Wï
'vm
W
7Zï vA.
„..z® w
1
w.iH
Zwart 7 sch.: 3, 5, 6, 8, 29, 36, 39
Wit 7 sch.: 11, 14, 22, 28, 37, 42, 48
Wit speelt en wint.
OPLOSSINGEN:
Zwart 7 sch.: 7/9, 12, 18, 19, 23 en dam op 13
Wit 9 sch.: 16, 21, 25, 27, 29, 32/34, 37
1 21 17 12X21
2 27—22 18X38
3 29X18 13X30
4 16X27 38X29
5 25X1
Zwart 5 sch: 11, 12, 15, 21, 34
Wit 5 sch.: 22, 25, 28, 29, 40
2218
25—20
40X18
12X32 gedwongen
I5X33
Ook de volgende stand met afspel is uit
een partij onlangs gespeeld tusschen Dr.
Molimmard met wit en Dr. Fayet:
Zwart: 2/5, 12/16, 19/21, 24/26
Wit: 27/29, 32/35, 37/40, 44, 45, 48, 49
48—42, 3—8; 28—22, 12—18 (tegen het zich
afteekenende geweldige offensief op het centrum
door wit, bereidt zwart den tegenaanval voor,
die tot de remise moet lijden); 3328,24X33;
28X29, 20—24; 29X9, 26—31; 37X17, 8—12;
17X8, 16—21; 27X16, 18X47; 18X47; 9X18,
2X33; 39X28,47—20; 16—11,19—24:35—30,
24X35; 11—7, 20—14; 28—22,25—30:34X25,
15—20; 22—18, 14—10:25X14, ioXi;4o—34.
1X40; 45X34, 4—9! 34—29, 9—13; 29—23,
5—10; 44—40, 35X44:49X40,10—14:40—34,
1319; 2318. 1420 remise.
Het laatste door ons opgegeven probleem
uit den wedstrijd van den Eclaireur du Soir
werd gevonden door den heer D. Dissel, den
bekenden veteraan-dammer.
mm ACTBRlPCg
HET SPEL UIT DE PRAKTIJK.
De opvatting, dat bij een gewoon partijtje
bridge geen bijzondere spellen voorkomen,
wordt door onderstaand spel weer eens
gelogenstraft.
S. 7. 5.
H. h. 9. 7. 2.
R. 8. 5. 3.
K. a. 10. 6. 3.
S. h. b. 9. 8. N. S. 6. 4. 3. 2.
H. a. b. 6. H. 5.
R. a. 10. R. h. v. b. 9. 6. 4. 2
K. v. 9. 8. 2. Z. K. 7.
S. a. v. 10.
H. v. 10. 8. 4. 3.
R. 7.
K. h. b. 5. 4.
Oost/West sionden kwetsbaar, Zuid was
gever.
Bieden:
Zuid: 1 H. pas 3 H. pas
West 1 SA 2 SA. pas doubl.
Noord pas doublé 4 H pas
Oost 2 R 3 1. pas pas
Het biedverloop was nu niet direct ide
aal, de eer te pas va- N. geeft de tegen
partij teveel gedegenheid tot het doen van
inlichtende biedingen, waarvan O., door
slechts 2 R. te bieden geen gebruik maakte.
West kwam uit met R. aas, waarmede
hij den eersten slag won en vervolgde met
R 10; deze werd door Zuid getroefd.
Gelukkig voor Zuid kon hij uit de bie
dingen wel eenigszins opmaken waar het
down-gevaar zat, de SA bieding van West
deed daar in elk geval dekking in alle kleu
ren verwachten en kon dit al niet anders
zijn dan van H. aas-boer, van S. de heer tn
van K: de vrouw.
Het maken van het contract was nu af
hankelijk van de distributie; indien de K.
bjj de tegenpartij 3 2 zouden zitten, dan
werden 4 K.-slager. gemaakt en waren er
dus alleen te verliezen H. aas, R. aas en
S. heer. Bij t 1 verdeeling van de K.
kunnen er in die kleur maar drie slagen
worden gemaakt, terwij' de vierde altijd
ve.loren wordt, zoodat dan een extra-slag
in S. moet v or en gemaakt.
Deze mogelijkheid van 4 1 verdeeling
werd echter door Z. c er het hoofd gezien
en verliepen de eerst, slagen als volgt:
Wejt. Noord. Oost. Zuid.
1. R. a. R. 3. R. 2. R. 7.
2. R. 10. K. 5. R. 4. H. 3.
3. H. 6. H. 2. H. 5. H. 8.
4. H. a. H. 7. R. 6. H. 10.
West voelt er niets voor den derden troef -
slag te moeten nemen en dan gedwongen
te zijn me. K. of S. te moeten komen!
5. H. b.
6. S. 8.
7 K. 2:
8. K. v.
R. 9.
R. b.
K. 7.
S. 2.
H. 4.
H. v.
K. h.
K. b.
H. h.
R. 8.
K. 3.
K. a.
De De 4 1 verde'eling van de K. bljjkt
nu, waarmede de kans op 4 K. slagen
verkeken is. Dezelfde 4 1 verdeeling,
die oogenschijnlijk het bezwaar is om aan
het contract te voldoen, brengt echter op
de volgende wijze de redding:
9. S. 9. H. 9. S. 3. S. 10.
10. K. 8. K. 10. R. v. K. 4.
11. K. 9. K 6! S. 4. K. 5.
West is nu met zijn 4de K. aan slag
gebracht, doch is nu verplicht S. te spelen
en wel een heer-boer naar aas-vrouw van
Z., zoodat deze beide resteerende slagen
maakt.
Een mooi resultaat!
N. D. S.
TOB NOOIT HQEKIE
DE PSYCHOLOGIE VAN HEx
Welverdiend ge
„Nu, dit kan morgen wei, hier 1
zoo'n haast bij." Wie heeft dat n 'S
gezegd? Vermoedelijk niemand, g"
wijls loopt alles ook inderdaad 2 1-
het ons gedacht hebben en kun^^
werkelijk den volgenden dag het teiaw
legde afmaken.
Toch is uitstellen over het algeiw
verkeerde gewoonte, en wel omdat vb
„morgen" totaal niets afweten, w
u, dat er morgen geen onverwachte'!,^
heden zullen zijn, die al uw tijd in w8'
nemen en waarbij wèl haast is? j
stad
voot
bezoek komen van buiten de -<■- 101
kan plotseling een plan opkomen voo"
middellijk na de gewone werktjjd ko-*
er kan van alles gebeuren. Resultaat!
het reeds eenmaal uitgestelde 01»! i
wordt uitgesteld, of dat wij
zijn ons deel aan de onverwachte
op te geven.
vreuj..
Nemen wij het zoo nauw niet
"iet
out-
gen die geen directe haast hebben,
ontstaat er met ontstellende snelheid
heele reeks van uitgestelde bezigheden
van digen die wij nu toch heusch
moesten afdoen."
Ja, en wij kunnen er steeds minder tot
komen, want in ons onderbewuste
staat een groote tegenzin tegen
die wij lang hebben uitgesteld.
Want het onderbewustzijn reageert on
willikeurig als volgt: „het zal wel jets hee'
vervelends zijn, dat je zoolang hebt uitge-
steld en waar je steeds maar weer om
heen loopt."
Is het uitgestelde op zichaslf al jjet zeer
aangenaam, dan gaan wij er toehap hos
meer als een berg tegen opzien. 1
men het ook bekijkt, dadelijk 1
het beste, wat men doen kan.
Is het iets van minder prettiger aard, -
gunt uzelf dan niet den tijd om er meer s
meer tegenop te gaan zien. De meeste da
gen vallen mee, en blijken minder erg tf
zijn dan ze eerst schenen, vanaf het oog»
blik dat men begint aan te pakken.
En dan: men zal het allermeeste ta
nen genieten van zijn lievelingsoiitspar,
ning in het besef, dat men een vervelend,
bezigheid grondig heeft afgedaan.
Uitstel verslapt de wilskracht, ate
daarom al moet men er zich voor tó
ten. Wie greenmaal mee begint, taalt
al heel gauw in de gewoonte om ziek ra
al van af te maken met een meer of:.,
der steekhoudende verontschuldiging si
„vandaag ben ik te moe,", „vandaag M
ik geen tijd," of: ,,'t is toch beter,
dit of dat (iets prettigers) te doen."
Zelfbeheersehing is een veel verstel
kender en veelzijdiger eigenschap dani:
in het algemeen schijnt te denken.
„Zelfbeheersehing bezitten" wiP tó
alleen zeggen dat iemand geen glazen te
pot gooit, noch met deuren slaat, W
heftig uitvalt wanneer er aanleiding is1
driftig te worden.
Zelfbeheersehing is óók noodig om I'
zichzelf te kunnen zeggen: „dat P
waaraan ik bezig ben is heel boeien-:
ik verlang erg om er verder in te
maar nu schrijf ik tóch eerst die twee li'
ven!
Wilskracht en zelfbeheersehing bek:
ren bij elkaar; met wilskracht zonder®
beheersching doet men niets, omdat
dan de concentratie mist om die ®'-
kracht op doeltreffende wijze te gek
ken. Een onbeheerscht mensch heeft nis-
aan wilskracht, omdat hij aan al zijn -
men toegeeft en niets volhoudt.
Van alle dagelijks werk is er één
paald ding, dat elke dag terugkomt, ij
nooit méér haastt heeft dan anders en -
toch uiterst belangrijk is, n.1. het wer"'
aan onszelf.
Iedereen kent in zijn hart zijn
naamste zwakheden wel. Strijdt er
door u steeds de gunstige, positieve eigP
schappen voor oogen te houden, welke
contrast vormen van uw zwakheden,
déArnaar te streven. U moogt zoo nu
dan gerust eens constateeren, dat he Ir
gaat met uw werken aan uzelf, dat u
deringen gemaakt heeft. j'\
Maar, laat op een „het gaat s
steeds volgen: „maar het kan en zal
beter worden.
DR. JOS. DE CO»
BÜl'
Op hoog bevel moest Hans von
eens, zeer tegen zijn wil, de
opera dirigeeren van een nieuwen
ponist. De avond kwam, von
BüloW
voor het orkest tot groote veT^f;
van de musici met een rouwDand 0
arm, zwarte overhemdsknoopjes
zwarte das. t„r:
„Bent u in de rouw, Herr
vroeg een van de leden van het 0
„In zekeren zin: ja," antw0°^'er
Bülow met een zucht. „Ik hen
avond om een opera te begraven-