Buitenlandsch Overzicht. Het geschil tusschen Italië en Abessinië. De Winterpuzzle Taptoe NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Heldersche Courant NASSI GORENG No. 7649 EERSTE BLAD DINSDAG 17 SEPTEMBER 1935 63ste JAARGANG KONIJN'^ AUTOMATIC De Italiaansche ministerraad. In Abessinië. MARINEROMAN W I L L 1 A R 1 S COURANT Abonnement per 3 maanden by vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2. Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct~ Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 60 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Zal Italië uit den Volkenbond tredenvolgens den Italiaanschen ministerraad is bet geschil niet meer vatbaar voor een oplossing door middel van een compromis. -• Engelsche voorzorgsmaat' regelen en ltahaansche bedreigingen. - De wanhopige taak van de Commissie van vijf. Gaat Italië uit den Volkenbond Mussolini gaat on verstoord naar den af grond. Concessies en vriendelijke aanbiedin gen hebben niets ge geven, dreigementen blijken eveneens geen invloed op den Itali aanschen dictator te hebben, zoodat we on vermijdelijk naar den oorlog van Italië met Abessinië gaan met de nog onoverzienlijke gevolgen daarvan. Het is een spelen van één man met het leven van wellicht millioenen 611 de „groote heeren" schijnen onmachtig dit te verhinderen. Zaterdag heeft Mussolini in den Italiaan schen ministerraad een uitvoerige uiteenzet ting gegeven omtrent den militairen en poli- tieken toestand. In het politieke gedeelte van zjjn beschou wingen wijdde Mussolini zijn aandacht aan de Instelling van de Raadscommissie van vijf en aan de redevoeringen van Hoare en Laval. Volgens het communiqué heeft Mussolini daarvan gezegd, dat zij ten aanzien van het standpunt van Engeland en Frankrijk jegens het Volkenbondverdrag niet anders hadden kunnen uitvallen. Daarom konden zij door de verantwoordelijke instanties in Italië en door het Italiaansche volk met de grootste kalmte worden opgenomen. De ministerraad nam echter met de grootste voldoening ken nis van de hartelijke woorden, die minister president Laval in zijn rede aan de Itali- aansch-Fransche besprekingen van Januari J.l. en aan de daarbij bezegelde vriendschap gewijd had, een vriendschap, die Italië zou onderhouden en versterken, niet slechts in het belang van beide landen, doch ook van de Europeesche samenwerking, die niet mocht worden verbroken door een geschil van kolonialen aard of door de toepassing van sancties, zooals zjj in vroegere nog veel ernstiger geschillen tusschen leden van den Volkenbond nooit in bijzonderheden waren Uitgewerkt. .In dit verband heeft de ministerraad meldt het officieele communiqué verder, de vraag overwogen wanneer de verdere aanwezigheid van Italië in den Volken bond onmogelijk zal worden. De ministerraad heeft verder vastgesteld, dat zich alle krachten van het anti-fascisme ln het buitenland op dit oogenblik om de Abessynsche kwestie groepeeren. De Raad voelt zich verplicht met de de meeste zekerheid te verklaren, dat het Italiaanseh-Abessynsche vraagstuk 1 na de buitengewone moeiten en opoffe- ringen, die Italië zich getroost heeft en na de onweerlegbaar bewijzen ln het door Italië te Genève overgelegde memoran- dum, oplossingen door een compromis niet toelaat. DAG EN NACHT De ministerraad zond telegrammen van bij val en begroeting aan den opperbevelhebber van de strijdkrachten in Afrika, generaal de Bono. De toebereidselen in Oost-Afrika wor den met den grootsten spoed voortgezet om Italië tegenover de overmachtige Abessijn- sche strijdkrachten, waarvan de mobiliseering reeds heeft plaats gevonden, te beveiligen. In verband met de klaarblijkelijke onrust die in de kringen van politieke vluchtelingen in Cyrenaica, het Oostelijke gedeelte van de Italiaansche kolonie Libië, heerscht, is ter verdediging van die kolonie versterking in aantocht. Uit statistisch materiaal is aan Musso lini gebleken, dat de sterkte van de Italiaan sche weermacht te land, te water en in de lucht zoo groot is, dat iedere bedreiging, van welke zijde ook, beantwoord kan worden. Begrijpelijkerwijs heeft deze redevoering van Mussolini en vooral de bedekte bedrei ging dat Italië uit den Volkenbond zal tre den, te Genève ontsteltenis verwekt. Nog maals, de toestand wordt steeds somberder in Europa. Engelsche voorzorgS' maatregelen. Engeland is reeds bezig zijn voorzorgs maatregelen te nemen als straks de oorlog tus schen Italië en Abessi nië een feit.zal zijn. Of Engeland direct daadwerkelijk bij het conflict betrokken zal worden is natuurlijk nog niet te zeggen, hoewel de kans daarop niet ge ring is. In ieder geval neemt Engeland zijn maatregelen om eigen bezittingen, die vlak bij de gevaarlijke zóne liggen, te beschermen. De Italiaansche Azione Coloniale stelt vast, dat Britsche oorlogsschepen, welke niet tot de Middellandsche Zee-vloot behooren, zich thans wèl daar bevinden. Van Vrijdag af zijn de vlootbases te Gi braltar, op Malta en Cyprus, te Haifa en Alexandrië in staat van verdediging en aan val. In al die havens liggen oorlogsschepen voor anker. Langs de kusten van Egypte en Palestina kruisen torpedobooten en kustbewa- kingskingsvaartuigen. Een gelijke activiteit valt waar te nemen in de basis nabij Agaba LORD HALIFAX, Britsch minister van oorlog. in de Roode Zee, terwijl men zich te Aden gereed maakt voor de ontvangst van oorlogs schepen uit Indië. In Gibraltar verwacht men schepen, die zich bij de Kleine Antillen bevinden, te Southampton wordt een deel van de Home- fleet geconcentreerd, terwijl zich bij Navarino de schepen van de Middellandsche Zee- en de Atlantische Oceaan-vloot verzamelen. Na dit te hebben vastgesteld, zegt het blad, „dat de aanwezigheid in de Middellandsche Zee van een ongekend aantal Britsche sche pen en de voorbereidingen in de vlootbases een veelbeteekenende politieke daad vormen. Men is op een bewapeningspeil aangekomen, dat onze positie in de Middellandsche en Roode Zee begint te bedreigen. Elke nieuwe aankomst van Engelsche schepen in Mare Nostrum zal èuidere maatregelen onzerzijds moeten uitlokken. Het antwoord zou nog veel ernstiger kun nen zijn, wanneer Engeland van plan is, zijn Home Fleet in de nabijheid van onze kusten over te brengen en dat antwoord zou zelfs komen, nog voordat deze vloot gearriveerd zal zijn." AGA KHAN, de bekende leider der Indische Moham medanen, de voornaamste vertegenwoor diger van Britsch-Indië in den Volken bond. Het werk van de commissie van vijf. De taak van de Com missie van Vijf, die zoo als men weet door den Raad van den Volken bond is benoemd, om te trachten een schikking te bereiken, wordt wel onmogelijk gemaakt door Mussolini's houding. Tot praetisch resul taat zal deze commissie dan ook zeker niet komen. Haves meldt nog uit Rome, dat aldaar in officieele kringen een groot scepticisme be staat ten opzichte van de werkzaamheden der Raadscommissie van vijf. Een voorstel in den geest van het verdrag van Groot-Britan- nië met Irak zou niet aannemelijk zijn, zoo zegt men, indien niet de volgende voorwaar den zouden zijn vervuld: Veiligheid der kolo niën, territoriale expansie zoowel oeconomisch als wat de bevolking betreft, en bescherming van deze expansie met behulp van de Italiaan sche strijdkrachten. Men kan zich dan ook niet uitspreken over de Italiaansche houding ten opzichte van de voorstellen, voordat men deze in bijzonderheden kent. De status van Irak, merkt men verder op, werd vastgesteld op een oogenblik, dat er tusschen dit land en Groot-Britannië vreed zame betrekkingen bestonden. Zoodanige be trekkingen bestonden niet tusschen Italië en Abessinië, dat bewijzen heeft gegeven van vreemdelingenhaat. Dit laatste argument is bestemd om de onvermijdelijke rol te recht vaardigen, welke onder alle omstandigheden het Italiaansche leger zal hebben te vervullen. De Temps heeft het volgende telegram uit Rome ontvangen: „Van de voorstellen, waar van het meeste sprake is geweest bij de ver zoeningspogingen, schijnt het denkbeeld, om Italië in Abessinië een gelijke positie toe te kennen, als Engeland in Irak bezit, de meer derheid van stemmen in Rome op zich te ver eenigen. Men is dan ook bereid desbetreffende voorstellen te bestudeeren. Er wordt echter op gewezen, dat de betrekkingen tusschen Abessinië en Italië niet op dezelfde basis ge vestigd zullen kunnen worden als die tusschen Engeland en Irak. In het bijzonder wijst men 'er op, dat Italië zal weigeren, elke regeling te aanvaarden, welker uitvoering zal afhan gen van de goede trouw van Abessinië. De Negus zal zijn kroon kunnen behouden, maar Italië's politieke en militaire contróle zal on ontbeerlijk blijven". Italiaansche persstemmen. De Corriere della Sera schrijft over de ver klaringen van Mussolini in den ministerraad van Zaterdag, dat Italië een vrede van recht vaardigheid wil, maar compromisoplossingen kunnen Italië een dergelijken vrede nooit geven. Niets belet Italië tot het laatste oogen blik in den Volkenbond te blijven, maar tege lijkertijd het geval en het oogenblik te over wegen, dat een zoodanig lidmaatschap geen enkele beteekenis meer zou hebben. Dan zou Italië uit den Volkenbond treden en dat zou dan het geheele voordeel zijn, dat de heeren Hoare, Eden en consorten met hun pro-Abes- sijnsche politiek zouden hebben bereikt. Fransche persstemmen. De Fransche bladen gewagen van de ver rassing en ontsteltenis, welke het commu niqué van den Italiaanschen ministerraad te Genève verwekt heeft. Velen zijn van oor deel, dat Italië to het uiterste zal gaan. De breuk tusschen Italië en den Volkenbond is nog maar een kwestie van dagen. De Echo de Paris schrijft: de zaken nemen zoo'n keer, dat de Volkenbond zal trachten te mobiliseeren tegen de Italiaansche regee ring. Het is zeker, dat wij daarbij reeds als geassocieerden worden beschouwd. Dat is een afschuwelijke teleurstelling. Pertinax schrijft in dit blad: De hoop van Laval is, dat de sancties te Genève zwak en ondoeltreffend zullen zijn, dat Engeland zich tevreden zal stellen met dit ritueele gebaar en dat Italië na enkele militaire successen bereid zal zijn tot een compromis. De hemel geve, dat het zoo gaan zal. Maar dit opti misme houdt misschien te weinig rekening met het psychologische element. Engelsche persstemmen. Het communiqué, dat na afloop van den Italiaanschen ministerraad is gepubliceerd, heeft in de conservatieve, zoowel als in de liberale en arbeidersbladen een zekere ner vositeit gewekt, en met meer klem dan ooit wijst men op de noodzakelijkheid, dat de leden van den Volkenbond zonder uitzonde ring collectief optreden, welken loop de zaken ook mogen nemen. De bladen geven toe, dat de voorstellen van de commissie van vijf zon der mankeeren afgewezen zullen worden, en dat er weinig kans op is, dat het uitbreken van vijandelijkheden kan worden verhinderd. Woensdag weer een Italiaansche ministerraad. Mussolini heeft tegen Woensdag a.s. weder om een kabinetsraad bijeengeroepen. Ver wacht wordt, dat dan plannen besproken zul len worden betreffende de Italiaansche finan- cieele reserves. Nog eenige Amerikaansche pers stemmen. De New York Times schrijft nog, dat de door Mussolini geïnspireerde pers bevestigt, dat hij bereid is ten strijde te trekken, zelfs indien dit tevens oorlog met Engeland zou beteekenen. Dit is erger dan het gepraat van een grootdoener. Het klinkt alsof Europa te doen zou kunnen krijgen met een dictator, die met zulke wanhopige moeilijkheden te kampen heeft, dat zijn geest uit zijn evenwicht is geraakt. De Herald Tribune schrijft, dat de diploma tie zelden een dergelijk punt van verlegen vaagheid heeft bereikt als gisteren door La val is bereikt. Aan den anderen kant meent de New York Times, dat „zulk een positieve en Krachtige verklaring van den Franschen vertegenwoordiger niet verwacht was". Abessinië weerlegt in een voorloo- pig antwoord alvast de beschuldi gingen van barbarisme uit het Italiaansche memorandum. Het antwoord van Abessinië op de Italiaan sche aanklacht is gisternacht te Genève gepu bliceerd. Het beperkt zich tot een voorlopig standpunt en kondigt een uitvoerige weerleg ging door de regeering te Addis Abeba aan, zoodra het Italiaansche memorandum daar zal zijn aangekomen en bestudeerd. De Abessijnsche delegatie verwijt het Ita liaansche memorandum een volkomen wan begrip van de politieke en sociale toestanden in Abessinië, alsmede een meer dan tenden tieuze verwisseling der rollen, waardoor de Abessijnsche regeering verweten wordt de internationale verplichtingen te hebben ge schonden op een tijdstip, dat de Italiaansche regeering zich zelf aan zulk een schending schuldig maakt. Wat de slavernij betreft, moge slechts ver wezen worden naar de besluiten van den Negus, waaruit diens oprechte bedoeling blijkt de menschelijke vrijheid te waarborgen. De slavenhandel wordt tegenwoordig streng gestraft. Zelfs kan de doodstraf door ophan ging worden uitgesproken. Wanneer de Ita liaansche regeering de onveiligheid aan de grenzen van het Abessijnsche keizerrijk tot een speciaal verwijt maakt, moge er aan her innerd worden, dat het hier om gebieden gaat, waar het niet mogelijk is staatsgezag uit te oefenen. Het antwoord spreekt verder over onophou delijke Italiaansche pogingen om in Abessinië afbrekend werk te doen en onrust te zaaien en eindigt met de verklaring, dat Abessinië in den geest van den Volkenbond en in over eenstemming met zijn innig godsdienstige geestesgesteldheid en zijn Christelijke cul tuur, niets anders verwacht dan dat de hui dige poging om zijn onafhankelijkheid te be stoken, zoo spoedig mogelijk vergeten mag worden. vermijden. Mikael, chef van het Zuid-Ooste- De oproeping van troepen gaat geleidelijk voort, teneinde een plotselinge mobilisatie te ljjk legercorps, is naar Ogaden vertrokken om zich bij de troepen te voegen. Oorlogspsychose. Drie duizend kooplieden en hun bedienden zijn gisteren naar het paleis van Haile Selas- sie opgetrokken, teneinde hun diensten aan te bieden voor den verwachten strijd. Zij vroegen om wapenen en munitie. De minister van oorlog zeide hun dank voor hun vader landsliefde. Wapenen werden hun echter nog niet verstrekt. Buitenlandsche hulp voor Abessinië. Blijkens een regeeringsverklaring uit Addis Abeba hebben 5000 Ieren zich aangeboden om voor Abessinië te vechten tegen Italië. 3000 Franschen, honderden Engelschen, Duit- schers, Brazilianen en Russen hebben even eens hun diensten aan het Abessijnsche leger aangeboden, maar men heeft slechts weinig aanbiedingen aanvaard. De Italiaansche consul, baron Mussi Fal- coni, die onlangs op de jacht door een ge weerschot is gewond, is naar het D.N.B. meldt gister met zijn gemalin uit Addis Abeba vertrokken om zich naar Europa te begeven. Een aantal Duitsche vrouwen en kinderen zal vandaag uit de Abessijnsche hoofdstad vertrekken. De Zweedsche generaal Virgin, die tot de vertrouwdste raadgevers van den negus be hoort zal eerlang ook naar Europa vertrek ken. Zijn gezondheidstoestand verdraagt de hooge ligging van Addis Abeba niet meer De regenval in Abessinië is de laatste da gen zeer overvloedig. Engeland neemt de verdediging van Egypte op zich. Naar officieel te Cairo wordt meegedeeld, hebben de eerste minister van Egypte Tewfik Nassim pasja en de bevelhebber van de En gelsche Middellandsche zeevloot vice-admi- raal Forbes een bespreking gehad over de verdediging van Egypte ingeval van oorlog tusschen Engeland en Italië. Vice-admiraal Forbes heeft daarbij veralaard dat Engeland bereid is de verdediging van Egypte geheel op zich te nemen. Italiaansch vliegtuig op Egyptisch vliegveld geland. Zaterdag is, uit Tripoli komende, een Itali aansch vliegtuig, met zes inzittenden geland op het vliegveld Almaazr. De inzittenden werden hangende het onderzoek, in arrest gesteld. Zij hadden geen vergunning voor het vliegen over Egyptisch gebied. Twee Italianen te Gibraltar ge arresteerd?. De politie heeft twee Italianen in arrest gesteld, die zich zonder vergunning in de stad ophielden. van de Zie de bizonderheden op pag. 3 van dit nummer. FEUILLETON door Ook bevond zich daar de telemotor om de periscopen op en neer te halen. De priscopen werden meestal opgehaald tot in den toren, waar dan de commandant of de officier van de wacht zich bevonden om uit te kijken. Achter de centrale, en ook weer door een waterdicht schot daarvan gescheiden, lag het verblijf voor de onderofficieren, waarin ook de meters, handels en schakelaars voor de electromotoren waren aangebracht.. Het laatste compartiment was de machine kamer en bevatte twee dieselmotoren, die ge bruikt werden voor de vaart bovenwater. Achterin de machinekamer was nog een torpedolanceerbuis ingebouwd, de hekbuis ge noemd. Onder het volksverblijf lagen tanks voor de brandstofolie der dieselmotoren, evenals onder de machinekamer. Onder de verblijven van de officieren en onderofficieren stonden de accu's van de elec- trische batterijen, die den stroom leverden voor de motoren die onderwater de boot Voortbewogen. Onder de centrale lagen nog wat kleinere tanks voor smeerolie en zoetwater. Voor en achterin waren de hulpballasttanks, Buiten het drukvaste gedeelte der boot, dus om het sigaarvormige lichaam heen, waren de hoofdballasttanks gebouwd. Achter aan den staart zaten de achterhel- lingroeren en het vreticale roer, terwijl voor» aan de boot de voorhellingroeren waren aan gebracht, die breed uit stonden als de vinnen van een reusachtige visch. In het dek waren verschillende luiken, die toegang verleenden naar het inwendige van de boot. Op den toren was de brug, vanwaar de boot kon worden bestuurd tyj de vaart boven water. Zoolang de proeftochten duurden waren er ook nog twee Ingenieurs van de werf, waar de boot gebouwd was, aan boord. De bemanning kon goed met elkaar op schieten en bootsman Woud, die als chef d'equipage zeer gezien was, had het best naar zijn zin op de „Octopus". Maar hij, die anders altjjd zoo punctueel was, zoo vol ambitie voor zijn werk, scheen vandaag wel iets te hebben, dat zyn gedach ten steeds weer afleidde. Toen ze het Marsdiep uitvoeren, was hij op de brug en keek naar de huizen, die op de Kanaalstraat stonden, of hij voor een der ra men een lief meisjesgezicht kon ontdekken. „Misschien ligt ze nog te bed of is ze hene den aan 't ontbijten", mompelde hjj, toen bi) niets zag. Met een zestienmijlsvaartje liep de „Octo pus" voorbij de uiterton naar de open zee. Het was bijna bladstil water en de herfst lucht voelde nog warm aan. De commandant zette de telegrafen op „stop" en riep naar beneden: „de boot venti- leeren!"1) i) Alvorens de boot onderwater gaat wor den eerst de gassen en qlledampen der diesel motoren naar buiten geblazen, Toen voldoende geventileerd was, ging de roerganger naar beneden, gevolgd door den commandant, die het torenluik achter zich sloot. Een stoot van de claxon loeide door de boot en ieder haastte zich om het hem aangewezen luik te sluiten of de kleppen te openen. „Hoofdtanks vullen, klaarmaken voor on derwater", klonk rustig de stem van den commandant. Ieder deed zijn werk en begaf zich naar den hem aangewezen post en de chef-machi nist, die 'n rondte maakte om alles te contro leeren, meldde, nadat hij alles in orde had be vonden „Hoofdtanks gevuld; klaar voor onder water". De menschen van den luchtverdeelbak en den waterverdeelbak stonden op hun post, evenals de monteurs, die de electromotoren moesten bedienen. Bootsman Woud ging op zijn krukstoeltje zitten achter het voorhellingroer en de ma troos, die het achterhellingroer moest bedie nen en die zijn orders van den bootsman kreeg, zette zich naast hem. „Periscopen uitdraaien!" klonk het bevel. „Klaar bij de telegrafen. Duiken tot peris coopdiepte met twee graden helling voorover. Halve kracht vooruit!" voor duiken en de jongste officier, die bjj de De hellingroergangers draaiden hun roer telegrafen stond, zette deze op halve kracht vooruit. Langzaam helde de boot voorover; even hoorde men nog het geklots van het water tegen den buitenrand en den toren. Toen werd alles stil en was de „Octopus" in onderge doken toestand. Geleidelijk liepen de wjjzers van de diepte meters naar twaalf en .juist evgn voor zfl dit ctffer bereikt hadden, draaiden de roergangers terug en gaven ze tegenroer om de boot op twaalf meter op te vangen. „Zoo vlug mogelijk aftrimmen, bootsman!" riep de commandant hem toe. „Denk erom, die menschen daar vooruit; tijdens het af trimmen blijft een ieder zooveel mogelijk op de plaats waar hij is. Anders duurt het te lang". De helling meter wees drie graden helling achterover en de boot vertoonde neiging tot rjjzen. Maar dat was niet de bedoeling en de bootsman gaf dan ook de order: „pompen van achter naar voor!" Toen hij dacht genoeg overgepompt te heb ben, klonk het: „vastpompen!" De boot was te licht en om haar achter niet nog lichter temaken riep hij: „bijvullen voor!" En even later klonk het: „vastvullen!" In spanning keken de roergangers naar hun diepemeters. De wijzers bleven rustig staan en de boot voer op twaalf meter diepte1), bestuurd door meesterlijke handen. De commandant, die in den toren aan den periscoop stond, riep naar beneden: „Wel, bootsman, hoe staat het er mee?" „Klaar, commandant, de boot is afge- trimd!"2) klonk prompt het antwoord. De gedachten van den bootsman dwaalden telkens af en achter het glas van den diepte meter zag hij niet den wijzer en de cijfers, maar een blondgelokt vrouwenkopje met 1) Periscoopdiepte is naar gelang van de lengte der periscopen. Zijn deze 12 meter, dan is dat periscoopdiepte. Wil men dieper, dan kan niet meer door den periscoop gekeken worden. Staat er veel zee, dan zal de boot b.v. op 11 meter moeten varen, daar anders het uitzicht wordt belemmerd door het over slaande water. zachte, bruine oogen, die hem ernstig aan keken. Als betooverd keek hjj in het glas om dan opeens tot de ontdekking te komen, dat de wijzer de twaalf verlaten had en op weg was naar boven of beneden. De commandant, die nog maar steeds door den periscoop tuurde, mompelde iets over het water, dat herhaaldelijk het spiegeltje bedekte. „Zei u iets, commandant?" vroeg de officier van de wacht, die door den tweeden periscoop keek. „Ja, er komt meer zee en de lucht begint te betrekken, zie je wel?" Toen opeens zag hij niets meer dan een schemering groen van het water en een blik werpend op den dieptemeter naast hem zag hjj, dat de wijzer bijna op dertien stond. „Zeg, bootsman", riep hij naar beneden: „Wat .is dat toch Kan je 'm niet houden of hoe zit dat? Je maakt er gewoon een hobbel paard van!" De bootsman schrikte op uit zijn gepeins. Het lieve meisjesgezicht verdween en de zwarte cijfers kwamen weer in de plaats voor die zacht-bruine oogen met hun starenden blik. „Och", mompelde de commandant, „het is ook wei wat lang om zoo stil te zitten. Kijk eens hoeveel water er hier staat", zei hij tot den officier van de wacht. „29 Meter, commandant", meldde de offi cier, na gelood te hebben. „Mooi, dan gaan we op den bodem liggen, 2) Onder water is een boot in zwevenden toestand. Brengt men een gewicht van 100 kg van voor naar achter, dan wordt de boot ach ter 200 kg zwaarder. Men zal dus begrijpen, dat tijdens het aftrimmen de menschen niet heen en weer mogen loopen, daar dit direct van invloed is op de zwaarte en de roergan gers daar dus veel hinder van zouden hebben. dan kan alle hens tegelijk schaften. Waar schuw de anderen, dat we over een half uur weer verder gaan." De hulpballasttanks werden bijgevuld en heel langzaam zakte de boot op den zeebodem. Even deinde zij nog op; toen lag zij stil en zoo rustig als in een dok. HOOFDSTUK 3. De winter scheen dit jaar dan al heel vroeg afscheid te willen nemen. Het was nog maar Februari en toch was het weer overdag soms al zoo zacht, dat het wel leek of de lente reeds kwam. Maar de avonden en nachten waren koud en de menschen schaarden zich 's avonds nog gaarne rondom de warme kachel. Bootsman Woud was in den loop van de verstreken maanden een graag geziene gast geworden ir. het huis van Frank. Bijna alle avonden, die hij vrij was, bracht hij daar door en ook de kinderen, die hem „oom Wim" noemden, zagen hem gaarne komen. Toch kwam hij daar niet zoozeer voor zijn vriend dan wel voor Jo. Want ook Jo was steeds present in de ge zellige huiskamer, waar dan een partij schaak werd gespeeld, of een gezelschapspelletje ge daan, waarbij dan braaf gelachen werd. Maar als de kinderen naar bed gebracht waren, schoven ze hun stoelen wat dichter bjj den haard en dan werden allerlei onderwer pen aangesneden. Dan was het veelal do bootsman, die vertelde van zijn omzwervingen en wat hij had gezien van de zeden en ge woonten der verschillende volken, waarmee hij had kennis gemaakt. Of hij sprak over wat de natüur daar in die vreemde landen te zien gaf. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1