Buitenlandsch Overzicht.
Het geschil tusschen
Italië en Abessinië.
De Winterpuzzle
Taptoe
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Heldersche Courant
NASSI GORENG
No. 7649
EERSTE BLAD
DINSDAG 17 SEPTEMBER 1935
63ste JAARGANG
KONIJN'^ AUTOMATIC
De Italiaansche
ministerraad.
In Abessinië.
MARINEROMAN
W I L L 1 A R 1 S
COURANT
Abonnement per 3 maanden by vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct~ Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 60 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct.
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Zal Italië uit den Volkenbond tredenvolgens den Italiaanschen
ministerraad is bet geschil niet meer vatbaar voor een oplossing
door middel van een compromis. -• Engelsche voorzorgsmaat'
regelen en ltahaansche bedreigingen. - De wanhopige taak van
de Commissie van vijf.
Gaat Italië
uit den
Volkenbond
Mussolini gaat on
verstoord naar den af
grond. Concessies en
vriendelijke aanbiedin
gen hebben niets ge
geven, dreigementen
blijken eveneens geen invloed op den Itali
aanschen dictator te hebben, zoodat we on
vermijdelijk naar den oorlog van Italië met
Abessinië gaan met de nog onoverzienlijke
gevolgen daarvan. Het is een spelen van één
man met het leven van wellicht millioenen
611 de „groote heeren" schijnen onmachtig dit
te verhinderen.
Zaterdag heeft Mussolini in den Italiaan
schen ministerraad een uitvoerige uiteenzet
ting gegeven omtrent den militairen en poli-
tieken toestand.
In het politieke gedeelte van zjjn beschou
wingen wijdde Mussolini zijn aandacht aan de
Instelling van de Raadscommissie van vijf en
aan de redevoeringen van Hoare en Laval.
Volgens het communiqué heeft Mussolini
daarvan gezegd, dat zij ten aanzien van het
standpunt van Engeland en Frankrijk jegens
het Volkenbondverdrag niet anders hadden
kunnen uitvallen. Daarom konden zij door
de verantwoordelijke instanties in Italië en
door het Italiaansche volk met de grootste
kalmte worden opgenomen. De ministerraad
nam echter met de grootste voldoening ken
nis van de hartelijke woorden, die minister
president Laval in zijn rede aan de Itali-
aansch-Fransche besprekingen van Januari
J.l. en aan de daarbij bezegelde vriendschap
gewijd had, een vriendschap, die Italië zou
onderhouden en versterken, niet slechts in
het belang van beide landen, doch ook van
de Europeesche samenwerking, die niet
mocht worden verbroken door een geschil
van kolonialen aard of door de toepassing
van sancties, zooals zjj in vroegere nog veel
ernstiger geschillen tusschen leden van den
Volkenbond nooit in bijzonderheden waren
Uitgewerkt.
.In dit verband heeft de ministerraad
meldt het officieele communiqué verder,
de vraag overwogen wanneer de verdere
aanwezigheid van Italië in den Volken
bond onmogelijk zal worden.
De ministerraad heeft verder vastgesteld,
dat zich alle krachten van het anti-fascisme
ln het buitenland op dit oogenblik om de
Abessynsche kwestie groepeeren.
De Raad voelt zich verplicht met de
de meeste zekerheid te verklaren, dat
het Italiaanseh-Abessynsche vraagstuk
1 na de buitengewone moeiten en opoffe-
ringen, die Italië zich getroost heeft en
na de onweerlegbaar bewijzen ln het door
Italië te Genève overgelegde memoran-
dum, oplossingen door een compromis
niet toelaat.
DAG EN NACHT
De ministerraad zond telegrammen van bij
val en begroeting aan den opperbevelhebber
van de strijdkrachten in Afrika, generaal de
Bono. De toebereidselen in Oost-Afrika wor
den met den grootsten spoed voortgezet om
Italië tegenover de overmachtige Abessijn-
sche strijdkrachten, waarvan de mobiliseering
reeds heeft plaats gevonden, te beveiligen.
In verband met de klaarblijkelijke onrust die
in de kringen van politieke vluchtelingen in
Cyrenaica, het Oostelijke gedeelte van de
Italiaansche kolonie Libië, heerscht, is ter
verdediging van die kolonie versterking in
aantocht.
Uit statistisch materiaal is aan Musso
lini gebleken, dat de sterkte van de Italiaan
sche weermacht te land, te water en in de
lucht zoo groot is, dat iedere bedreiging,
van welke zijde ook, beantwoord kan worden.
Begrijpelijkerwijs heeft deze redevoering
van Mussolini en vooral de bedekte bedrei
ging dat Italië uit den Volkenbond zal tre
den, te Genève ontsteltenis verwekt. Nog
maals, de toestand wordt steeds somberder
in Europa.
Engelsche
voorzorgS'
maatregelen.
Engeland is reeds
bezig zijn voorzorgs
maatregelen te nemen
als straks de oorlog tus
schen Italië en Abessi
nië een feit.zal zijn. Of
Engeland direct daadwerkelijk bij het conflict
betrokken zal worden is natuurlijk nog niet
te zeggen, hoewel de kans daarop niet ge
ring is. In ieder geval neemt Engeland zijn
maatregelen om eigen bezittingen, die vlak
bij de gevaarlijke zóne liggen, te beschermen.
De Italiaansche Azione Coloniale stelt vast,
dat Britsche oorlogsschepen, welke niet tot
de Middellandsche Zee-vloot behooren, zich
thans wèl daar bevinden.
Van Vrijdag af zijn de vlootbases te Gi
braltar, op Malta en Cyprus, te Haifa en
Alexandrië in staat van verdediging en aan
val. In al die havens liggen oorlogsschepen
voor anker. Langs de kusten van Egypte en
Palestina kruisen torpedobooten en kustbewa-
kingskingsvaartuigen. Een gelijke activiteit
valt waar te nemen in de basis nabij Agaba
LORD HALIFAX,
Britsch minister van oorlog.
in de Roode Zee, terwijl men zich te Aden
gereed maakt voor de ontvangst van oorlogs
schepen uit Indië.
In Gibraltar verwacht men schepen, die
zich bij de Kleine Antillen bevinden, te
Southampton wordt een deel van de Home-
fleet geconcentreerd, terwijl zich bij Navarino
de schepen van de Middellandsche Zee- en de
Atlantische Oceaan-vloot verzamelen.
Na dit te hebben vastgesteld, zegt het blad,
„dat de aanwezigheid in de Middellandsche
Zee van een ongekend aantal Britsche sche
pen en de voorbereidingen in de vlootbases
een veelbeteekenende politieke daad vormen.
Men is op een bewapeningspeil aangekomen,
dat onze positie in de Middellandsche en
Roode Zee begint te bedreigen.
Elke nieuwe aankomst van Engelsche
schepen in Mare Nostrum zal èuidere
maatregelen onzerzijds moeten uitlokken.
Het antwoord zou nog veel ernstiger kun
nen zijn, wanneer Engeland van plan is,
zijn Home Fleet in de nabijheid van onze
kusten over te brengen en dat antwoord
zou zelfs komen, nog voordat deze vloot
gearriveerd zal zijn."
AGA KHAN,
de bekende leider der Indische Moham
medanen, de voornaamste vertegenwoor
diger van Britsch-Indië in den Volken
bond.
Het werk van
de commissie
van vijf.
De taak van de Com
missie van Vijf, die zoo
als men weet door den
Raad van den Volken
bond is benoemd, om te
trachten een schikking
te bereiken, wordt wel onmogelijk gemaakt
door Mussolini's houding. Tot praetisch resul
taat zal deze commissie dan ook zeker niet
komen.
Haves meldt nog uit Rome, dat aldaar in
officieele kringen een groot scepticisme be
staat ten opzichte van de werkzaamheden
der Raadscommissie van vijf. Een voorstel in
den geest van het verdrag van Groot-Britan-
nië met Irak zou niet aannemelijk zijn, zoo
zegt men, indien niet de volgende voorwaar
den zouden zijn vervuld: Veiligheid der kolo
niën, territoriale expansie zoowel oeconomisch
als wat de bevolking betreft, en bescherming
van deze expansie met behulp van de Italiaan
sche strijdkrachten. Men kan zich dan ook
niet uitspreken over de Italiaansche houding
ten opzichte van de voorstellen, voordat men
deze in bijzonderheden kent.
De status van Irak, merkt men verder op,
werd vastgesteld op een oogenblik, dat er
tusschen dit land en Groot-Britannië vreed
zame betrekkingen bestonden. Zoodanige be
trekkingen bestonden niet tusschen Italië en
Abessinië, dat bewijzen heeft gegeven van
vreemdelingenhaat. Dit laatste argument is
bestemd om de onvermijdelijke rol te recht
vaardigen, welke onder alle omstandigheden
het Italiaansche leger zal hebben te vervullen.
De Temps heeft het volgende telegram uit
Rome ontvangen: „Van de voorstellen, waar
van het meeste sprake is geweest bij de ver
zoeningspogingen, schijnt het denkbeeld, om
Italië in Abessinië een gelijke positie toe te
kennen, als Engeland in Irak bezit, de meer
derheid van stemmen in Rome op zich te ver
eenigen. Men is dan ook bereid desbetreffende
voorstellen te bestudeeren. Er wordt echter
op gewezen, dat de betrekkingen tusschen
Abessinië en Italië niet op dezelfde basis ge
vestigd zullen kunnen worden als die tusschen
Engeland en Irak. In het bijzonder wijst men
'er op, dat Italië zal weigeren, elke regeling
te aanvaarden, welker uitvoering zal afhan
gen van de goede trouw van Abessinië. De
Negus zal zijn kroon kunnen behouden, maar
Italië's politieke en militaire contróle zal on
ontbeerlijk blijven".
Italiaansche persstemmen.
De Corriere della Sera schrijft over de ver
klaringen van Mussolini in den ministerraad
van Zaterdag, dat Italië een vrede van recht
vaardigheid wil, maar compromisoplossingen
kunnen Italië een dergelijken vrede nooit
geven. Niets belet Italië tot het laatste oogen
blik in den Volkenbond te blijven, maar tege
lijkertijd het geval en het oogenblik te over
wegen, dat een zoodanig lidmaatschap geen
enkele beteekenis meer zou hebben. Dan zou
Italië uit den Volkenbond treden en dat zou
dan het geheele voordeel zijn, dat de heeren
Hoare, Eden en consorten met hun pro-Abes-
sijnsche politiek zouden hebben bereikt.
Fransche persstemmen.
De Fransche bladen gewagen van de ver
rassing en ontsteltenis, welke het commu
niqué van den Italiaanschen ministerraad te
Genève verwekt heeft. Velen zijn van oor
deel, dat Italië to het uiterste zal gaan. De
breuk tusschen Italië en den Volkenbond is
nog maar een kwestie van dagen.
De Echo de Paris schrijft: de zaken nemen
zoo'n keer, dat de Volkenbond zal trachten
te mobiliseeren tegen de Italiaansche regee
ring. Het is zeker, dat wij daarbij reeds als
geassocieerden worden beschouwd. Dat is een
afschuwelijke teleurstelling.
Pertinax schrijft in dit blad: De hoop van
Laval is, dat de sancties te Genève zwak en
ondoeltreffend zullen zijn, dat Engeland zich
tevreden zal stellen met dit ritueele gebaar
en dat Italië na enkele militaire successen
bereid zal zijn tot een compromis. De hemel
geve, dat het zoo gaan zal. Maar dit opti
misme houdt misschien te weinig rekening
met het psychologische element.
Engelsche persstemmen.
Het communiqué, dat na afloop van den
Italiaanschen ministerraad is gepubliceerd,
heeft in de conservatieve, zoowel als in de
liberale en arbeidersbladen een zekere ner
vositeit gewekt, en met meer klem dan ooit
wijst men op de noodzakelijkheid, dat de
leden van den Volkenbond zonder uitzonde
ring collectief optreden, welken loop de zaken
ook mogen nemen. De bladen geven toe, dat
de voorstellen van de commissie van vijf zon
der mankeeren afgewezen zullen worden, en
dat er weinig kans op is, dat het uitbreken
van vijandelijkheden kan worden verhinderd.
Woensdag weer een Italiaansche
ministerraad.
Mussolini heeft tegen Woensdag a.s. weder
om een kabinetsraad bijeengeroepen. Ver
wacht wordt, dat dan plannen besproken zul
len worden betreffende de Italiaansche finan-
cieele reserves.
Nog eenige Amerikaansche pers
stemmen.
De New York Times schrijft nog, dat de
door Mussolini geïnspireerde pers bevestigt,
dat hij bereid is ten strijde te trekken, zelfs
indien dit tevens oorlog met Engeland zou
beteekenen. Dit is erger dan het gepraat van
een grootdoener. Het klinkt alsof Europa te
doen zou kunnen krijgen met een dictator,
die met zulke wanhopige moeilijkheden te
kampen heeft, dat zijn geest uit zijn
evenwicht is geraakt.
De Herald Tribune schrijft, dat de diploma
tie zelden een dergelijk punt van verlegen
vaagheid heeft bereikt als gisteren door La
val is bereikt. Aan den anderen kant meent
de New York Times, dat „zulk een positieve
en Krachtige verklaring van den Franschen
vertegenwoordiger niet verwacht was".
Abessinië weerlegt in een voorloo-
pig antwoord alvast de beschuldi
gingen van barbarisme uit het
Italiaansche memorandum.
Het antwoord van Abessinië op de Italiaan
sche aanklacht is gisternacht te Genève gepu
bliceerd. Het beperkt zich tot een voorlopig
standpunt en kondigt een uitvoerige weerleg
ging door de regeering te Addis Abeba aan,
zoodra het Italiaansche memorandum daar
zal zijn aangekomen en bestudeerd.
De Abessijnsche delegatie verwijt het Ita
liaansche memorandum een volkomen wan
begrip van de politieke en sociale toestanden
in Abessinië, alsmede een meer dan tenden
tieuze verwisseling der rollen, waardoor de
Abessijnsche regeering verweten wordt de
internationale verplichtingen te hebben ge
schonden op een tijdstip, dat de Italiaansche
regeering zich zelf aan zulk een schending
schuldig maakt.
Wat de slavernij betreft, moge slechts ver
wezen worden naar de besluiten van den
Negus, waaruit diens oprechte bedoeling
blijkt de menschelijke vrijheid te waarborgen.
De slavenhandel wordt tegenwoordig streng
gestraft. Zelfs kan de doodstraf door ophan
ging worden uitgesproken. Wanneer de Ita
liaansche regeering de onveiligheid aan de
grenzen van het Abessijnsche keizerrijk tot
een speciaal verwijt maakt, moge er aan her
innerd worden, dat het hier om gebieden
gaat, waar het niet mogelijk is staatsgezag
uit te oefenen.
Het antwoord spreekt verder over onophou
delijke Italiaansche pogingen om in Abessinië
afbrekend werk te doen en onrust te zaaien
en eindigt met de verklaring, dat Abessinië
in den geest van den Volkenbond en in over
eenstemming met zijn innig godsdienstige
geestesgesteldheid en zijn Christelijke cul
tuur, niets anders verwacht dan dat de hui
dige poging om zijn onafhankelijkheid te be
stoken, zoo spoedig mogelijk vergeten mag
worden.
vermijden. Mikael, chef van het Zuid-Ooste-
De oproeping van troepen gaat geleidelijk
voort, teneinde een plotselinge mobilisatie te
ljjk legercorps, is naar Ogaden vertrokken
om zich bij de troepen te voegen.
Oorlogspsychose.
Drie duizend kooplieden en hun bedienden
zijn gisteren naar het paleis van Haile Selas-
sie opgetrokken, teneinde hun diensten aan
te bieden voor den verwachten strijd. Zij
vroegen om wapenen en munitie. De minister
van oorlog zeide hun dank voor hun vader
landsliefde. Wapenen werden hun echter nog
niet verstrekt.
Buitenlandsche hulp voor Abessinië.
Blijkens een regeeringsverklaring uit Addis
Abeba hebben 5000 Ieren zich aangeboden
om voor Abessinië te vechten tegen Italië.
3000 Franschen, honderden Engelschen, Duit-
schers, Brazilianen en Russen hebben even
eens hun diensten aan het Abessijnsche leger
aangeboden, maar men heeft slechts weinig
aanbiedingen aanvaard.
De Italiaansche consul, baron Mussi Fal-
coni, die onlangs op de jacht door een ge
weerschot is gewond, is naar het D.N.B.
meldt gister met zijn gemalin uit Addis
Abeba vertrokken om zich naar Europa te
begeven.
Een aantal Duitsche vrouwen en kinderen
zal vandaag uit de Abessijnsche hoofdstad
vertrekken.
De Zweedsche generaal Virgin, die tot de
vertrouwdste raadgevers van den negus be
hoort zal eerlang ook naar Europa vertrek
ken. Zijn gezondheidstoestand verdraagt de
hooge ligging van Addis Abeba niet meer
De regenval in Abessinië is de laatste da
gen zeer overvloedig.
Engeland neemt de verdediging
van Egypte op zich.
Naar officieel te Cairo wordt meegedeeld,
hebben de eerste minister van Egypte Tewfik
Nassim pasja en de bevelhebber van de En
gelsche Middellandsche zeevloot vice-admi-
raal Forbes een bespreking gehad over de
verdediging van Egypte ingeval van oorlog
tusschen Engeland en Italië. Vice-admiraal
Forbes heeft daarbij veralaard dat Engeland
bereid is de verdediging van Egypte geheel
op zich te nemen.
Italiaansch vliegtuig op Egyptisch
vliegveld geland.
Zaterdag is, uit Tripoli komende, een Itali
aansch vliegtuig, met zes inzittenden geland
op het vliegveld Almaazr. De inzittenden
werden hangende het onderzoek, in arrest
gesteld. Zij hadden geen vergunning voor het
vliegen over Egyptisch gebied.
Twee Italianen te Gibraltar ge
arresteerd?.
De politie heeft twee Italianen in arrest
gesteld, die zich zonder vergunning in de stad
ophielden.
van de
Zie de bizonderheden op pag. 3 van dit nummer.
FEUILLETON
door
Ook bevond zich daar de telemotor om de
periscopen op en neer te halen.
De priscopen werden meestal opgehaald tot
in den toren, waar dan de commandant of de
officier van de wacht zich bevonden om uit
te kijken.
Achter de centrale, en ook weer door een
waterdicht schot daarvan gescheiden, lag het
verblijf voor de onderofficieren, waarin ook
de meters, handels en schakelaars voor de
electromotoren waren aangebracht..
Het laatste compartiment was de machine
kamer en bevatte twee dieselmotoren, die ge
bruikt werden voor de vaart bovenwater.
Achterin de machinekamer was nog een
torpedolanceerbuis ingebouwd, de hekbuis ge
noemd.
Onder het volksverblijf lagen tanks voor
de brandstofolie der dieselmotoren, evenals
onder de machinekamer.
Onder de verblijven van de officieren en
onderofficieren stonden de accu's van de elec-
trische batterijen, die den stroom leverden
voor de motoren die onderwater de boot
Voortbewogen.
Onder de centrale lagen nog wat kleinere
tanks voor smeerolie en zoetwater.
Voor en achterin waren de hulpballasttanks,
Buiten het drukvaste gedeelte der boot, dus
om het sigaarvormige lichaam heen, waren
de hoofdballasttanks gebouwd.
Achter aan den staart zaten de achterhel-
lingroeren en het vreticale roer, terwijl voor»
aan de boot de voorhellingroeren waren aan
gebracht, die breed uit stonden als de vinnen
van een reusachtige visch.
In het dek waren verschillende luiken, die
toegang verleenden naar het inwendige van
de boot.
Op den toren was de brug, vanwaar de boot
kon worden bestuurd tyj de vaart boven
water.
Zoolang de proeftochten duurden waren er
ook nog twee Ingenieurs van de werf, waar
de boot gebouwd was, aan boord.
De bemanning kon goed met elkaar op
schieten en bootsman Woud, die als chef
d'equipage zeer gezien was, had het best naar
zijn zin op de „Octopus".
Maar hij, die anders altjjd zoo punctueel
was, zoo vol ambitie voor zijn werk, scheen
vandaag wel iets te hebben, dat zyn gedach
ten steeds weer afleidde.
Toen ze het Marsdiep uitvoeren, was hij op
de brug en keek naar de huizen, die op de
Kanaalstraat stonden, of hij voor een der ra
men een lief meisjesgezicht kon ontdekken.
„Misschien ligt ze nog te bed of is ze hene
den aan 't ontbijten", mompelde hjj, toen bi)
niets zag.
Met een zestienmijlsvaartje liep de „Octo
pus" voorbij de uiterton naar de open zee.
Het was bijna bladstil water en de herfst
lucht voelde nog warm aan.
De commandant zette de telegrafen op
„stop" en riep naar beneden: „de boot venti-
leeren!"1)
i) Alvorens de boot onderwater gaat wor
den eerst de gassen en qlledampen der diesel
motoren naar buiten geblazen,
Toen voldoende geventileerd was, ging de
roerganger naar beneden, gevolgd door den
commandant, die het torenluik achter zich
sloot.
Een stoot van de claxon loeide door de boot
en ieder haastte zich om het hem aangewezen
luik te sluiten of de kleppen te openen.
„Hoofdtanks vullen, klaarmaken voor on
derwater", klonk rustig de stem van den
commandant.
Ieder deed zijn werk en begaf zich naar
den hem aangewezen post en de chef-machi
nist, die 'n rondte maakte om alles te contro
leeren, meldde, nadat hij alles in orde had be
vonden
„Hoofdtanks gevuld; klaar voor onder
water".
De menschen van den luchtverdeelbak en
den waterverdeelbak stonden op hun post,
evenals de monteurs, die de electromotoren
moesten bedienen.
Bootsman Woud ging op zijn krukstoeltje
zitten achter het voorhellingroer en de ma
troos, die het achterhellingroer moest bedie
nen en die zijn orders van den bootsman
kreeg, zette zich naast hem.
„Periscopen uitdraaien!" klonk het bevel.
„Klaar bij de telegrafen. Duiken tot peris
coopdiepte met twee graden helling voorover.
Halve kracht vooruit!"
voor duiken en de jongste officier, die bjj de
De hellingroergangers draaiden hun roer
telegrafen stond, zette deze op halve kracht
vooruit.
Langzaam helde de boot voorover; even
hoorde men nog het geklots van het water
tegen den buitenrand en den toren. Toen werd
alles stil en was de „Octopus" in onderge
doken toestand.
Geleidelijk liepen de wjjzers van de diepte
meters naar twaalf en .juist evgn voor zfl dit
ctffer bereikt hadden, draaiden de roergangers
terug en gaven ze tegenroer om de boot op
twaalf meter op te vangen.
„Zoo vlug mogelijk aftrimmen, bootsman!"
riep de commandant hem toe. „Denk erom,
die menschen daar vooruit; tijdens het af
trimmen blijft een ieder zooveel mogelijk op
de plaats waar hij is. Anders duurt het te
lang".
De helling meter wees drie graden helling
achterover en de boot vertoonde neiging tot
rjjzen. Maar dat was niet de bedoeling en de
bootsman gaf dan ook de order: „pompen van
achter naar voor!"
Toen hij dacht genoeg overgepompt te heb
ben, klonk het: „vastpompen!"
De boot was te licht en om haar achter
niet nog lichter temaken riep hij: „bijvullen
voor!"
En even later klonk het: „vastvullen!"
In spanning keken de roergangers naar
hun diepemeters.
De wijzers bleven rustig staan en de boot
voer op twaalf meter diepte1), bestuurd door
meesterlijke handen.
De commandant, die in den toren aan den
periscoop stond, riep naar beneden: „Wel,
bootsman, hoe staat het er mee?"
„Klaar, commandant, de boot is afge-
trimd!"2) klonk prompt het antwoord.
De gedachten van den bootsman dwaalden
telkens af en achter het glas van den diepte
meter zag hij niet den wijzer en de cijfers,
maar een blondgelokt vrouwenkopje met
1) Periscoopdiepte is naar gelang van de
lengte der periscopen. Zijn deze 12 meter, dan
is dat periscoopdiepte. Wil men dieper, dan
kan niet meer door den periscoop gekeken
worden. Staat er veel zee, dan zal de boot
b.v. op 11 meter moeten varen, daar anders
het uitzicht wordt belemmerd door het over
slaande water.
zachte, bruine oogen, die hem ernstig aan
keken.
Als betooverd keek hjj in het glas om dan
opeens tot de ontdekking te komen, dat de
wijzer de twaalf verlaten had en op weg was
naar boven of beneden.
De commandant, die nog maar steeds door
den periscoop tuurde, mompelde iets over het
water, dat herhaaldelijk het spiegeltje bedekte.
„Zei u iets, commandant?" vroeg de officier
van de wacht, die door den tweeden periscoop
keek.
„Ja, er komt meer zee en de lucht begint
te betrekken, zie je wel?"
Toen opeens zag hij niets meer dan een
schemering groen van het water en een blik
werpend op den dieptemeter naast hem zag
hjj, dat de wijzer bijna op dertien stond.
„Zeg, bootsman", riep hij naar beneden:
„Wat .is dat toch Kan je 'm niet houden of
hoe zit dat? Je maakt er gewoon een hobbel
paard van!"
De bootsman schrikte op uit zijn gepeins.
Het lieve meisjesgezicht verdween en de
zwarte cijfers kwamen weer in de plaats voor
die zacht-bruine oogen met hun starenden
blik.
„Och", mompelde de commandant, „het is
ook wei wat lang om zoo stil te zitten. Kijk
eens hoeveel water er hier staat", zei hij tot
den officier van de wacht.
„29 Meter, commandant", meldde de offi
cier, na gelood te hebben.
„Mooi, dan gaan we op den bodem liggen,
2) Onder water is een boot in zwevenden
toestand. Brengt men een gewicht van 100 kg
van voor naar achter, dan wordt de boot ach
ter 200 kg zwaarder. Men zal dus begrijpen,
dat tijdens het aftrimmen de menschen niet
heen en weer mogen loopen, daar dit direct
van invloed is op de zwaarte en de roergan
gers daar dus veel hinder van zouden hebben.
dan kan alle hens tegelijk schaften. Waar
schuw de anderen, dat we over een half uur
weer verder gaan."
De hulpballasttanks werden bijgevuld en
heel langzaam zakte de boot op den zeebodem.
Even deinde zij nog op; toen lag zij stil en
zoo rustig als in een dok.
HOOFDSTUK 3.
De winter scheen dit jaar dan al heel vroeg
afscheid te willen nemen.
Het was nog maar Februari en toch was
het weer overdag soms al zoo zacht, dat het
wel leek of de lente reeds kwam.
Maar de avonden en nachten waren koud en
de menschen schaarden zich 's avonds nog
gaarne rondom de warme kachel.
Bootsman Woud was in den loop van de
verstreken maanden een graag geziene gast
geworden ir. het huis van Frank.
Bijna alle avonden, die hij vrij was, bracht
hij daar door en ook de kinderen, die hem
„oom Wim" noemden, zagen hem gaarne
komen.
Toch kwam hij daar niet zoozeer voor zijn
vriend dan wel voor Jo.
Want ook Jo was steeds present in de ge
zellige huiskamer, waar dan een partij schaak
werd gespeeld, of een gezelschapspelletje ge
daan, waarbij dan braaf gelachen werd.
Maar als de kinderen naar bed gebracht
waren, schoven ze hun stoelen wat dichter bjj
den haard en dan werden allerlei onderwer
pen aangesneden. Dan was het veelal do
bootsman, die vertelde van zijn omzwervingen
en wat hij had gezien van de zeden en ge
woonten der verschillende volken, waarmee
hij had kennis gemaakt. Of hij sprak over wat
de natüur daar in die vreemde landen te zien
gaf.
(Wordt vervolgd.)