Anna Paulowna,
Schagen,
Texel.
Uit de Pers.
2T4 gezinnen
De Troonrede.
Sport
6
HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 19 SEPTEMBER 1935-
Engelsch zeiljacht bij
Petten gestrand.
Duitsch stoomschip
gestrand.
Door een vallenden boomtak
getroffen en gedood.
Laffe overval op oude
vrouw.
De hofstede „Sir Robert
Peel" afgebrand.
extra collectie samenge
steld
gaven zich in één dag 0p
op de Heldersche Courant
Volg hun voorbeeld en bre™
den winter gezellig door niet
Uw huisvriend, de Heldersche
Courant. Wie zich vandaad
opgeeft, ontvangt ons blad
tot 1 October gratis en doet
mee aan alle wedstrijden dia
de Heldersche Courant dezen
winter voor haar abonné's
organiseert en waaraan groote
geldprijzen verbonden zij^
Wat voor weer vandaag?
Wij vernemen, dat het Engelsche zeil
jacht „Emile Mary", aan boord waarvan
zich de kapitein-eigenaar, kapitein van
het Engelsche leger te Moneruesse met nog
een tweeden persoon hevond, gisteravond om
streeks half acht bij Paal 17 is gestrand.
Men had al een trip van drie weken op het
water achter den rug, doch de laatste vijf
dagen leverden niets anders dan storm op.
Toen de „Emilie Mary' gisteren onder de
Nederlandsche kust voer, werden van het 20
Britsche ton groote scheepje de zeilen weg
geslagen, waardoor het aan de genade van
wind en golven was overgeleverd.
De opvarenden heschen toen de noodvlag,
hetgeen in IJmuiden werd waargenomen. De
motorreddingvlet „Neeltje Jacoba" maakte
zich gereed om ter assistentie uit te varen,
toen het bericht binnenkwam, dat het
scheepje de noodlag had gestreken.
De reddingboot bleef toen binnen. Wind en
golven zwiepten echter de „Emilie Mary
hoog op het strand, waar de Pettener jongens
Jan en Willem Vriesman er in slaagc en een
lijnverbinding van het schip met een paaltje
op het strand tot stand te brengen, waar
langs de opvarenden zich in veiligheid brach
ten. Deze werden ondergebracht in hotel
Vriesman, waar zij zich weldra ter ruste be
gaven.
De 14 opvarenden van boord gehaald.
Gisteravond is op het Borkumer Rif het
571 ton metende Duitsche stoomschip „Bra-
mow" gestrand. Onmiddellijk trok de red
dingboot „Insulinde", welke te Oostmahorn
gestationneerd is, ter assistentie uit, welke
erin mocht slagen de in nood verkeerende 14
opvarenden van boord te halen en in veilig
heid te brengen.
Het gestrande schip is afkomstig uit War-
nemünde; het werd in 1906 gebouwd.
Reeds opgenomen in het Adv .-blad van gisteren.
Het schip als verloren beschouwd.
Lloyd's meldt:
Het met graan geladen Duitsche stoom
schip „Bramow", dat op het Borkumer-
rif is gestrand, wordt als totaal verloren
beschouwd.
De loodsdienst Nieuwe Water
weg hervat.
De loodsdienst voorgaats van den Nieuwen
Waterweg, 'die Dinsdagochtend om 5 uur we
gens het slechte weer was gestaakt, is gis
terenochtend om 6 u. 40 m. hervat.
Oude man door vallenden boom
gedood.
De storm, welke Dinsdagmiddag te Rotter
dam woedde, heeft een slachtoffer geëischt.
Een zware beuk in den tuin van het rusthuis
der Ned. Herv. Gemeente knapte af en sloeg
door een ruit van het rusthuis. Een der ver
pleegden, de 65-jarige Eilander, die onder den
boom bezig was met het pooten van plantjes,
werd onder de zware takken bedolven en zoo
ernstig gewond, dat hij eenige uren later
overleed.
Uit Urk:
Gisterenmorgen is de postboot, welke om
7 uur 15 van Urk naar Enkhuizen vertrekt,
na een gevaarlijke reis van 3 uur te Enk
huizen aangekomen. De boot is wegens het
stormachtige weer niet vertrokken.
Bij de werkverschaffing van den dienst
der plantsoenen aan de Marlotlaan in Den
Haag, is Dinsdagmiddag een doodelijk onge
luk gebeurd.
De 44-jarige werklooze stucadoor N. J.
C., uit de Lidewrjdestraat, was daar bezig
met het omhakken van een boom. Daarbij
moest een boomtop worden uitgehakt. Hij
kwam naar beneden, N. J. C. zag het aan
komen en liep weg, ma *r struikelde, zoodat
hij der boomtop op het lichaam kreeg, met
het noodlottige ge~olg, dat hij werd gedood.
De gemeentelijke geneeskundige dienst
heeft zijn lijk naar het ziekenhuis aan den
Zuidwal vervoerd, waar het zal worden ge
schouwd.
Een man, aan wien zjj onderdak
had verleend, sloeg haar bewus
teloos.
Een laffe overval op een 62-jarige vrouw
is Dinsdagavond gepleegd in het hofje aan de
Kruiskade te Rotterdam. De vrouw had on
derdak verleend aan een echtpaar, waarvan
de man als muzikant langs de huizen trekt.
Tegen middernacht heeft deze man de oude
vrouw, die al te bed lag met een kolenschop
bewusteloos geslagen. Hij is toen met zijn
vrouw gevlucht met medeneming "an 140
aan zilvergeld. De gitaar hebben zij in de
haast vergeten, Buren hebben de politie ge
waarschuwd.
De vrouw is naar het ziekenhuis aan den
Coolsingel gebracht, waar zij ter observatie
is opgenomen.
Het politie-onderzoek naar de daders van
den overval, die Maandagavond gepleegd is op
een 62-jarige vrouw in een hofje bij de Kruis
kade te Rotterdam, heeft tot resultaat gehad,
dat van dezen overval verdacht worden de
man H. t. P. en de vrouw M. v. N. Beiden zijn
zwervende. Hun opsporing is door de radio
verzocht.
De berechting van de misdadigers
uit Oss.
Begint vermoedciyk op Maandag
14 October.
De berechting van de Ossche misdadigers
zal, naar de „Nw. Rott. Crt." verneemt, niet
aanvangen op Donderdag 10 October, maar
vermoedelijk op Maandag 14 October voor de
rechtbank te 's-Hertogenbosch.
VAN DEN MOLENOMLOOP GEWAAID.
Sneuvelden er door den storm natuurlijk
heel wat dakpannen en verscheidene ruiten,
groot was de materieele schade, die in den
polder aangericht werd, niet. Behalve het ge
noemde kon ook een enkele boom den strijd
tegen den krachtigen wind niet volhouden, ont
wortelde of moest een deel van z'n kroon of
vruchten missen. We hoorden ook nog van een
omgewaaiden antennepaal, die een broeikas
vernielde, maar daar bleef het toch by. De
heeren J. Dekker en J. Leyen echter onder
vonden aan den lijve hoe geweldig de kracht
van den wind was. Toen zij op den omloop
waren van den molen, die aan de Molenvaart
staat, en een windbord afnamen, sloeg een
stormvlaag hen met het bord achterover en
vielen zij van de stelling. De smak tegen een
hek bezorgde den heer L. een paar bloedende
hoofdwonden, de heer D. liep na den val
eenigszins stijf maar kwam er verder goed af.
MEISJE IN BRAND.
Mej. W., in dienst bij Mevr. B. te Schagen,
had Dinsdag het ongeluk bij het passeeren
van een petroleumvergasser in brand te ge
raken. De dunne kleeren stonden in een oog
wenk in brand. Het meisje vloog gillend de
gang in en riep om water. Door haar harde
loopen wakkerden de vlammen nog meer aan.
Mevr. B. te hulp snellend wist de vlammen
met een emmer water te dooven. Mej. W. had
aan de linkerzijde van het lichaam ernstige
brandwonden bekomen, terwijl ook haar haar
gedeeltelijk was verschroeid. Zij is onder
dokters behandeling gesteld.
Eierland.
Gistermorgen omstreeks tien uur is brand
ontstaan in de keuken van de kapitale boer
derij „Sir Robert Peel" in Eierland. Bij het
broodbakken geraakten enkele kranten in
brand, die men op een bakoventje had ge
legd. Het gevolg was, dat een houten schot
doorbrandde, waarachter zich een hooivak be
vond. In enkele minuten tijd stond nu geheel
de boerderij met de daarin gebouwde schuur,
die geheel gevuld was met graan, in brand.
Zoo goed als niets kon men toen meer naar
buiten brengen, zoodat geheel de oogst, waar
van alleen slechts enkele ha rogge was afge
leverd, verloren ging. In een uur tijd lag de
geheele hofstede plat; van den inboedel kon
den alleen enkele stoelen worden gered. De
motorspuiten van Den Burg en Oosterend
kwamen te laat, alleen de spuit van Den Burg
is nog in dienst gesteld voor nablusschen. De
hofstede werd bewoond door den heer M.
Witte en is eigendom van Jonkheer Michiels-
Verduynen. Vermoedelijk is alles verzekerd.
De bladen hebben over het algemeen zeer
uitvoerige beschouwingen aan de Troonrede
gewijd, beschouwingen die uit den aard der
zaak veelal in mineur zijn gesteld.
Het Vaderland (lib.) merkt op, dat de
regeering aangaande haar betrekking tot de
R.K. Staatspartij blijkbaar geen oude wonden
heeft willen openrijten.
Niet alleen, dat er met geen woord gerept
wordt over het rampspoedige conflict tus-
schen het ministerie en de Kamer, maar ook
over de aanpassing, de verlaging van het
Nederlandsche kostenniveau nog in de Me
morie van Antwoord tot het Bezuinigings-
ontwerp als „leidend beginsel" vooropgesteld,
zal men tevergeefs iets in het stuk zoeken.
Al hebben wij voor ons het in hooge mate
betreurd, dat het kabinet zich hier scheen te
verschuilen, en al bekroop ons zelfs de vrees,
dat het niet meer met dezelfde kracht aan
zijn hoofdbeginsel zou vasthouden, van r.-k.
zijde kan men het stilzwijgen over het twist
punt tusschen de fractie en het ministerie-
Colijn nog als een ontzien van de r.-k. ge
voeligheid waardeeren. Te meer aanleiding is
hiervoor, omdat er in de Troonrede een reeks
van programpunten voorkomt, welke den r.-k.
slechts welgevallig kunnen zijn.
De middenmoot van de Troonrede acht het
blad de donkere vlek in het document.
Het blad besluit:
Wij gaan, naar te verwachten is, een ge
wichtig parlementair jaar tegemoet, waarin
in de eerste plaats de heerschende politieke
onzekerheid zoo spoedig mogelijk door de
roomsch-katholieken, in welken zin dan ook,
moge worden opgeheven!
Het Handelsblad (lib.) gaat na, wat
de regeering ten aanzien van een program
van volkswelvaart ongeveer zal hebben over
wogen en schrijft dan o.m.:
De overheid wordt in ruil voor de hulp
welke zij beschikbaar stelt, als het ware de
opperste rechter in het bedrijfsleven. Wie ge
looft in de mogelijkheid dat zij daartoe de
capaciteiten heeft of hebben kan, zal dit plan
met instemming begroeten. Wij voor ons zijn
op dit punt echter uiterst sceptisch. Waar de
overheidsleiding falikant uitloopt, daar zal
het in het gareel gedwongen bedrijfsleven het
verlies moeten nemen, maar dit dan onge
twijfeld in anderen vorm weer op de overheid
willen verhalen. Zoo drijven wjj steeds verder
naar den toestand waar de staat als oecono-
misch dictator zal worden gebruikt of mis
bruikt, en als algemeene melkkoe zal worden
behandeld, die eenmaal als zoodanig begon
nen, ook zal moeten voortfunctionneeren.
Tot de koe op een kwaden dag zal droog
staan, en het bedrijfsleven zal bemerken dat
het verzuimd heeft om op eigen beenen te
leeren loopen.
Het woord bezuiniging komt in deze troon
rede in het geheel niet meer voor. Integendeel
„aan eenige verhooging van enkele belastin
gen zal niet zijn te ontkomen, wil de overheid
haar sociale taak kunnen blijven vervullen".
En dat is nog alleen maar voor de sociale
taak. Hoeveel zal daarenboven het oecono-
misch steunprogram kosten? En wat zal
daar aan verdere bezuiniging op nu niet
In de vergrote huishoudelijke afdeling
der firma VAN WILLIGEN zijno.a.
de Kachels en Haarden onder
gebracht
Voor deze feestelijke gebeurtenis is een
Het neusje van de zalm op Haarden-en
Kachelgebied vindt U hier geëtaleerd
De nieuwe modellen van FRISIA,
JAARSMA en andere voor
aanstaande fabrikanten van
Haarden staan broederlijk in onder
linge concurrentie naast elkaar
Ook hun Haardkachels en vooral
niet te vergeten de beroemde Tiger
Kachels wedijveren in kwaliteiten
prachtmodellen
Nog nimmer is zoo n pracht sortering
in Den Helder getoond
Zeer zeker zal niemand een
Haard of Kachel kopen vóór
de nieuwe afdeling bij
bezichtigd te hebben
essentieele overheidsbemoeiingen tegenover
staan
Wat de regeering hier voorstelt zal zeer
veel geld kosten, en dat geld zal moeten wor
den opgebracht door het Nederlandsche volk,
voor zoover het nog draagkracht heeft.
Het blad acht het ontbreken van een af
doend bezuinigingscomplement in deze troon
rede een kardinale fout.
De Nieuwe Rotterdamsche Cou
rant (lib.) merkt in het hoofdartikel, dat
aan de Troonrede gewijd is, o.a. dat de in het
staatsstuk uitgestippelde politiek van het
„nieuwe" kabinet in de groote lijnen aansluit
bij de politiek van het oude kabinet Colijn.
Veel nieuws op enkele vage aanduidingen
na vindt het blad er niet in.
Vervolgens bespreekt het orgaan den zin
tot tegemoetkoming aan en verzoeningen tot
afwijkende meeningen.
Tenslotte schrijft het blad:
„Over het algemeen kan, dunkt ons, overi
gens over de Troonrede gunstig worden ge
oordeeld. Zij moge weinig positiefs aankondi
gen, wie de moeilijkheden ook maar eeniger-
mate beseft, welke aan elk vraagstuk op het
oogenblik vast zitten, kan begrijpen, dat de
regeering er aan hecht, zich met eenige voor
zichtigheid uit te drukken, en geen verwach
tingen te wekken, die achteraf onvervulbaar
zouden blijken te zijn. Beloften te doen is ge
makkelijk; vooral wie in oppositie hun kracht
zoeken plegen er gul mee te zijn, maar wie
verantwoordelijkheid draagt in een tijd als wij
thans doormaken, toont regeerkracht juist
door zich in dit opzicht in toom te weten te
houden.
Wat doet de regeering om voor goedkoope
productie de beste voorwaarden te scheppen?
Zij heeft eencommissie benoemd om de
mogelijkheid van verlaging van kosten van
levensonderhoud te onderzoeken! Maar de
heele politiek moest van den aanvang af
daarop gericht zijn. Hoe staat het echter
daarmee? Zoolang hierop een duidelijk ant
woord ontbreekt, mist het steunprogram een
gezonde basis.
Het Utrechtsch Dagblad (lib.)
merkt naar aanleiding van de passage over
de internationale betrekkingen op, dat de re
geering de mogelijkheid, dat Nederland eer
lang geroepen zal worden aan zijn Volken
bondsverplichtingen te voldoen en dientenge
volge oeconomisch en/of militair actief deel te
nemen aan een conflict klaarblijkelijk ter dege
in het oog vat.
Naar aanleiding van de financieele positie
schrijft het blad:
Devaluatie acht de Regeering terecht een
middel, dat niet ten goede komt aan de volks
gemeenschap als geheel. Vrijwillig zal dus deze
Regeering nooit tot dezen stap adviseeren.
Verder gaande aanpassing en bezuiniging
zullen in de komende tijden geboden zijn. Ook
de belastingschroef zal weer aangedraaid
worden.
Uit de passage betreffende de industriali
satieplannen beluisterde het blad een zekere
mate van enthousiasme. Maar scepticisme lijkt
geboden. Verheugd is het orgaan, dat een
deugdelijke oeconomische voorlichtingsdienst
in het leven zal worden geroepen, dat gelden
zullen worden aangevraagd tot voorziening
van de inpoldering van het IJsselmeer en tot
aanvulling van het Werkfonds en tevens, dat
meer dan gewone aandacht zal worden ge
schonken aan het vraagstuk der jeugdwerk
loosheid.
„De Telegraaf" (neutraal) schrijft onder de
hoofden „De hoorn des overvloeds" en „De
Nederlandsche staat als verzorgingsinstituut"
o.a .het volgende:
„Als men dit program overziet, dan slaat
de nuchtere Nederlander de handen in elkaar
en roept verbaasd uit: „De Nederlandsche
Staat is Onze Lieve Heer geworden; hij kan
alles, hij doet alles, waar zal ik mij nog be
zorgd over maken." Dat zal de arme man
spoedig genoeg bemerken, als hij zijn be
lastingbiljet thuis krjjgt.
„Verscholen onder de weelde van sociale
maatregelen, bevat de Troonrede enkele
schuchtere aanwijzingen over onze weer
macht. De regeering is van meening, dat met
het oog op de internationale toestanden voor
zieningen noodig zijn. Dat is zeer zeker het
geval. Wij vreezen echter, dat juist de para
graaf over de weermiddelen de geringste in
stemming zal vinden bij die elementen van
ons volk, op wie deze Troonrede speculeert.
lt. K. bladen.
De Tyd (r. k.) schrijft onder het opschrift:
Gaat de koers om? o.m.:
De toon over den ongunstigen tijd luidde
ook in deze Troonrede ernstig. Hij schijnt
echter minder zwaar en bepaald warmer jin
het deernis betuigen met de werkloozen, het
meer t. gewone aandacht schenken aan de
arbeidlooze jeugd, het aanvragen van nieuwe
gelden voor het Werkfonds en het betrekken
van de belangstelling der gemeenschap in
het lot van allen, die onder den crisisdruk
lijden. Er blijkt gevoel uit voor de psyche van
ons volk, dat mede zal bemoedigd worden door
industrialisatie, technologische instituten, een
centrale industrie-financiering, de in uitzicht
gestelde verhoogde invoerrechten, bescher
ming van den middenstand, steun voor
scheepvaart, landbouw, meer industrialisatie,
in Indië en afzet van Indische producten, en
maatregelen tegen politieke uitersten. Het
zijn meest bekende klanken in de politiek der
R.-K. Staatsparty, maar zijn ze door het
tweede kabinet-Colijn ook begrepen en wor
den ze eens werkelijkheid? We hooren woor
den, maar ons ontbreekt het geloof.
Er is bij deze Troonrede nog meenige vraag
te zetten en bevredigend te beantwoorden, eer
het vertrouwen loyaal aan het op den nieuwen
koers varende kabinet-Colijn kan worden toe
gezegd.
Ernstiger dan in Juli j.1. doorkruist op het
oogenblik de vraag: consequente deflatie of
devaluatie de politiek van de regeering en
der partijen. Al verluidt in de Troonrede, dat
devaluatie of het prijsgeven van den gouden
standaard de volksgemeenschap als geheel
geen baat kan brengen iets waarover alle
partijen het eens zijn wil dit echter zeg
gen, dat het kabinet-Colijn, ondanks zijn goe
den wil, niet door force majeure tot munt-
onwaarding zal gedwongen worden?
De Maasbode (r. k.) schrijft o.m.:
Aan somberheid waren wij in de laatste
Troonredes gewoon geraakt; het Staatsstuk
dat nu voor ons ligt, kon in rouwrand zijn
gevat. Het getuigt niet alleen van den schier
wanhopigen strijd, dien Nederland op oeco
nomisch en dus ook op financieel gebied heeft
te voeren, maar het voegt er nu ook duide
lijk aan toe, dat de internationale politiek
„bijzondere nauwlettendheid" eischt.
Wij zijn van meening dat de Grondwet in
derdaad zekere herzieningen behoeft, zooals
de katholieke fractie reeds twee jaar gele
den in de Kamer verdedigde. Met name moet
gezorgd dat ons parlement gesloten wordt
voor rc/olutionnairen. Evenzoo ligt het op
den weg van de Overheid dat zij de vorming
van particuliere legers of machtsgroepen ab
soluut verbiedt.
Dat het Kabinet met de verdere inpoldering
van het IJsselmeer wil doorgaan, bewijst dat
het in drukking van het werkloozencijfer een
van zijn eerste opgaven blijft zien. Dat Hare
Majesteit met een woord van troost de dui
zenden werkloozen tegemoet treedt en ook
„het zoo beklemmende vraagstuk der jeugd
werkloosheid" met name noemt, doet ons
hopen, dat de regeering toch voor alles en
boven alles deze demoraliseerende werkloos
heid zal helpen bestrijden.
Haar steun aan de Scheepvaart is welkom;
de steun aan den landbouw is, zeker bij de
huidige muntpolitiek, onmisbaar al gaat zij
daar, vreemd genoeg, rechtdraads tegen in.
Wel komt het ons voor, dat de vraag moet
worden gesteld of de steunregelingen niet
veel meer gedecentraliseerd moeten worden
uitgevoerd.
Eenige passages uit de Residentiebode
(r. k.):
Al valt uit de ditmaal zeer uitvoerige
Troonrede wel op te maken, dat de regeering
den ernst der tijden volkomen beseft en dat
ze ook met een aantal maatregelen zal komen
welke aan dien ernst beantwoorden, duidelijk
is het nog geenszins of de regeering het met
de Kamer zal kunnen vinden, of zij met name
met de Katholieke Staatspartij tot overeen
stemming zal kunnen komen.
De regeering blijft devaluatie afwijzen, al
lijkt het ons, dat zij er niet meer zóó scherp
tegenover staat als in vorige verklaringen.
Vreest de regeering misschien, zooals zoo-
velen, dat tóch niet aan devaluatie zal zijn te
ontkomen
Beperking van de uitgaven wordt steeds
moeilijker, schrijft het blad verder, en even
moeilijk is de verhooging van enkele belas
tingen.
Met genoegen ziet het blad, dat toch de in
poldering der Zuiderzee verder zal voortgezet
worden, maar dat is natuurlijk slechts een
druppel in de zee; de beruchte „vaste lasten"
naar beneden, dat zou meer zoden aan den dijk
brengen.
Het Dagblad van Noord Brabant (r. k.)
meent:
Hier is het nieuwe kabinet-Colijn aan het
woord, dat het Nederlandsche Volk niets an
ders te vertellen heeft dan wat het oude kabi
net-Colijn, het kabinet-Colijn van voor de
jongste kabinetscrisis, den lande te zeggen
had: de oude oeconomische en monetaire poli
tiek wordt voortgezet, hoezeer experimenteel
haar karakter ook moge zijn uitgevallen
waarbij alleen eenige plaats is ingeruimd voor
de vage en zwevende plannen, die het oude
kabinet-Colijn nolens volens heeft aanvaard
als zoenoffer voor het optreden van prof.
Gelissen als minister.
Limburger Koerier (r. k.):
Uit de Troonrede blijkt, dat er in de dagen
van de politieke rustkuur geen enkele der be
staande moeilijkheden is opgelost.
Deze moeilijkheden zijn van zakelijken èn
van psychologischen aard.
Zakelijk staat het zoo, dat het prijspeil in
ons land met ten minste rond dertig procent
omlaag moet. Door loonsverlaging alléén
welke verlaging dan wellicht nog verder dan
30 pet. zou moeten gaan is deze aanpas
sing niet mogelijk. Aantasting van vaste
lasten, ook in de hoofdsommen, zal niet kun
nen uitblijven.
Oeconomisch blijft het met dit kabinet suk
kelen. De harde leerschool van de steeds toe
nemende werkloosheid bracht de heeren Colijn
c.s. nog niet tot het inzicht, dat de funda-
menteele fouten van een overigens aarzelend
oeconomisch beleid niet worden weggewerkt
door een nieuwen man aan boord te nemen
en deze in een iet wat sneller tempo op een
verkeerde basis aan den arbeid te zetten.
Het Huisgezin (rad. r. k.) zegt o.a.:
Het is geen opwekkend perspectief, dat de
Troorlrede ons biedt, en ze zal zeker geen al
gemeene geestdrift wekken. In geen geval bij
hen, die zich reeds geruimen tijd afvragen, of
voor effectvolle maatregelen der overheid op
oeconomisch terrein wel een basis voorhanden
is. Ook ditmaal wijst de regeering krachtig de
devaluatie van de munt of het prijsgeven van
den gouden standaard af. Zij weigert deze
maatregelen te beschouwen als middelen, die
de volksgemeenschap als geheel baat zouden
brengen.
Ongetwijfeld staat de Tweede Kamer voor
een moeilijke beslissing, als zij zal hebben uit
te spreken, of ze op den grondslag van deze
Troonrede, het bestuur des lands in handen
aan het kabinet-Colijn zal laten.
De Volkskrant (rad. r. k.) stelt vast, dat
de zaak op den ouden voet zal worden voort
gezet.
Het woord aanpassing is in de Troonrede
vermed' i, van verlaging van het levenspeil
wordt niet gerept, maar van den anderen kant
is er weinig dat uitzicht geeft op een andere
P°Hier<blijft hulp noodig, daar kan ateun nlet
worden gemist, en de regeering zal helpen,
maar zonder dat men dat alles gedragen ziet
door een sterke overtuiging dat langs dien
weg beterschap zal worden bereikt.
En te midden van alles wat in de Troonrede
tot beklemming stemt maakt het een eenigs
zins vreemden indruk te vernemen, dat bijzon
dere aandacht zal worden gewijd aan de or
ganisatorische en paedagogische vragen in
zake het onderwijs. Ware het niet beter te be
vorderen dat aan de werkloosheid onder de
onderwijzers paal en perk werd gesteld en
hun positie niet voortdurend verder werd af
gebrokkeld
De a.-r. pers.
„De Standaard" (a.-r.) schrijft, na haar
verheugenis te hebben geuit over afwijzing
van devaluatie of het verlaten van den gou
den standaard:
Een krachtig optreden der regeering in
zake de noodzakelijke bezuiniging, een werk,
dat volgens de Troonrede oftafgebroken zal
worden voortgezet, zal daartoe zeer zeker
ook noodig zijn.
En het is wel teleurstellend, dat de daling
der inkomsten sneller blijkt te gaan dan de
resultaten der bezuiniging, aangezien thans
wordt aangekondigd, wat voorheen feitelijk
werd afgewezen.
Terecht is gezegd, dat belastingverhooging
niet meer mogelijk zou zijn. Toch moet men
er de toevlucht weer toe nemen. Er zal niet
aan te ontkomen zijn, dus wordt gezegd, wil
de Overheid haar sociale taak kunnen blijven
vervullen.
De a.-r. „Rotterdammer" laat zich als
volgt uit:
Afgezien van niet onbelangrijke bijkomstig
heden trekken vijf paragrafen van de Troon
rede de bijzondere aandacht.
De eerste is deze, dat de Nederlandsche
regeering, in aansluiting aan de rede van mi
nister De Graeff, zich geheel achter den Vol
kenbond plaatst en van harte bereid is om
deze in staat te stellen de bedreigde vrede te
handhaven. Dat de Koningin deze hoop uit
sprak heeft de instemming van gansch ons
volk.
Hetzelfde kan niet gezegd worden van de
vele passages in de Troonrede, welke over
duidelijk bewezen, dat de regeering niet zoo
als velen hoopten, komt met een of ander
welvaartsplan, dat, vastgelegd in wettelijke
maatregelen, den ndotoestand zou kunnen op
heffen.
Op dit oogenblik is de groote vraag: hoe
komen we op een lager prijsniveau? Dat
vraagt het bedrijfsleven, dat nu al maanden
lang lijdt onder duur geld. Dat vraagt ook de
burger, die bij lager inkomen voor grooter
uitgaven staat. De commissie, welke gisteren
ietwat overhaast is aangekondigd, om een
onderzoek naar de kosten van het levenson
derhoud in te stellen, had er al maanden moe
ten zijn.
Dit is trouwens de algemeene klacht. Er
moet snel, zeer snel gewerkt worden en het
schijnt soms, alsof het kabinet-Colijn zich,
evenals minister Kuyper vroeger, in de tijd
rekenkunde vergist.
Het c.-h. hoofdorgaan.
De „Nederlander" (c.-h.) wijdt een breed
voerige beschouwing aan het financieele en
oeconomische gedeelte van de Troonrede.!
Dat de mogelijkheden tot verhooging der
welvaart en daarmede tot gezond financieel
herstel door middel van nationale maatrege
len beperkt zijn, zal men der regeering moe
ten toegeven. Zij ontbreken echter niet en
dienen dan ook gebruikt te worden. De regee
ring is van oordeel, dat devaluatie van de
munt of prijs geven van den gouden stan
daard daartoe niet dienen kunnen, omdat niet
de volksgemeenschap als geheel daardoor ge
baat zou worden. Dat dit het standpunt is
van de regeering, is voldoende bekend.
Het blad bespreekt eenige van de voorge
stelde maatregelen en vervolgt:
Van al deze maatregelen en die welke ver
der nog in de Troonrede genoemd worden,
mogen echter geen wonderen verwacht wor
den ten aanzien van de werkverruiming. Som
mige ervan, hoe noodig op zichzelf ook, zullen
eerder de werkgelegenheid doen afnemen dan
vermeerderen.
Van belang is het daarom, niet slechts dat
de regeering krachtig zal blijven optreden tot
leniging van de gevolgen der werkloosheid,
maar vooral tot beperking van dit euvel. Aan
gekondigd wordt de voortzetting van de in
poldering van het IJsselmeer en een aanvul
ling van het Werkfonds, terwijl meer dan ge
wone aandacht zal worden geschonken èan
het vraagstuk der jeugdwerkloosheid, door de
regeering terecht beklemmend genoemd. Dit
alles verdient toejuiching en het is van het
grootste belang, dat hier snel, doortastend en
onbekrompen gehandeld wordt. Veel meer dan
tot dusver zal de regeering op dit onderdeel
van haar taak den nadruk moeten gaan leg
gen, daar de maatregelen tot werkverruiming
niet slechts sociaal, maar ook voor het herstel
van de welvaart van beteekenis zijn.
De s.-d. pers.
„Het Volk" (s.-d.) begint zijn beschouwing
aldus:
Ditmaal is de Troonrede een aanmerkelijk
langer stuk dan gewoonlijk. Dit is het eerste
wat opvalt. Het tweede is, dat nagenoeg het
geheele vraagstuk zich bezighoudt met den
slechten en steeds slechter wordenden oecono-
mischen toestand des lands. Beide verschijn
selen zijn volkomen begrijpelijk.
De schier alles overheerschende factor in
het Nederlandsche volksleven is de zich
steeds nog uitbreidende werkloosheid, de
steeds nog dalende inkomens. Natuurlijk
moest de Troonrede zich haast uitsluitend
daarmee bezighouden. Maar daarenboven is
dit noodlottige feit het centrale probleem,
waaromheen de politieke tegenstellingen van
dit oogenblik zich steeds meer toespitsen. Het
teruggekeerde kabinet kan zijn leven slechts
redden, als het voor een omgekeerde politiek
een Kamermeerderheid weet te winnen. Hier
op is de geheele Troonrede gericht. Vandaar
ook haar buitengewone lengte. Er is de regee
ring alles aan gelegen van haar goede bedoe
lingen te pogen een meerderheid in de Kamer
te overtuigen. Daarom is zij er zoo uitvoerig
over.
Het blad behandelt dan na eenige op
merkingen over de passages betreffende den
internationalen toestand, de grondwetsher
ziening en het wetsontwerp ter voorkoming
van particuliere machtsvorming op het ter
rein der overheidstaak.
Er zal oo' opgericht worden „een maat
schappij voor industrie-financiering". Dit is
een andere term voor een industriebank. Hoe-
vele malen heeft de regeering niet de ge-
als nieuwe abonné's
dachte der industriebank met hoon overgo.
ten? Het zou een „stroppenbank" worden. Er
kon onmogelijk aan gedaan worden. De re-
geering dacht er niet aan. Er zou ook niets
van terecht komen. Zal het er nu plotseling
wél van komen? Is de regeering in een om-
mezien overstag gegaan?
Wie die het gelooft? Hier geldt het woord,
dat Goethe's „Faust" zegt in zijn smartelijks
cel: „Ik hoor de boodschap wel, doch mij ont
breekt het geloof".
„De Voorwaarts" (s.-d.) vat haar oordeel
aldus samen:
De Troonrede behelst het woord van een
regeering, die kennelijk geen raad meer weet,
die, staande tegenover een inderdaad geweldig
moeilijke taak, de eenheid, het vertrouwen en
den durf mist, welke de onmisbare voorwaar
den zijn bij iedere poging om het volk uit de
diepte der drukkende crisisellende tot betere
bestaansvoorwaarden omhoog te heffen. Het
geluid, dat het gereconstrueerde kabinet-Colijn
in dit staatsstuk doet hooren, klinkt ons dan
ook in de ooren als een nauwelijk verhulde
bekentenis van onmacht. Het is de stem van
een kabinet, dat het recht verspeeld heeft zijn
plaats aan de regeeringstafel te hernemen.
Naar waarneming verricht in den
morgen van 19 SepL
Medegedeeld door het Konmkljjk
Meteorologisch Instituut
Hoogste barometerstand 769.2, LaCoruna
Laagste barometerstand 728.6, Stornon
Barometerstand te Den Helder 750.0
Verwachting
Krachtige aanvankelijk wat afnemende,
later wellicht toenemende Z.W. tot Weste
lijke wind. Betrokken tot zwaar bewolkt,
waarschijnlijk regenbuien, later iets kouder
HET PROGRAMMA VOOR A.S, ZONDAG.
KNVB.
HRC IZaanuijk I; Alkmaarsche Boys I—
Helder 1; De Volewijckers 1Succes 1.
Schagen ITexel I; BKC 1Nieuwe Nie-
dorp I.
West Frisia 2--HRC
Helder 2—KVV 2; ZFC 3—HRC 8.
NHVB.
Helder 3Held. Boys 1; HRC 4Atlas 1|;
Succes 2JVC 1; Wieringerwaard 1—Water
vogels I.
Helder 5Helder 4; Oudeschild 1Schagen
2; Texel 2HRC MLu 1Oudesluis 1.
BKC 2—BKC 3; JVC 2—HRC 6; HRC 7—
Watervogels 2; Zeemacht 2Succes 3.
UITHOUDINGSTOCHT VOOR KANO'S.
Zondagmiddag bracht Den Helder iets
nieuws op het gebied der kano-sport. De
plaatselijke watersportvereeniging H.W.V.
had nJ. een uithoudingstocht georganiseerd
voor kanovaarders. De opgaaf luidde, het
traject Jachthaven, De Kooi, Ewycksluis,
Anna Paulowna, Westeinde en weer naar het
uitgaanspunt terug, pl.m. 32 km, in 6 uur
af te leggen. Te 14.20 uur startte een achttal
kano's, waarvan drie bemand met twee per
sonen.
Na een zeer geslaagden tocht, waarin het
humoristische gedeelte op zijn manier ver
zorgd werd door den heer J. J. Schellinger
(toen het begon te regenen diepte hij uit z'n
kano een paraplu van stevige makelij op en
door die op te steken, hetgeen natuurlijk
„geen gezicht" was beschutte hij zich tegen
natheid), gelukte het de deelnemers het
traject binnen den vastgestelden tijd af 19
leggen Deelgenomen hebben: In twee-per-
soons kano's: Mevr. en Agatha Vermeulen,
gebroeders Jacobs, Frans Trap en Jan Noot.
In één-persoons kano's: Mevr. Boonen en dé
heeren George, J. Rietveld, J. Schellinger en
C. W. Boonen.
Wegens plaatsgebrek moesten wij de „reis
beschrijving" achterwege laten. Red.)
WIELERWEDSTRIJDEN.
Zondag heeft op initiatief van de Heldersche
Wielrydersvereeniging en het bestuur
„Verdo-Nigro" een Grasbaanwedstrijd P'
gehad op een perceel land van den heer
Keijser R.Johz. te Den Burg. Er bestond v
deze, voor Texel betrekkelijk beheel m
sport zeer veel belangstelling. Voor de
dige afwisseling werd gezorgd door niec
sche muziek van den heer M. Vonk.
Het aantal deelnemers bedroeg ru"r'
waarbij ook een 8-tal ingezetenen van
De prijzen werden gewonnen als v0'£ prijs
Sprintwedstrijd: le prijs Tichelaar,
Dienaar; 3e prijs H. Kooger (Texel).
Klassementrace over 15 ronden: gtam<
Snijders, 16 p.; 2e F. Zoons, 9 P-! ae
8 p' i1s j, Sük'
Afvalrace voor Texelaars: le Prös
ker; 2e H. Kooger. witteb"1
Koppel-achtervolging Snijder ..^g in.
haalden na 11 ronden Slikkervan ;U,n
Afvalrace voor hen, die niet deeh'j'. er; 2®
de kopj>elivodstrijdcii: le P. 01
Huurman. Snij"
Koppel wedstrijden: le wi"e!£elaar, 8 P''
ders, 10 punten; 2e Dienaar—Ticne t 40
3e Van DijkeKossen, op 1 ron£ t5e
R. Ran—W. Zoons, op 2 ronden, P
SlikkerBraak, 2 pt,