Buitenlandsch Overzicht. TAPTOE A NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA No. 7055 EERSTE BLAD lil De verkiezingen in het Memelland. Geen herinneringmedailles voor de militairen uit het Saargebied Zon Aspirientje helpt toch maar Londens antwoord aan Parijs. duo. COURANT Abonnement per 8 maanden b*J vooruitbet.: Heldersche Courant 1.80; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel J 1.65; binnenland 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige landen S.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-GIrorekenlng No. 16066. ADVERTENTIE Nj 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst), dubbele prjja. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b(j vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum 40 ct; bij niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Italië blijft agressief; het zal niet uit den Volkenbond treden voor sancties worden toegepast. De keizer van Abessinië kondigt de ólgemeene mob.lisatie aan. - De verkiezingen van Memel; een nieuwe angel voor Europa. De houding van Italië bl|jft agressief, zoo schreven we in den kop van dit overzicht. Mus- solini bljjft consequent doorgaan op den inge slagen weg en alle hoop op tjjdigen terugkeer van den Duce is tot nog toe jjdel gebleken en zal dat blijven. De groote vraag van het oogenblik is eigenlijk niet meer of er oorlog zal komen tusschen Italië en Abessinië, maar of deze onvermijdelijke botsing zal uitdijen tot een wereldkrijg. We gelooven daarin nog niet direct, want b|j het toepassen van sancties, zal de Volkenbond zich eerst bepalen tot de passieve, d.w.z. dat men crediet aan de aan vallende partij zal weigeren en grondstofleve- ranUes. Wanneer zou blijken dat dat niet vol doende is zou men eerst overgaan tot de acüeve sancties, n.1. de contrdle op de toe gangswegen naar Italië en eventueele slui ting van het Suez-kanaal, gepaard gaande met een bloccade. Eerst dan wanneer men tot deze actieve sancties overgaat zal de oorlog zich waar schijnlijk uitbreiden tot de landen, die met de toepassing van deze sancties belast z|jn, dat z|jn In de eerste plaats Enge- land en Frankrijk en verder de landen die de verplichtingen van den Volkenbond op zich nemen. De toestand kan zich snel ontwikkelen, doch al zien we de ontknooping van het drama Itallë-Abessinië naderen, we gelooven nog niet dat Europa direct in het conflict zal worden betrokken. Onaangename verras singen zijn natuurlijk niet buitengesloten. KROONPRINS UMBERTO VAN ITALIË, die, naar verluidt, een vreedzame oplos sing wenscht van het Italiaansch Abessinisch conflict. Zaterdagavond heeft de Italiaansche mi nisterraad de volgende besluiten genomen. „Italië zal den Volkenbond niet verlaten voor den dag, dat de Volkenbond zelf de volle verantwoordelijkheid op zich zal nemen van de maatregelen, die Italië zullen treffen. „De regeering heeft aan de Engelsche regee ring meegedeeld, dat zij bereid is een over eenkomst aan te gaan. welke in overeenstem ming zal z|jn met de gewettigde aanspraken van Groot-Britannië in Oost-Afrika. „De regeering verklaart op de plechtigste wijze, dat zij elke actie zal vermijden, die het terrein van het Italiaansch-Abessijnsche ge schil zou uitbreiden. „De regeering kan de verklaring van den negus, dat hi) z|jn troepen bevolen heeft tot op 30 km van de grens terug te trekken, niet ernstig opvatten." Bij alle bitterheid die de wereld bezield tegenover Italië, moet toegegeven worden dat Italië duidelijke taal spreekt. Men weet wat Mussolini wil en kan zich daardoor dus rus tig bezinnen op de maatregelen die men nemen zal. Diezelfde klare taal vindt men ook in de Italiaansche pers, het is geen diploma- tieken, misleidenden toon, maar grimmig en duidelijk. Het officieuze Giornale d'Italia bevatte Za terdagavond onder het opschrift: „Laatste Ophelderingen" een commentaar op de boven genoemde besluiten. Op het punt, waar de zaken thans beland zijn, schreef het blad, moet men duidelijke taal spreken en elke poging tot voorzichtig heid laten varen, bij het begrip volkenbond valt alles te voegen behalve gerechtigheid en onpartijdigheid tegenover Italië. Het sluiten van het Suezkanaal en de oeconomische blok kade kan Italië slechts beschouwen als recht- streeksche en ondubbelzinnige oorlogsdaden, die dan ook onmiddellijk den verdedigingsoor log zouden uitlokken. Volgens de Italiaansche opvatting moet de strijd tot Oost-Afrika en de betrekkin gen tusschen Italië en Abessinië beperkt blijven. Voor een uitbreiding van den oor log zou Italië in geen geval verantwoor delijk gesteld kunnen worden. Mobilisatie in Abessinië aangekondigd. Die klaarheid van taal van de zijde van Italië, waarover wjj hierboven schreven, is voor Abes sinië het benauwende. 'Het land voelt al sinds maanden den oorlog, als het zwaard van Damocles, dreigen, en het moeilijke is voor den keizer en zijn regeering om geen maat regelen te nemen, die voor Italië een uitda ging tot direct actief optreden zouden zijn. Uiterst voorzichtig en beleidvol is Abessinië's keizer te werk gegaan, al gelooft hij sinds weken niet meer dat een bevredigende oplos- sing nog mogelijk zou zijn. Zaterdag nu heeft de keizer, vermoede- delijk ook al tengevolge van de laatste besluiten van den Italiaanschen minister raad (zie hierboven) besloten de alge mene mobilisatie af te kondigen. Hij heeft daarvan telegrafisch mededeeling gedaan aan den secretaris van den Vol kenbond. Tegelijkertijd wordt daarin het drin gend beroep op den Volkenbond herhaald om alsnog te trachten den dreigenden op- marsch van het Italiaansche leger te ver hinderen. Het telegram luidt als volgt: Vastbesloten den vrede in Abessinië te KROONPRINS ASSAO WOSSISN VAN ABESSYNIË, bevelhebber van een gedeelte van het Abessijnsche Noorderleger. handhaven willen wij voortgaan om met den Raad samen te werken bij het zoeken naar een vredelievende bijlegging van het geschil, welke in overeenstemming is met het Volkenbondspact. Wij willen echter de aandacht van den Raad vestigen op den steeds toenemenden ernst van den dreigenden Italiaanschen inval, die voort spruit uit de aanhoudende troepenver sterkingen en de andere oorlogsvoorbe reidingen, waarmede de Italiaansche re- geertng ondanks onze vredelievende hou ding voortgaat. Ernstig smeeken wij den Raad zoo spoedig megeljjk alle voorzor gen tegen den Italiaanschen inval te nemen, daar de omstandigheden zoo zijn geworden, dat wij onze verplichtingen zouden verzaken, wanneer wij nog langer de algeheele mobilisatie, noodig voor de verdediging van ons vaderland, zouden uitstellen. Onze voorgenomen mobilisatie zal onze vorige legerbevelen om de troepen 80 km van de grens terug te trekken, niet aantasten en w|j herhalen onze vast beslotenheid om met den Volkenbond onder alle omstandigheden te blijven samenwerken. w.g. HAILE SELASSIE I, Keizer. Addis Abeba, 28 September 1935. Het telegram, bevattende de aankondiging der mobilisatie, is gevolgd door een ander, dat die mobilisatie uitstelt. Het A.N.P. meldt n.1. uit Addis Abeba: De Keizer van Abessinië heeft Zondag aan den Volkenbond een nieuw telegram gezonden. Hij seint daarin, dat Abessinië in de hoop den vrede in stand te houden ten nauwste met den Volkenbond wil samenwerken. De Keizer ziet zich echter gedwongen den Volkenbond op nieuw op de aanhoudende agressieve maatre gelen van Italië opmerkzaam te maken, daar deze duidelijk aanvalsbedoelingen toonen. Der halve verzoekt hij den Volkenbond voor den eerstkomenden tijd alle maatregelen te nemen tegen een Italiaanschen aanval. In afwachting hiervan wil de Keizer de alge- meene mobilisatie, waartoe besloten is en die is voorbereid, uitstellen en slechts afkondigen b|j een aanval van Italië. KO!M3«JiNS'S AUTOMATIC Dit tweede telegram van den keizer wordt in Volkenbondskringen buitenge woon ernstig opgevat, daar men ver moedt, dat deze noodkreet samenhangt met het einde der regenperiode. Meer en meer begint men hier rekening te houden met de mogelijkheid, dat de vijandelijk heden binnen drie weken door Italië zul len worden geopend. Onder deze omstandigheden zal de Volken bondsraad den grootsten spoed betrachten bij het opstellen van het rapport en het nemen van verdere noorzakelijke beslissingen. Te Rome verklaart men naar Reuter meldt dat de officieele aankondiging der Abessinische mobilisatie ongetwijfeld het be gin der militaire actie zal verhaasten. Grooten indruk heeft het bericht in Italië niet ge maakt, aangezien de openbare meening er reeds sedert verscheiden dagen op was voor bereid. Volgens een door de Parijsche „Matin" uit Rome ontvangen bericht zou het sein tot den Italiaanschen opmarsch reeds mid den der volgende week te verwachten zijn. niet uit blik. DAG EN NACHT De verkiezingen van Memel. Er zijn behalve het conflict in het Oosten, dat de noodige voetan gels en klemmen bevat voor Europa, in Europa zelf ook nog zaken, die een waakzaam oog vragen en dat zijn o.m. de verkiezingen in Memel, die Zondag j.1. zijn gehouden en waarvan men elders wellicht den uitslag vermeld' vindt. Een der naweeën van Versaillés noemde de Nw. Rott. Crt. de Memelkwestie, in een hoofdartikel in haar Zaterdagavondnr. Wij ontleenen aan dit artikel de volgende passage: De Memelsche kwestie is een van de slechte gevolgen van het verdrag van Versailles. Men heeft het Memeland in 1919 van Duitschland losgemaakt, niet omdat er aanleiding toe be stond, want de Memelsche Litauers waren Duitschgezind en in hun beschaving, gods dienst en welstand zeer verschillend van hun stamgenooten, die onder Russisch bewind hadden geleefd. Daarover bestaat een rapport van een commissie, gevormd uit een Fransch- man, een Engelschman en een Italiaan, uit 1923, dat in dit opzicht aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat. De Italiaan was baron Aloisi die nu te Genève zijn land vertegen woordigt. Men heeft het Memelland losge maakt van Duitschland om het aan Polen of Litauen als uitweg naar de Oostzee te geven. Op den duur ontstond echter een plan, uit het Memeiland ten opzichte van Litauen een vrij staat te maken zooals Dantzig dat ten op zichte van Polen is. Toen de Litauers dit be merkten hebben zij volgens het voorbeeld dat Polen hun te Wilna had gegeven, zich met geweld van Memel meester gemaakt, daarbij van z.g. vrijbuiters gebruik makend, die in werkelijkheid soldaten waren. Deze troepen hebben het Fransche garnizoen eenvoudig uit de stad gejaagd. Zooals ten aanzien van Wil na heeft de befaamde conferentie der ambas sadeurs voor dit voldongen feit het hoofd ge bogen. In 1924 is een vergelijk met Litauen tot stand gekomen. Dit statuut nu moet door de verkiezingen van morgen in eere worden hersteld. Artikel 99 van het verdrag van Versailles, 't welk betrekking heeft op het Memelland, luidt: „Duitschland doet ten gunste van de geallieerde en geassocieerde mogendheden afstand van alle rechten en aanspraken op de gebieden tusschen de Oostzee, de in dit verdrag omschreven noordoostgrens van Oost- Pruisen en de voormalige Duitsch-Russische grenzen. Duitschland verplicht zich, de door de geallieerde en geassocieerde mogendheden omtrent deze gebieden en met name omtrent de nationaliteit der inwoners getroffen rege ling te aanvaarden". Het Memelland is bijgevolg afgestaan aan de geallieerden, die het daarop, met rechten van autonomie, bij het Oostzeestaatje Litauen hebben gevoegd, om dit een uitweg naar zee te verschaffen. Rustig verlopp der verkiezingen ondanks een stroom van weder- zijdsche beschuldigingen. Het A.N.P. meldt: Ondanks de groote beroering, die de laatste weken in het Memelgebied heeft geheerscht in verband met de verkiezingen van heden, waardoor de aandacht der geheele wereld op het Memelgebied is gevestigd, hebben zich Zondag geen incidenten van ernstigen aard voorgedaan. Aangezien elke kiezer echter een blocnote ontving met ruim 200 pagina's, waarvan elk den naam van een candidaat bevatte, en elke kiezer van deze blocnote 28 vellen met de namen van zijn candidaten moet uitscheuren en in de stembus werpen, duurde de formali teit zoo lang, dat in de meeste stembureaux de ongeveer 1000 kiezers, die er moesten stemmen, niet aan de beurt konden komen. In verband hiermee is op het laatste oogen blik besloten, dat de verkiezingen Maandag zouden worden voortgezet en dat de stem bureaux Maandagochtend te 8 uur weer ge opend zouden worden en open blijven tot des avonds 6 uur. De verzegelde stembussen zijn 's nachts door vertegenwoordigers van de partijen in gezelschap van politie bewaakt. Zenuwachtigheid. Uit Warschau seinde Havas nog het bericht, dat daar alarmeerende geruchten de ronde deden over een mogelijk ingrijpen van Duitschland in Memel. Men zou Warschau reeds gepeild hebben, om te weten, wat de reactie van Polen zou z|jn op een dergelijke gewapende interventie. De kosten zouden te boog zjjn. In een vergadering met gesloten deuren heeft de Raad van den Volkenbond het voor stel van de Nederlandsche regeering behan deld, dat de Volkenbond een herinnerings medaille zou laien slaan ter schenking aan alle militairen, die in de periode van de volks stemming in het Saargebied voor de handha ving der openbare orde hebben zorggedragen. De rapporteur, de gedelegeerde van Ar gentinië, deelde mede, dat de verwezenlijking van dit voorstel van de Nederlandsche regee ring een uitgave van ten minste 10.000 Zw. frs. zou veroorzaken. Hulde brengend aan de bedoeling, die de Nederlandsche regeering bij het indienen van dit voorstel bezielde, meen de de rapporteur onder de tegenwoordige om standigheden aan den Raad niet te kunnen voorstellen machtiging tot deze uitgave te verleenen. De Raad vereenigde zich met dit af wijzend advies van zijn rapporteur. Indien U zich onbehaaq- j lijk voelf, Uw hoofd zwaar is en Uw benen als lood zijn, zullen 1 a 2 Aspirin-tableiten U weer fit maken. Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbulsjes van 20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. 10 ets. Engeland staat op de bres voor collectieve handhaving van het handvest. \even*- Ov 9oc,d en voor VIJF wasschen 16 cl •SSVeVAVeSI Hand.Hond. „Emke" Apeldoorn Zondagavond is te Londen en Parijs het antwoord gepubliceerd van de Engelsche regeering op het Fransche verzoek te worden ingelicht nopens Engelands houding ten aan zien van sancties bij een niet uitgelokten aanval in Europa. Aan de tekst van dit antwoord, geteekend door Sir Samuel Hoare, welke Donderdag te Londen aan den Franschen gezant ter hand is gesteld, is het volgende ontleend: In het verzoek, dat gij zoo goed waart op 10 September te richten tot Sir Robert Van- sittart, heeft Uwe Excellentie den wensch uwer regeering te kennen gegeven in verband met het huidige geschil tusschen Italië en Abessinië te vernemen in welke mate zj) voortaan verzekerd kon zijn van een onmiddel lijke en daadwerkelijke toepassing door Groot- Brittannië van alle sancties, voorzien in arti kel 16 van het Volkenbondsstatuut, in geval van schending van dit statuut en in geval van toepassing van wapengeweld in Europa. Hier bij werd in het bijzonder gedacht aan de mogelijkheid, dat een Europeesche staat, al dan niet lid van den Volkenbond, naar de wapens zou grijpen. In antwoord hierop heb ik de eer, uw aan dacht te vestigen op de woorden, waarvan ik mij op 11 September in mijn rede te Genève heb bediend. In overeenstemming met zijn nauwkeu- j rig omschreven formeele verplichtingen j verklaarde ik en herhaal ik hier, dat de j Volkenbond en met hem Groot-Brittan- j nië op de bres staan voor de collectieve j handhaving van het handvest en in het J bijzonder voor een vastberaden en eollee- tieven tegenstand tegen lederen aanvals- staat. Ik ben van oordeel, dat men het algemeen er over eens zal zijn, dat geen enkel lid van den Volkenbond bij voorbaat zijn politiek zal kunnen bepalen voor ieder geval afzonderlijk op duidelijker en preciezer wijze dan met deze woorden. Uwe Excellentie zal opmerken, dat ik te Genève gesproken heb, en ook thans weer schrijf over alle niet uitgelokte aanvalsdaden. Op elk woord van dezen zin valt de volle nadruk. Het is op het eerste gezicht alles zins duidelijk, dat de procedure volgens arti kel 16 van dit handvest, hetwelk toepasselijk is op een positieve, niet uitgelokte aanvals- daad, niet toepasselijk is op een negatieve daad, zooals het niet uitvoeren der bepalin gen van een verdrag. Het is voorts duidelijk* dat in geval van wapengeweld graden van schuld en agressie mogelijk zijn, en dat der halve, wanneer artikel 16 van toepassing is, de aard der actie, waartoe op grond van dit artikel behoort te worden overgegaan, ai naar gelang van de speciale omstandigheden kan verschillen. FEUILLETON MARINEROMAN door W I L L I A R I S 12 Hij meende toch stellig te weten, dat de kok ook in het verblijf was, toen het ongeluk gebeurde. Doch hoe hij ook rondkeek en zocht, hij zag hem niet. Hi) riep: „Roelofs, waar zit je!" Geen antwoord volgde, ook niet toen hfl nog eenige malen riep. Het geluid van zijn stem verbrak de doodsche stilte en klonk hem akelig in de ooren. Het zweet brak hem uit. Zou die jongen toch nog door die deur gegaan zjjn in zijn angst? Zat hij dan alleen in dit graf ge vangen, met een vreeselijke dood voor oogen? Zou de mogelijkheid bestaan, dat er nog levenden waren ln de andere compartimenten Al deze vragen warrelden door zijn gepijnigde hersens. „Ik moet wat kalmer worden", mompelde hi); „zoo gaat het niet langer. Ik moet denken, rustig denken, anders worden mijn zenuwen me de baas." H|j zette zich neer om te overleggen, wat er gedaan zou kunnen worden. Toen stond hij op en begaf zich naar de deur van het waterdichte schot, om te zien, of daarnaast ook menschen waren. Hij zette de lamp op het kombuis, om zjjn handen vrt) te hebben, hij met zijn voet tegen iets zachts stiet. Dadelijk nam hjj de lamp weer op, om te zién wat dat was, toen hij tot zijn groote blijdschap den kok ontdekte. De jongen had zich in een onmogelijk kleine ruimte ge wrongen tusschen het kombuis en het water dichte schot en zat daar nu met het hoofd op de knieën en de handen voor de oogen. De bootsman trok een hand weg, die warm aanvoelde, wat hem een onuitsprekelijke ver lichting schonk en hem deed uitroepen: „hij leeft!". Zijn hand flink schuddend, riep hij luid: „Zeg kok, help me eens even!" Eigenlijk verwachtte hij geen antwoord en hjj mompelde: „Dat dacht ik wel, flauw ge vallen. Maar dat is gauw te verhelpen; we zullen je wel eens gauw bijbrengen, jongen, dan kunnen we praten". Hij haalde een kan water met een doek en begon het gezicht, den hals en de borst van den jongen te wasschen. 't Was benauwd heet in de boot en hij zweette hard bjj zijn pogingen den bewustelooze bij te brengen. Maar opeens schoot hem een ontzettende gedachte door het brein en staakte hij zijn werk. Hij zette zich neer en liet zijn sombere- blikken glijden over het lichaam, dat daar voor hem op de mat lag uitgestrekt. Zou het niet beter zijn, nu zij toch moesten sterven, om den armen jongen te laten zoo hij was, onwetend van het verschrikkelijk ge beuren. Wat voor nut had het, hem in het leven terug te roepen, als hij het straks weer moest verliezen Het zou een misdaad zijn, hem de vreeselijke marteling van een lang- zamen verstikkingsdood te doen ondergaan. Dat alles kon hem bespaard worden. Toen opeens was het hem als zag hij weer dat lieve meisjesgezicht met die zachte, bruine oogen voor zich en hoorde hij haar stem, fluisterd in zijn oor: „Houdt goeden moed". Hij liet zich weer op de knieën zakken naast den bewustelooze en terwijl hij zijn pogingen voortzette, zei hij hardop: „Jo, mijn eigen, dapper meisje, ik zal vechten zoolang het me mogelijk is. Ik wil leven, voor jou!" Eindelijk zag hij zijn pogingen met succes bekroond, want 'n zacht gekreun trof zijn oor en met angstige spanning verbeidde hjj het oogenblik, waarop de jongen de oogen zou openen. Als had daar zijn leven afgehangen, zoo verlicht voelde hij zich, toen de oogen lang zaam opengingen en hij slaakte een diepe zucht van tevredenheid, toen de jongen hem aankeek en trachtte overeind te komen. De bootsman schoof een arm onder zijn schouder en zette hem rechtop. „Ziezoo kok, dat is voor elkaar," zei hij opgewekt. „Zeg nu eerst eens, of je wat eten of drinken wilt hebben." Hij haalde wat water en reikte het hem aan. Maar de jongen duwde de hand weg en -de armen om de beenen van den bootsman slaande, barstte hij in snikken uit. Blijkbaar was de herinnering teruggekerd en namen de angstgedachten weer de overhand. Heftig schokte zijn lichaam en luid riep hjj: „Neen, bootsman, neen, niet drinken, ik wil sterven!" De jongen snikte erbarmelijk. „Och, bootsman, beste vriend, spaar me die marteling, schiet me dood. Alstublieft, ik smeek er u om, schiet me toch dood!!" In zijn vreeselijke angst voor de langdurige marteling kronkelde hij over de mat, smee- kend om een kogel, die hem uit zijn lijden verlossen zou. De bootsman was diep geschokt en keek met verwrongen trekken neer op den sidde renden jongen. Hij ging naast hem zitten, en hem bemoedigend op den rug kloppend, zei hjj troostend: „Kom, kom, jongen, zoolang er leven is is er hoop ook. Wjj mogen den moed niet verliezen. Help mij eens even, om te onderzoeken, of er nog meer levenden in de boot z|jn. Dan gaan we straks wat eten en ons klaar maken om de boot te verlaten." Het snikken hield op en de jongen, die door de kalme stem van zijn chef weer wat gerust gesteld scheen te zijn, stond gewillig op. „Hier, Roelofs, licht me bij, dan zal ik naar de andere compartimenten telefoneeren." Het viel den bootsman op, dat hij nu opeens zooveel kalmer was geworden en hij vroeg zich af, of dat nu kwam doordat hij druk bezig was of dat hij, misschien onbewust, be sefte, een goed voorbeeld te moeten geven, daar het anders heelemaal mis zou zijn met den jongen. Hjj belde achtereenvolgens alle afdeelingen op, maar kreeg geen antwoord. „O, maar 't is best mogelijk, dat de telefoon door die ontploffing defect geraakt is. Heb jij dien zwaren knal ook gehoord, Roelofs?" „Ja, bootsman, dat was dadelijk nadat de boot die helling kreeg." „Nu, ik denk, dat er een ontploffing in de batterij heeft plaats gehad en waarschijnlijk zulen de anderen gestikt zjjn door het gas, dat zich ontwikkeld heeft, terwijl het ook zeer goed mogeljjk is, dat er een groot gat in dé huid geslagen is en dat door het snel instroo- mende water de menschen verdronken zijn. Toch bestaat de mogelijkheid, dat ze nog een deur hebben weten te sluiten en dat er een of meer achterin zijn. Wacht, ik zal eens probeeren met kloppen." Hjj nam een hamer en sloeg er eenige malen hard mee tegen het schot, telkens luisterend of er ook antwoord kwam. Doch geen geluid dat er op zou kunnen wjjzen dat er nog meer levenden in de boot waren, bereikte hen. Na nog enkele vergeefsche pogingen te heb ben aangewend, gooide hjj met een moedeloos gebaar den hamer in een hoek. „Alles tevergeefsch, kok; ik hen ervan over tuigd, dat onze kameraden den dood hebben gevonden. Ik durf de deur ook niet open maken, want als we hier gas binnenkrijgen zjjn wjj er ook geweest. Verbeeldt je zeg; daar straks voor ik jou vond had ik bijna de deur opengemaakt in mj|n onbedachtzaam heid. Maar goed dat ik afgeleid werd; wie weet wat de gevolgen zouden geweest zijn. Maar ik was eerst ook zenuwachtig hoor, dat blijkt wel uit het feit. Er is niets aan te doen Jongen; onze kameraden zjjn gestorven, dat staat nu wel vast, en wij De jongen die steeds met gespannen blik ken naar het gelaat van den bootsman ge keken had, begon nu zoo sterk te beven, dat hij de lamp moest neerzetten en weer begon hij te jammeren: „Schiet me dood, bootsman; schiet me dood, maak er alstublieft een eind aan!" De bootsman nam de lamp op en zette deze in het bakje aan den wand. Plotseling werd de kok stil, hjj huilde niet meer doch keek met gretigen blik naar het lange koksmes dat op de kombuis lag en waarvan het lemmet schitterde in het licht der lamp. Loerend keek hjj van terzijde naar zjjn chef, maar deze, opmerkzaam gemaakt door zijn stilworden, had zijn blik gevolgd en giste dat hij van plan was de hand aan zichzelf te slaan. Hjj zag ook den loerenden blik waarin de waanzin schitterde en met één sprong was h(J bjj de kombuis, doch juist even te laat. De jongen griste het mes onder zjjn handen van daan en hief het bliksemsnel op om zich een doodelijken steek toe te brengen, maar nog net op tjjd greep de bootsman zijn arm en draaide hem om teneinde hem het wapen te ontnemen. De jongen worstelde om vrij te komen, maar de bootsman hield hem geklemd in een ijzeren greep en heet hem toe: „Laat vallen dat mes of lk zal je een pak rammel geven dat het je groen en geel voor de oogen wordt." Hjj Het het vallen en de bootsman bukte zich snel, nam het mes op en slingerde het weg achter de lanceerbuizen, waar het geheel donker was. Terwijl hjj zich oprichtte sprong de jongen op hem toe en gaf hem een harden slag in den nek. Met een handige beweging sloeg de bootsman de handen in den nek van den jongen en zwaaide het Uchaam over zijn schouder, dat een eindje verder met een smak op het harde dek terechtkwam. Vlug krab belde hjj weer op en met woest rollende oogen en onder het uitstooten van geluiden die niets menschelijkers meer hadden, stormde hjj weer op zjjn tegenstander af. Deze was daar echter op bedacht en hg plaatste een harde rechtsche stoot op de kin, zoodat de jongen onder het uiten van een rauwen gil achterover tegen het dek sloeg en bewusteloos bleef liggen. De bootsman nam zjjn zakdoek en wischte zich het zweet van het gezicht. Hij richtte de lamp op het uitgestrekte lichaam, trok een vouwstoeltje bij en ging er naast zitten. Medelijdend keek hij naar het jongensachtige gelaat, dat leelijk begon op te zetten en hoofdschuddend mompelde hiJ4 „arme jongen". De ellebogen op de knieën gesteund, liet h|( het hoofd in de handen rusten en begon h| over hun benarde positie na te denken. Langen tijd zat hjj zoo voorover gebogen at poogde hjj een plan te vormen om de boot t« verlaten. Hij keek op zjjn horloge, dat zes uur wees. I (Wordt vervolgd.) j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1