De kerk in Abessynië POPULAIR BIJVOEGSEL VAN DE HELDERSCHE COURANT Waaraan gelooven de- Ethiopiërs? ZATERDAG 5 OCTOBER 1935 AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN Een reislustig Britsch majoor. VOOR DE r«. door Dr. G. Jochum. De oude, schoone sage van de groote liefde van Koning Salomo en de Koningin van Saba, Hazeb genaamd, meldt, dat hun beider zoon Menelik bij gelegenheid van een bezoek aan zijn vader uit den tempel van Jeruzalem de Akte des Verbonds roofde, welke sedertdien bij de "Ethiopiërs zoo hoog in eere werd gehouden, dat het land langzamerhand het Israëlitisch ge loof aannam. Of deze geschiedenis op waarheid berust, kan niet worden nage gaan, doch het is zeker, dat de Ethiopiërs, ren opzichte van hun geloof, veel over eenstemming hebben met de Joden. Van de vroege geloofsgeschiedenis der Ethiopiërs vindt men eerst iets uit het jaar 316, in welk jaar, ten tijde van den Byzantijnschen Keizer Constantijn den Groote, twee Christenen, Frumentius en Aedesius, op een zeereis gevangen werden genomen en als slaven bij den koning te Axum belandden. Deze slaven verkondig den in Ethiopië de Christelijke leer; zij werden na den dood des koiïings vrijge laten door zijn weduwe en door haar aan gezocht den troonopvolger een christelijke opvoeding te geven. Dat een van .hen, Frumentius, Bisschop van Ethiopië, die later heilig werd verklaard,- was, is zeker, evenzoo, dat hij door den H. Athanasius van Alexandrië werd gewijd. De latere kerkgeschiedenis _van Abessinië ligt in bijna volkomen duisternis.. Zeker is echter, dat deze geschiedenis noch dë de Katfiolieke, noch de Byzantijïisché ont wikkeling medemaaktZij- bleef geheeLvan Alexandrië afhankelijk; zij: kou zich zelfs, geen metropolitaan ordineeren,daar Alex andrië het bisschopsaantal tot zeven be perkte. Vast staat ook, dat de kerk in Abessinië rond 390 haar grootste verval moest ondervinden. De tóendertijd door den Patriarch Gosmas gezonden metro poliet werd in Abessinië zwaar mishandeld en moe3t terugkeeren. Dit vooral was de oorzaak, dat de volgende zes patriarchen van Alexandrië geen metropoliet meer zonden. Eerst in de 13e eeuw was het Abessinië toegestaan een eigen bisschop aan te stellen. Deze bisschop, Abuna, kreeg den bijnaam van „Abba Salama," of wel „Vader des Vredes". De Katholieken deden intusschen hun best bekeerlingen in het land van den Ne gus te winnen. Tusschen 1508 en 1670 kwamen er in Ethiopië vooral verschei dene religieuze onlusten voor,- totdat de keizer tot het Roomsche geloof overging en mèt hem geheel zijn hofhouding en talrijke onderdanen. Onder dezen vorst werd het Katholieke geloof als staats religie beschouwd, doch de Christenvervol gingen woedden al spoedig opnieuw. De haat tegen het Katholieke geloof werd zelfs sterker nog dan vóór den dag, waar op de vorst liet bekendmaken, dat hij en zijn hofhouding tot het Roomsche geloof waren toegetreden. In de 18e eeuw werd het den monniken verboden in het openbaar te prediken. Deden zij toch, dan mocht het volk hen steenigen. De 19e eeuw bracht den Katho lieken meer vrijheid, doch na de overwifl- *ung van Keizer Theodor in 1854 werd 'edere poging van den priester met den dood gestraft. Zeden en gewoonten in de kerk van Ethiopië. Hoofd van de Kerk in Abessynië is de Abuna; hij alleen heeft het recht den Kei zer te zalven; zijn invloed bij het hof is zeer groot. Het doet er weinig toe of de Abuna uit het land van den Negus zelf komt, of dat hjj nauwelijks de taal des vorsten verstaat. De Abuna is rijk, zeer rijk; alleen reeds door de vele geldelijke geschenken, welke hij van het hof en van Zijn vertrouwelingen ontvangt. De biechtvaders onder de Abessijnsche monniken dragen een karakteristiek kleed, een soort van tunica, vervaardigd uit an- tilopenleder, welk kleed tot de knieën reikt. Zij gaan steeds ongeschoeid. De Ethiopische priester mag wel in het hu welijk treden, doch slechts éénmaal. Wil hij na den dood van zijn echtgenoote op nieuw een huwelijk aangaan, dan is hij verplicht eerst het priesterkleed neer te leggen. Na de huwelijksplechtigheid moet hij opnieuw gewijd worden. In Ethiopië vindt mén ook nonnenkloos ters, waar de vrouwen éérst, na haar 45e jaar en tot haar 50a: jaar kunnén intreden. Betreedt men in Ethiopië' eeri kerk gebouw, dan vallen al -dadelijk de massa's stokken en krukken ep, welke tegen de muren zijn geplaatst. Deze stokken en krukken dienen dien geloovigen tot steun tijdens de godsdienstplechtigheden, welke niet zelden vier: uur duren! Verder kent de kerk aldaar ongeveer 200 vastendagen in het jaar en voorts een massa feest dagen, aan welker viering door alle lagen der bevolking wordt deelgenomen. De bijbel, welke door niemand wordt begrepen De heilige boeken der Abessijnen ver schillen zeer -veel met die der blanken. Toch kent men daar ook een Oud Testa ment, de Kleine Genesis, zelfs het Boek Henoch, de-hemelvaart van Isaïas, Mak- kabaeër-boekeh en het derde en vierde boek Esra, doch de inhoud dezer bpeken is geheel afwijkend met die, welke wjj kennen. Aan het- Nieuwe -Testament voegt de Abessijnsche Kerk nog twee brieven en acht hoofdstukken van den H. Clemens. Al deze boeken zijn in de Ethiopische taal geschreven; - zij worden evenwel alleen door de geestelijkheid gelezen, die echter zelf geen wijsj uitden inhoud kari worden r- De hoogdravende zinsneden kun: neiL. zelfs .de ..pilestfff-SLJiiet..watten, -Daar-»- aan is het ook te wijten, dat de ..Ethiopiër "zoo weinig van zijn bijbel afweet. De Ethiopiër is niet fanatiek ten op zichte van zijn geloof; hij is zeer ver- draagzaam tegenover andersdenkenden. Vraagt men hem wat hij afweet van zijn bijbel, dan spreekt hij over de Apostelen Petrus en Paulus, over St., Clemens en over de barmhartigheid van dien eenen grooten Profeet, die niet met een men- sehelijk oog is te aanschouwen, doch van uit Zijn majestueuzen tempel alles ziet, wat er op de wereld geschiedt! Zoo is de Abessyniër, ondanks de opper vlakkigheid, Welke hijj ten opzichte van zijn bijbel aan den dag legt, een diep- geloovig mensch, een mensch, die leeft met het geloof naast zich, want alles, wat de Abessyniër doet, vindt een verklaring in zijn religie, hetgeen ook trouwens dui- delk spreekt .uit heel zijn doen en laten. Hit betaalt drie retourbiljetten naar Australië! Een reislustig mensch moet de Engel- sche majoor W-. E. Long zijn, die op het Britsche ss. „King George V" niet minder dan drie retourb'iljetten haar Australië be taald heeft! Majoor Long heeft een voor liefde voor het water; Zijn geheele leven, zoo zei hij zelf, 'zou hij het liefst aan boord van een schip doorbrengen. Majoor Long maakt -thans zijn eerste der drie Australische reizen; wanneer alles naar wensch verloopt, zal hij 15 Juli van het volgend jaar weer in Engeland terug keeren. MajoorLong is voornemens, wan neer deze reizen teneinde zijn, een ander stuk van de wereld (pér boot) te gaan bezien. Deze zonderlinge majoor is van meening, dat een" mensch, die jaarlijks 500 a 1000 pond sterling te verteren heeft, zijn leven op die wijze het aangenaamst doorkomt! Vóór 40 jaar maakte Majoor Long zijn eerste reis, n.1. naar Zuid-Amerika; in dien tusscheritijd reisde hij zeven maal naar China en drie maal naar Britsch- Indië. De cabine op de „King George V", welke Majoor Long heeft gehuurd, is ge meubileerd volgens den smaak van den majoor; alle meubels zijn trouwens zijn eigendom. Dit is feitelijk wel in strijd met de directie-voorschriften, doch een goede klant, nietwaar... GREENWICH 50 JAAR TIJDBEPALEND CENTRUM VOOR MIDDEN-EUROPA. Overplaatsing van het observatorium gewenscht? Het Engelsche plaatsjeGfeériwiCh "is" over de geheele wereld bekend en dit is begrijpelijk, want te Greenwich staat het beroemd observatorium, waar de Midden- Europeesche tijd wordt bepaald. Reeds 50 jaar lang bevindt Zich dit ob servatorium te Greenwich; 50: jaar lang" is Greenwich het internationaal meridiaan- middelpunt geweest; doch hoe lang het dit nog zal blijven, is niet bekend, daar men in Engelsche wetenschappelijke kriïigen alle pogingen aanwendt het beroemd- ob servatorium te verplaatsen. Greenwich ligt, zooals men weet, in de onmiddellijke nabijheid van Londen;' mén kan wel zeggen: onder den rook van Lon den. En het is juist die rook, welke het ■den weerkundigen bij hun astronomische waarnemingen bemoeilijkt. Door de snelle uitbreiding der stad is het observatorium ;hoe langer hoe dichter bij. Londen komen i te liggen. Wij dienen, aldus de profes soren, een nieuw observatorium te doen bouwen, hetwelk eenige kilometers verder 'in het land ligt, in een landstreek, waar in de eerste 50 jaren geen stad of dorp verrijzen Zal. De verplaatsing van het Greenwich Observatorium zal evenwel lang niet gemakkelijk zijn; men zal ongetwij feld op vele wetenschappelijke moeilijk heden stooten. KINDEREN MET ZELFVERTROUWEN. Het is mij vaak opgevallen, dat een kind met zelfvertrouwen door ouders aan de eigen kinderen ten 'voorbeeld gesteld wor- dën'. „Kijk dat 'ns een flinke jongen zijn",, zoo hoort men dan, >,die. kan..." en dan volgt er een of andere zelfstandige daad van het bedoelde kind. Wonderlijk toch, hoe inconsequent ouders kunnen redenee-, ren. Wat in andere kinderen als iets kloeks en flinks gewaardeerd wordt, be let men vaak'"zjjn'ëigeh kind liet te verwer ven. Er 'zijn "kinderen"'dië gekeèi alléén op reis gaalmaar f_amiheledeiT.. Ahdere kin deren mogen nog" geen kilometer zonder toe- zich van hui- cL is het meest vreem de, het wordt hun later euvel geduid, dat zij nog ttee^- niet alleen op reis kun nen. Taar ik vraa~, u, hoe zullen derge lijke kinderen dat ooit leeren op deze wijze? Het moet voor vele kindéren wel ver drietig zijn, te hooren, dat. ze niet flink, niet voldoende zelfstandig zijn, terwijl ze nooit de kans krijgen het te worden. Ver scheidene ouders omringen hun kinderen met een overdreven zorg. En nu meene men niet, dat ik hier verwaarloozing van kinderen wil propageeren, dat is verre van'mij, doch ër is een grens. Men moet zijn kind de kans geven, ook zelf iets te doen op het gevaar af, dat het verkeerd uitvalt. Ik heb menschen gekend uit landbouwerskring, die op een leeftijd van vijf en twintig jaren nog nimmer zelf standig een paard of een koe gekocht hadden. En zij misten het zelf-vehtroUwen hei te doen. Van er was nog flink en deed dergelijke dingen ltijd zelf. Voor de jon-" gens wel gemakkelijk, ze behoefden niét bang te zijn, dat een verkeerd uitgevallen koop of verkoop op nun hoofd nèerkwam." Doch... er kwam een tijd, dat vader-niet. meer flink was. niet meer naar de markt" kon en toen moesten de zoons op pad. Dat dit niet zonder-bezwaren ennadeelenva'n stapel liep, is oégrijp'elijk. Êeêgèlijkej ge-':: vallen zijn met honderden te vermeerde ren. Wij allen zien gaarne flinke, kloeke menschen, die zelfstandig hét leven dóór gaan. Wij hebbèn daar achting Vóór. Maar vaak dragen we zelf de schuld, dat onze eigen kinderen het niet kunnen.: Zelfvertrouwen moeten we bij ónze kin deren zoo vroeg mogelijk aahkweekén. Er'' zijn den geheelen dag door gëlegehLëdëh' te over om dit te doen. Wanneer we voor oogen houden, dat ieder mensch tenslotte verantwoordelijk is voor hetgeen hij doet en nalaat, dan is het duidelijk, dat wij bij de opvoeding onzer kinderen allereerst dit verantwoor delijkheidsbesef hebben te ontwikkëlè'n. Wanneer een kind iets vernielt, moet een ouder niet aankomen dragen met het gezegde: „Och, et is nog éen kind. Kin deren begrijpen alles nog niet zoo." Neen, veel beter en verstandiger is het, het kind duidelijk te trachten te maken, dat het verkeerd deed, zoo en zoo te han delen. Men make er desnoods een sprookje van om het ze duidelijk te maken. Ze moeten reeds vroeg voelen, dat ook zij niet alles mogen doen, wat ze willen. •Wanneer een kind begrijpt, dat het ver antwoordelijk is voor zijn verkeerde da den, dan wordt het gemakkelijker het zelf vertrouwen te doen krijgen. Dan kan men het gaan wagen, het alleen op pad te stu ren. Het zal dan mogelijk hbg Wel eens iets niet naar onzen zin en volgens onze opvatting doen, doch het zal zelfstaa- d i g denken, ht t zal overwegen en zijn keus leeren bepalen. Kinderen, die van jongsaf aan geleerd ;hebben na te.denken over de gevolgen van .hetgeen zij zullen doen, worden zich steeds meer hewust... da.tzijzelfstandig "iets kunnen aanpakken. Zij willen dit oök. En de ouders vinden rust bijde gedachte, dat het kind niets onverantwoordelijks zal doen. Een kind, dat voor zich zelf weet, dat het geld, zoo juist door moeder meegegeven, door zijn ouders met hard werken is overgespaard, zal door zijn ver worven verantwoordelijkheidsbesef, het niet verkwisten aan verkeerde dingen. Zoö'n kind kan men zelfstandig op pad sturen. Het zal zich zelfstandig toonen! Er zijn ouders, die hun kinderen geen zakgeld durven te geven, omdat zij vree zen, dat het dit onder invloed van min der goede kameraadjes zal opmaken. Deze ouders betreuren het, dat hun kin deren niet zelfstandig genoeg zijn, doch zij vergeten, zelf ;n de opvoeding ervan tekort te zijn geschoten. Het zou zeer aan te bevelen zijn, dat deze ouders hun kinderen verantwoordelijkheidsbesef bij brachten. Flinkheid en zelfstandigheid zullen dan -wel volgen. Tenslotte nog deze opmerking ter voor koming van verkeerde gevolgtrekkingen: Het is natuurlijk niet zoo, dat kinderen mei. eèn tekort aan zelfvertrouwen onbe trouwbare kinderen zijn. Absoluut niet! Er zijn talrijke kinderen, eerlijk als goud, met onvoldoende zelfvertrouwen. Terwijl er ook jeugdige misdadigertjes zijn met een sterk ontwikkeld zelfvertrouwen. Maar bij deze '.aatsten ontbreekt het verant woordelijkheidsgevoel in welke plaats een sterk ontwikkelde geraffineerdheid aan den dag treedt. Bij de eersten valt bijna altijd vrees voor verantwoordelijkheid op te wekken, terwijl-de taatsten deze deugd totaal mis sen. Het is de taak der opvoeding hierin verbetering te brengen. Het huisgezin neemt hierbij een zeer voorname plaats in. Onverantwoordelijke kinderen gaan bijna steeds een zedelijken ondergang tege moet, onzelfi-tandige kinderen kunnen er door bedreigd worden. Een harmonisch mensch zal bij al zijn daden zich bewust zijn van de verantwoordelijkheid daarvan en zal daarnaast zelfstandig het leven doorgaan, opgewassen tegen teleurstellin gen en sterk bij Succes.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 17