inhieuw
Raadsels
m VAN KABOUTER FLIP EN ZIJN VRIENDJE WIP I
Van iemand, die niet
bang voor pijn was
Nieuwe Raadsels.
T JUTTERTJE
ZATERDAG 19 OCTOBER 1935
PAG. 7
BET BINNENLAND
De film bestaat 44) jaar.
De afgelopen week heeft men het feit
hêrdaeht, dat Lumière, een Fransman de
film heeft uitgevonden.
jullie weet zeker wel, dat de meeste
films in het buitenland worden gemaakt,
doch Nederland heeft v»ok twee filmstudio's
n.1. de „Cinetone" te Amsterdam en een te
Wassenaar.
Deze laatste is vorige week Zaterdag
feestelijk geopend door minister Gelissen,
minister van handel, nijverheid en scheep
vaart-
Nederland behoudt de Amsterdam
se MJd.
De minister van Binnenlandse Zaken,
minister De Wilde, had voorgesteld, om
voor ons land de Midden-Europese tijd in
w voeren, dat is de tijd, zoals men die in
Oost-Europa, namelijk in Duitsland, Polen,
Oostenrijk en Cechoslovakije heeft en 40
minuten later is dan onze wintertijd.
Zijn voorstel is echter niet aangenomen,
zodat wij Voorlopig in de winter de Am
sterdamse tijd houden en in de zomer
een uur later.
>t Is wel eigenaardig, dat van alle lan
den in Europa Nederland een eigen tijd
heeft, want de andere landen in West-Eu
ropa, zoals Engeland, België en Frankrijk
hebben de West-Europese tijd, die 20 mi
nuten vroeger is dan onze tijd.
Niet hamsteren.
In tijden, dat men meent, dat de waren
duurder zullen worden, zijn er mensen, die
een massa levensmiddelen inslaan, soms wel
genoeg voor een heel jaar. Dat noemt men
hamsteren.
Hoe men aan dat woord komt, zullen jul
lie vragen. Wel, een hamster is een knaag
dier, dat tot de familie der muizen behoort.
Het dier graaft I m diep onder de grond
uitgestrekte holen, waarin het *n aanzien
lijke voorraad graan, erwten, bonen enz.
verzamelt. Een volwassen hamster kan per
jaar soms wel 25 kg graan naar zijn hol
slepen. En nu bedoelt men met hamsteren
„doen als een hamster" dus Veel voorraad
inslaan.
Er is in ons land echter voldoende le
vensmiddelen en daarom waarschuwt onze
regering het volk, zich vooral niet onge
rust te maken en vooral niet te hamste
ren, daar juist door het hamsteren de prij
zen gaan stijgen en d' mensen er dus dan
zelf de schuld van zouden zijn, dat de wa
ren duurder worden.
De schaakwedstrijd
De s;and van de schaakwedstrijd Alje-
chin-Euwe is thans 42.
Geen kinderspel.
Te Boxtel, ten zuiden van 's-Hertogen-
bosch (zoek deze plaats even op), speel
den eenige schooljongens op een terrein
van de spoorwegen. Ze brachten een lege
kolenwagen in beweging, die met een
vaart tegen een stootblok kwam. Een kind
van vier jaar kwam daardoor tussen de
buffer en het stootblok en was op slag
dood.
De bollen moeten nu In de grond.
Wie in zijn tuinde a.s. voorjaar wil ge
nieten van de mooie kleuren van de bol
gewassen (tulpen, narcissen, hyacinten,
crocusjes enz.) moet er voor zorgen, dat
thans de bollen in de grond komen.
UIT BET BUITENLAND
Weer een koning In Griekenland?
In Griekemand, (als je dit land op school
nog niet geleerd hebt, dan even opzoeken
op je atlas; het ligt in het zuid-oosten van
Europa) stelt men pogingen in het werk,
om weer een koning op de troon te plaat
sen.
De laatste koning was George II, die in
1911 moest Vluchten.
De strjjd In Abessinië.
De Italianen rukken heel langzaam ver
der Abessinië binnen. En niet alleen van uit
het noorden, maar ook van uit het Oosten.
Als je de kaart van Abessinië voor je
neemt, dan zie je ten noorden van dit land
Erythrea liggen, dat Italiaans is; verder de
kust langs gaande krijgen we Frans Soma-
liland, Brits Somaliland en Italiaans So-
maliland, (Aanwijzen!)
En nu gana de Italianen ook van uit
Italiaans Somaliland Abessinië binnen.
Doch ook schijnen de Abessiniërs in 't
noordwesten Erythrea, het Italiaans ge
bied te zijn binnengerukt.
De Volkenbond.
De landen, aangesloten bij de Volken
bond hebben besloten de wapenuitvoer
naar Abessinië toe te staan en die naar
Italië te verbieden. Verder zullen ze ook
geen geld aan Italië mogen lenen.
Dit zijn de eerste sancties, (maatregelen,
om Italië te dwingen de oorlog te staken),
die de Volkenbond toepast.
Een luitenant, die expres zijn
been liet breken. Een ver'
haal uit de achttiende eeuw
naverteld door
Mevr. M. Jansen—- v. Deventer.
Het was in 1708. Tijdens het beleg van
Rijssel werd een Duits luitenant, die Joa-
chim von Kleist heette, door een kogel
aan het linkerbeen gewond.
Het was een heel gevaarlijke wond, en
de doktoren waren bang, dat er koud vuur
bij zou komen. Daarom kwamen ze met
messen en zagen om het been af te zet
ten.
■Maar ze hadden er niet aan gedacht,
dat von Kleist daar wel eens wat op tegen
zou hebben.
„Mijn been afzetten?!" riep hij uit, toen
hij van het plan hoorde. „Geen denken aan.
Hoe kan ik nu werken met één been We
zitten midden in de oorlog. Ik ben officier.
Maar een officier met een been is een on
mogelijkheid dat begrijpt U toch zeker
wel!"
De negentienjarige jongeman wond zich
hoe langer hoe meer op. Hij liet zich zijn
pistool brengen, en laadde die voor de
oogen van de doktoren.
„Wie aan mijn been komt, schiet ik
dood!" riep hij, toen hij klaar was met
laden.
Toen lieten de doktoren hem aan zgn
lot over. Ze waren er nu zeker van, dat
von Kleist dood zou gaan.
Maar von Kleist stierf niet. Zijn been
werd zelfs beter, na een heel lange tijd,
dat hij erge pijnen .eed
Maar het been bleef lam, en ook was het
scheef.
Toen von Kleist dat zag, werd hij be
droefd. Kreupel wilde hij ondei ^een om
standigheden blijven. Dan maar liever
dood!
Nadat ij ver ende doktoren be
zocht had, die allemaal zeiden, dat ze er
niets aan doen konder zei er een:
„Er is maar één manier dat U weer ge
woon zult kunnen worden."
„En die is vroeg von Kleist verlangend.
„Het is een paardemiddel", ging de dok
ter door. „En het is niet eens zeker, of het
been dan weer goed wordt. Ja, de mogelijk
heid bestaat... maar ja, van te voren kan
ik U de uitslag niet zeggen!"
„Het kan me niet schelen of het een
paardemiddel is. Als mijn been maar weer
goed wordt, dan vind ik alles best."
„Uw been is scheef geheeld, omdat U
de hulp van die doktoren versmaad hebt.
U zult Uw been nog eens moeten breken,
en aan zal het weer goed heelen onder
zorgvuldige behandeling, Begrijpt U?"
„Ik begrijp het," antwoordde von Kleist.
„En... wat bent u van plan?" vroeg de
dokter glimlachend.
„Moet u dat nog vragen? vroeg von
Kleist fier. „Natuurlijk doe ik het. En hoe
eer hoe beter."
Hij was echter met zo sterke benen ge
zegend, dat men zijn been met de beste
wil niet kon breken.
„Jullie... jullie gaan veel te zacht met
me om," bromde von Kleist boos. „Ik zie
al weer, dat ik mezelf moet helpen!"
Hij dacht een tijdje na, en vond eindelijk
de oplossing.
Hij liet een paard komen, dat nog nooit
bereden was. Het was een buitengewoon
wilde hengst, die geen ruiter op zijn rug
duldde.
Maar dat beviel von Kleist juist heel
goed.
Zonder te aarzelen stapte hij op. Het
duurde echter niet lang, of hij werd er af
geworpen.
Weer stapte hij op. Maar weer werd hij
op de grond gegooid.
Doch zonder de moed te verliezen, steeg
hij altijd maar weer op. Eerst brak von
K eist zijn ene arm, ervolgens zijn schou
ders. Maar het linkerbeen wlide maar niet
kapot!
De omstanders keken angstig toe, tel
kens wanneer hij op het paard steeg en
er dan na een poosje afgegooid werd. En
dan kwam hij met een harde smak op de
grond neer... afschuwelijk was 't om te
zien. En eindelijk bereikte hij dan toch zij
doel!
Hij kwam op zijn linkerbeen neer, e
straalde van vreugde toen hem meeg;
deeld werd, dat dit been eindelijk gebro
ken was.
Onder de handen van den handigen dok
ter heelde het been zo goed dat von Kleist
weer helmaal gewoon werd. Hij kon weei
goed loopen, en van alles doen, wat hij
door zijn zieke been een hele tijd niet ha
kunnen doen...!
Dp oplossingen der vorige raadsels zij
I.
Marie, Arie.
II.
Eland.
III.
Aap, pan, elf, lam, dor, oog, oor, re
nat. Apeldoorn.
Goede oplossingen ontvangen van:
Fransje v. E., Olifant; Jansje, Netty L.
R. H., Jantje L., Aster, Jan B., Fia van B..
M. T., Rie L,, Nelly B., Johan en Corm
lis L., Piet van H,, Jan L., R. W., Jae
Dekker, Toon T., P. N., Sientje N, N.
N., Lena H., Piet Tijdeman, Riena Scl.
Boterbloempje, Antie E., Bram St., Joos.
D., IJsbrand S., Maartje S„ Annie
Viooltje, Lena v. Z., Bertha en Gillis I
Piet H., Jeanne G., B. R„ Reiniertje E
Corrie N., Coba V., Catrien R., Annie
H., Rif de K., Annie en Pietje Sch., Rie
K., Tineke W., Froukje Z., Herman H.
Lientje E., Fietje K., Nettie H., Jopie K
Henk R., Saartje K., Annie N., Nellie 1
Joop v. B en van twee kinderen, die ve.
geten hadden hun naam onder de oplossii.
gen te zetten!
i.
Met H ben ik een viervoetig dier,
Met M wordt ik een rivier,
Met B de eerste op elk gebied,
Met K lusten sommigen mij niet!
II.
Ik sta in een stal in Z.-Holland. Warm
mijn staart wordt afgesneden, dan
iedereen mij graag hebben.
III.
Ben ik nog onverminkt,
Dan sier ik menig dier,
Als ik mijn hoofd nu echter mis
Sier ik de dis (tafel).
221. Hijgend en puffend liep de bakker
den slager achterna. Deze was de straat
a' bijna uit. „Heb je al wat geizien?"
vroeg de bakker, maar de slager schudde
®et z'n hoofd van nee. Peter was intus-
vlug doorgelopen. Hij kon bijna niet
^blijven van de lekkerr.jen in zijn zak.
223. „Jij ondeugende kleine dief," zei
een boze stem, „daar hebben we je ein
delijk!" Verschrikt keek Peter naar de
twee dreigende mannen en smeekte: „Laat
me toch los!" Maar de bakker en de slager
waren veel te blij, dat ze den dief einde
lijk te pakken hadden en snauwden hem
toe.
222. Eindelijk vond hij een mooi rustig
plekje op een bank in het grote park, aan
de rand van de stad. Met glinsterende
ogen en gulzige tanden begon hij in de
heerlgke krentenbollen te bijten. Juist
wilde hij weer een flinke hap nemen, toen
hij plotseling bij beide armen beetgepakt
werd.
224. „O nee, baasje, we weten drom
mels goed dat jij die broodjes en die woi
gestolen hebt!" Wat moest hij hier
op zeggen? Ze zouden toch niet geloov
dat niet hij maar de onzichtbare Flip
stolen had. En Flip had het alleen v
hem gedaan, dus dien mocht hij n.
verrraden. Wat moest hij doen?