Buitenlandsch Overzicht. Taptoe a, MM. yïtIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA EERSTE BLAD ZATERDAG 19 OCTG3ER 1935 63ste JAARGANG KONIJN's AUTOMATIC NASSI QORENQ Albanië mobiliseert zeven lichtingen. De Italiaansche opmarsch aan de grens van Britsch Somaliland. De Japansche politiek in China AddisAbebaen Diredawaworden niet gebombardeerd. Italië versterkt Massawa De Duitsche vlootbouw. De Italiaansche luchtaanvallen Noodkreet van het Roode Kruis in Abessinië. Geen terugtrekking van de Engelsche vloot. feuilleton marineroman door w i l l i a r i s ISlo. 7663^ COURANT Abonnement per 3 maanden btf voorultbet: Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland 2 -, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, Idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 et; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. 0.50, f 0.70, 0.70, 1.-. Modeblad resp. f 1.20 150 1 50 1 70 Mussolini kan onder den druk der sanct.es kwalijk als „over- winnaar vredesonderhandelingen openen. - De Brennerpas weer ter sprake Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 418 Post-Girorekening No, 16066, ADVERTENTIËN! 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prys. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Wat gaat Italië nu be ginnen? Deze vraag dringt zich btj velen op, die met belangstelling de maatregelen volgen, die de Coördinatiecommissie op voorstel van haar diverse sub-commissies, tegen Italië neemt en nog zal nemen. Het zal Mussolini nu toch wel duidelijk geworden zijn, dat het de Volkenbond meenens is en dac het behalve het „schuldig" uit te spreken ook die maatregelen zal nemen, welke den aanvaller tegen den aangevallene zullen benadeelen. De Volkenbond beoogt daarmede niet, den aanvaller een nederlaag in de bergen van Abessinië te bezorgen, doch louter en alleen dat Italië tot het inzicht zal komen, dat het beter doei den ondernomen aanval op te ge ven en den weg van den vrede te kiezen, Persstemmen zijn dikwijls zoo interessant om dat men er de meening van het volk uit leert kennen. Zoo kunnen we dezer dagen uit de in groote verscheidenheid opgedischte „Pers stemmen uit Italië" opmaken, dat men in het laarsland niet vermoed had, dat de Bond der Volkeren zulk een activiteit zou en kon ont wikkelen en dat het door een zoo groote eensgezindheid onder de leden tot kracht toeren in staat was als waarvan hy nu blij ken geett. Inderdaad de sanctiebepalingen zijn niet mis. Konden de uitvoerverboden van wapenen naar Italië Mussolini c.s. vrij on verschillig laten, omdat zij zich toch reeds maanden daarvoor op geprepareerd hadden en zij dus voldoende voorraad hebben om den strijd desnoods enkele .aren te kunnen volhou den, maar zij blijken niet op de verboden voor de aan de sancties deelnemende landen om producten van Italië in te voeren, gerekend te hebben. Dit invoerverbod zal zich op den langen duur dan ook zwaar doen gelden! Immers Italië wordt aldus de mogelijkhed ontnomen credieten in het buitenland er op na te houden, althans tegen contante beta ling die inkoopen te doen, die zij, behalve het gewone oorlogsmateriaal doen moet, om den oorlog te kunnen blip en voeren. Nu men be seft hoe moeilijk het zal zijn tegen deze col lectiviteit stand te houden is het moeilijker dan ooit voor Mussolini geworden om „den weg terug" te gaan. Zou hij thans de onder handelingen openen, dan zou hij dit niet kun nen doen als de glorieuze overwinnaar van Tigré, maar men zou dan, ook in het land zelf, geneigd zijn deze "ól tot onderhandelen te interpreteeren als terugtrekken „omdat het moet". „Dit is een schaduwzijde van de sterke actie van den Volkenbond," zoo merkt de Nieuwe Rott. Courant terecht op, „maar maakt er tegelijkertijd ae groote beteekenis van uit.". Er het blad vervolgt met: De collectiviteit werkt voor het oogenblik als een ijzeren tang en wie de moreele en practische waarde daarvan wil nagaan, kan niet beter doen dan te letten op den indruk, dien dit alles maakt in de Duitsche pers. Met het gespot op den Volkenbond, met het dood verklaren er van, is het daar uit. Het Duit sche publiek volgt de gebeurtenissen met groeiende belangstelling. Het beseft, dat men een macht aan het vormen is, waartegen geen geïsoleerde staat of zelfs geen locale groep van staten het kan opnemen vanwege haar boaconstrictorachtige karakter. Kabinetsver' andering in Oostenrijk niet uit blik- DAG EN NACHT. Wordt het groote wereldgebeuren natuur lijk beheerscht door het conflict Italië—Abessi nië, zoo af en toe wordt de aandacht even van dit conflict afgeleid om zich te vestigen op een andere „groote gebeurtenis". Als zoo danig is zeker ook aan te merken de kort stondige kabinetscrisis, die de Oostenrijksche regeering juist achter den rug heeft en die even plotseling verdwenen was als zij ge komen was. Geheel onverwacht kwam deze crisis trouwens niet, want men verwonderde er zich allang over, dat de regeering niet eerder een „Italiaansche richting" ingeslagen had. Dat wil zeggen, niet reeds eerder zijn sympathiegevoelens voor Italië duidelijker had kenbaar gemaakt. In ieder geval is dat thans geschied: Schusnigg heeft zich ontdaan van Fey c.s., de regeering werd aangevuld met Heimwehr- mannen en de positie van Prins Starhemberg heeft ten zeerste aan kracht gewonnen. Ten aanzien van de Buitenlandsche politiek kan nu gezegd worden, dat het anti-Duitsche element versterkt Is en is in het Italiaansch-Engelsche conflict de lichtelijk pro-Engelsche vleugel vervangen door een zuiver pro-Italiaansche. Dat deze gebeurtenis in Duitschland na tuurlijk critieken ontlokt spreekt vanzelf en de stemming is er dan ook niet beter op ge worden. Men denke b.v. eens aan het strijd punt de Brennerpas! Men leze daaromtrent wat de Berlynsche correspondent van de „Nieuwe Rott, Crt." aan zijn blad meldde: De bladen te Berlijn leggen uit, dat het bericht, omtrent een aanvraag van Italië aan Frankrijk, hoe het zou zijn met een even- tueele hulpverleening van Frankrijk aan Italië bij een aanval op de Brennerpas, moet worden verstaan als een onderdeel van een tactische zet van Italië, welke er op bere kend is, om Frankrijk tegenover Engelands verlangens nog aarzelender te maken dan het al is, omdat het juist nu aan zijn te Stresa aangegane verplichtingen wordt herinnerd. Het is zeker niet onjuist, om het geval in dit verband te zien. Maar toch maken zulke toe spelingen in Duitschland een onaangenamen indruk, op het oogenblik waarop de Brenner pas door Duitschland juist minder dan ooit wordt bedreigd. Er waren in den laatsten tijd aanwijzingen dat de betrekkingen tusschen Duitschland en Oostenrijk, dat wil zeggen van het Hitier- regime tot de Starhemberg-regeering, be gonnen te verbeteren.. Men weet, dat er een accoord werd gesloten ten opzichte van de radio-uitzendingen, waarmede 't begin scheen te zijn gemaakt met een cultureele toenade ring, waartegen overigens de Oostenrijksche regeering reeds vroeger heeft verklaard, niet het minste bezwaar te hebben, mits de Duitsche regeering er van afzag, ook zijde lings nvloed op de Oostenrijksche aangele genheden uit te oefenen. Nu is intusschen Fey, de Oostenrijksche minister van binnenlansche zaken, met nog eenige andere minister afgetreden en ver vangen door mannen die zeer dicht bij de Heimwehr staan. Daar Schuschnigg en Ber ger Waldenegg aanblijven spreekt eigenlijk vanzelf dat in de buitenlandsche politiek geen verandering intreedt. Des te opmerkelijker is het, dat officieel daar uitdrukkelijk de na druk op wordt gevestigd „ten einde misver stand te voorkomen" en dit doet het vermoe den rijzen, dat de oorzaak van het aftreden van Fey niet uitsluitend te zoeken is in het uiterlijk geschil over de begrooting, maar dat Fey en zijn aanhangers er naar streefden een nieuwen koers in de buitenland sche politiek in te slaan, welke voorzag in een zekere ontbinding van de enge betrek kingen tot Italië. Deze poging moet dan door het aftreden van Fey als mislukt worden be schouwd. In dit verband denke men ook nog aan de verklaring van Adam volgens welke er wel ëenige besprekingen tusschen staats lieden zijn gevoerd (men leze: met Duitsche staatslieden) doch dat men daar niet te veel beteekenis aan moest hechten. We zullen maar hopen, dat de scherpe kantjes, die aan deze kabinetsverandering zitten, spoedig afgesleten zulen zijn! Een antwoord op de troepencon centraties van Zuid-Slavië aan de Albaneesche grens. De correspondent van de Daily Tele- graph zegt een onbetwistbare bevesti ging te hebben van het eenige dagen geleden verspreide bericht, dat Albanië bezig is 7 lichtingen te mobiliseeren. Deze mobilisatie zou een antwoord moe ten beteekenen op een aanzienlijke con centratie van het leger van Zuid-Slavië nabij de Albaneesche grens De Zuid- Slavische troepenmacht wordt in Alba neesche regeeringskringen geschat op ongeveer 60.000 man. De mobilisatie in Albanië zou 15.000 man omvatten. De negus spreekt zijn troepen toe. Naar Reuter uit Addis Abeba meldt, heeft de negus een défilé van 50.000 soldaten, die sinds kort in de hoofdstad aanwezig waren, bijgewoond. Verder heeft hy afscheid geno men van 4000 man der keizerlijke garde, die op het punt stonden te vertrekken naar het front. Tijdens deze revue is Ras Moeloegeta, de minister van oorlog, naar den negus toe gegaan, is van zijn paard gestegen, heeft zijn zwaard uit de scheede getrokken en zeide, gereed te zijn om voor Abessinië te sneu velen. De negus zal binnen enkele dagen naar Dessié vertrekken, dat waarschijnlijk het hoofdkwartier zal worden van den genera- len staf. De negus heeft het geheele Abessijnsche leger toegesproken en zijn troepen den raad gegeven om nooit in groote menigten bijeen te blijven, maar de guerilla-taktiek te vol gen. „Weest geduldig, verspreid u telkens wanneer ge een vijandelijk vliegtuig ziet en verwisselt uw witte kleeren tegen khaki- uniformen om onzichtbaar te worden." Ras Gugsa. Naar Reuter uit Rome meldt, heeft gene raal de Bono ras Gugsa, die onlangs naar de Italianen is overgeloopen, benoemd tot ras (gouverneur) van de provincie Tigré. Om den Abess(jiischen wapen aanvoer af te sngden 1 Italiaansche oorlogscorrespondenten melden nu ook, dat een afdeeling van de strijdkrach ten van generaal Graziani onder voortdurende gevechten uit Italiaansch Somaliland oprukt met de bedoeling de karavaanwegen langs de grens van Britsch Somaliland te bezetten en de militaire voorraden af te snijden, die de Abessijnsche legermacht in Ogaden, volgens deze correspondenten, uit Britsch Somaliland ontvangt. Inderdaad moeten te Berbera in den loop van deze week meer dan 7 millioen geweer patronen, voor het tneerendeel van Belgisch fabrikaat, gelost zijn en verzonden naar de Abessijnsche legermacht aan het Zuidelijk front. Een vertegenwoordiger van het Duitsche Nieuws Bureau heeft een langdurig onder houd gehad met iemand van de Japansche ambassade over de doeleinden van de Japan sche politiek in China. De Japansche diplomaat zette uiteen, dat •de geheele politiek van Japan in China er op gericht is de nauwste samenwerking tot stand te brengen tusschen Japan, China en Mantsjoerije, teneinde langs dezen weg de betrekkingen in het Verre Oosten definitief te regelen. Ook de Japansche houding van dit oogenblik beoogt de practische uitvoe ring van deze globale politiek. De formeele erkenning van Mantsjoekwo is als voorwaarde tot de onderhandelingen op het oogenblik naar het schijnt niet noodig. Zij vormt echter wel een later te bereiken doel. De loop der onderhandelingen en de fei telijke verwerkelijking van de Chineesch Mantsjoerijsche betrekkingen is volgens Ja pansche opvatting een toets-steen voor den goeden wil van de regeering te Nanking. De Japansche diplomatie is volstrekt bereid met de voor Nanking bestaande moeilijkheden betreffende het tempo van de uitvoering rekening te houden. Zij verwacht echter een scherp optreden tegen alle anti-Japansche actie in geheel China. De Japansche politiek kan ook de moge lijkheid van een geheel ander optreden onder oogen zien, met inbegrip van middelen tot uitoefenen van militairen druk, ingeval vol gens Japansche opvatting de onderhandelin gen niet de gewenschte vorderingen zouden maken. Het aanknoopen van directe, diplomatieke onderhandelingen tusschen Tokio en Nan king, aldus verluidt in politieke kringen in Sjanghai, zal door de Chineesche regeering beschouwd worden als een langgewenscht succes. De regeering te Nanking wil onder handelen als exclusief vertegenwoordigster van China met uitschakeling van alle locale besprekingen in Noord-China. Zij is bereid tot samenwerking met Japan ter onder drukking van alle anti-Japansche excessen, zooals zij in den laatsten tijd herhaaldelijk door energiek ingrijpen heeft bewezen. Zij hoopt daardoor den weg te effenen voor onderhandelingen. A. kunt U één der 512 prijzen van de Staatsloterij winnen Lotisico trekt dan in één dag alles uit Deelname slechts f 2.50 Sigarenmagazijn H. WORMHOUDT, SPOORSTRAAT 12 Vraag en Aanbod"i HOOFDGRACHT 3, hoek Torensteeg Loterijkantoor Door pressie vriendschap winnen. Te Sjanghai voorziet men, dat Japan een nieuwe poging zal doen om verbetering te krijgen in de ChineeschJapansche betrek kingen. Men verwacht, dat Japan krachtige pres sie zal uitoefenen en misschien zelfs met militaire dwangmaatregelen zal dreigen om de Chineesche regeering ertoe te krijgen zich in de politiek bij Japan aan te sluiten. Voor al zal er op worden aangedrongen, dat China zich niet meer door de Westersche mogend heden zal laten helpen, doch hulp zal aan nemen van Japan. Naar Donderdag te Rome officieel werd medegedeeld, hebben de Italiaansche vlieg tuigen in Abessinië het bevel gekregen Addis Abeba en Diredawa niet te bombardeeren. Men maakt het voorbehoud, dat deze steden dan ook niet mogen dienen om er troepen te concentreeren. Tevens worden alle berichten over het ge bruik van gasbommen beslist tegengesproken. In geen enkel geval heeft zoo zei men de Italiaansche luchtmacht van gasbommen gebruik gemaakt, evenmin als zij de burger bevolking heeft gebombardeerd,: Grensoverschrijdingen van italiaansche vliegers aan de grens van Engelsch Somali land zijn eveneens volkomen uitgesloten, aan gezien de vliegers steeds bij hun gevechten ten minste honderd kilometer van de Engel- sche grenzen verwijderd zijn. Een speciale correspondent van Reuter in het Suez-kanaalgebied meldt, dat de Italianen in haastig tempo de haven Massawa aan de Roode Zee tot een zeer sterk fort zijn gaan maken. Zij hebben 380 millimeter kanonnen, die dertig kilo meter ver dragen eenige kilometers ten Noorden van Massawa in de duinen op gesteld. Verder heeft men 105 millimeter kanonnen, die een uitstekend verdedi gingsmiddel tegen lichte kruisers en tor- pedobootjagers vormen geplaatst langs de baai van Massawa. en wel zoo dat zij de geheele baai bestrijken, terwijl er ook nog 155 en 105 milimeter-kanonnen in gereedheid zijn gebracht op de eilan den, die ten opzichte van de baai strate gisch gunstig zijn gelegen. Deze laatste kanonnen zijn in den loop van gister nacht naar deze eilanden vervoerd. Nu men deze baai in een dergelijke mate heeft versterkt, is Massawa een gewel dige kracht voor de Italianen geworden in de Roode Zee. Het aantal Italiaansche vliegtuigen is naar men schat op het oogenblik 500. De basis van deze lucht macht is te Assab gelegen, maar er zijn verder nog tal van hulpvliegterreinen. Het schijnt dat het aantal schepen met materialen dat voor Massawa ligt, zeer groot is. Men werkt zoo hard men kan aan de lossing van deze schepen, doch het zal nog wel eenigen tijd duren voor dat het laatste van de daar nu liggende schepen aan de beurt gekomen is. Het officieele Duicsche marineorgaan meldt over den voortgang van den vlootbouw, dat twee slagkruisers van 26.000 ton en twee krui sers van 10.000 ton ans in aanbouw zijn. Er MEVR. G. ABERSON, DEN HELDER WINT EEN RIJWIEL IN DEN PALMOLIVE-WEDSTRIJD. Mevr. G. Aberson, Singel 72, Den Helder, ontving Donderdag 17 dezer telegrafisch mededeeling van den heer H. v. Gemert, directeur der Colgate-Palmolive Handel M(j., Amsterdam, dat zij den hoofdprijs voor dien dag in den grooten Palmolive wedstrijd heeft gewonnen. Deze prijs bestaat uit een Fongers- rijwiel ter waarde van f 41.50, of, zoo de win nares dit verkiest, f 35.contant. De Colgate-Palmolive Handel Mij., verzendt bovendien dagelijks een extra prijs aan 50 winnaars. In 30 woorden schreef Mevr. Aberson waarom zij Palmolive zeep verkiest en sloot 3 zwarte banden der Palmolive zeep verpak king bij. De zeep kocht zij van C. W. Spieren burg, v. Galenstraat 61, Den Helder, (Adv.) zijn 21 duikbooten van 250 ton van stapel geloopen. Sedert de vlootovereenkomst met Engeland was aangegaan zijn er dus 18 bij gekomen. De aanvallen van de Italiaansche lucht macht op het Noorderfront zijn gelijk reeds gemeld is, voortgezet tot Amba Aladji Deze plaats werd door een aantal escadrilles ge bombardeerd. Volgens berichten uit Abes sijnsche bron moeten hierbij vele noncombat tanten den dood hebben gevonden. De troepen leden geen verliezen, aange zien zij tevoren de plaats hadden verlaten In het Zuiden voerden de Italianen verken ningsvluchten uit. Uit de provincie Wolto zijn ongeveer 100.000 man Abessinische troepen op weg naar Addis Abeba, waar zij voorloopig als reserve zullen blijven. Het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis maakt bekent, dat blijkens eeti spoedbericht van het Comité International te Genève het Ethiopische Roode Kruis telegra fisch den volgneden noodkreet aan genoemd Comité heeft gericht: Ten behoeve van het Ethiopische Roode Kruis verzoeken wij u met het oog op den ongeëvenaarden nood dringend een beroep te doen op de Roode Kruis-organisaties over de geheele wereld, Lambié, Secretaris Uitvoerend Comité. In verband daarmede wekt het hoofdbe stuur van het Nederlandsche Roode Kruis een ieder, die dat nog niet gedaan heeft, nog maals op een gave onder het motto Abessinië te storten op zijn postgironummer 22120 of wel op de rekening van het hoofdbestuur bij een van de navolgende banken: de Bank-Associatie te 's-Gravenhage; de Nederlandsche Handelmaatschappij te 's-Gravenhage de Rotterdamsche Bankvereeniging, kan toor Bezuidenhout te 's-Gravenhage; de Twentsche Bank te 's-Gravenhage. De Londensche bladen publiceeren uitvoe rige berichten over het Britsche antwoord op do Fransche vraag over de mogelijkheid eeii deel van de Britsche vloot uit de Middelland- sche zee terug te trekken. Een officieele mededeeling hieromtrent is nog niet gegeven, doch algemeen wordt ver klaard, dat in het antwoord wordt gezegd, dat de voorzorgsmaatregelen gehandhaafd moeten blijven, tot de Britsch-Italiaansche betrekkingen weer normaal zijn. 20 Verwonderd keek de bootsman op hem neer en zich weer naast hem zettend vroeg hij„Ben JU niet bly dat we morgen weggaan, vriend Te kijkt zco bedrukt. Is ei iets dat je hindert Zeg het dan gerust, misschien kan ik je hel pen." De jongen schrikte op en keek toen een Weinig verlegen terzijde. „Och bootsman, hef is een moeilijk geval voor më. Dagenlang heb .k erover loopen pie keren om het met u te bespreken, maar tel kens steld ik ,iet weer uit, want ik durfde hiet. Maar nu eet sch.p norg n gaat l.an ik het hiet langer verzwegen. Ik heb namelijk be sloten om... hier te blijvc i. „Maar kerel!' et. de bootsman draaide zich hiet een ruk naar hem toe; weet je wel goed ^vst je daar zegt?" „Zeker bootsman, luister maar naar wat er n°g komt. Ik heb met Mary gesp oken en die wil me ))'ct meer laten gaan heeft ze gezegd. En ik, tk heb haar Hef, meer dan iets anders ter we- re'd. Toen heb ik met haar vader gesproken zijn toestemming gevraagd tot ons huwi U*. HU heeft volmondig „ja" gezegd en te vens zeide hij blij te zyn dat hy nu een hulp men. in de zaak krijgt die alles later kan overne- Hij is niet zoo sterk meer en wil vanzelf sprekend liever een blanke tot schoonzoon hebben ook, want ik kan hem helpen en later het bedrijf van hem overnemen en...;.." „Maar jongen," viel de ander hem in de rede, dat is nu alles goed en wel, maar denk eens aan je familie!" „Ouders heb ik sinds lang niet meer, boots man. Ik ben opgegroeid in een weeshuis en daarvandaan bij de marine gekomen, zooals ik u heb verteld. Mijn hecle familie bestaat geloof ik uit ee. paar verre nichten, waarin ik totaal geen belang stel en zij in mij niet. En voor de marine deug ik niet meer. want ik heb den schrik te pakken. Vanavond zal ik een brief schrijven aan de minister van marine en hem verzoeken om ontslag, omdat ik wel voel totaal ongeschikt te zijn voor den zeedienst Als u dien brief voor me wilt meenemen en my het antwoord doen toekomen zal ik u zeer danbaar zijn. U moet me goed begrijpen. Voor zeeman deug ik toch niet meer dus hebben ze bij de marine niets meer aan me. En dan, zooals ik zooeven al gezegd heb, ouders of naaste familieleden heb ik niet meer dus wat bindt me eigenlijk nog aan Holland? Er is daar niemand die op me wacht, niemand die verlangend uitziet naar mijn terugkeer. En dat is wel heel droevig. Maar nu heb ik het geluk gevonden tn de persoon van Mary en ik weet dat ik door hier te blijven ook haar gelukkig zal maken U moet daar niet te licht over denken! Misschien zijt ge opgevoed door liefhebben de ouders, door een zorgzame moeder en hebt ge zusters of broers die u gaarne terugzien. Maar ik, die opgegroeid ben onder de strenge tucht van een weeshuis, die nooit anders kende dan harde plicht en nooit ook de zachte armen van een moeder om me heen voelde, ik sta er heel anders tegenover. O, hoe dikwijls heb ik die jongens benijd, die een thuis hadden, die ouderlijke liefde ken den. Maar ik heb nu de liefde leeren kennen, de echte liefde van een man voor een vrouw. En daarbij krijg ik een werkkring die me bevalt. Wat zou ik meer verlangen! Zeser ik heb er lang en breed over nage dacht Maar nu staat mijn besluit vast. Ik blijf hier." De bootsman schudde het hoofd en zeide: „Je moet het ^enslotte met je zelf uitmaken jongen; maar ik geef je in overweging om er nog eens goed over na te denken. Je kunt nu nog ander,1 beslissen. Morgen als het schip weg is, is het te laat. Bedenk eens goed, jongen; Mary is een heel lief meisje, maar ze is van een ander ras en ze ia opgegroeid onder heel andere omstandig heden dan een Hollandsch meisje. Haar ge dachtegang. haar kijk op het leven is zoo ver schillend van ons, blanken. En gij hebt nog zoo weinig ondervinding van wat het leven soms brengt. 't Is nu alles niooi eu aardig en ik geef toe, dat een vrouw het hier heel wat gemakkelij ker heeft dan in een Hollandsch gezin, maar ik geloof, dat ze jou op den duur niet bevre digen kan. Ze is immers zoo oppervlakkig, zoo weinig ontwikkeld, zoo geheel anders dan men met redelijkheid van een Hollandsch meisje mag verwachten. Ze is als een mooie, wilde bloem. Ze heeft haar aantrekkelijk heden die bekoren, maar op den duur voldoet dat alleen niet." ,,'t Kan zijn, dat u gelijk heeft bootsman, dat wil ik niet tegenspreken en ik geef toe, dat ik inderdaad weinig ondervinding heb, maar dat kan aan mUn eens genomen besluit niets meer veranderen. Ik hoop, dat u mij niet kwalijk neemt, maar laten we dit on derwerp laten rusten." „Ik neem je niets kwalijk, jongen. Alleen wil ik dit nog zeggen: weet wat je doet! Maar kom," vervolgde hij opstaande, „laten we naar beneden gaan." En met gebogen hoofd, nu en dan mompelend over wat h(j noemde „een dwaze streek", daalde hij den heuvel af, gevolgd door den jongen. Toen ze voor het huis van Alting kwamen, kwam Mary naar buiten, die met een vragen- den blik zich naar den jongen wendde en vlug eenige zinnen in de Maori-taal tot hem sprak. Blijkbaar vroeg ze naar den afloop van het onderhoud. Het antwoord scheen haar te bevredigen, want zij trok hem mee naar het dichtbij - zijnde magazijn, waar ze hem hartstochtelijk omhelsde. De bootsman, die geen moeite gedaan had de Maori-taal te leeren, verstond niets van wat er tusschen die twee besproken werd. Medelijdend keek hij hen na toen ze om den hoek van het huis verdwenen en schou derophalend begaf hij zich in de hut. Dienzelfden avond had in het huis van den heer Alting een eenvoudige plechtigheid plaats. Onder de aanwezigen bevonden zich, behalve de bootsman, ook de kapitein en de stuurman van de Nancy, die als getuige te genwoordig waren bij het huwelijk van den jongen kok met Maiy. De heer Alting, in zyn kwaliteit van gezaghebber van het eiland, trad op als ambtenaar van den burgerlijken stand. Hij stelde een stuk op, waarin hij verklaar de onder bijzijn van drie Europeesche getui gen in het huwelijk te hebben verbonden: Jan Roelofs en Mary Alting. De getuigen onderteekenden het stuk en hiermede was de plechtigheid geëindigd. Nog een poosje bleef men gezellig bijeen tot het tijd werd om te gaan slapen, want den volgenden dag moest men weer vroeg tijdig aan het werk om het laatste deel der lading aan boord te brengen en het schip zeeklaar te maken. Toen den volgenden dag tegen den middag de laatste prauw gelost was. begonnen de matrozen klarigheid te maken voor het ver trek. De bootsman, vergezeld door den heer Al ting en van Mary met haar echtgenoot, be klommen de stormladder, die langs het boord van den schoener hing en begaven zich aan dek. De kapitein en stuurman kwamen bij hen om afscheid te nemen. „Beste menschen," sprak de kapitein, „het oogenblik om onze reis te vervolgen, is weer aangebroken. U, mynheer Alting, wensch ik verder het beste toe, en ik hoop, dat u in dien jongen Hollander een braaf schoonzoon zult treffen. En jullie jongelui, zorgt dat je vader niets dan vreugde beleeft van zijn kin deren. Over een half jaar kom ik weer eens kijken hoe de zaken staan. Ik wensch jullie een gelukkig huwelijk." Ook de stuurman nam afscheid en begaf zich toen naar vooruit om het anker te lich ten. De bootsman drukte den heer Alting har telijk de hand en bedankte hem voor de gulle gastvryheid in zijn huis ondervonden hem tevens belovende zoo spoedig mogelijk het verioop van zyn reis te zulleu schrijven. Toen wendde hij zich tot de twee jongge huwden, die hand in hand bij de verschansing stonden en hem de hand drukkend zeide hij: „Vaarwel Jan en Mary. Ik hoop ernstig dat jullie heel gelukkig zult ztjn In je verdere leven. „j En je jongen, je hebt -iu een zware verant- wordelijkheid op je genomen doot oit meisje tot je 'rouw te meten. Ik hoop dat je dit be- sc-t en dat je die verantwoordelijkheid zuit weten te dragen zooals een Hollander be taamt. Ik wensch jullie verder het beste." Den jongen stonden de tranen in de oogen en hy slikte alsmaar om die brok uit zijn keel te kri.cen. doch einde'ijk zich vermannend nam hij de aangeboden hand en zeide hakke lend: .Bootsman uhebt mij het leven ge red. Zonder u was ik tooit uit dat verschrik kelijke graf ontkomendank u Ik dank u duizendmaalt bent de dap perste, de meest edelmoedige man dien ik ooit heb ontmoet. Ik dank li uit het diepst van myn hart." Zijn stem sloeg over, hy kon niet meer spreken. Zich losrukkend snelde hy naar de plaats waar de ladder hing en vlug daalde hy af in de sloep, waar Mary e» haar vader hem reeds wachtten. Met krachtige slagen pagaaiden de inboor lingen van het schip weg naai de kust. Opeens sprong de jongen op en zyn handen als een trompet voor zijn mond zettend, riep hij: „Goede reis bootsman, goede reis!!" De wind was gunstig, de zeilen begonnen te zwellen en zacht wiegend op de woeliger wordende zee, verwijderde de Nancy zich steeds verder van het land. Buiten het rif werden meer zeilen bijgezet en het roer gewend en nam de Nancy een zuidelijke koers, nagestaard door de achter- blijvenden. Na een zeer voorspoedige reis kwam de Nancy in de haven van Auckland aan. Deze tocht, slechts onderbroken donr een kort op onthoud op Kenradec-eil., V d naar den zin van den bootsman veel te lang geduurd. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1