Buitenlandsch Overzicht. Taptoe a De strijd in Abessinië. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA No. 7665 EERSTE BLAD DONDERDAG 24 OCTOBER 1935 De kwestie of Italië gaat onderhandelen, ia dan neen Engelsche Lagerhuis debatteert Het Toch een schikking in het conflict. KONI«JN'S AUTOMATIC Het Engelsche parlement drie dagen bijeen. De rede van Hoare en de critiek daarop. „Van militaire sancties is te Genève nimmer sprake geweest, derhalve maak' ten zij geen deel uit van de Britsche politiek. Sir Samuel Hoare. De toestand aan de fronten. Van het Zuidelijk front. FEUILLETON MARINEROMAN door W I L L I A R I S COURANT Abonnement per 3 maanden b# vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2. Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, Idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verechtynt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 60 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bjj vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bjj niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. „Wat zou Italië doen", werd ons vanmorgen ge vraagd, „zou het door gaan in Oost-Afrika of zou het werkelijk van plan z(jn over het ge schilpunt te wilen gaan praten?" Wij heb ben geantwoord, dat dit een groot vraagtee- ken voor ons is, want wij voor ons kunnen zoo maar niet aannemen, dat, nu zich een paar symptomen voor 'n betere toekomst heb ben voorgedaan, men nu maar dadelijk kan verwachten, dat de vijandelijkheden gestaakt zullen worden. Men herinenrt zich wellicht nog ons betoog van vorige week, waarbij wij er op wezen, dat net onwaarschijnlijk is, dat Mussolini over wapen. J -and wil praten, nu het reeds zoo ver heen is. Het zou er veel op lijken (en in werkelijkheid zou dat de reden ook zijn!), dat hij door den Volkenbond tot den vrede werd gedwongen en we kennen den Duce nu langzamerhand wel zoo, dat hij te trotsch is om den fasclstischeen kop te buigen. Trouwens, ook de voorbereidselen aan de fronten wijzen er op, dat er van een staken van den oorlog nog geen sprake is. Alles wijst er daar op, dat een groote, weiicht beslissende veldslag aanstaande In tegenstelling tot deze weinig hoop ge vende tirade, komen de Italiaansche bladen zelf met allerlei berichten, die een aanwijzing zouden moeten behelzen, dat er wel degelijk een mogelijkheid bestaat, dat de vijandelijk heden gestaakt zullen worden. Van alle kan ten hoort men optimisme in Rome, zoo meldt men. Engeland is van het enfant ter rible plotseling de „chéri" geworden! De smaad van Adoea is uitgewischt! Eden's voorstellen, destijds te Parijs aan Aloisi ge daan, vinden thans een sympathiek „onthaal", de voorstellen van de Commissie van Vijf uit dei, Volkenbondsraad zijn nu opeens niet meer verwerpelijk, enz. enz. Kortom, er zou thans te onderhande- len zijn met Abessinië. En de man, die dit te berde gebracht zou hebben... zou Mussolini, de geweldige, geweest zijn! MAARSCHALK jJADOGLIO, Chef van der Italiaanschen generalen staf, heeft het commando van het Ita liaansche leger in Oost-Afrika. Dit moest als volgt in zijn werk gegaan zijn: Sir Eric Drummond, de Engelsche ge zant te Rome, zou op audiëntie bij den Duce geweest zijn en hem daarbij gesproken heb ben over de mogelijkheid om de Britsche zee macht in de Middellandsche Zee te vermin deren tegen een terugtrekken van de Italiaan sche strijdkrachten in Libië. Toen zou de Duce de gelegenheid aangegrepen hebben om te zeggen: „Maar we kunnen nu toch met Abesisnië praten." Men ziet 't, als het alle maal waar is, wat er bericht wordt, dan zouden er inderdaad meer dan sprekende symptomen zijn, die een vreedzame oplossing van het Italiaansch-Ahessijnsch geschil voor spelden. Maar voorhands zijn we nog niet te optimistisch. Ook de overzichtschrijver van de N. R. Ct. niet, dien we in dit verband nog al eens aanhalen, omdat hij doorgaans door zeer betrouwbare bronnen ingelicht is. Deze zegt o.m.: Intusschen moet men nog geen „hei" roe pen voor men over de brug is. Wjj hebben indertijd van Italiaanschen kant vernomen, dat Rome na een belangrijk militiar succes tot onderhandelen bereid zou blijken. Van Volkenbondsstandpunt is geen me thode onaannemelijker dan deze in toepassing zou zijn. Uit gelijke bron vernamen wij in den loop van de vorige week, dat het nu wel zoo ver zou zijn; blijkbaar echter, omdat de druk van den Volkenbond een rol speelde, die oor spronkelijk een groot militair succes toebe dacht was. Maar zou de Volkenbond, nu zijn actie werkelijk reeds groote uitwerking blijkt te bezitten, Mussolini veroorloven het spel te spelen, zooals hij zich dat ais bloedige actie oorspronkelijk had voorgesteld? Wij kunnen het moeilijk aannemen. En voorts: De Engelsche neutraliteitspolitiek begint het op het oogenblik voor Italiaansche sche pen heel moeilijk te maken om aan de be hoeften voor het Italiaansche leger in de onder Engelsch gezag staande Oost-Afri- kaansche havens te voldoen. Engeland zal, als het werkelijk ernstige bedoelingen heeft met zijn Volkenbonds- politiek, niet loslaten op het oogenblik, waarop Italië teekenen van murwheid geeft, tenzjj het bezig is te doen, wat het in 1922 ter Haagsche conferentie heeft gedaan. Toen was het na een tijd van eerlijke za- lijke samenwerking zeer geërgerd geraakt- over de ook in de oogen der anderen dwaze tegenwerking van Frankrijk (en België) ten opzichte van een oeconomische schikking met Rusland, die een oogenblik op gunstige voorwaarden mogelijk scheen geworden. Na feilen strijd tegen de Franschen draaiden de Engelschen plotseling bij, op verrassende wijze instemmend met het Fransche stand punt, dat men de pogingen tot een vergelijk maar moest staken. In werkelijkheid betee- kende dit, dat Engeland de solidariteit prijs gaf en den weg vrij wilde maken voor zijn eigen schikking met de Russen, die het dan ook onmiddellijk trof. (Dit zaakje liep voor het overige mis.) niet uit blik- DAB EN NACHT. PRESIDENT KOiNDYLIS bereidt de weder-invoering der monarchie in Griekenland voor. Intusschen is het La gerhuis in Engeland voor drie dagen bijeen gekomen ter bespre king van de buiten- iandsche politiek en meer in het bijzonder de houding van de re geering in het bekende conflict in Oost- Afrika. Dat de regeering niet van critiek ge speend zou blijven, stond al bij voorbaat vast en dat kon mannen als Sir Samuel Hoare, de Minister van Buitenlandsche Zaken, niet verbazen. Hoare zelf was de eerste, die het woord nam en een rede van een uur afstak, waarin hij een verklaring gaf van de door de regeering getroffen maatregelen. (Citaten uit deze rede kan men, evenals kde critie uit deze rede kan men, evenals de critiek leerde ons in dit ~eval het meest. Zoo interrumpeerden eenige leden van het huis de „mogelijkheid om tot een schikking te komen alvorens de sancties zouden toegepast worden" als een „ver zwakte houding van de Engelsche regee ring Verder dat Hoare's woorden: „Het verschil tusschen de toepassing .an oeconomische en militaire sancties is dat tusschen een boycot en een oorlog" den indruk maakten, alsof de spreker een slag om zijn arm hield en vooral' wilde vermijden, dat le opt \bare meening in Italië weer tegen Engeland gekant zou raken. Bovendien stelde Sir Herbert, leider van de oppositie, de vraag, wat de regee ring dacht te doen, als de sancties eens niet de gewenschte uitwerking zouden hebben. Hem werd deze vraag den eersten dag niet meer beantwoord, zoodat we het in dit overzicht niet meer kunnen verwerken, maar we zijn ten zeerste oenieuwd, hoe dit ant woord zal luiden! Aan één en ander ziet men echter duidelijk, hoe men zich vooral in Engeland bezig houdt met het geschil en tal van interessante uit spraken zijn tijdens den duur dezer laatste zitting voor de verkiezingen nog te wachten. EGYPTISCHE KATOEN VOOR ITALIË. Naar Reuter uit Alexandrië meldt, zullen er deze week lO.OOObalen katoen verscheept worden naar Italië, dat tracht zooveel moge lijk katoen te krijgen, voordat een mogelijk embargo zal worden ingevoerd. De betalingen geschieden volgens de ervaring van de laatste dagen in contant geld en alle exporteurs ver schepen naar Italië alles, wat zij maar in voorraad hebben. Dinsdag, de eerste dag van de driedaagsehe zitting, waarmede dit parlement zijn werk zaamheden zal eindigen, was weer een der groote dagen voor het Lagerhuis, omdat be kend was, dat Sir Samuel Hoare het debat zou openen over het Abessijnsche conflict, waarvoor deze drie dagen zijn gereserveerd. Spr. zeide o.m.: Vele van onze vrienden in het buitenland miskennen de beteekenis van den Volkenbond. Voor ons is en blijft hrj de brug, die Engeland met de overige Europee- sche landen verbindt. Het is gemakkelijk op den bond te schelden en zelfs zijn afbraak te voorspellen, maar niets is onbillijker. Ook spr. heeft geen mira kelen van den Volkenbond verwacht, maar thans bewijst hij toch zijn vitaliteit. In het begin dezer eeuw luidde de leuze: wereldmacht of vernietiging; thans luidt de leuze: wereldvrede of vernietiging en het is het behoud van dien wereldvrede, die de ge- heele Engelsche politiek beheerscht en er zijn stempel op drukt. Niet uit zelfzuchtige oogmerken echter, en ook niet om de z.g. leiding te Genève te ne- men. Spr. zou wenschen, dat de laatste be raadslagingen aldaar in het openbaar hadden kunnen plaats hebben, dan zou de wereld zien, dat niet Engeland alleen voorstellen had gehad. Wel wilde spr. toegeven, dat een be slissing te Genève zonder Engeland niet geno men had kunen worden. Spr. geloofde, dat de thans afgekondigde oeconomische sancties doeltreffend gemaakt konden worden en met dat woord doeltreffend (effectieve) bedoelde hij, dat ze niet zouden leiden tot oorlog, maar den intusschen uitge broken oorlog zouden bekorten. Over mili taire sancties was te Genève niet eer gespro ken, want voor de gemeenschappelijke actie waren geen militaire sancties noodig en het moest boven alles blijken, dat wat Genève decreteerde, de wensch van alle trouwe aan hangers van den Volkenbond was om ge meenschappelijk te handelen. Er is geen dispuut of twist tusschen Italië en Engeland, maar slechts tusschen Italië en den Volkenbond. Zij, die geregeld over een Britsch-Italiaansch geschil spreken, moeten bedenken, dat dit niet bestaat en het voort durend spreken erover dus gevaarlijk en uit dagend is. Spr. besloot met de woorden: „Er is nog tijd om te ademen. Italië is nog lid van den Volkenbond en is nog een oude vriend en bondgenoot van Engeland. Laten wij onze po gingen dus niet opgeven om ook te elfder ure nog een uitweg uit dit conflict te helpen vinden. Het debat. Over de buitenlandsche politiek zeide Attlee dat de zaak waar het om ging was de hand having van de macht der wet en het gegeven woord, tegenover de macht van het geweld en de woordbreuk. Het standpunt der regeering was thans het eenige juiste, maar het was te laat wereldkundig geworden. Door haar wei feling had zij Mussolini in het denkbeeld ge sterkt, dat Engeland evenals bij 't Chineesch- Japansche conflict wel even zou protestee ren, maar tenslotte den overweldiger zijn gang zou laten gaan en zich bij voldongen feiten neerleggen. Spr. was overtuigd, dat Mussolini niet zoo ver zou zijn gegaan als hij van de vastheid der Engelsche regeeringspolitiek ook in het voorjaar reeds overtuigd ware geweest. Ook nopens de herbewapening van zoovele landen in Europa kon de regeering niet aan alle medeverantwoordelijkheid en medeschuld ontkomen. Als Engeland te Genève de ontwa peningsconferentie en haar eminenten leider niet met woorden maar met krachtige daden gesteund had, zou Europa thans ook niet op nieuw op een gewapend kamp behoeven te gelijken. Sir Herbert Samuel noemde de verdediging van de regeeringspolitiek door den minister niet overtuigend. Abessinië's rechten moesten ontzien en ge respecteerd worden, maar spr. wilde niet ont kennen, ,dat Italië, Duitsehland en Japan gel dige grieven hadden omdat zg waren uitge sloten van de oeconomische voordeelen, die Engeland en Frankrijk door hun groote ko loniale bezittingen wel bezaten.. Sir Herbert besloot met den wensch, dat de Engelsche regeering zou trachten ook aan die andere groote mogendheden de oeconomische voordeelen en gelegenheden te verschaffen, die zij' zelf evenmin zou willen missen. Fransche autoriteiten in Syrië verantwoordelijk. In alle groote bladen vinden sedert Dinsdag groote betoogingen plaats, waarin uiting wordt gegeven aan de verontwaardiging over de plannen tot het plegen van een aanslag op Kemal Atakudk. In verband met het feit, dat de aanslag op Syrisch grondgebied is voorbereid, is men in sommige kringen van meening, dat de Fran sche autoriteiten in Syrië in zekeren zin de indirecte verantwoordelijkheid dragen. In deze kringen acht men het waarschijnlijk, dat de Turksche regeering naar aanleiding hiervan te Parijs zal protesteeren en de zaak ook te Genève aanhangig zal maken. De bladen schrijven, dat de organisaties der Armeniërs en Koerden, die Turkije vijandig gezind zijn, in Syrië niet slechts gastvrijheir, maar ook steun vinden en zoo in staat gesteld worden, den Turkschen staat in gevaar te brengen. DE NEWS CHRONICLE OVER DE NEUTRALITEITS V OORSCHRIFTEN. Sir Eric Drummond heeft de opdracht ge kregen, aldus de News Chroniele, Mussolini ervan op de hoogte e steken dat Engeland en de Britsche koloniën, alsmede de Engelsch- Egyptische Soedan de neutialiteitsvoorschrif- ten, neergelegd in de conventie van Den Haag van 1907 zul'en toepassen. Men is van oordeel, dat de Egyptische regeering dezelfde beslis sing zal nemen. Volgens de News Chromcle moet er- de aandacht op worden gevestigd, dat deze maatregel geen nieuwe sanctie is tegen Italië, hoewel het anderen staten vrijstaat, dezelfde beslissing te nemen. Een neutrale staat mag, om zijn verplich tingen na te komen, er van afzien de strijd kracht van een oorlogvoerenden staat te doen toenemen. Door de .oepassing van dezen maatregel zal Engeland niet alleen de kolen- voorziening der Italiaansche schepen vermin deren, maar tevens verhinderen, dat Italië in groote hoeveelheden water voor zijn troepen uit Aden betrekt. Italië heeft verder pogingen gedaan om in Suez petroleum te verkrijgen. Het ziet er niet naar uit, dat dit nog zal lukken. De berichten van de fronten waren Dinsdag schaarsch. In het Zuiden gaan de Italianen voort met de pas veroverde stellingen en meer in het bijzonder met Dagherie te versterken. De val van Scillave wrrdt te Addis Abeba niet meer ontkend, wel zegt men daar, in tegenstelling met de Italiaansche berichten, dat de Italianen geen krijgsgevangenen heb ben kunnen maken, aangezien de plaats niet door Abessijnsche troepen was bezet. Men verklaart te Addis Abeba verder, dat de Abessijnsche legerleiding in het dal van de wedi Sjebeli, door welk dal de Italiaansche opmarsch naar Harrar zou geschieden 200 duizend man heeft geconcentreerd. Aan het Noordelijk front hebben de Itali anen de luchtaanvallen op Abessijnsche troe pen voortgezet, doch slachtoffers schijnen hier niet gevallen te zijn. Er zijn reeds verschillende troepenafdee- lingen in Dessié aangekomen, terwijl de kei zerlijke garde op weg naar die stad, goede vorderingen schijnt te maken. Men verwacht, in verband met den geweldigen afstand, die er nog tusschen het Noordelijk front en Des sié is, dat de Abessijnsche tegenstand bij een hervating van den aanval in Tigré, gering zal zijn. De wapenzendingen naar Addis Abeba ne men nog steeds in aantal toe, maar men ver wacht niet, dat hiervan een spoedig profijt voor de Abessijnsche troepen te verwachten is. De negus heeft Addis Abeba nog niet ver laten. Volgens de Romeinsche bladen hadden de operaties aan het Zuidelijk front nabij de Wedi Sjebeli een tweeledig resultaat: ten le hebben de Italianen thans de beschikking over uitstekende bases, en ten tweede kunnen zij thans den aanval dien de Abessiniërs, ernstig voornemens waren te doen, breken. Twee Abessijnsche gevangenen zijn giste ren standrechterlijk gefusileerd, daar in hun bezit voorwerpen werden gevonden, die den Italiaanschen luitenant Mogantinl toebehoord hebben, die als een der eersten bij de ge vechten om Adoea is gevallen. Naar Stefani uit Asmara meldt, hebben de Italianen op het front in de streek van de Sjebeli ware mensehelijke forten gevonden, bestaande uit drie of vier Abessiniërs, die met ketenen aan elkaar waren geklonken. Dit stel sel zou door de bevelvoerders worden toege past om het overioopen te voorkomen en krachtige vuureenheden te krijgen. 22) „Frank!" gilde ze bijna; ze schoof haar stoel terug en de handen op de tafel steunend en met haar gezicht vlak bg hem, haar oogen fonkelend van verwachting riep ze smeekend: „Vertel me Frank, komt Wim terug? Leeft hg?" Haar zenuwen waren tot het uiterste ge spannen en haar brandende, blik strak op hem gericht wachtte ze op antwoord. Hij knikte bevestigend. Toen viel ze neer in haar stoel en met de handen haar gelaat bedekkend, schokte haar lichaam van het heftige snikken, terwijl tra nen tusschen haar vingers doordruppelden. Doch ze was niet in staat om iets naar binnen te werken, maar ze vroeg aan Frank: „Hoe komen jullie aan dat bericht?" Dat zal ik vertellen, zoo gauw als je een kopje thee uitdrinkt," zei haar zwager die het telegram uit zijn zak haalde. Toen zij haar kopje neerzette, reikte hij haar het papier over. „Zoowat een uur gele den ontvangen," zei hij. Zij las het bericht hardop als wilde ze door haar eigen stem de verzekering hooren dat het er werkelijk stond. Beste vrienden. Ik hen gered. Octopus gezonken bg Vriendschapseil. Ben half jaar op bewoond eil. geweest. Kon niet eerder be richt zenden. Voorzichtig aan Jo zeggen, s.v.p. Ben nu te Auckland. Schrgf naar Soe- rabaia. Brief volgt spoeaig. Hartelijke groe ten van Wim Woud. „Nu wat zeg je ervan?" informeerde haar zwager. ,,'t Is heerlijk! Wonderlijk! Zalig!" riep ze uit, terwijl ze zoo wild opsprong, dat haar stoel omviel. Maar ze stoorde er zich niet aan Ze pakte Frank om zijn hals en gaf hem een zoen dat het klapte, uitroepend „Je bent een schat!' En naar haar zuster loopend gaf ze die ook een goede beurt: „En jij bent ook een schat, zus; er jullie ook kinderen," en zij kuste de beide meisjes hartelijk. Toen pakte ze de kleine Bob uit zijn stoel en zijn gezichtje tegen het hare drukkend, danste ze met hem door de kamer. „En jij ben. een kleine schat Bobbie; jullie zijn alle maal echte schatten!" Eindelijk viel ze bijna ademloos op een stoel neer. Het telegram nogeens doorlezend zag ze staan: „Schrijf naar Soerabaia." Haastig sprong ze weerop. „Ik moet nu naar huis menschen, dan kan ik het moeder vertellen en ik ga dadelijk schrij ven naar Soerabaia. Vanavond komen wij bij jullie Kerstfeest vieren hoor. Ik weet niet of vader ook komt. Misschien gaat nij naar den Haag, naar Helena. Zorg maar dat de Kerst boom mooi versierd is. En Greet, laten we er een feestje van mak«.n. Haal maar wat je noodig hebt; ik zal dc rekening wel betalen hoor. Nu menschen, ik 0a weg, daag!" en weg holde ze, de deur uit. Lachend stak ze haar hand op toen Frank haar nog nariep: „Een vroolijk Kerstfeest!" Toen Jo dien avond veer bij Frank terug kwam was ze alleen door haar moeder ver gezeld. De heer Vonk was gewend om de Kerst dagen bij zjjn dochter in Den Haag door te brengen. Jo was er blij om, want nu zouden ze ze ker een heel gezellig avondje hebben. De Kinderen liepen om het hardst naar de deur toen ze hoorden dat Opoe en tante Jo er waren. De kerstboom was mooi versierd en de ge schenken die er onder lagen of aanhingen trokken in hooge mate de aandacht der klei nen. Onder het avondeten vroeg Frank aan Jo: „Weet je wat ik vanmorgen gedaan heb?" „Neen Frank, vertel het me eens." „Ik heb toen je weg was de directeur van de krant, dat is aen goede kennis van me, opgebeld en hem gezegd dat ik een zeer be langrijk nieuwtje voor hem had. Ik vertelde hem van het telegram en gaf hem meteen maar toestemming om het te publiceeren. Dat vind je toch wel goed hoop ik?" Jo knikte lachend. „Daarop zeide hjj mij zeer dankbaar te zijn en hij zou meteen het departement van ma rine opbellen om nadere inlichtingen te vra gen. Dat heeft hij gedaan en vanmiddag toen ik er langs kwam hing bg het bureau een bekendmaking aangeplakt. Een massa men schen stonden er voor. Ik heb het voor je op geschreven. Luister maar. Vanmorgen ontving de heer F.B een telegram van zijn vriend W.W bootsman op de „Octopus" die, zooals men weet, eenige maanden geleden op onverklaarbare wijze verdween. De bootsman seinae dat de „Octo pus is verongelukt in de buurt van de Vriend schapseil. en dat hij niet eerder bericht had kunnen zenden, omdat hij een half jaar op een bewoond eiland Is geweest, dat echter nog geen middelen tot communicatie met de bewoonde wereld had. Het telegram was afkomstig uit Auckland op Nieuw-Zeeland. Wij hebben ons dadelijk gewend tot het de- uartement van marine te Den Haag om ver dere inlichtingen Men meldt ons uit den Haag. De commandant der marine te Soerabaia ontving gisteren een telegram van bootsman Woud uit Auckland. De bootsman meldde dat de „Octopus" ge zonken is in de buurt van de Vriendschapseil. en dat hij met nog één man door middel van een dragervest uit de boot is ontsnapt. Er heeft een ontploffing plaats gehad na dat de boot, die op dat moment ondergedoken was, op een onbekend rif was geloopen. De bootsman heeft nadat hij de boot ver laten had op verschillende plaatsen van het dek geklopt, maar kreeg geen antwoord, zoo dat aangenomen wordt dat de overige equi page al dadelijk bij de ontploffing of door gasverstikking om het leven is gekomen. De boot zit op z3 neter diepte. De bootsman heeft de joi losgemaakt van het dek en enkele blikken met levensmidde len weten op te halen. Vijf dagen hebben ze over den oceaan gezworven. Om beurten roei den ze, tot zij eindelijk op den mor gen van een zesden oag land n zicht kregen. Het bleek een ran de Vriendschapseil. ie zijn. Daar hebten de tv geredden 1 dien tgd doorgebracht. z,rj zijn vriendelijk opgeno men door de Maori's, de bewoners van het eiland, en door een zekeren Aiting, een En- gelschman, die gezaghebb» a,. het eiland 18. De bootsman Is met een sonoener die het eiland aandeed, naar Auckland gegaan en 's nu op weg naar Java. De andere geredde is op het eiland achter gebleven en schijnt daar getrouwd te zijn met een dochter van den gezaghebber. Zoodra de commandant der marine het te legram ontving heeft hij dit doorgeseind aan den minister van marine. Eerstgenoemde autoriteit staat in draad- looze verbinding met het schip waarmede bootsman Woud op weg naar Java is. Heden avond volgen waarschijnlijk nadere berich ten „Wat zeg je ervan, Jo?" vroeg Frank. „Wel, dat ik straks nog even naar het bu reau van de krant ga om te kijken of er nog meer nieuws is," antwoordde Jo. „Het spreekt vanzelf dat ik dan met je meega", zei haar zwager hartelijk. „Maar Frank, hoe kan dat nu, dat er van morgen ook al bericht was in Den Haag, van uit Soerabaia. Wisten ze het daar dan zoo vee! eerder?" „Aha!" laente Frank plagend: „jij denkt zeker dat hij jou niet in de eerste plaats be richt zond! Wel dat zal ik je zeggen. Hg heeft natuurlijk zoodra hij in Auckland kwam, twee telegrammen verzonden, een aan jou en een aan zijn chefs. Mart Soeraoaia is veel cuchterbg dus had den ze het daar zooveel eerder. Zoodra de commandant het wist heeft hij het doorgeseind naar Den Haag en intusschen nog nadere gegevens verkregen van het schip waar Wim op is. En je weet dat regeerings- telegrammen altgd voorgaan, Jus is het vrg eenvoudig nietwaar? Ben je nu gerustgesteld Kom dan, trek je mantel aan, dan gaan we eerst kijken of er al nieuws is." Diep in hun kragen gedoken stapten beiden door de sneeuw naar het bureau, waar nog steeds een massa volk bijeen was en inmiddels nadere berichten waren binnengekomen. Zg drongen naar voren en lazen: Nader wordt gemeld uit den Haag. De tweede geredde van de „Octopus" die op het eiland is achtergebleven blijkt te zgn Jan Roelofs. Hg was kok aan boord van den onderzeeër. De marinecommandant te Soerabaia heeft maatregelen getroffen om de gezonken duik boot op te sporen en zoo mogelgk te lichten. Een torpedoboot jager wordt klaargemaakt, die tevens een vliegtuig zal medenemen dat goede diensten kan bewgzen bij het opzoeken van het rif vanuit de lucht. Het moederschip voor onderzeebooten dat ook voor bergingswerk is ingericht zal, met de noodige duikers aan boord, derwaarts ver trekken. Men wacht echter de komst van bootsman Woud af om nadere gegevens te verkrijgen, die wellicht van groot nut kunnen zijn, daar deze precies weet hoe het wrak ligt en ook ongeveer de plaats waar het drama zich heeft afgespeeld zal kunnen opgeven. „Kom Jo," zei Frank, toen ze het nieuws gelezen hadden, ,we gaan vlug naar huis. We weten nu hoe het er bij staat, dus verder maar geduld oefenen, hoor zusje. Het zal nog wel een half jaartje duren eer we Wim in ons midden hebben." „Dat begrijp ik, beste jongen. Maar dat half jaar zal voor me omvliegen en dan, als hij terugkomt, ga ik hem van de boot halen en breng hem bg jullie. Daar kan hij dan uitrusten van zgn vermoeienissen. En dan kunnen we echt feestvieren." „Ik zal me niet onbetuigd laten Jo, reken op me." (Wordt vervolgd.) j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1