Liesbeth's gevangene. TOB NOOIT HOEKJE Populaire Rubriek um *Wimfue dot ió ik ke PAG. 2 ZATERDAG 2 Lötschbergtunnel, alsook de Apenijnen-tun- nel in Italië te noemen, welke alle enkele kilometers langer zullen zijn dan de tunnel van den Mont Blanc. De eenige bijzonderheid bestaat alléén daarin, dat alsdan Europa's hoogste berg reus door menschenhanden zal worden doorboord! Zjjn waarheidsliefde en tact te combineeren? Een oprechtheid, die bewust be- leedigt, is niet edel, zij is ruw. De waarheid doet ons dik wij ls pijn, maar in dat geval dient men eerlijk na te gaan: „is het de waarheid op zichzelf die ons pijn doet, of de wijze waarop wij deze te hooren krijgen? Spelen onze gevoelens tegenover hem of haar, die ons de waar heid zegt, misschien een rol? Wat men verdraagt van den een verdraagt men nog niet van den ander. Dit lijkt onredelijk, maar behoeft daar om nog niet altijd onredelijk te zijn. Wij bedoelen het volgende: wanneer een goed vriend of een goede vriendin ons de waar heid zegt in ons eigen belang, dan moeten wij ii heel bekrompen zijn, wan neer wij daaraan aanstoot nemen. Maar het kan dan ook gebeuren, dat iemand ons, geheel onnoodig en ongevraagd een harde waarheid zegt, en het is zeer men- schelijk als men zich daaraan stoot. Want dit aanstoot nemen komt voort uit het, intuïtieve gevoel, dat de ander erop uit is om ons te kwetsen. Het beste richtsnoer lijkt ons: zegt nooit iets, waarvan U kunt nagaan dat het kwetsend is. De oprechtheid vereischt vol strekt niet, dat men door ongevraagde waarheden ten beste te geven, voortdurend anderen onaangenaam is. U gaat toch b.v. Uw medepassagiers in de tram ook niet „verblijden" met mede- deelingen als „wat heeft U een groote neus", „Uw schoenen zijn niet gepoetst", „Uw kleeding bevalt mij niet", enz. Wanneer er menschen zijn, die U voort durend de neiging geven om hun onaan gename dingen te zeggen, doet U beter hen te vermijden. Bent U b.v. door Uw werk gedwongen, dagelijks contact met zoo iemand te hebben, beschouwt hem of haar dan zuiver noodzakelijk, als per soon in functie en niet als mensch. Tracht verdraagzaam te zijn tegenover minder prettige karaktereigenschappen die zich tegenover U uiten. Onrecht behoeft niemand zich te laten aanleunen, maar er zijn verschillende manieren om voor Uw rechten op te komen, en een kalme beheerschte manier om dit te doen waarborgt de beste resul taten. En nu komen wij aan het moeilijke ge val, dat ons een directe vraag gesteld wordt, en dat wij weten dat een oprecht antwoord hoe dan ook, onprettig zal aan doen. In zulke gevallen moet men toch aan de oprechtheid vasthouden; wie prijs stelt op onze opinie heeft recht op onze werkelijke meening. Maar juist in zoo'n Een boeiende novelle uitdentijdvanFrederik den Grooten door HANS HYAN. Liesbeth lag nog lang in bed te woelen, zóó ingespannen dacht ze erover na, of de blonde man werkelijk onschuldig zou zijn en hoe ze hem dan het best kon helpen... Maar Moeder, die ook braaf had nage dacht, gaf den volgenden morgen, toen een heldere zon door de vensters scheen, als haar meening te kennen: Een dag of twee kon Harlander wel bij hen blijven om wat op zijn verhaal te komen, maar dan moest hij toch weg... Of Lies beth dan niet wist, dat wie een ontsnap ten gevangene verbergt, tuchthuisstraf krijgt? Ze was haar leven lang een eer lijke vrouw geweest, zou ze dan op haar ouden dag nog achter de tralies moeten komen en dat nog wel voor iemand, die haar niets aanging? Wat later op den dag, toen Willem Har lander vol zorgen bij de kachel zat en door de in lood gevatte ruitjes naar het zonne geval kan tact zooveel verzachten, een tact die aan de waarheid niet het minste tekort behoeft te doen. Het klinkt b.v. heel anders, wa:meer men antwoordt: „Ik zou dat niet doen" en men komt dan met logische argumenten, waarbij gerust duide lijk de verkeerde gevolgen, die wij van de betreffende handelwijze verwachten naar voren gebracht mogen worden, dan wanneer men zou zeggen: „Je zoudt wel een groote idioot zijn als je dat deed". Ook het eerste antwoord kan ons kwalijk genomen worden maar dan ligt de schuld niet aan ons. Het tweede antwoord echter, moet wel ontstemmen, omdat het noodeloos grof is. Elke persoonlijkheid zal wel eens in omstandigheden komen, waarin hij of zij gedwongen is, temidden van andersden kenden een meening te verdedigen, maar alles hangt er dan van af, hoe men dit aanpakt. Het is altijd goed, en behoeft niets aan de waarheid tekort te doen, wanneer men andersdenkenden zoo min mogelijk tracht te kwetsen. Bovendien zal men elk standpunt beter dienen, door het met kalmte en steek houdende argumenten te verdedigen, dan door het op ruwe wijze als uitdagend feit te stellen. Wie heftig optreedt vestigt, temidden van andersdenkenden, de onwelwillend? aandacht op zichzelf. Wie beslist, maar bescheiden voor een zienswijze opkomt, zal de neutrale, en misschien zelfs wel de welwillende aandacht voor die ziens wijze veroveren. Wie zijn standpunt ge haat maakt, berokkent, op andere wijze, aan dit standpunt evenveel schade als hjj, die het veroorzaakt. Bedenkt tenslotte, dat anderen recht hebben op evenveel respect voor hun op vatting als wij voor de onze. Wie leert ontzien, ook waar hij niet begrijpt, heeft de brug gevonden die tact en waarheids liefde met elkander verbindt. En nou gaan we allemaal groot worden, want de eene juffrouw weet nou dat ze d'r hoedje evengoed en evenmooi in de Jut- terij kan koopen as erregens anders en zoo as die juffrouw dat nou weet, zoo weten dat nou alle menschen want ze hebben nou allemaal goed de etelaasjes bekeken in de winkelweek en ikke ook en 't was toch wel lollig he zoo allemaal en d'r heb ben een hoop menschen jeuk in hun nek- NOVEMBERJ2- - oti weee de jeukpoeder, want ken gehad vanJ*®f want sommige men- dat was wel 1°1Ug' bukken om maar schen zag je vinden in de ete- goed de letter te kemie ge_ 1 aasje nou en toen konij k nekken makkelijk in de krant Sï ht ook° effen ^villen probeeren een van die juffrouwen die de maai moest ik wat die meneer van de k«mt n natuur. ta de gaten nou en t to de lijk niks van en as dit nou aHemaa krant staat en de menschen lezen dit is de uitslag van de regel dto» moesten ondertusschen ook al wee en die meneer of juffrouw die m nou g wonnen heb, die zal nou wel f™**/ schik zijn hè en als ik 1 nou zeggen mag, dan ook nog effe aan de arreme menschen of het crisiscommlté denken he om ook een klein beetje van de prijs af te staan en nou komp dan Sinterklaas ook weer aan en ik ben al stie- kum aan 't inpakken en ik heb nou een ouwe bokkum, die al een tijdje niet heele- maal een bokkum meer was en al een beetje ruikt, daar heb ik nou een mooi pakkie van gemaakt met een mooi lintje derom en dat krijg m'n niggie nou, want ze heb me laatst gezeg dat ze nou eens iets heel bijzonders van me hebben moes, nou en ik geloof wel dat dat iets bijzon ders is he en wat ik zeggen wil, je ken toch mooi zulleke pakkies maken, hè zon der dat 't nou veel kos, want geef nou de eene een gepensioneerde en ruikende bok kum en de andere krijg 6611 kokusnoot en weer een andere een paar apenootjes In een mooi doosje, nAi dan zal het wel gaan, want 't gaat toch maar om de aardigheid, maar ik vind 't toch wel lollig as d'r met zoo'n aardigheidje ook nog wat lekkers bij gestop wordt en daarom heb ik die bok kum in dat pakkie mooi opengesneden en er een lekkere lolly van een cent in gestop dus dan hebben ze ook nog wat lekkers derbij hè, en die meneer Negus van Ab- beesienieje die heb nou nog altijd ruzie met meneer Moesselienie en as je zoo nou alles derover in de krant leest, dan weet je de helft van de tijd ook niet meer wat je dervan denken moet, maar affijn Ik ben nou eenmaal ook maar een aap he en dan hoef je ook niet zooveel te weten en das altijd gemakkelijk. En Huisduiner belang heb nou ook weer feestgevierd en d'r is ook alweer een nieuwe kapperszaak bijge komen en nou hoop ik ook nog maar altijd zoo stiekum dat ik toch m'n perremanent weeve win, want ik laat m'n haar al een heel tijdje groeien en as ik dan toch mooie krulle en golleve in m'n haar krijg dan zal ik een fijne meneer zijn he en wat dan m'n buurmeissie zeg dat kan me niks bommen want die had d'r ook al wat van te zeggen toen ze dat van mijn in de krant las toen ik datte schreef van dat perre manent weeve, maar daar zal ik nou maar niet verder over praten want m'n brief is al weer vol en daarom is het dan voor vandaag maar weer ophouwen en dan maar weer tot de vollegende week. T-j-UTTEKT». jvollioenen vordering of ex-keizer wilhelm. Zoebkoff eischt zijn geld op; En wil den Volkenbond erin mengeft Claude Christlan, de bijZonrt* correspondent van de „Paris-e e vernam van Russische em^rn^" dat Alexander Zoebkoff, de ger van ex-Keizer Wilhelm if4' Luxemburg leeft. Hij maakte z gereed voor de reis en ceerde in zijn blad het Pubij. santé artikel: Geluk en val keizerlijke favorieten. ^-érei. van waas daarbuiten uitkeek, kwam de moe der, die in den tuin was geweest, om groene kool te snijden, de kamer binnen en vroeg naar haar dochter... Liesbeth?... Ja, die was uitgegaan, maar waarheen... dat wist hij niet! En zijzelf, het slanke meisje, met de bruine krullen, die over den bonten kraag neervielen, wist het eerst ook niet, wat ze eigenlijk zou beginnen... Eruit wilde ze, zich bewegen en loopen, dan zou haar wel iets te binnen schieten. Zoo liep ze in ge dachten naar Charlottenburg en eer ze er erg in had, was ze bij het Slot gekomen. Daar liet opeens een boer, die naast zijn mestkar voortstapte, zijn zweep knallen. Liesbeth schrok op en zag een klein, sier lijk hondje wegspringen. Het meisje lokte den hond, die sneeuwwit, als uit heel fijn porselein, op zijn sierlijke pootjes om haar heen dartelde. Ze nam het dier in haar arm en liefkoosde het, doch plotseling bleef ze stokstijf midden op den licht be vroren weg staan... Toen drukte ze het hondje nog inniger tegen zich aan en liep, wat ze loopen kon naar het Slot, vroeger de „Lietzenberg" geheeten, doch nu, naar Sophie Charlotte, de tweede gemalin van den grooten Keurvorst, „Charlottenburg" genoemd. Liesbeth kwam aan het mooie smeed ijzeren hek van het Slot, juist op het oogenblik, dat een wagen, hoogbeladen met instroo gepakte hulststruiken, naar binnen zou rijden. Ze glipte er langs en snelde naar de orangerie, waar een aantal heeren in uniform met ridderorden en drie kante steken druk stonden te praten en te gesticuleeren... En te midden van hen? Ja, dat was immers de Koning zelf! Lies beth kende hem wel van portretten en ook had ze hem nog eens een keer in Berlijn gezien, toen hij na den oorlog met zijn soldaten zijn feestelijken Intocht in de hoofdstad hield... Liesbeth holde onver vaard op hem af! Een met tressen en galons bedekte man trad haar in den weg. Handig week ze uit, snelde op den Koning toe en wierp zich voor hem op de knieën; het hondje hield ze bezwerend omhoog; spreken kon ze niet. „Ah, daar hebben we den deserteur, mijn Bijou!", riep de Koning en streelde den kleinen windhond. „Waar heeft Mademoi- selle hem gevonden?" „Ik heb hem op straat gevonden, Maje steit, net als Willem Harlander!" De Koning glimlachte: „Wat wilt U daarmee zeggen?" Liesbeth raapte al haar moed bfleen: „Dat hij onschuldig veroordeeld is, Maje steit!" De Koning schudde het hoofd: „Waar heeft ze dat vandaan? En wat heeft hfl eigenlijk op zijn kerfstok? Is hij soms de minnaar van Mademoiselle?" „Vergeef mjj, Majesteit, ik ken hem pas sinds gisteren... sedert hij weg is uit Span- dau. De Koning werd ernstig, zijn blauwe oogen schoten bliksemstralen en de hove lingen luisterden in gespannen aandacht toe: Wat zou er nu komen? Doch Liesbeth zette zich nogmaals schrap: want nu kwam het erop aan goed haar woord te doen en riep met haar laatste restje moed; De reporter kende niet eens het adr van den heer Zoebkoff, doch de eersteT beste pakjesdrager wist hem dit te Ve? tellen; in Luxemburg kent iedereen d held van een even avontuurlijk als 0w neus leven! Op de vierde étage van een vierde rangshotel vindt men een zolder kamertje, hetwelk door Alexander Zoebkoff momenteel wordt bewoond. Het was ian' niet vroeg meer, toen Claude Christin? aan zijn deur klopte, doch Zoebkoff lag n te bed. Hij werkt twee, drie dagen tn week: hij schept kolen, en verdient daar* mee juist genoeg, om zijn huur en karige maaltijden te betalen. „Waartoe meer werken?" meent Zoebkoff, „voor is het toereikend en ik kan toch nerven, anders heen." Dit kan Zoebkoff inderdaad niet: ergen anders heen. Hij heeft geprobeerd over de Fransche grens te komen, werd echter teruggewezen en evenzoo aan de Belgiscj, grens. Hij bezit geen eerlijke papieren en geen land ziet hem gaarne binnen zhn grenzen. Zoebkoff betreurt het, dat rij 1 het kleine Luxemburg gevangen zit Hij zal probeeren den Volkenbond in deze kwestie te mengen... Want, zoo zegt 2oeb koff, het leven, dat ntf te Luxemburg moet leiden, is in strijd met het volken recht. En wanneer een hoogere instantie zich slechts voor nem wilde interesseeren zou hij in een minimum van tgd„. mik lionair zijn! De reporter lachte sceptisch, doch zoeb- koff lachte niet b(j deze mededeeling- hr bleef er ernstig bij. Zoebkoff was tegen- over den Franschen persman niet zwijg, zaam. Hij vertelde hem van zijn kort huwe lijk met den zuster van den ex-keizer van Duitschland. Hij vertelde hem verder van zijn omgang met vorstelijke personen met wie hij tijdens zijn huwelijk had kennis ge maakt. Zoebkoff vertelde voorts van de belofte, welke de ex-keizer hem had ge daan en welke hij zou nakomen, zoodra Zoebkoff zich van des keizers zuster zou laten scheiden. Deze belofte hield in, dat Zoebkoff van den ex-keizer anderhalf mil- lioen mark zou ontvangen. De verklaring geschiedde op schrift; acht dagen na de scheiding zou Zoebkoff het geld ontvan gen, doch en nu komt het romantisc'n- onwaarschijnlijke! Victoria trok bij de echtscheidingskwestie zelf een streep door de rekening. Vóór dat de acht dagen om waren, n.1. op den derden dag. kwam zij te overlijden. Ex-keizer Wilhelm meende nu van zijn belofte af te zijn en zond zijn zwa ger... geen cent! De ex-keizer beantwoord de geen enkelen van Zoebkoff's brieven. Doch thans is het geduld van Alexander Zoebkoff teneinde. Hij zal Genève alarmee ren om het rech' te doen wedervaren! En lntusschen in Luxemburg kolen scheppen... „Ja, Majestiet! Hij is gevlucht, omdat hij onschuldig is! En nu zit hjj bij ons thuis, bij Moeder in de kamer en wacht af, tot Uwe Majesteit hem weer in genade zal aannemen!" De Koning keek met welgevallen neer op het aardige meisje, dat, de ingeving van haar goed hart volgend, zoo ijverig stond te pleiten. Hij mocht ze graag, zulke frissche, openhartige en tegelijk moedige meisjes en hij sprak: „Laat hem hier komen... die... hoe heet hij ook weer?" „Harlander, Majesteit!" „Ja,...laat hem morgenochtend naar Sanssouci komen! Daar ben ik dan... en geef hem het passé partout!" Frederik liet zich door een adjudant een schrijfbord aangeven, schreef in zijn karakteristiek handschrift op een vel papier de woorden. Passez IA! Fr. en gaf het aan Liesbeth met een goud stuk en de woorden: „Het loon voor de eerlijke vindster, Mademoiselle!" Er ztjn dagen in het leven van der mensch, dat de blauwe mantel van bet geluk om hem heen waait... en wie een slip van den mantel weet te grijpen, die heeft het geluk in handen. Zooals Liesbeth Lukas en haar man, Willem Harlander, die, door den Koning volkomen gerehs- biliteerd, weer in diens regiment werd op genomen en later een van de beste of eieren van den Grooten Keurvorst werd- EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 22