Amsterdamsche Brieven.
Marine-brieven uit
>r JUTTERTJE
ZATERDAG 2 NOVEMBER 1935
PAG. 5
den binnenkort aan te vaUen. Ik vermoed,
dat dergelijke beweringen goede diensten
de wapenfabrikanten bewijzen, die bij
voorkeur Rusland als schrikaanjager ge
bruiken. In een land als Zweden, waar
niet de een of andere dictator regeert,
durft men bijna alles te zeggen, zonder
het risico, te worden opgehangen, of op
een andere manier zijn eigen executie bij
te wonen."
gr volgt nu een interessante geschied
kundige beschrijving over Zweden van
af 6000 jaar voor Christus. Maar helaas
i3 mijn blaadje al weer vol, ik kan alleen
n0g maar. enkele feiten noemen. Zoo o.a.,
dat de Ziweden, die tot de 10e eeuw, waar-
ja zij tot 'het Christendom bekeerd wer-
jen er door hun buitengewone roofzucht
f0 bloeddorstigheid in 'slaagden, zich
fjieester te maken van stukken van
puitschland, Rusland, geheel Finland,
gsthland en Lijfland.
„Maar," schrijft deze Zweed, „evenals
het andere, machtige landen verging, ver
ging het ook Zweden. Hetgeen veroverd
wordt door middel van kanonnen en
zwaarden, zal op dezelfde vreeselijke ma
nier weer afgenomen worden. Dat wijst
de wereldgeschiedenis duidelijk uit. Groote
rijken, machtige koningen en keizers, het
is alles, ondanks zijn glorie, slechts ijdel-
heid en tot- vergaan gedoemd."
Hij schrijft dan nog over den bekenden
taalstrijd tusschen de Finnen en Zweden,
Maar genoeg! Ik wilde immers alleen
maar een voorbeeld van internationale
correspondentie, door middel van Espe
ranto, geven! Ten overvloeide voeg ik er
nog aan toe, dat, evenals bij alle over
gedrukte bewijsstukken, ook in dit geval,
het origineel ter inzake gereed ligt.
MOLLY KEISER,
2e Schuytstraat 255,
Den Haag.
Opening City-theater.
Hét publieke feit van belang, dat de
hoofdstedelijke kroniek-schrijver deze week
te vermelden heeft is de „inwijding" van
Neerlands grootste bioscooptheater" aan
het Kleine Gartmanplantsoen, dit aan
hangsel van het Leidscheplein. Een inwij
ding, die niet alleen de belangstelling trok
van het groote publiek, dat nu eenmaal in
deze tijden voor een groot deel bij radio
en bioscoop pleegt té leven voor wat het
geestelijk voedsel aangaat en dat dus een
„super-cafetaria" voor dergelijk voedsel,
gelijk men een filmpaleis als dit nieuwe
City-theater wel zou kunnen noemen, bo
ven alles waardeert. Ook verschillende
autoriteiten waren j.1. Maandagavond de
gasten van de City-directie, onder wie m
de le plaats de Minister voor Soc. Zaken,
mr. Slingenberg, die „nadat hij over zijn
aanvankelijke bezwaren was heengestapt",
zooals hij zeide, gevolg had gegeven
aan de uitnoodiging deze nieuwe tempel
van vermaak te openen. Dat onze Minis
ters den laatsten tijd niet met den tijd
meegaan, kan men, gezien dit Optreden
van den heër Slingenberg en het recente
optreden van den Minister voor Handel en
Nijverheid in een soortgelijke „openings-
fol" bjj de inwijding van „Film-stad"" te
Den Haag, moeilijk zeggen^ Opgemerkt^
dient hierbij té worden 'voor hen, die in
hun filmisch enthousiasme, naar aanleiding
van deze ministerieele belangstelling, nu
ook aanstonds juichen over de erkenning
-van regeeringswege an de bioscoop als
belangrijk modern „cultuur-verschijnsel",
dat de Minister van Kunst en Weten
schappen zich van een en ander afzijdig
hield en genoemde belangstelling in de
eerste en voornaamste plaats gericht was
op de „vermeerderde werk-gelegenheid",
die deze uitbreiding der film-industrie en
film-distributie gebracht hebben en bren
gen. Zoo gewaagde mr. Slingenberg in zijn
openings-speech in de allereerste plaats
van het feit, dat bij den bouw van deze
nieuwe plaats des vermaaks een zeshon
derd arbeiders eenige maanden lang „tegen
wat men op het departement noemt, een
loon van normalen aard" gewerkt hebben
en hier in de toekomst een honderd man
personeel geregeld in touw zullen zijn. Dat
dit laatstgenoemde aantal voor een inrich
ting als deze met zijn ruimte voor meer
dan 1800 bezoekers zeker niet te veel is,
bleek dezen Dinsdagavond overigens wel,
de eerste avond dat het publiek toegang
had!; de drommen die zich voor den
ingang verdrongen konden toen niet op
behoorlijke wijze naar binnen worden ge
loodst en de chaos was op sommige oogen-
blikken, in hal en wachtzaal onbeschrijfe
lijk... Kennelijk worden de supposten e.a.
zwaar aan plankenkoorts en had de tijd
voor een generale repetitie ontbroken.
Maar dat zal wel spoedig anders en beter
worden als personeel zoowel als publiek
meer wegwijs zijn geworden in dit gebouw,
dat, gelijk de Minister het uitdrukte, in-
derdaad van een „sobere pracht en prach
tige soberheid" is. Te prijzen valt zeer ze
ker, dat dit nieuwe filmgebouw nu eens
met werd dienstbaar gemaakt aan goed-
koope massasmaak, maar dat hier bij
de inrichting naar eenvoud en warme con
centratie gestreefd werd, inplaats van
naar opschepperige luxe en „sprookjes
achtige" uiterlijkheid. Het werd, bij deze
gelegenheid, zij het dan ook iet of wat
hoogdravend, maar niet onjuist gezegd:
"Een karaktervol filmtheater moet uit den
aard van zijn breede bestemming voldoen
aan een geestelijk plan, dat zich soepel
aanpast bjj de massa, zonder te vervallen
.tot kernachtige concessies".- Deze eisch
hebben de architecten Wils en Rosendahl
hier op- loffelijke wijze steeds voor oogen
gehouden.
Huldé werd bjj deze gelegenheid ook ge
bracht aan den geldgever van het City-
.tiging van dit concern nog eens een... an
derhalf millioen stak en daarmede, volgens
het ministerieele woord „getuigde van een
ongelooflijke ondernemingsgeest, waaraan
vele Nederlanders, die hun kapitalen in de
brandkast laten liggen een voorbeeld mo
gen nemen". Het was de oud-scheeps
bouwer Wilton die deze lof te incasseeren
kreeg. Zij worde hem gegund. Slechts
kan men zich afvragen of een scheeps
bouwer als de Amsterdamsche Goedkoop,
die het zélfs in dezen tijd niet opgaf en na
overwinning van „ongelooflijke" moeilijk
heden en bezwaren orders uit Rusland wi3t
los te krijgen en van wiens werf juist in
deze zelfde dagen twee nieuwe Russische
houtbooten te water werden gelaten,
niet nog meer lof verdient dan zijn Rotter-
damsche collega! Een lof die hem echter
niet met zooveel fanfares gebracht werd!
De schoone slaapster ontwaakt!
Directeur ter Linden, die, vroeger zete
lende in het Rembrandt-theater, het zijne
gedaan heeft om het Rembrandt-plein tot
het vermaaks-centrum van de hoofdstad te
maken en aldus medehielp het Leidsche
plein min of meer in de schaduw te bren
gen en op den achtergrond te dringen,
gaat 't, zou men kunnen zeggen, thans
met zijn City-theater weer voor dat laatst
genoemde" pfêta góed maken... Velen ver
wachten dat dit City-theater de prins zal
blijken te zijn, die de schöone slaapster
naast Stadsschouwburg en Hirsch weder
om zal wekken. In alle geval was zij deze
week klaar wakker: de omwonenden had
den voor een levendige en feestelijke en
tourage gezorgd met lichtfonteinen, extra
verlichting en wat dies meer zij. En de
„trek" naar dit blijde ontwaken zat er
deze dagen ongetwijfeld bjj de Amsterdam
mers goed in. Op sommige uren in den
avond kreeg een en ander zelfs het aanzien
van een wereld-stad-plein. Of dit ontwa
ken echter blijvend zal zjjn, of inder
daad op den duur het Leidsche plein weer
minstens op een hoogte zal komen met
het Rembrandt-plein als uitgaans-centrum
zal nog moeten blijken. De naast-betrok
kenen, dat zijn dan de caféhouders en
andere neringdoenden hebben er in alle
geval alle hoop op en verwachten er,
nu spoedig ook een goede, tot nu toe ont
brekende tramverbinding met het nieuwe
Zuid zal tot stand komen, het beste van.
De chronische patiënt.
Het mag grootmoedig heeten, dat de
Stadsschouwburg, die toch waarlijk wel
reden heeft, gezien zjjn leege zaal en daar
tegenover de enorme belangstelling voor
het City-theater, de feestelijkheid voor
zjjn deuren met wat leede oogen aan te
kijken, geen spelbreker heeft willen zjjn
en ook zijn gevel in den extra gloed van
schjjnwerpers plaatste! Het tooneel is nog
steeds, maatschappelijk gesproken,' zwaar
ziek en voor een behoorlijke exploitatie van
zjjn gebouw valt voor den Stadsschouw
burg niet veel van deze zieke te verwach
ten. Onze „eerste schouwburg" is er zelfs,
nu hij voor het komende seizoen nog
met een aantal avonden zit, die hjj maar
niet aan den (zieken) man kan brengen,
toe moeten overgaan die nog vrjje avon
den „op deeling" te verhuren. Wat dan
beteekent, dat gegadigden voor die nog
vrije avonden geen vaste huursom zullen
hebben te betalen, maar van de te ma
ken recettes een bepaald percentage aan
de gemeente zullen moeten afstaan. De
tijdsomstandigheden zjjn voor het tooneel
van dien aard, dat vele gezelschappen de
risico niet kunnen aangaan een vast
bedrag, van ongeveer 300.te moe
ten betalen...
Men heeft overigens dezer dagen een
soort openbaar dokters-consult kunnen
meemaken, het was een debatavond
van het Ned. Tooneelverbond, gehouden
zocht werd naar geneeswijzen 'om ge
noemde patiënt weer min of meer op de
been te helpen. De diverse tooneel-dok-
ters en professoren, die hier aan het
woord kwamen, waren het, zooals onder
deskundigen te doen gebruikelijk is, lang
niet met elkaar eens en de patiënt zal
van dezen avond weinig baat hebben.
Misschien sprak dokter Verkade nog wel
het verstandigste woord; zijn raad was
tenminste radicaal... Hij noemde den toe
stand volkomen hopeloos; slechts één op
lossing is er: er voorloopig maar mee
uitscheiden en zich bepalen tot éen model
opvoering per jaar, te geveri door de
beste artisten van alle gëzelschappen,
d.w.z. zich beperken tot een „standaard1
voorstelling" per jaar!! Daarmee dan het
publiek laten zien wat tooneel kan zijn
en daarmede ook „eerbied voor het too
neel" terugwinnen.
Wie, naar aanleiding van deze „tooneel-
schemering" verder, al te pessimistisch,
gaat door-filosofeeren over ondergang van
alle Kunst met een groote K, door toe
doen van den steeds grooteren bloei der
„vermaakskunst", die het „onderne
mers-kapitaal bij millioenen tegelijk tot
zich trekt!, - moge tenslotte nog even een
hart onder den riem gestoken worden met
verwijzing naar het bezoekers-aantal van
de speciale Rembrandt-tentoonstelling in
het Rijksmuseum, een aantal dat in
enkele maanden tot over de 100.000 ge
stegen is. Een record-tentoonstelingsbe-
zoek, dat een verheugend tegenwicht
vormt van veel wat op ander kunstgebied
tot pessimisme doet neigen.
Ijsvermaak en eendenkooien!
Het gaat, ondanks City-theaters en der
gelijke achteruit met Amsterdam, zeggen
zwartkijkers. Onherroepelijk en onvermij
delijk. Steeds meer historische plekjes en
geb'ruiken verdwijnen, aangetast als zij
zijn door den snel voortvretenden tand des
modernen tijds! Zoo zullen wjj binnenkort
onze „eendenkooi" moeten missen. De
echte onvervalschte Amsterdamsche een
denkooi! Wat dat is? Wel, iedere rasechte
Amsterdammer kan het u vertellen, het
is... het ijsclubterrein op het Museumplein!
Als altijd en immer heeft de volksmond
weer een karakteristieke uitdrukking ge
vonden voor wat eigeniijk een deftig iets
is en, helaas, deze karakteristieke uitdruk
king is al weer bestemd om te verdwijnen,
tenzij... er weer een nieuwe komt voor het
nieuwe terrein. Dat nieuwe dan zal zjjn
een terrein van 6 ha aan den Amstel-
veenscheweg bij het Schinkelbad, waar
heen den volgenden winter, dus die van
'36/'37 de Amsterdamsche IJsclub haar
banen zal verleggen, daarmede een eind
makend aan de „eendenkooi" in de bin
nenstad. Op de jaarvergadering van dit
wintersche gezelschap, gehouden in het
oude clubgebouwtje aan de Van Baerle-
straat, bracht de voorzitter, de heer J. ter
Haar Jr. het nieuws, dat eindelijk met het
Gemeentebestuur overeenstemming was
bereikt, wat betreft de plaats van de
nieuwe banen. De voordracht van B. en
W. is thans gereed en zal binnenkort aan
dén Gemeenteraad ter behandeling worden
voorgélegd. De commissie van Bjj stand en
het Bestuur van de Amsterdamsche IJs
club hebben zich met deze voordracht
reeds vereenigd. Het nieuwe terrein is,
zooals reeds gezegd, zes ha groot en zal
door beplantingen enz. eeh mooie accomo-
datie bieden voor een ijsbaan. Een be
langrijk voordeel van dit nieuwe terrein
is, dat het sneller bevroren zal zijn, dan
de oude „eendenkooi", die immers midden
in de bebouwing ligt, waar Vorst Winter
in den regel minder streng heerscht dan
aan de buitenzijde van de stad. Toch is
het nieuwe vermaakgebied gemakkelijk te
bereiken met tram, bus, auto, fiets en voor
de jeugdige lidmaten per auto-ped! Welke
jeugdige lidmaten overigens over een rui
mere „krukkenbaan" zullen kunnen be
schikken dan tot nu toe. Als het nu maar
vriezen wil, d.w.z. den volgenden winter!
Dokter: „Heeft u uw echtgenoot over
gehaald voor het diëet, dat ik voorschreef,
oesters en champagne?"
Echtgenoote: „Neen, dat zat er niet
aan bij ons toen heb ik hem maar mos
selen gegeven met stout."
„Ik vind 't wel gezellig in jelui zomer
huisje, maar is hét er niet wat vervelend?"
„Dat gaat best, er komt niet zooveel
bezoek!"
concern, die in deze Amsterdamsche ves-in de Gem. Universiteit, waarbij ge-
Soerabaja, 29 September.
Beste Klaas,
Teruggekomen op Soerabaja is mijn
eerste werk je het één en ander over de
afgeloopen twee weken te vertellen. De
G. S.O. derde kwartaal zijn weer achter
den rug. De schijven liggen alweer op het
droge en de werf is hard bezig alle gaatjes
te herstellen. Ditmaal is het aan Hr. Ms.
„Java" mogen gelukken om des nachts de
„Panter" zoodanig toe te takelen, dat het
schip in de buurt van één dér Gili's door
de „Serdang" aan den grond gezet moest
worden.
Laten we ons oude scheepje in de roem
ruchtige divisie jagers van de a.s. C.Z.M.
Ferwerda even gedenken. Dit is de laat
ste, die we nog hadden, het doelschip voor
bommenwerpen ik meen dat het de
Lyn tien (Lynx) is die vlak bjj het
vliegkamp aan den grond ligt, niet meer
medegeteld. De beproeving van de muni
tie heeft ook weer plaats gehad en me
nigeen die daar op het strand bezig is
geweest om de platen overeind te zetten,
loopt op het ooogenblik nog met verbran
de rug en schouders rond, want deze ge
legenheid werd als steeds weer benut om
even te gaan zwemmen op één van dfe
weinige plaatsen hier in de Oost, waar
wit zand te krijgen is. (Bijna alle schip
pers lieten hun zandbakken natuurlijk
vullen).
De vorige weekend lagen we op B.oelè-
leng; daar is het nog precies zoo als een
jaar of 10 geleden, hoor Klaas, alleen
de sociëteit, die vroeger aan het water
lag en waar we op de sloep van de „kapal
toedjoe" zaten te wachten, is nu K.P.M.-
kantoor geworden. De soos is hooger op
gekomen, ongeveer een kwartiertje I van
den aanlegsteiger per auto.
Fatima heeft weer goede zaken gedaan,
want bijna iedereen aan boord kocht .hét
één of andere houten beéldje. Eén van de
controleurs maakte met liefhebbers van
het eskader een tocht langs de beziens
waardigheden in de buurt van Boelèleng.
In den tuin bij den resident had een avond1
feest plaats, waar o.a! Balineesche dansen
werden uitgevoerd. Man, wat was dat in
teressant!
Sommigen van ons zjjn ook nog naar
een lijkverbranding geweest, ergens op
Zuid-Bali. We hebben ook nog van eeh
„anak agoen", een Balineesche tooneel-
voorstelling, genoten. Alles was even- in
teressant. Ook is er natuurlijk nog gevoet
bald en heeft een eskader-elftal met 10
van een vertegenwoordigend Balineescfa
elftal gewonnen. Zoowel Zaterdag als
Zondag hadden we bioscoop-voorstelling
aan boord. Beide avonden „uitverkochte
zalen". Vooral den 2den avond waren er
verscheidene menschen uit Bali bjj. De re
sident was toen toen de gast van onzen
eskader-commandant. Kortom het waren
geslaagde dagen, waarbij gezegd moet
worden, dat het binnenlandsche bestuur
van alles gedaan heeft om het ons zoo
prettig mogelijk te maken. Overigens was
het er wel erg warm, tenminste beneden.
Maar ja, waar en wanneer is het dat niet
in Jan Oost! Maar aan den anderen kant
heb ik toch nog even op 1600 meter
hoogte gezeten, daar bij Kintamani. Daar
was het nu wel een beetje te koud en zit
je natuurlijk in je witte jasje erg te bib
beren. Maar we zijn nu eenmaal niet in
de Oost om het koud te hebben. Dat komt
straks wel weer in Nieuwediep, als de
wind in de schoorsteen slaat en je het
vuur niet aan kunt- houden. Of hebben al
die nieuwe huizen in de Jutterrj allemaal
centrale verwarming? Ik ben er in geen
5 jaar geweest en je hoort de wonderlijk
ste verhalen, hoe mooi of het overal in
Den Helder geworden is.
Wat is dat een treurig ongeluk op de
„Flores" geweest, hè kerel? Van zooiets
is de geheele Marine dagen lang onder
den indruk. Gelukkig schijnt de schipper
het naar omstandigheden vrij gunstig te
maken. Het is me anders een behoorlijke
klap geweest. Het schip kwam direct na
dat het gebeurd was, full speed naar Soe
rabaja om de gewonden af te geven.
De laatste nachtoefening, die de „Java"
schoot, werd bijgewoond door den oud
minister van Dijk. Zijne Excellentie werd
met een Dornier gebracht. De oefening
verliep, gelukkig gunstig, dat is altijd
prettig als er van die hooge" gasten bij ko
men kijken.
We blijven nu deze weekend binnen en
gaan dan door naar Makassar. Daar kun
nen we voor móeder de vrouw weer wat
„kendari zilverwerk" kóopen. Vandaag
heb ik de wacht en kan dus niet naar de
opening van de Passer Malem gaan. Maar
het is pas tractement geweest, dus denk
ik wel dat het er aan marine-menschen
niet zal ontbreken.' Het is ook zoo'n ty
pisch Soerabajaansch feest en daar hoort
de marine bijKom kerel, ikstop maar
verder voor vandaag. De volgende week
vanuit Makasser.
Saluut,
HENK.