r,-r-„ rc.rr Buitenlandsch Overzicht. Taptoe a, NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Wi n te rschotels NC '^«ViBER 1935 63ste JAARGANG De terugkeer van Griekenland de monarchie g oudt een belangrijke rede over vraags,ukken van den dag e C°nfllC' °«-Af"k- FPansche journaliaen over den oorlog in Abessinië. De Grieksche terugkeer tot de monarhie. mm Frankrijk en het conflict in Oost'Afrika De Grieksche koning zal waarschijnlijk 24 N< lov. terugkeeren. Weer een ontrouw Abessijnsch gouverneur? Nieuwe troepen naar Oost-Afrika. KONIJN'^ AUTOMATIC Mussolini ontvangt weer den Engelschen gezant. De Belgische officieren in Abessinië. feuilleton door wllli aris Abonnement per 8 maanden bil vooruitbet nm I i Abonnement per 8 maanden bil voornithr»! .du landen 1 3 20 r Gepost t 2.10, idem per mail en overige - 1 ct' p- ot Weekabonnementen 10 et. Zondagsblad r»p.15Q VerschUnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DB BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Glrorekenlng No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 et. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction, tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum 40 ct; b(j niet-contante betaling 15 et per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Griekenland krijgt zijn koning terug. Nadat de regeering zich uitge sproken had voor het herstel van de monar chie en de grondwet ln dien zin had gewijzigd, heeft nu het volk zijn uitspraak gedaan en niet minder dan 08 pet van de kiezers bracht zjjn stem uit voor den terugkeer van den koning. Nog deze maand zal George II den troon weer bezet ten. De N.R.Ct. wijdt aan deze stemming en den terugkeer van den koning een hoofdartikel, waaraan wij het volgende ontleenen: Kondilis had nu eenmaal een overweldi gend succes noodig. Want zonder overtui gende cijfers kon hij den ex-koning niet naar Griekenland krijgen. George Et ls een man, zonder groote eerzucht, die zjjn rustig be staan te Londen lief heeft gekregen. Men weet, dat, juist om zijn, haar mishagende kalmte, de Roemeensche prinses, die zijn ge malin was, hem heeft verlaten! Bovendien hebben zijn lang verblijf ln Engelsche atmos feer zijn politieke opvattingen stellig niet on aangetast gelaten. Deze gingen reeds te vo ren in Engelsche richting. Hij was een voor stander van het rustig en constitutioneel be leid van zijn grootvader, den ouden George I, die tot wederzijdsche tevredenheid zijn Grie ken geregeerd had, tot op patriarchalen leef tijd een vreemde sluipmoordenaar, naar Bal- kantrant, hem aan zijn bevredigend bestaan en aan zijn tevreden volk ontrukte. Geen sym pathie voelde hij echter voor de wijze, waarop zijn vader, koning Constanten, zijn taak had opgevat. Deze had, voor Griekenland, te veel geleerd van de opvattingen van zijn zwager Wilhelm II. Bovendien was hfl zeer eerzuchtig voor zijn land, en hadhjj het daarmede in het noodlottige, Klein-Aziatische avontuur getrokken. Op die manier had hij het spel tegen Venlzelos op den duur zeer grondig verloren. George II was een zoo voorzichtig man, dat men den Grieken, die waarlijk in de eer ste plaats behoefte hebben om van hun on rustige regeerders te bekomen, niet anders dan geluk kan wenschen met zjjn aanstaan den terugkeer. Men moet daaraan nog de hoop verbinden, dat dezen keer de terugkeer definitief en voor een lang leven moge zijn. Voor de rust van Griekenland en voor don vrede in Europa gunnen wij Kondilis gaarne zijn 98 pet., en zijn koning, dien hy niet voor minder kon krijgen, zoo zegt het blad. Benesj, de Tajecho- Slowaaksche minister van buitenlandsche za ken en voorzitter van den zestienden Volken bondsvergadering heeft gesproken. Wat deze diplomaat van de eerste ((rootte te vertellen heeft ls altjjd meer dan de moeite waard om er kennis van te nemen. Wjj doen dan ook eenige grepen uit het uit voerige verslag, dat we over deze redevoe ring in de groote bladen vinden. Met sombere kleuren schetste Benesj de heerachende omstandigheden. Na enkele jaren werken is de ontwapeningscommissie slechts t^teen,m°eiUjk vorkre£en. gedeeltelijk resul taat gekomen, waartegenover staat, dat vele landen zlCh genoodzaakt zien een groot deel van hun energie en financiën aan het leger ten koste te leggen en dat wij getuigen zijn van een conflict, dat zijn donkere schaduwen op Europa werpt. Wy vragen ons af waar dit heen moet, want wy gevoelen, dat Europa opnieuw in een wervelstorm van gebeurtenis sen wordt gesleept, die een nieuwe phase in zyn evolutie beduidt. EDUARD BENESJ, Minister van Buitenlandsche Zaken, Tajechoslowakije. Benesj stipt dan de gebeurtenissen op poli tiek gebied aan, waardoor het veelbewogen loopende Jaar tot het uitbreken van het con flict tusschen Italië en Abessinië was geken merkt. Dan komt hy tot het huidige groote con flict, dat met onbeteekenende grensinciden ten begonnen, eens, gelijk hij zegt, als klas siek voorbeeld ervan zal worden aangehaald, hoe uit betrekkelijk nietige kwesties der bui tenlandsche politiek groote dingen kunnen voortkomen en hoe men tijdig de noodige con sequenties ook uit deze schijnbare kleinig heden moet weten te trekken. De gevolgen van het conflict, aldus Benesj, kunnen thans zoomin geraamd, als overzien worden, maar wel stellen ons de gebeurtenissen voor een groote verantwoordelijkheid. Daarom volgt de Tsjechische regeering ze met de groot ste aandacht, maar ook met de grootste terughouding, gezien onze goede betrek kingen met Italië, doch anderzijds zijn wij ons ten volle bewust van onze ver plichtingen jegens den Volkenbond. Spr. wees dan op de geschiedkundige be- teekenis van de zestiende vergadering van den Volkenbond. Dit bleek al dadelijk uit de groote rede van Hoare op 11 September, die wel ls waar over het conflict liep, maar dit niet als hoofdzaak, doch slechts als voorbeeld nam. Zijn rede ging ver uit boven dit incident ln de inter nationale politiek.; hij schetste de lijnen van de beginselen der toekomstige Engelsche po litiek met een scherpte als geen Engelsche minister dit ooit te voren nog gedaan had. Hy legde den nadruk op drie dingen: Volken bond, internationale samenwerking tot be scherming van de kleine staten en collectieve vrede ten behoeve van allen. Daarmee wees hij op het eenige, waardoor nieuwe ernstige conflicten in Europa en in de wereld kun nen worden afgeweerd en met deze rede trachtte Engeland den Volkenbond, dien het tot nu toe slechts zedelijke theoretische waar de had toegekend, te verheffen tot een factor van wezenlijke actieve politiek, die den vrede verdedigen en de collectieve veiligheid orga- niseeren zou, gelijk de Fransche politiek heti reeds jaren lang gewenscht had. Het is de groote verdienste van Hoare, dit op een der kritiekste oogenblikken te hebben gezegd. Komen Engeland en Frankrijk in hun besprekingen, om dit standpunt samen nauwkeurig te stipulee- ren, tot overeenstemming, dan beduidt dit, aldus Benesj, dat de vrede in Europa ten minste voor een geslacht ls gered. Alles wat verder nog te Genève is gezegd, stond onder den indruk van deze rede en door het feit, dat alle sprekers meer over de toe komst dan over het huidige conflict spraken, verloren de debatten ook hun scherpte tegen Italië. Benesj meent zich niet te vergissen, wan neer hij uit de totdusver gevoerde Fransch- Engelsche onderhandelingen concludeerde: 1. dat gebleken ls, dat ook een groote mo gendheid tot het behoud van den vrede en van zijn eigen belangen, de overige staten noodig heeft, wat heden ten dage de hulp van den Volkenbond beduidt. 2. dat voor de verwezenlijking van deze politiek een intieme Fransch-Engelsche sa menwerking onontbeerlijk is. Hieronder laten we eenige interessante Fran sche persstemmen vol gen over het conflict li) Oost-Afrika. Vooral le zenswaard is hoe Leon Blum de eenige oplossing van het conflict! ziet. Deze journalist schrijft dan in de Popu laire: Een indrukwekkende, samenhangende mas sa van staten heeft zich thans rond het pact van den Volkenbond gegroepeerd. Het is be wezen, dat er vreedzame sancties bestaan, die hun uitwerking zullen doen. Misschien, dat Mussolini den oorlog zou willen tegenhoju- den, maar hij kan dat niet Een vrede, die hem de vrucht van de overwinning zou vér- zekeren, ls onaannemelijk voor den Volken bond en voor Abessinië. Het meest voor de hand liggende is, dat het Italiaansche leger meer en meer hinderpalen zal ontmoeten, naarmate het verder doordringt in Abessinië, terwijl achter dat leger de collectieve sanc ties meer en meer hun drukkend gewicht zullen doen gevoelen. De eenige logische ontknooping is de ineenstorting van het regime van Musso lini en de gelijktijdige bevrijding, zoowel van Abessinië als van Italië. De Matin schrijft: Enkele weken geleden kon men nog gelooven, dat er een algemeene oplossing van het conflict mogelijk zou zijn, zonder dat de oorlog ver in het Abessijnsche grondgebied zou doordringen. Het is thans zeker, dat het Italiaansche opperbevel een grooten veldslag zoekt. Engeland en Italië zouden tot de conlusie zijn gekomen, dat een Italiaansche overwinning noodig is alvorens een formule opgesteld kan worden, die voor Rome, Genève en Addis Abeba aannemelijk zou kunnen zijn. MARK TWAIN, beroemd Amerikaansch schrijver en hu morist. Het zal 30 November a.s. 100 jaar geleden zijn, dat hij geboren werd. „De vriendschap met Engeland on wrikbaar", volgens Theotokls' Reuter meldt uit Athene: Naar ln politieke kringen verluidt, zal ko ning George II op 24 November naar Grie kenland terugkeeren. Men gelooft hier algemeen, dat koning George zal streven naar de totstandkoming van een regeering, die naast de monarchis tische leiders als Kondilis, Theotokls, Tslada- rls en Metaxas, ook persoonlijkheden zal om vatten, die buiten de politiek staan. Kondilis zal den koning na diens aankomst het ontslag van het kabinet aanbieden, in de hoop, met de vorming van een nieuwe re geering te worden belast. In dit geval zou Kondilis de Nationale Ver gadering ontbinden en tegen December nieuwe verkiezingen uitschrijven. Geen wijziging ln de buitenlandsche politiek. Naar het Atheensch Telegraaf Agentschap meldt, heeft de minister van buitenlandsche zaken, Theotokls, de volgende verklaring af gelegd: „Onze buitenlandsche politiek zal niet ge wijzigd worden. Onze betrekkingen met En geland zullen blijven getuigen van een diepe en onwrikbare vriendschap." Opheffing van de perscensunr. Reuter meldt nader uit Athene dat de pre ventieve perscensuur heden zal worden op geheven. EEN BOODSCHAP VAN DEN GRIEKSCHEN KONING. „Mijn kracht is de liefde van mijn volk" Koning George II heeft uit Londen een bood schap gericht aan het Grieksche volk, waarin hy zegt: „Met Gods hulp en bij den wil des volks teruggeroepen op den troon, keer ik terug naar Griekenland zonder eenigen wrok voor het verleden, besloten trouw en eerlijk te zijn jegens het constitutioneele stelsel en onder het devies: „Mijn kracht is de liefde van mijn volk". Ik verzoek aller medewerking om den bloei en het geluk des vaderlands te verzeke ren." Volgens berichten uit Asmara zou sultan Jaja van Aoessa, de zuidelijke provincie van Dankalië, geweigerd hebben aan het bevel uit Addis Abeba tot mobilisatie te voldoen en de bedoeling hebben zich aan de Italianen te onderwerpen. Verscheidene duizenden van zijn volgelingen zouden op weg zijn om zich bij de Italianen aan te sluiten. Italiaansche vlieg tuigen hebben in de vlakte van Dankalië een colonne van 3000 krijgslieden gezien, die met witte doeken en Italiaansche vlaggen zwaai den. Men denkt, dat dit troepen van dezen sultan waren. Voorts zou de bevolking van Dongollo, de streek ten Zuidoosten van Hau- sien, de Italiaansche voorhoede met geestdrift hebben verwelkomd. Ras Jaja zou beschikken over 20.000 krijgers, die zich met hem aan de Italia nen zouden willen onderwerpen. Reeds zouden eenige duizenden van deze man nen zich bij de kameelruiters van kolo nel Lorenzini trachten te voegen. Naar verder uit Asmara verluidt, zijn ook een groot aantal groepen aanhangers van ras Gugsa met witte vlaggen van Makallé naar het Noorden gereden om zich bij de Italianen te voegen. Ook gaat het gerucht, dat ras Immeroe, de heerscher van Godjam en zijn zoon zich aan de Italianen zouden willen onderwerpen, doch dit moet, naar Reuteris correspondent opmerkt, met het noodige voorbehoud worden aanvaard. EEN SCHOOL VOOR INLANDERS TE ADOEA. Naar Reuter uit Adoea meldt, hebben de Italianen daar een nieuwe inlandsche school geopend, welke reeds 160 leerlingen telt. Ongeveer 500 officieren en 10.000 man schappen vertrokken Maandag van Napels aan boord van drie troepenschepen met be stemming voor Oost-Afrika. De prins van Piemont bezocht een van de schepen voor de afvaart Dinsdag zou een schip met 100 bombar deer- en verkenningsvliegtuigen naar Oost- Afrika vertrekken. Een Abessijnsch munitietransport vernield T De speciale correspondent van de Popoio dl Roma te Dzjiboeti bericht, dat de Italiaan sche luchtmacht een transportcolonne van de Abessiniërs, welke wapens, munitie en ben zine uit Britsch Somaliland naar Harrar ver voerde, heeft vernietigd. De Italiaansche bommen moeten 500 menschen hebben gedood en enkele honderden tonnen materiaal heb ben vernietigd. De correspondent verklaart, dat de troe pen van ras Nassiboe hierdoor een ernstig verlies hebben geleden, wat zijn voornemens voor een tegenaanval op de troepen van ge neraal Grazianl moet belemmeren. Het ge rucht gaat, dat de Abessiniërs na deze ac tie van de Italianen erover denken Harrar en Dzjidzjiga prijs te geven. DAG EN NACHT. BEZ0RQINB f 0.25 PER PORTIE. Tusschen Mussolini en sir Erio Drum mond, dein Engelschen gezant heeft Dins dag opnieuw een onderhoud plaats ge- had. Het duurde een half uur en na af loop werd een officieel communiqué uit gegeven, waarin werd gemeld, dat do toestand ln de Middellandsche Zee even als 29 October hot onderwerp der be sprekingen had uitgemaakt. In diploma tieke kringen te Londen wordt het onderhoud als zeer gewichtig aange merkt. Stefani meldde Maandag uit Brussel: Terwyl Italianen de eerewacht betrokken bij het graf van den Onbekenden Soldaat ter gelegenheid van de overwinning van Vit- torio Veneto, heeft Devèze, de minister van oorlog, een delegatie Italiaansche officieren ontvangen. Zij brachten een boodschap over, waarin de gevoelens van broederschap wor den bevestigd en met droefheid wordt gecon stateerd, dat Belgische officieren, door den Negus in dienst genomen, bereid zijn geble ken tegen de Italianen te strijden. De minister van oorlog heeft geantwoord, dat de naar Abessinië gezonden officieren te rug ztjn geroepen b(j het begin der vijande lijkheden en het Abessijnsche gebied reed# hebben verlaten. De officieren, die niet aan het bevel om terug te keeren hebben gehoor zaamd, zullen de disciplinaire gevolgen van hun ongehoorzaamheid ondergaan. Engelsche gezinnen vertrekken uit Italië. Uit Rome wordt gemeld, dat een aantal Engelsche gezinnen, uit angst voor een boy cot en voor gebrek aan levensmiddelen, in verband met de sanctie-maatregelen, zich ge noodzaakt hebben gezien, Italië te veriaten. Andere Engelschen, die hun zomervacantio buiten Italië hebben, hebben hun terugkeer uitgesteld, in afwachting van een verbetering in den toestand. Veel onderwerpingen van Abessjjnen! Ook de correspondent van het blad aan het front maakt melding van de vele onderwer pingen van stamhoofden uit nog niet bezette gebieden aan de Italianen. Verder moeten vele inlandsche hoofden zich hebben verzet tegen de bevelen van den negus en hun troepen op eigen gelegenheid in be weging hebben gezet. De Bono te Adrigrat, Generaal de Bono heeft een bezoek ge bracht aan de inlandsche markt te Adrigrat, waar lijj werd ontvangen door dedzjas (be stuursambtenaar) Wolde Gabriel Telia het hoofd van Againe, De bevolking ontving, naar Stefani meldt, den gouverneur met levende be toogingen voor Italië. Dedzjas Gabriel Telia hield een toespraak, waarin hij uitdrukking gaf aan de gevoelens en toewijding der In landers en aan hun vreugde over de Italliaan- sche bezetting, die niet met geweld ls opge legd, maar van ganscher harte door de bevol king wordt aanvaard, omdat zij in de Itali anen haar bevrijders en weldoeners ziet. Marinsroman En geen wonder. Het eskader dat een reis haar de Middellandsche Zee had gemaakt zou fcoo dadelyk de haven blnnenloopen. En nu haastte een vroolijke menigte zich haar het havenhoofd om straks hun verwan ten of vrienden een hartelijk welkom toe te roepen bij hun terugkeer ln het vaderland. Ook Jo, met haar zoontje aan haar hand 6n vergezeld van haar zuster Greta liep reeds hp haar man te wachten. Statig voer het eskaderschip als eerste de "aven ln en Wlm, die voorop de bak stond, ^"hifde uit alle macht zjjn vrouw toe. Jo tilde den kleinen jongen op die nu over 6 andere menschen kon heen zien en dapper paaide met zijn zakdoek, terwijl hij zoo hard U maar kon rien: „dag papa!" ^°odra de schepen gemeerd lagen kreeg gedeelte van de bemanning dat geen a<;ht had, vrij om naar huis te gaan. Wim was een van de eersten die de loop- k afkwam en allerhartelijkst begroet 'erd. ••Kijk vrouw", zei hy op den kruiser wijzend, jAu heeft me veilig thuis gebracht voor de - ^8te maal. De volgende week ben ik vrij en n heeft de marine geen recht meer op jou, dan ben je heelemaal van mfl," zei Jo ge lukkig lachend. „Zeg man, wat is de laatste dag die Je moet dienen?" „Dat is de volgende week Dinsdag vrouwtje; wou jo er een feest van maken? „Juist man, ik heb een plannetje gemaakt om dien dag te vieren. Het wordt geen groot feest, maar ik heb me voorgesteld om er een gezellig avondje van te maken. Greet, jullie moeten ook komen met de kin deren. Zeg maar tegen Frank dat hij moet zor gen dien avond vrij te houden want hy moet er ook bij zijn." „Goed zus, beloofde Greta, „ik zal het Frank zeggen en reken gerust op ons allemaal. In het kleine maar gezellige voorkamertje heerschte dien avond een nog vroolijker sfeer dan gewoonlijk. Jo, die thee schonk, keek met een gelukkige blik in de zachte bruine oogen de kamer rond en ze voelde zich veel lichter en blyder gestemd dan de laatste jaren het geval geweest was. Nu zou ze immers niet meer zoo m angst behoeven te zitten als het stormde, terwyl Wim op zee was; zou ze ook niet meer dat telkens weerkeerende afscheid moeten door maken als HU weer voor korter of langer tijd t|jd moest gaan varen. Neen dat was nu alles voorbij en met in stemming luisterde ze naar Frank, toen lij ZeiWim, jongen, ik wensch jou en je vrouw geluk dat je tot het einde toe Jc plicht hebt g J i(, nu nog gezond naar kunnen doen en dat je nu, wb b lichaam en geest, eervo! ontslag heb g UrlTer een is die zijn pensioen verdiend heeft dan ben ft dat wel, want de grijze ha- n.n die zich ook bij jou beginnen te vertoo- „etuigen voldoende dat jo levensweg lang niet altijd met rozen was besUxjlch He is dan ook best te begrijpen, dat de btfna der tig jaren, die je op '.ee hebt doorgebracht, hun sporen achterlieten. „Maar nu is het dan zoover, dat je zeggen kunt, „ik heb het verdiend" en ik hoop jon gen, dat je daar in ons vaderland, ln Lim burg, een lang en gelukkig leven mag leiden met vrouw en kind." Haar oogen dwaalden door de kamer, doch bleven tenslotte met "en liefdevollen blik op haar man gevestigd. Het was waar, wat Frank gezegd had, hij begon al tamelijk grijs te worden. Maar was dat niet zeer bepryplyk? En nu, nu zij hem voorgoed bij .ich had, zou ze al haar best doen hem al het door gestane leed te doen vergeten. Hij die haar leven vulde, die haar zoo innig gelukkig had gemaakt en nog maakte, ver diende al haar zorg en toewijding. En die zou ze hem dan ook r even uit de volheid van haar liefhebbend hart. Het gezellige avondje was spoedig verstreken, want de kinderen mochten niet te laat naar bed en daarom gin gen Frank en zijn vrouw niet te laat naar huls terug. Jo en Wlm bleven nog wat napraten over hun toekomstplannen, maar eindelijk werd het ook voor hen tijd om naar bed te gaan. Gearmd gingen ze de trap op naar hun slaapkamer en Jo zeide: „Ik voel me zoo licht als een veertje; Ik heb een gevoel over me, een gelukkig gevoel van... hoe zal Ik het zeg gen... een gevoel van een onbezorgde toe komst tegen te gaan." „Laten we hoper dat we, nu Ik vrij ben, er nog lang .an mogen genieten, vrouwtje," sprak hij, terwijl hij haar aan zijn borst drukte. Even later sliep ze in met een glimlach van geluk op de lippen. HOOFDSTUK XII. Hoewel het heerlijk weer was geweest over dag werd het dien nacht toch koud, want de stevige bries uit het Oosten wakkerde nog wat aan en deed de menschen die op straat waren, huiveren en diep in hun kragen weg schuilen. Een eenzame politie-agent, die zyn ronde deed door de slapende stad, liep met kalme stap over de Gracht, waar Wim woonde. Plotseling stond hy stil, snoof in de luch en mompelde „brandlucht!" Hjj keek de geheele gracht af maar ont dekte niets, tot hy opeens door de boomen aan de overzijde een rookzuil ontwaarde. Hij liep tot aan den waterkant en nu hoorde hy een luid gekraak, dat gevolgd werd door een vonkenregen en uitslaande vlammen. Hy hoorde gerinkel van glas, wat hem deed be- grypen, dat er ruiten sprongen, waardoor de wind gelegenheid kreeg het vuur nog meer aan te wakkeren en in een oogwenk geleek de bovenverdieping nu een vuurzee. Snel blies hij eenige malen op zyn alarm fluitje en spoedde hy zich langs de Gracht om over de brug, die' wat verderop lag, op de Kanaalstraat te komen, terwijl hy eenige kee ren hard riep: „brand! brand! brand!!" By de brug kwam reeds een agent per fiets hem tegen, die onmiddeliyk naar de dicht- bijzynde politiepost terugkeerde om vandaar telefonisch de brandweer te waarschuwen. Intusschen waren vele bewoners van de Gracht en de Kanaalstraat gewekt door het luide roepen en keken met verschrifte en sla perige gezichten door de haastig opengewor pen ramen om te zien wat er eigeniyk gaan de was. Ook Jo was wakker geworden door het ge roep van den agent en stootte zacht haar man aan. „Wim, wordt wakker, jongen, ik hoor „brand" roepen, laten we eens kyken, waar het ls." Vlug sprong hy het bed uit en opende het raam. Hy schrok geweldig, want hy zag da- delijk dat dat het huis van zyn schoonouders was, wat in brand stond. „Waar is het Wim, kun je het van hieruit zien?", vroeg Jo, die was blyven liggen. „Ja schat" en zijn stem trilde een weinig; „het ishier schuins over „Wat! Waar!" gilde zy, „is het vaders huis! en de dekens van zich afwerpend kwam ze naast hem om zelf te kunnen zien. Wim sloot het raam, trok vliegensvlug en kele kleedingstukken aan en zei: „blijf jy nu maar lekker in bed, vrouwtje, dan ga ik even kijken of ik helpen kan, ik kom zoo vlug mo- gelyk terug." „Neen, neen, Ik ga mee," zei ze, terwyi ze snel een japon aantrok en een mantel om wierp. Een doodelijke ongerustheid overviel haar en terwyi ze achter haar man de trap afliep, drukte ze een hand op haar pynhjk kloppend hart. Zouden haar ouders, zou haar moeder in ge vaar zyn? „Wim," vroeg ze met vende stem, „zouden de oudjes er nog nn zyn of zouden ze het gevaar nog tydig genoeg ontdekt heb ben?" Zij durfden er niet aan denken, wat het lot der beide oude menschen zou zyn indien ze niet waren gewaarschuwd. Wim trachtte haar gerust te stellen, maar hij kon evenmin gissen wat er reeds gebeurd was in het brandende gebouw. Van alle kanten kwamen menschen aan hollen naar het tooneel van den brand. Een motorspuit arriveerde met veel lawaai en vliegensvlug begonnen de spuitgasten de slangen uit te loopen. Een andere spuit reed voorby in razende vaart om een eindje verder den zeedyk op te ryden, om den brand van achtereen te bestry- den. Het was Jo als werd een zware last van haar afgenomen, toen ze tusschen de te hoop geloopen menschen haar ouders ontdekte en schreiend van biydschap omhelsde ze haar moeder. Wim had alras gezien, dat het huis van zyn schoonouders niet brandde, maar dat het pak huis en de daaronder gelegen winkel ln lichte laaie stonden. Links aan 't magazyn grensde een heerenhuis van drie verdiepingen, dat be woond werd door een officier, die, zooals Wim wist, in Indië was. De vrouw van die officier was in Holland achtergebleven met haar twee kinderen en vertoefde veelal by familie in andere plaatsen. De oude heer Vonk en zyn vrouw wisten niet beter of ze was ook nu weer uitstedig. Dit hoorde Wim op zyn vraag of het huis bewoond was, maar nog was de oude me vrouw Vonk niet uitgesproken of daar werd op de derde verdieping, waar de slaapkamers gelegen waren, een raam opengemaakt en verscheen de vrouw van den officier, luid roe pend om hulp. zy was den vorigen avond met den laatsten trein teruggekeerd, maar daar wisten de bu ren nog niets van, zoodat die in de veronder stelling verkeerden, dat zy niet thuis was. In het magazijn, daL.volgepropt zat met uiterst brandbare stoffen, ontwikkelde zich een enorme vuurgloed en de brandmeester, die zag, dat het woonhuis van den heer Vonk nog niet was aangetast, daar de vry krachtige wind oorzaak was, dat het vuur niet dien kant ultkon, gaf order het huis nat te houden met een straal en de andere stralen te richten op den vuurhaard en het belendende heerenhuis. De vrouw, die zich even verwijderd had van het raam, kwam weer terug en riep, dat de trap in brand stond. Die weg tot ontkoming was dus afgesloten en zij .<ond daar maar angstig te smeeken, dat men haar arme kin deren moest redden. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1