De oorlog in Abessinië. §aan toe fooi- Amerika wenscht vrede. De Italianen consolideeren hun stelli Deze week wordt een krachtige opmarsch in het Zuiden verwacht. ingen. Heeft de regeering wel een vastomlijnd defensief plan? De Nederlandsche ambulance naar Abessinië. Italiaansche successen. Van het hahaansche front. Italiaansche dooden en gewonden Italië protesteert tegen de sanctiemaatrege en der Volkenbondsstaten. Geen Middellandsche zeepact? De val van Sasabaneh verraste Addis Abeba. N.V. Ned. Mij. van Brandverzekering te Tiel. DE WAPENSTILSTANDSDAG. De negende November. 5 De terugkeer van den Griekschen Koning. Alweer een ernstig Japansch-Chineesch incident. TWT'.I'.OE BT.AP HELDERSCHR COURANT VAN DIN' O AG 12 NOVEMBER 1935. De moeilijkheden der feodale decentralisatie. (Van onzen specialen correspondent W. F. DEEDES.) Addis Abeba, Zondagavond 10 November. De activeit aan de gevechtsfronten is thans grooter dan in de dagen van Adoea het geval is geweest De laatste berichten, die in de hoofdstad zijn ontvangen, melden, dat 4000 Xtaliaansche bommen op Makallé zijn neer geworpen, blijkbaar zonder slachtoffers te maken. Volgens andere berichten kunnen er ieder oogenblik, zoowei in het Noorden als in het Zuiden gevechten uitbreken, zoo zij al niet reeds uitgebroken zijn. Voor deze eene keer stemmen de berichten, die te Rome en die in Addis Abeba overeen. Men schijnt er hier niet aan te twijfelen, dat de Abessijnen er in de jongste hevige ge vechten slecht zijn afgekomen, en dat zij zich thans op den terugtocht bevinden. Ik verneem, dat Ras Seyoem thans zijn troe pen verzamelt ten Zuiden van MakaUé, ter voorbereiding van een zwaar gevecht. Een verantwoordelijk, officieel persoon in Abes- sijnschen dienst zeide vanmorgen tegen mij; „De Italianen schijnen daar een gevecht te verwachten, evenals wij." Ik verneem verder uit betrouwbare bron, dat de stad pas na zware guerilla-gevechten is veroverd, waarbij de Italiaansche troepen uit Adigrat onder bevel van genei-aal de Bono er het slechtst afkwamen. De regeering hier, blijft uit het Westen berichten ontvangen over pogingen van de Italianen om in de richting van Gondar door te dringen. Men maakt zich hierover niet ongerust, daar een dergelijke opmarsch niet kan plaats vinden zonder de diepe ravijn, waardoor de Tacazzo stroomt over te steken. Dedjasmasj Ayeloe heeft zijn troepen teruggetrokken in afwach ting van de komende gebeurtenissen. Abes- sijnsche deskundigen verklaren in vertrou wen, dat indien de Italianen hun opmarsch blijven voortzetten, een beslissende Abessijn- sche overwinning niet kan uitblijven. Ik verneem voorts, dat thans verbinding tot stand is gebracht met een radiostation, dat de signalen van Gorrahei gebruikt Sinds de regeering bericht heeft ontvangen, dat daar een onvoorspoedig gevecht heeft plaats gevonden, heeft zij alles in het werk gesteld om met de stad in verbinding te komen. Mededeelingen, die thans in Addis Abeba de ronde doen, belichten opnieuw de merk waardige politiek, die hier door officieele re- geeringspersonen wordt gevolgd. Men houdt nog steeds vol, dat de Abessijnen van plan zijn verder terug te trekken en op die manier gevechten van welken aard ook te vermijden. Desondanks wordt hier officieel toegegeven, dat er een hevig gevecht in het Zuiden heeft plaats gevonden en dat een tweede gevecht in de buurt van MakaUé op komst is. Toen het nieuws, dat MakaUé was ge vallen, Addis Abeba bereikte, kon men een gevoel van vaag ongemak bespeu ren, achter alle zelfvoldane verklaringen verborgen. De vraag, die de pers een maand geleden stelde, komt thans ook in andere kringen op; men vraagt zich af, in hoeverre het offi cieele nieuws met de waarheid in overeen stemming is. De plotselinge val van MakaUé, die naar regeeringspersonen volhouden, vroeg of laat toch als onvermijdelijk moest worden beschouwd, is slechts één der verontrustende feiten. Ik hoor de laatste dagen geruchten, dat in het Abessijnsche kamp de zaken alles be halve gemakkelijk schijnen te loopen. Over het algemeen kan men aUe geruchten in Addis Abeba van de hand wijzen, omdat ze nog meer misleidend zijn, dan de officieele communiqués, die zelden over iets anders dan „groote Abessijnsche successen" spreken Thans zijn zelfs de communiqués minder op timistisch. Zij vermelden, dat de Abessijn sche legers goed zijn uitgerust en bewapend, dat zij sterke posities innemen en dat zij in staat zijn tot sterkeren tegenstand. Maar hun mogelijke voorsprong wordt te niet gedaan door een schijnbaar gemis aan coördinatie in de leiding, waartegenover de uiterste eenvoud der Italianen in dit opzicht een tegenaanval steeds moeilijker maakt. De vraag wordt geopperd, of er Inderdaad van eenige overeenstemming en eensgezindheid ten opzichte van de verdediging van Abes- synië bij de regeering sprake is. De plotse linge en strenge toepassing der censuur, na dat men deze instelling een maand lang als een grap had beschouwd, heeft voedsel ge geven aan verdere gissingen. Het is onver mijdelijk, dat de regeeringspoUtiek, nu der gelijke vragen openlijk gesteld worden, tot ernstige bedenkingen zal lelden, zoodra zij tegenover een moeilijk probleem komt te staan. Hulp van Cura$ao. Behalve de schenking van 1000 voor het Nederlandsche Roode Kruis in verband met ket zenden van een ambulance naar Abes sinië, is er in een bijeenkomst in de zaal van den Kolonialen Raad te Willemstad een commissie uit de burgerij samengesteld, die tot dit doel gelden gaat inzamelen, 1 Men verwacht, dat, uu de Italianen Gorrahei ln hun bezit hebben, hun ver dere opmarsch in het Zuiden, die thans niet meer met siecht weer heeft te kam pen, in den loop van deze week met kracht zal worden voortgezet. In het Noorden trekken de Italianen over het geheele front nog langzaam verder, doch hun voornaamste werk be staat. nog in het regelen van de verbin dingen met het achterland, die door het slechte weer, veel geleden hebben. De Abessiniërs krijgen versterkingen uit Desslê, men houdt er In Italiaansche kringen rekexüng mede, dat de Italianen bij hun opmarsch naar Amba Aladji voor het eerst op tegenstand van beteekenis zullen stuiten bij Quoram. Opmerkelijk is, dat de Italianen in Tigré in hun moeilijken strijd tegen de ongeregelde Abessijnsche troepen, van dezelfde guerilla-tactiek gebruik maken. Italiaanscho vliegtuigen maken nog steeds intensieve verkenningsvluchten ten Zuiden van Makallé. Men schjjnt nog in het onzekere te verkeeren over de stellin gen van ras Syoem, waaromtrent te Ad dis Abeba ook een opmerkelijke stil zwijgendheid wordt betracht. De Italianen rukken op naar Dzjidzjiga. Het Duitsche Nieuwsbureau meldt uit Asmara; De troepen van generaal Graziani hebben den opmarsch aan het front in Somaliland voortgezet. Zaterdag hebben zij de stad Sasa Baneh bezet. Zij rukken thans verder langs de rivier Fafn op in de richting van Dzjidzjiga. In Italiaansche kringen verwacht men met het oog op dit resultaat binnen afzienbaren t|jd de bezetting van Harrar. Naar Reuter uit Rome meldt, heeft men daar wei een telegram uit Mogadiseio ont vangen, dat meldt, dat Italiaansche patrouil les den omtrek van Dagaboer bereikt hebben, dat ligt voorbij Sasa Baneh. Naar Reuter uit Addis Abeba meldt, wordt daar officieus medegedeeld, dat de Abbessijn- sche troepen op het Noordelijk en op het Zuidelijk front worden teruggedreven. De Italiaansche infanterie zou Antalo, ten Zuiden van Makallé, hebben bezet en de Italiaansche troepen zouden zich ten noorden van Dagaboer bevinden, op weg naar Dzjidzjiga. Abessijnsche tegenspraak. Het D. N. B. meldt uit Addis Abeba; De Negus heeft gisteren zelf de van Italiaansche zijde afkomstige berichten ge dementeerd, dat de Italiaansche troepen wor Dzjidzjiga liggen en reeds Sasa Baneh hel .ben ingenomen. Te bevoegder plaatse verklaart men voorts, dat Antalo nog ln handen der Abessiniërs is. De in de Abessijnsche hoofdstad ontvangen berichten van het noordelijk front wijzen er op, dat in de omgeving van Makallé nog hevige gevechten plaats vinden. De bezetting van Gorrahei acht men zeer belangrijk. Naar Reuter van het front ln Tigré meldt, acht men de bezetting van Gorra hei tenminste even belangrijk als die van Makallé. Verzekert de bezetting van Ma kaUé het bezit van Tigré, Gorrahei opent de poort naar de gefieele provincie Har rar. De stad Is gelegen aan de rivier Fafan, welke rechtstreeks naar Harrar leidt en aan het kruispunt van wegen van Gerlogoebl naar Warandab en van Gerlogoebl naar het Westen van Ogaden en van Dzjidzjiga naar Skillave. Het is dan ook een belangrijk kara vaancentrum. Tevens ligt het aan het uiteinde van het gebied der bronnen, d.w.z. dat de bevolking, die de streek tot vele kilometers verder naar het Noorden bewoont, zich zal moeten onder werpen, als zij toegang tot de bronnen heb ben wil. VAN HET NOORDELIJK FRONT. Scelicot genomen. Reuter meldt uit Asmara: De Italiaansche linie is vooruitgebracht tot 20 km bezuiden Makallé en inland- sche troepen hebben Scelicot bezet, dat aan den grooten karavaanweg ligt naar Addis Abeba. Voorname hoofden uit de streek van MakaUé beginnen reeds hun onderwerping aan te bieden. De Italiaansche afweermaatregelen. Naar Reuter uit Rome meldt, zal de groote fascistische raad op zestien November bijeen komen, dus twee dagen voordat de sancties in werking zullen treden, om de maatregelen te nemen die noodzakeUjk zijn om hieraan weerstand te bieden. Tot dusver z|)n slechts gedeeltelijke restrictie-maatregelen genomen. Zoo hebben tot dusver de maatregelen ge nomen om het koopen van buitenlandsche producten tegen te gaan, zich beperkt tot een campagne om de publieke opinie van de noodzakelijkheid hiervan te overtuigen. Tot dusver is geen enkele tegenmaatregel tegen de landen, die sanctie-maatregelen zul len toepassen genomen. De handelsverdragen zijn nog steeds gerespecteerd. Eerst de groote raad zal op dit gebied besluiten nemen, Indrukken van een Franschman uit Tigré. De correspondent van de Temps b|j het Italiaansche leger vertelt, dat in de buurt van Adoea de Italiaansche officieren en pa- troeljes met de woorden Arkoe, arkoe (vrien den) begroet worden. B|j de onderwerping m de dorpen vervoegt de hoofdman, door de notabelen omstuwd, zich bij den eerst aan- wezenden officier. Z|j hullen zich daartoe meestal in hun mooiste burnoes, liefst grof geborduurd, en zetten op voorbeeld van den negus een grijzen vilthoed op, onderscheidings- teeken van hooggeplaatste personen. In de by voorbaat gereed gemaakte toespraak de Abessijn is van de tongriem gesneaen wordt gewoonlijk opgemerkt, dat het dorp en hij zich niet onderwerpen uit vrees, maar omdat ze in de veroveraars mannen zien, bij machte de zwakken te beschermen* en het land <e organiseeren. Achter hem dragen slaven de geijkte gaven aan, die een diepen socialen zin hebben. Achtereenvolgens worden een glas water, een handvol zout en een koek, het ge wone voedsel van de streek, aangereikt. En bij deze symbolische geschenken voegen zich meer tastbare gelijk een haan, kip, geiten, schaap, soms zelfs een rund. Het vertrek van de journalisten naar Dessie. Gisteren is uit Addis Abeba een karavaan van 200 muilezels met veel bagage, medicij nen en verbandmiddelen, materiaal voor foto grafeeren en filmen naar Dessie vertrokken, als voorbereiding tot de komst van de bui tenlandsche journalisten op den 14den No vember. Op dezen dag zal vermoedelijk ook de negus per automobiel naar Dessie vertrek ken. Het is voor de journalisten steeds moeilij ker om een weg te vinden voor hun copy. Er zijn daarvoor verschillende autodiensten inge steld, doch men maakt ook nog veel gebruik van koeriers, die den afstand naar Dessie vaak in een verwonderlijk korten t|jd in etappen van 60 kilometer afleggen. Wapens voor Abessinië. Naar Reuter uit Dzjiboeti me.dt, zijn daar 12 Engelsche en Amerikaansche vracht auto's, 4 stukken anti-luchtvaartgesehut en 3 uit elkaar genomen Engelsche vliegtuigen aangekomen, die vandaag verder z|jn gezon den naar Abessinië en bestemd zijn voor het leger van den negus. „His Master's Voice". Reuter meldt uit Rome: Na den intocht in Makallé stelde ras Gugsa aan de Italiaansche autoriteiten de inheèm- sche notabelen voor, om daarop de volgende toespraak te houden: „Italië is oe bakermat van de hoogste we reldbeschaving. Het beste lot, dat de Tigrèa- nen zich kunnen wenschen, is in de schaduw van zijn vlag te kunnen leven, het juk, waar onder wij gebukt gingen, voor altijd van ons afschuddend. „Laten wij God danken, die onzen wenseh heeft willen vervullen en mij terug heeft wil len leiden naar het paleis, dat ik met mijn trouwe soldaten verlaten heb om mij aan de zijde der bevrijders te stellen en gezamenlijk met hen te vechten. „Het mandaat, dat ik van den machtigen en rechtvaardigen koning van Italië ontving, zal ik met nauwgezette trouw uitoefenen, ik zal alles doen ten behoeve van de bevolking van Tigré en om de bevolking, die nog aan de tyrannie van Addis Abeba onderworpen is, een heilzaam beeld te geven." Honderden inboorlingen, die voor het bin nenrukken der troepen in Makallé waren ge vlucht, zijn teruggekeerd en hebben zich on derworpen. EEN ITALIAANSCHE LUCHTLIJN TUSSCHEN ERITREA EN ITALIAANSCH SOMALILAND. Naar het A.N.P. uit Dzjiboeti meldt, zou den de Fransche en de Britsche autoriteiten hun goedkeuring hebben gehecht aan het Italiaansche plan om Eritrea met Italiaansch Somaliland te verbinden door een luchtlijn. De lijn KhartoemAsmara van de Littoria zal daartoe volgens het plan doorgetrokken wor den over Dzjiboeti en Berbera naar Moga diseio. Volgens een Zaterdag te Asmara gepubli ceerde officieele statistiek is het aantal doo den en gewonden aan Italiaansche zijde sedert het uitbreken van den oorlog: Gedood: 1 officier, 3 soldaten, 32 Askari's. Gewond: 4 officieren, 6 soldaten, 71 Askari's. Er zouden, volgens deze statistiek, geen Italianen gevangen zijn genomen. Nota in de hoofdsteden overhandigd. De Italiaansche regeering heeft giste ren een nota doen toekomen aan haar diplomatieke vertegenwoordigers in alle staten, die deel nemen aan de sanctie maatregelen. In deze nota, die reeds in het bezit der verschillende regeeringen is, wordt zeer uitvoerig geprotesteerd tegen de toepas sing dor sancties. De tekst zal Dinsdag te Rome gepubliceerd worden. Op grond van particuliere berichten uit Italië verwacht men te Londen, dat op den dag van het in werking treden van de sanc ties, dat de regeering te Rome niet alleen een embargo zal uitvaardigen op de producten uit de „sanctie-landen", doch ook dat de be staande handelsverdragen met die landen zul len worden opgezegd. Ook te Parijs zijn der gelijke berichten ontvangen. Het verluidt daar, dat de door Italië beoogde represailles zeer scherp zullen zyn. Te Londen ontkent men dat on derhandelingen gaande z|jn. In officieele kringen wordt ontkend, dat tusschen Rome, Par|js en Londen onderhande lingen z|jn geopend inzake een verbond van wederkeerigen bijstand ln de Middellandsche Zee. Geforceerde opmarsch in verband met de volle maan? (Van onzen specialen correspondent W. F. DEEDENS). ADDIS ABEBA, Maandagavond, 11 Nov. De ernst van den huldigen toestand aan de beide fronten, vanuit Abess|jnsch standpunt beschouwd, begint thans in Addis Abeba door te dringen. Dit geldt in het bijzonder voor de situatie aan het Zuidelijk front. Terwijl de berichten melden, dat de Abes sijnsche troepen tusschen Sasabaneh en Dag- gabhoor in een wanhopig gevecht langzaam werden teruggedrongen, tracht de Abessijn sche regeering hier in de hoofdstad den indruk te wekken, alsof haar vertegenwoordigers htm koelbloedigheid niet verliezen, ook ai staan z|j met den rug tegen den muur. Uit Abessijnsch standpunt bekeken, beleef den de Abessijnsche regeeringsvertegenwoordi- gers hedenmorgen akeliger oogenblikken dan zij sedert het uitbreken der vijandelijkheden hebben gekend. Zij hadden een voortdurenden stroom van telegrammen te verduren van jour nalisten, die het laatste nieuws uit Rome meldden. De berichten bestonden louter en alleen uit mededeelingen over de vorderingen en veroveringen der Italiaansche troepen. De overweging, dat de Italiaansche op marsch als zoodanig in het Abessijnsch ver dedigingsplan was opgenomen, doch in werke lijkheid door zijn omvang de Abessijnsche be rekeningen heeft overschreden, heeft de ge moederen in de hoofdstad niet geheel tot rust gebracht. Uit officieele Europeesche bron werd mij medegedeeld, dat Ras Dosta een zeer ern stige nederlaag heeft geleden in het Zuiden, zoodat h|j zelf gedwongen was te vluchten om zijn leven te redden. Vanmiddag om vier uur weigerde de Abes sijnsche regeering toe te geven, dat Sasabaneh in handen der Italianen was gevallen en dat Daggabhoor door Italiaansche vliegtuigen was gebombardeerd. Het was echter maar al te dui delijk, dat deze ontkenning moest dienen om de bezorgdheid en de verwarring der regeering te verbergen. Men hechtte er daarom hier ook slechts weinig waarde aan. Een regeeringsambtenaar verklaarde, dat „de keizer nadrukkelijk ontkende, dat Sasa baneh door de Italianen was veroverd". Een oogenblik later zeide hij, dat „de keizer niet wist, of Sasabaneh was gevallen". Tegelijker tijd zeide hij ook, dat het niet mogelijk was na te gaan of de keizer eenig bericht van het front had ontvangen of niet. Uit berichten, die ik heb ontvangen, valt af te leiden, dat Daggabhoor elk oogenblik in handen der Italianen kan vallen. De toestand in het Noorden schijnt ook critiek te zijn ge worden. Ik heb twee berichten ontvangen, die beiden uit betrouwbare bron afkomstig zijn. Het eene bevat de mededeeling, dat de keizer den Abessijnschen troepen heeft bevolen, uit het district van Makallé terug te trekken en instructies heeft gegeven zich niet te verzet ten tegen den opmarsch der Italianen. Volgens het tweede bericht bezetten de Abessijnsche troepen thans posities rondom Makallé. Ras Seyoem ligt ten Zuiden van de stad, Dodjasmatsj Kassa ten Oosten en Ras Kassa ten Westen. Ras Kassa's zoon dekt den Noordelijken toegang tot de stad. Op hetzelfde oogenblik, waarop ik deze be richten ontving, ontkende de Abessijnsche re geering met klem, dat de Italianen Antalo zouden hebben genomen. Als men aanneemt, dat deze Italiaansche berichten juist zijn, schijnt het eerste bericht de meest waarschijnlijke oplossing te geven. In dat geval kan het tweede bericht alleen maar juist zijn, als Ras Seyoem nog verder is teruggetrokken en den Italianen de kans heeft gegeven om hun opmarsch voort te zetten zon der verzet te ontmoeten. Een Abessijnsch regeeringspersoon zei van daag: „Wij zien niets liever, dan dat de Italianen zich in Makallé nederzetten". Men meent, dat deze opmerking geinspireerd is door het feit, dat Makallé zelf niet als een be langrijke strategische en tactische positie wordt beschouwd, zoolang de streken ten Zui den daarvan niet eveneens zijn veroverd. Men gelooft niet zonder reden, dat de ita liaansche opmarsch met opzet met volle maan plaats vindt, omdat dit een ernstige belemme ring vormt van de Abessijnsche tactiek van nachtelijke aanvallen. Zoolang de maan zoo helder schijnt als op het oogenblik, hebben de Italianen des nachts weinig te vreezen. Gis ternacht verlichtte de maan het landschap zoo helder, dat men mijlen ver kon zien. Het is interessant er aan te herinneren, dat toe n de eerste Italiaansche aanvallen gemeld werden, waarbij Adoea en Aksoem hun in han den vielen, de operaties eveneens met volle maan plaats vonden. (Auteursrecht Morningpost A.N.P.), Uit Tembien. Reuter meldt uit Addis Abeba: Geestelijken uit Tigré, die gisteren uit Tembien te Addis Abeba zijn aangekomen, verklaren, dat wel geregeld Italiaansche vlieg tuigen over Tembien vliegen, doch dat het gedreun van de kanonnen nog van verre komt. Te Tembien zijn aanzienlijke Abessijnsche strijdkrachten geconcentreerd, verdeeld in kleine afdeelingen, ten einde aan de op merkzaamheid van de vliegers te ontsnap pen, en om de guerilla voort te zetten. De aanvoerders in dit gebied zijn Dedsjas Maroe, Fitoarari Masfilm en Fitoarari Gabroa, onder commando van ras Syoem. De geestelijken verklaren, dat de stemming van de Abessijn sche troepen uitstekend is, zij zgn thans in een rijk land. waarin z|j voldoende levens middelen zullen hebben. Niemand hecht veel waarde aan het ver raad van ras Gugsa en het volk van Tigré zal nooit z|jn heerschappij aanvaarden. In het gebied tusschen Tembien en Addis Abebba heerscht volkomen rust. Abessijnsche versterkingen naar het Noorden. Het A. N. P. meldt uit Addis Abeba: Honderdduizend man versterkingstroepen van Ras Kasa hebben zich aangesloten by het leger van Ras Syoem, dat thans opgesteld ligt achter Kidonemiret, een bergketen ten Zuiden van Makallé. Een neef van den kei zer Makonnen Demisso. rukt aan het hoofd van nog 50.000 man naar het Noordelijke front. De ver zeker itigs-Mij. tegen brand. Agentschap Den Helder J. VAN DER PLAAT - Spoorstraat 53 Als een bijzonderheid omtrent de gevech ten aan het Noordelijk front wordt gemeld, dat het, wilde, onbegaanbare gebied van Adi Abo, dat zich uitstrekt van het Taka-meer tot ten Westen van Aksoem, noch door de Italianen, noch door de Abessijnen kon wor den bezet, aangezien de streek geteisterd wordt door een bepaald soort vlieg, waarvan de steken den onmiddell|jken dood van alle lastdieren veroorzaken. Vrijwilligers voor Abessinië. Naar Reuter uit Dzjiboeti meldt, is daar vandaag een 100-tal vrijwilligers voor Abes sinië aangekomen, die op weg zjjn naar Addis Abeba. Hun leider majoor Tark, diende 37 jaar in het Turksche leger en heeft in dien tijd 25 veldslagen meegemaakt, n.L in Tripo lis, op den Balkan en in den wereldoorlog. „De keizer vroeg m|j om hem tegen de Italianen te helpen", vertelde Tarik den cor respondent van Reuter, „en direct heb ik vrij willigers verzameld uit Palestina, Egypte en Syrië; er zullen mij later nog meer volgen". Itoosevelt verklaart, dat de V.S. nooit verder zullen gaan dan zelf bescherming. Het woord voerend bij het gedenkteeken voor de gesneuvelden verklaarde Roosevelt, dat de Vereenigde Staten steeds vreedzame wegen zullen zoeken en er door hun voor beeld naar zullen streven den terugkeer van een goede gezindheid tusschen de menschen te bevorderen. Onze politiek, zoo voegde hij er aan toe, is een voldoende verdediging ter zee en in de de lucht, maar wij zullen onder geen omstandigheden verder gaan dan zelfbe scherming. Hoe meer andere landen hun bewapening verminderen des te meer 'zullen wij de onze verminderen. Het primordiale doel van de V. S. is te voorkomen in een oorlog te worden meege sleept en er naar te streven den vrede te bevorderen en den oorlog tegen te gaan. wy noemen oorlog een gewapenden in val waarb|j menscheljjke wezens worden gedood. Echter moeten wij tot onze teleurstelling en onze droefheid erkennen, dat de wereld tot dusver in dit opzicht slechts weinig vorde ringen heeft gemaakt. Zooals gebruikelijk is, heeft men in het Britsche Rijk gisteren den verjaardag van den wapenstilstand weer gevierd met het ln acht nemen van een minuut stilte om elf uur. 's Morgens om zes uur waren te Londen al jonge meisjes op de been om klaproosjes te verkoopen voor de oorlogsverminkten. Natuurlek werd gisterochtend ook de ge bruikelijke plechtigheid bij den cenotaaph ge houden. De koning durfde vanwege het gure weer niet aan de plechtigheid deel te nemen en liet zich vertegenwoordigen door den her tog van York, die uit zijn naam een krans aan den voet van den cenotaaph neerlegde. De koningin en andere vorstelijke personen waren eveneens c genwoordig. Zooals altijd stond er gisteren voor den cenotaaph reeds een lange file van menschen, die hun krans of hun bloempje kwanen neerleggen. KONING LEOPOLD BIJ HET GRAF VAN DEN ONBEKENDEN SOLDAAT. Wapenstilstandsdag is gisteren te Brussel en in de voornaamste steden van het land met het gebruikelijke ceremonieel gevierd. Te Brussel stond als steeds het graf van den Onbekenden Soldaat in het middelpunt der plechtigheden, 's Morgens kwam Koning Leo- pold, die zich bij deze gelegenheid voor de eerste naai na het overlijden van Koningin Astrid weer in het openbaar vertoonde, in ge zelschap van z|jn broeder, Prins Karei, een krans op het graf neerleggen. Minister-presi dent Van Zeeland deed hetzelfde uit naam van de regeering. Daarna volgden tal van dele gaties van oud-strydersvereenigingen, vader landslievende organisaties, enz., vrijwel allen met hun vaandels. De meeste buitenlandsche militaire attachés, alsmede enkele ambassa deurs en gezanten, woonden deze plechtigheid aan den voet van de Congreskolom by. Het was Zaterdag 12 jaar geleden dat Hit- Ier te Munchen b|jn mislukten Putsch waag de. Dezen dag herdenken de nationaal soci alisten telken jare en nu zjj de macht hebben gekregen maken z|j -r een der grootste her- neringsdagen van l et Derde R|jk van. Vrijdagavond z|jn de lijken der zestien na- tionaal-socialisten, die by den Putsch zyn ge dood, in de Feldhernhalle bygezet. De kisten, die op affuiten waren geplaatst werden met groot eerbetoon door de geheel in donkergehulde straten naar de laatste rustplaats overgebracht. De tamboers, die voorop liepen roerden de trom en b|j de door zes paarden getrokken affuiten liepen zes der mannen, die aan den putsch hadden deelgeno men, op zq, op een onderlingen afstand van tien meter S. A.-mannen met fakkels In de hand. o Het liep reeds tegen middernacht, toen de stoet bij de Halle aankwam. Even later kwam Hitlerc. die voor elke kist. stilhield, om met uitgestrekte hand z|jn doode kameraden te groeten. Vervolgens defileerden alle aanwe zigen langs de kisten. Voor de overbrenging waren in verschillende lokalen bijeenkomsten gehouden waarvan de voornaamste was die in de BUrgerbraukeller, de plaats, waar Hitier op 9 NoVember 1923 het sein voor de putsch had gegeven. De deel nemers daaraan droegen allen de z.g. bloed- orde. Ook het vaandel van dien dag (de bloed- vaan) was aanwezig. Hitier hield een korte rede, welke ook naar de andere vergaderingen werd uitgezonden. Dinsdag 12 November. Voordrachtavond Nederl. Rcisvereeniging Musis Bacrum, 8.15 uur. Woensdag 13 November. Kinderfeest Openbare scholen, Casino, 1.90 en 9.90 uur '8 middags. Marine-concert, Casino, 8.90 uur. Bijeenkomst Jongeren Vredesactie, Doopsge zinde Kerk, 8 uur. Zaterdag 16 November. Soirée Korfbalvereeniging K. V. T., Musis Bacrum, 8 uur. De koning verklaart den troon ln aanvaarden. Koning George II heeft Zondag op het Grieksche gezantschap te Londen de 3 afge zanten van de regeering te Athene ontvangen, zy kwamen hem verzoeken de troon van Griekenland weer te bestygen. De vorst was vergezeld van majoor Dimitrf en admiraal Paparrigopoelos. Verder waren aanwezig de zuster van den koning, prinses Catharina, en de prinsen Paul en Pieter. Toen de delegatie hem den uitslag van de volksstemming had meegedeeld, antwoordde de koning met ontroering in zyn stem: „Ik zal het verleden vergeten; ik keer vrywel terstond naar m|jn geliefd volk terug". Waarschijnlijk zal hy Donderdag uit Londen vertrekken. Hy gaat eerst naar Rome en van Brindisi per kruiser „Helli" naar Athene, om daar tusschen 22 en 24 Nov. a.s. aan te komen. Men gelooft, dat de koning 2 dagen in Parijs zal vertoeven, waar hy een bezoek zal brengen aan president Lebrun, een dag te Rome, waar hij waarschynlyk zal worden ont vangen door den koning en Mussolini, en een dag te Florence, om een bezoek te brengen aan het graf van zyn ouders. Na de receptie in de Grieksche legatie, heeft koning Georgè H een dienst van dankzegging bijgewoond in de Orthodoxe kerk. Vervolgens begaf hij zich naar het paleis van Bucking- ham, waar hy aanzat aan een noenmaal met het Engelsche koningspaar. Ter gelegenheid van den terugkeer van den koning zullen enkele post- en plakzegeis een koningskroon vertoonen, gedateerd 3 Nov. '35. Ditmaal te Sjanghai. Te Tokio is uit Sjanghai bericht ontvan gen, dat Hideo Nakajama, een Japansche marinier, Zondagavond juist na negen uur door een Chinees is doodgeschoten. Een bataljon Japansche landingstroepen heeft eenige belangrijke punten der stad be zet. De Japansche autoriteiten beschouwen het incident als een Chineesche uitdaging tegenover Japan en zij hebben er by de plaat selijke Chineesche autoriteiten op aange- gedrongen direct stappen te doen voor de arrestatie van den schuldige. Indien het resultaat onbevredigend mocht zyn, dan zal het Japansche detachement zelf standig optreden. In het Noordelijk deel van Sjanghai is een beperkte staat van beleg afgekondigd. De revolver van den moordenaar is aange troffen bij de plaats, waar de aanslag werd gepleegd. Bij de autoriteiten zijn stappen ge daan, waarby werd aangedrongen op een snel en nauwkeurig onderzoek. De kanonneerboot Siaka is uit Nanking ontboden, ten einde de Japansche onder danen te Sjanghai en hun bezittingen te be schermen. Maarschalk Tsjiang Kai-sjek heeft zyn deelneming met het gebeurde laten betui gen. Nog meldt Reuter uit Sjanghai: Dank zy den stap, door de Chineesche auto riteiten gedaan, die de Japansche marine autoriteiten verzekerden hun volle medewer king te zullen verieenen by het opsporen van den dader van den aanslag op den Japanschen marinier, is er een zekere ontspanning inge treden. Uit Londen wordt gemeld: In de Britsche pers wordt de spanning tusschen Japan en China na den moord te Sjanghai gevaarljjk genoemd. Later: De spanning, welke was ontstaan door den moord op den Japanschen marinier is grootendeels geluwd door de verzekering van de Japansche autoriteiten, dat geen directe actie was overwogen. De aankomst van de Japansche kanonneer boot Ataka „staat niet in onmiddeliyk ver band met den moord." Er liggen slechts vier Japansche oorlogs bodems voor Sjanghai, een onvoldoende macht voor een aanval. De uittocht van de Chineezen uit Tsjapel is vrywel beëindigd, dank zy het gematigd optreden van de Japanners, die met de Chi neesche politie naar den moordenaar zoeken. De dader „een Chlneesch burger". Tal van berichten uit Sjanghai noemen den onbekend gebleven dader „een Chineesch burger." Officieel weet men dat echter nog niet. De toestand. Mariniers biyven het district bewaken, waar gisteren een Japanner door een Chinees is doodgeschoten. De toestand schynt bizonder gespannen te zyn en in de bewuste wijk zyn bovendien Hindoe-schildwachten geplaatst. Men verwacht een algemeenen uittocht van de Chineesche bevolking. PROTEST TEGEN JAPANSCH OPTREDEN. Shanghai, 11 Nov. (Reuter). De Chineesche minister van binnenlandsche zaken heeft den Japanschen Ambassadeur Ar|josji een nota overhandigd waarin hy protesteert tegen d# arrestatie van Chineezen te Tientsin door Ja pansche gendarmen, waardoor de Chineesch» souvereiniteit en de internationale wetten worden geschonden. De minister vraagt, dat onmiddeliyk maat regelen worden genomen om herhaling t» voorkomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 5