Buitenlandsch Overzicht.
S. KROM NV.
Taptoe
HEROPENING
De Italiaansche nota van protest.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
EERSTE BLAD
DONDERDAG 14 NOV 'ViRER 1935
63ste JAARGANG
De spanning in het Verre Oosten neemt toe; nieuwe dreigende
gevaren voor de wereld. Italië zal zich heftig verzetten tegen
de sanctie'maatregelen. Een nieuw internationaal geschil staat
voor de deur.
De toenemende
spanning in het
Verre Oosten.
Ilaliaansch
verweer.
Een nieuw
internationaal
geschil.
Duitschland en Italië.
China en Japan.
FILIAAL VERVERIJ en CHEM. WASSCHERIJ
KEIZERSTRAAT 31. TELEFOON 473
TIJDELIJK NU CHEIVfi. REINIGEN:
HEERENCOSTUUMSf 2.—
MANTELS en JASSEN2.-
JAPONNEN vanaf1.50
Alles nu naar KROM.
FEUILLETON
marineroman
door
willi aris
iyk had en zich voor zyn schoonzoon ver
nederen. Dan kon hy pas om vergeving vra
gen.
COURANT
Abonnement per 3 maanden bi) vooruitbet.: Helderscho Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.—,
NederL Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, Idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 et; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Glrorekening No. 16066.
ADVERTENTIE Nj
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentlën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct.
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Terwijl onze aandacht
de laatste maanden bijna
uitsluitend bepaald was
bij wat in Europa ge
beurde en de ontwikke
ling van den toestand in
Oost-Afrika, komen de laatste dagen plotse
ling berichten uit het Verre Oosten, die ern
stig genoeg zijn om er bij stil te staan. Alsof
de wereld nog niet genoeg in de narigheid
zit komt dit er nog bij.
Zal hetgeen in het Oosten gaande is, weldra
evenveel invloed krijgen op de gebeurtenissen
in het Westen als nu in omgekeerde richting
waar te nemen valt vraagt de Nw. Rott
Crt. Of zullen er Angelsaksische staatslieden
zijn, die zich volstrekt niet gestoord voelen
in hun Middellandsche politiek, vervolgt het
blad zijn beschouwing, maar veeleer met ze
kere voldoening waarnemen, dat Japan bezig
is, door de omstandigheden aangelokt, zóó te
schrokken, dat het vroeg of laat last moet
krijgen met brokken, die het in den keel blij
ven steken. Japan wordt niet alleen voort
gedreven door de gunstige kans niet van bui
ten af te worden gestoord, maar ook door
het feit, dat Mantsjoerije, wat verteerbaar-
heid betreft, zoo groote teleurstellingen heeft
opgeleverd! Japan ware wellicht geruimen
tijd stil gebleven, als zijn Mantsjoerijsche buit
het in aangename en gezonde digestiestem-
ming had kunnen brengen. Dit ware voor
alle betrokkenen, voor Japan zelf, voor Mant
sjoerije, voor China, en voor de rest van de
wereld, het beste geweest Japan kan echter
het Mantsjoerijsche probleem niet aan, noch
financieel, noch koloniaal Mantsjoerije was
op weg voor Japan de grootste beteekenis te
krijgen, toen de Chineezen er bij millioenen
binnenstroomden, er tot zekere welvaart
kwamen, en bezig waren op natuurlijke wijze
een markt met onmetelijke vooruitzichten op
te bouwen. Daar was plaats voor iedereen.
Het gebruik van die markt zou het door nie
mand bedreigde Japan nooit hebben kunnen
dwingen te: een militaire krachtsinspanning,
welke door de beide groote maritieme mede
dingers toch telkens weer zal worden over
troefd, een inspanning, die nu reeds de finan-
cieele vermogens van het land verre te bo
ven gaat.
- Wat de gemiddelde Engelschman of Ame
rikaan als het moet, nog terzijde kan leggen
voor de verdediging van zijn land of zijn em
pire, is haast voldoende voor menige gemid
delde, zelfstandige Japansche familie, om er
haar levensonderhoud uit te bekostigen. Z66
groot is het verschil in levensstandaard en
financieel vermogen.
Maar linieschepen en snelle kruisers zfjn
ook in Japan duur. Naarmate het land er
tneer van aanschaft, wordt de oeconomische
druk ervan op de bevolking ondragelijker en
de winst op de industrieele productie lager.
Japan is op een noodlottigen weg, naar het
ons voorkomt, in de eerste plaats voor zich
zelf. Wat het in Mantjoerije zocht heeft het
er nog niet kunnen vinden, en met het onge
duld van de politieken en oeconomischen
roofbouwpleger is het verder gesteld. Het
heeft nog geen plek ontdekt, die het de
ruimte voor zijn overbevolking biedt, welke
het in Mantsjoerije reeds lang bezeten had,
als die overbevolking maar had willen eml-
greeren.
KAS SEYOEN,
opperbevelhebber van het noordelijk
Abessijnsche leger.
Het was te voorzien
dat Italië zich zou ver
zetten tegen de sanctie
maatregelen van den
Volkenbond, die bijna
unaniem door zijn leden zullen worden toe
gepast. Welke, daarover verkeert men nog
steeds in twijfel. De dreigementen, die Italië
echter in zijn nota aan de regeeringen, die
de sancties toepassen, heeft gericht, zijn niet
hoopgevend over zijn optreden. Of het moet
grootschreeuwerij van Mussoline z(jn. Laat
ons hopen en afwachten.
De Nw. Rott. Crt. schreef er Dinsdag
avond o.m. over:
In het Westen gaat Italië zich te weer zet
ten tegen de sancties, niet slcehts door zich
zooveel mogelijk te beperken in het verbruik
van vreemde artikelen, die tlalië nu eenmaal
niet ontberen kan, maar ook door maatrege
len van weerwraak. Deze zijn met bijzondere
felheid tegen Frankrijk gericht. Geen feller
haat dan die uit teleurgestelde liefde voort
spruit, vooral wanneer die liefde zoo jong en
heftig was, als die tusschen Rome en Parijs.
De Fransche pers had zooiets blijkbaar niet
verwacht, en is er zeer ontdaan van. Met
meer ijver en elegantie tracht zij nu de Ita
lianen kalmer te stemmen. Het is waarlijk een
onstichtelijk schouwspel, dat allerlei Fransche
bladen ons daarbij vertoonen. Zij hebben
steeds verzekerd, ondanks alle twijfeltrekken-
de manoeuvres van Laval, dat Frankrijk
trouw zijn verplichtingen tegenover den Vol
kenbond vervulde.
Nu echter, om de Italianen zachter te stem
men, zetten zij voor de Italianen in den
breede uiteen, hoezeer Laval erin ls geslaagd,
de precedure te Genève op te houden, door
er steeds weer, terwille van Italië, nieuwe
onderhandsche besprekingen tusschen te
schuiven.
Wat is nu waar, de trouw aan den
Volkenbond, waarvan Parijs steeds weer,
en niet overbodigUjk, getuige, of de be
hendige maar op den duur vergeef-
sche sabotage van de actie, waarop
een gedeelte van de Fransche pers zich
nu beroemt? Het is geen wonder, dat de
Engelsche pers met een onmiskenbaar
sarcastisch genoegen, deze tegenspraak
constateert.
Lav&l zou hebben ingezien, wat Pertlnax
altijd heeft beweerd, dat zijn slimheid geen
ervaring in internationale dingen kan ver
vangen
Misschien vindt Ribbentrop, als hij nu toch
nog naar Parijs komt, een zeer voorzichtig
geworden Laval of geen Laval meer.
Een nieuw internatio
naal geschil zal vermoe
delijk weldra voor den
Volkenbondsraad wor
den gebracht. Lees
maar:
In Tsjechische kringen schijnt men er sterk
over te denken om, wanneer niet binnenkort
een regeling met Polen tot stand komt inzake
het minderhedenvraagstuk in Teschen, deze
zaak voor den Volkenbondsraad te brengen.
Zooals men weet, beklaagt Polen zich over
de behandeling van Poolsche minderheden In
Tsjechisch Teschen. Pogingen van Tsjecho-
slowakije om door middel van arbitrage een
oplossing uit de moeilijkheden te vinden, zijn
tot dusver niet gelukt. Benlsj schijnt thans
ernstig te overwegen deze geheele aangele
genheid voor den Raad te brengen.
Er kan nog meer bij.
Een lijst van beperkingen van den
uitvoer naar Italië.
De correspondent van de N. R. Crt. te Ber
lijn meldde Dinsdagavond:
Attolico, de Italiaansche ambassadeur te
Berlijn, heeft een bezoek gebracht aan von
Neurath, den Duitschen minister van buiten-
landsche zaken, teneinde hem op de hoogte
te stellen van het Italiaansche protest te
gen de sancties. Er is reden om aan te ne
men, dat Attolico zich tegelijkertijd op de
hoogte heeft gesteld van de practische uit
werking der door Duitschland aangekondig
de beperkingen van den uitvoer naar Italië,
voor zoover deze uitvoer gevaar zou kunnen
meebrengen voor de verzorging van Duitsch
land zelf. In verband hiermede is interessant,
dat er in den laatsten tijd aanzienlijke Ita
liaansche bestellingen in Duitschland zijn
geplaatst, in het bijzonder voor kolen, che
mische en pharmaceutische preaparaten, ijzer,
staal, celluloze en hout.
Dinsdagavond verscheen in de bladen een
lijst van artikelen, waarvan de uitvoer naar
Italië zal worden verboden. In de eerste
plaats ziet men daarop wat begrijpelijk is
boter, varkensspek en andere dierlijke,
alsook plantaardige vetten. Dan volgen ech
ter ook ruw ijzer, ijzerbrokken, draagbanken,
gietijzer, bandijzer, spoorwegrails en teer.
Voorts grondstoffen voor de textiel-industrie,
de rubberindustrie, huiden, vellen en verder
aardappelen.
Het uitvoerverbod treedt voor een deel 16
November, voor een ander deel evenwel
eerst 25 November in werking. In verband
met het bovenstaande nu kan worden opge
merkt, dat aantal bestellingen voor Italië,
aan de tenuitvoerlegging waarvan reeds
wordt gewerkt, er eerst nog uit gaat.
DE DESKUNDIGENCOMMISSIE VuOB DE
LOOPENDE CONTRACTEN.
Slot van de bijeenkomst
De deskundigencommissie, die in opdracht
van de commissie van 18 zal nagaan of voor
zekere loopende contracten uitzonderingen bij
de toepassing van het verbod van invoer van
Italiaansche waren toegelaten kunnen wor
den, heeft vanavond haar gisteren begon
nen werk geëindigd met de aanneming van
een rapport, waarin de verschillende contrac
ten, die voor uitzondering in aanmerking ko
men, worden opgenomen. De commissie heeft
alle uitzonderingsaanvragen goedgekeurd,
aangezien zij beantwoorden aan den alge-
meenen regel, dien de commissie van 18
vorige week voor de inwilliging van even-
tueele uitzonderingsaanvragen heeft gesteld.
De incidenten te Sjanghai. Een
Japansche kruiser gezonden.
De Japansche consul te Sjanghai heeft op
nieuw bij de Chineesche autoriteiten geprotes
teerd naar aanleiding van het incident van
Maandag, toen de ruiten van een Japanschen
porceleinwinkel door Chineezen werden inge
slagen.
Het zenden van een Japanschen kruiser van
Tientjin naar Sjanghai heeft in China groot
opzien gebaard.
Japan toont de gepantserde vuist;
het stelt eischen.
Uit Tokio wordt het volgende wei wat on
heilspellende bericht geseind:
De Japansche minister van buitenlandsche
zaken, Hirota, telegrafeerde Dinsdag den am
bassadeur Arysosji en den Japanschen consul-
generaal te Sjanghai de Japansche eischen
aan de centrale regeering van China en de
stedelijke autoriteiten van China. Er wordt
verlangd:
- Vv-'""- V.'' -
1. Arrestatie en bestraffing van de aan den
overval medeplichtige personen.
2. Verontschuldigingen en schadevergoe
ding
3. Waarborgen voor de veiligheid en het
leven der te Sjanghai gevestigde Japanners.
Tegelijkertijd ls aan het Japansche eskader
in de Chineesche wateren opgedragen, de voor
de eer en veiligheid vereischte „maatregelen"
voor de bescherming der te Sjanghai woon
achtige Japanners te treffen.
De Japanners verbolgen op Engeland.
Naar aanleiding van de vernieling, die be-
toogers te Sjanghai hebben aangericht in
een Japanschen winkel, doen de Japansche
bladen een aanval op hel bestuui van de
Internationale concessie, waarin naar hun
meening de Britsche belangen overheerschen.
Naar het agentschap Rengo meent te we
ten, zal de Japansche consul te Nanking tot
de Chineesche regeering een ernstige waar
schuwing richten naar aanleiding van de
antl-Japansche agitatie.
Wij hebben reeds een en ander gemeld om
trent de protesten, die de Italiaansche regee
ring aan den vooravond van de toepassing
der oeconomische sancties Maandag tegelij
kertijd aan alle regeeringen, die in de groote
sanctiecommissie vertegenwoordigd zyn, heeft
doen overhandigen, waarin zij „ten sterkste
en op de meest besliste wijze tegen de
zwaarte en de onrechtvaardigheid" der sanc
ties protesteert. Blijkens aanvullende berich
ten voert de Italiaansche regeering het vol
gende aan:
1. De Italiaansche regeering, die blijkens
haar nota van 7 October en de verklaringen
van haar Volkenbondsvertegenwoordiger, Je
beschuldiging, als zou zij art. 12 van het pact
•hebben geschonden, van de hand heeft gewe
zen, protesteert thans nogmaals tegen de
„onrechtvaardigheid der procedures, die te
haren nadeele zyn aangewend". De Italaan-
sche regéering komt er tegen op, dat de
argumenten van haar memorandum niet vol
doende bestudeerd zijn, en dat het Volken
bondspact niet is aangewend in den geest
der bepalingen, die op den onderhavigen toe
stand van toepassing zijn.
2. De toestand, zooals deze zich na de
laatste zitting van den Volkenbondsraad ont
wikkeld heeft, voegt „bij de Italiaansche pro
testen de bevestiging van een feit, dat van
een dergelijke beteekenis is, dat de gronden,
waarop de tegen Italië gerichte besluiten
werden genomen, niet langer steekhoudend
zijn". De Italiaansche nota wijst op het feit,
dat de burgerlijke en religieuze autoriteiten
in Abessinië zich onder de bescherming van
Italië hebben geplaatst, dat Italië 16.000 sla
ven de vrijheid heeft weergegeven, „de vrij
heid, die zij van Addis Abeba vergeefs ver
wacht zouden hebben, ondanks de verplich
tingen, bij de intrede in den Volkenbond aan
vaard."
In de nota wordt vervolgens verklaard, dat
de bevolking in Italië niet een aanvaller ziet,
doch de mogendheid, die het recht en de be
kwaamheid bezit, de hooge bescherming uit
te oefenen, die het Volkenbondspact in art.
22 als een missie van een beschaving erkent
De Volkenbond dient er rekening mede te
houden, dat deze bevolking bloot zou staan
aan vergeldingsmaatregelen en wraaknemin
gen, indien de Italiaansche voogdij zou op
houden. Met deze gebeurtenissen, die zich na
de te Genève genomen besluiten hebben voor
gedaan, moet de Volkenbond rekening hou
den en daaruit de noodige consequenties trek
ken.
3. De nota betwist de rechtsgeldigheid
van de sancties, „waartoe besloten is in een
zitting van de coördinatiecommissie, die in
geen enkel opzicht een orgaan is van den
Volkenbond, en welke buiten Italië is ge
houden." De nota concludeert derhalve, dat
iedere regeering individueel aansprakelijk
blijft voor de draagwijdte der maatregelen
waartoe besloten is.
4. Het embargo op den uitvoer van wa
pens naar Italië en de opheffing van het em
bargo ten aanzien van Abessinië komt neer
op medewerking aan en verergering van een
toestand, die Italië niet wenscht, en die het
aanleiding geeft, met eigen middelen voor de
veiligheid zijner koloniën te zorgen. De op
heffing van het embargo „is in strijd met de
80)
Toen hy weg was zei haar moeder: „Jo,
zou je aanraden Wim te zeggen wat je
vader van plan is, want zoo onvoorbereid
550,1 hy zich misschien te veel opwinden."
Zoodra h(j wakker werd deelde zy hem het
voornemen van haar vader mede.
£>at was de reden, waarom Jo er op dien
Zondagmorgen zoo opgewekt uitzag.
Tank en zyn vrouw waren ook gekomen
0111 naar den toestand van hun zwager te
informeeren.
Doch nu Het de oude heer op zich wach
ten.
Deze liep er over te peinuzen hoe hy dit
*®akje zou moeten aanpakken.
Met Jo was het hem gemakkeiyk afge
gaan, doch dat was zyn eigen kind, maar
jnet Wim was het heel iets anders, die was
hem totaal vreemd; ja, tot zyn schande
'hoest hy bekennen zelfs nog nooit met hem
gesproken te hebben.
Moe moest hy daar nu mee aan?
Hy kon toch niet naar hem toegaan en
2eggen: Hier ls mijn hand Wim, laten we
Vrienden zyn.
Heen, dat moest anders gebeuren, hy
'hoost schuld bekennen, zeggen dat hy onge-
De oude man streed een zwaren strijd,
maar hy voelde, dat, wilde hy verder een
rustig leven hebben, hy die vergeving niet
kon missen.
Toen opeens besloot hy, niet langer te
dralen, maar regelrecht naar huls te gaan
en deze zaak in het reine te brengen.
Hy trof de familie in de voorkamer aan,
geschaard om het bed van Wim.
Maar hy liet zich door niets weerhouden
en stapte dadeiyk op het bed toe.
Een weinig haperend begon hy: „Wim, ik
kom tot je als... iemand die... die zich...
tenvolle van zyn schuld bewust is.
Ja, het zal je misschien ongeloofeiyk voor
komen, omdat ik altyd zoo hard, zoo
heerschzuchtig was, zooenfin je weet
hoe ik altyd was. Ik ben altyd een despoot
geweest, een styfkop, die nooit naar rede
wilde luisteren en altyd zyn zin doordreef.
Voor my was geld verdienen alles gewor
den en ik verbeeldde me dat rykdom, eer en
aanzien het hoogste goed was.
Ik zag niet in hoe ik het leven van myn
goede vrouw verbitterde, hoe zy leed door
myn toedoen en hoe ik ook het leven van
myn kinderen vergalde, zelfs zoo, dat de
liefde in haat verkeerde. Jongen, ik was een
ongelukkig man, maar ik besefte dat niet bi
mijn domme dwaasheid. Nu ls dat gelukkig
veranderd.
Ongetwyfeld zult ge vragen hoe dat komt.
Niet door het enorme geldeiyk verlies, dat
ik geleden heb, neen, daardoor niet.
Maar je zult je nog wel herinneren, dat
ik Jo op den morgen van jullie huweiyk de
deur wees in myn dolle drift?
Welnu, ze ging, maar ze zei toen:
„Misschien, dat de omstandigheden nog-
eens veranderen en danmaar zy vol
eindigde den zin niet.
Toen ik deze week na den brand uit myn
verdooving ontwaakte, voelde ik me zwak
en hulpeloos. Ik was geslagen, ellendig, ver
nederd. Omdat ik me herinnerde, dat mijn
vrouw met jullie was meegegaan, besloot ik
haar op te gaan zoeken.
Zoodra ik hier aangebeld had, kwam die
scène met Jo op jullie trouwdag me voor
den geest en ik verwachtte dat zy op haar
beurt ook my de deur zou wijzen, wat ik
volkomen verdiende. En weet je wat myn
dochter zei?
Ze zeide: „Kom binnen, vader."
„Kijk jongen, die enkele woorden, zoo har-
telyk gesproken, ontroerden my zoo diep,
dat ik op dat moment niet in staat was één
woord te uiten.
Ik voelde welk een edel hart zij bezit en
ik gruwde van mezelf, want nu begon ik
eigenlijk goed te beseffen wat een verfoeie-
Ujk mensch ik altijd geweest ben.
Al deze dagen heb ik in myn binnenste
een zwaren strijd gevoerd, maar eindelyk
overwon ik- mijn trots.
Met myn vrouw en dochter heb ik reeds
gesproken en beiden hebben me vergeven.
En nu Wim kom ik by jou om te vragen,
het verleden te willen vergeten en voor de
toekomst goede vrienden te zyn."
Hy strekte zijn hand uit, die de zieke da-
delijk aanvatte en vroeg: „Wil ook jy me
vergeven, Wim?"
De oude heer kéék gespannen naar het
bleeke gelaat van zijn schoonzoon, maar
deze glimlachte verheugd en fluisterde zacht:
„Zeer gaarne... vader."
Geroerd drukte de oude man de hand, die
hij nog steeds vasthield en zeide: „Wim,
best jongen, ik dank jeikjullie zyn
zoo edelmoedigJe weet niet half hoe
veel goed me dat doet, hoe verlicht ik me
voel."
Geen oog bleef droog onder de aanwezigen
en de oude heer vervolgde, terwijl zijn ge
zicht straalde van blyde ontroering: „Door
dien brand leed ik enorme schade, daar toch
mijn zaak, die myn levenswerk was, voor
mij verloren ging.
Dat was echter slechts materieele schade.
Doch ik kreeg er iets voor terug, dat niet
naar waarde te schatten is, namelyk de
liefde van mijn vrouw en kinderen.
Ik durf er niet aan denken wat er van
mij zou geworden zijn als Jo mij had weg
gestuurd. Wellicht was ik nog meer verbit
terd geworden tegen het lot of was ik in
wanhoop de gracht ingeloopen. Gelukkig >s
het anders gegaan en zien we dan wat een
vriendelijk woord vermag.
Lieve vrouw en kinderen, ik dank jullie."
Hij zweeg vermoeid en ging zitten.
Ook Frank en Jo kwamen naar hem toe
en betuigden hun blydschap met de verande
ring.
„En nu," zei Jo, „ik heb nog een verras
sing voor Je, Wim."
„Gisterenavond laat werd er nog een
pakje bezorgd en dat is afkomstig van de
Vriendschapseilanden, afzender, je vriend
Jan Roelofs. Zal ik het maar openmaken?"
Haar man knikte en was erg nieuwsgierig
naar den inhoud van het bewuste pakket
Jo maakte het open en haalde er een
kain1uit. zy hield het doek by de punten
vast en liet het uiteen vallen zoodat allen
het konden zien.
„O, wat mooi, wat is dat prachtig!" klonk
het aanstonds uit den mond der vrouwen en
kinderen.
De vrouwen betastten het kleed.
Indische wandkleed.
,,'tls handwerk," zei Greta, „en kijk die
kleuren toch eens mooi ineenloopen; hoe
mooi donker is het!"
„Wat prachtig Jo, dat is een schitterend
cadeau hoor, daar mag je wel zuinig op
zyn," zei haar moeder.
Ook de heeren waren algemeen van oor
deel dat het een kostbaar stuk was.
Maar er zat nog meer tn het pak.
Zorgvuldig met papier omwikkeld kwam
een langwerpig pakje te voorschijn dat een
foto bleek te zyn.
„O, kijk eens Wim," zei Jo hem de foto
overreikend.
Lang en aandachtig bekeek hy het portret.
Voor de hem welbekende hut van den heer
Alting stond of zat een groep van acht per
sonen. Op een stoel voor de hut en bescha
duwd door de hooge kokospalmen, zat Mary
met haar jongste kind op haar schoot.
Voor haar voeten zaten twee meisjes, ter
wijl naast haar aan beide zyden een jongen
stond. Achter zijn vrouw stond Jan zelf
met naast hem zyn schoonvader, den heer
Alting. Het was een zeer duidelyke opname.
Wim gaf het portret terug, zoodat ook de
andere gelegenheid kregen de groep te be
kijken.
Weer deed Jo een greep in de doos en nu
vond ze den begeleidenden brief.
Deze luidde als volgt:
Beste Vriend.
Het is al weer lang geleden dat u iets
van ons hoorde. Maar omdat u verleden jaar
schreef dat u begin Mei van dit jaar met
pensioen hoopte te gaan, besloot ik tot zoo
lang te wachten.
En nu beste vriend, is dan de tyd voor u
aangebroken om op uw lauweren te gaan
rusten, hetgeen door u tenvolle verdiend is.
Dat weet ik wel het best. Mijn vrouw wilde
by deze gelegenheid uw vrouw een klein ge
voorstellen van de Volkenbondscommissie, die
erkende, dat Abessinië onder krachtig inter
nationaal toezicht moest worden geplaatst,
waardoor aan de gevaariyke wanorde in dat
land een einde gemaakt zou kunnen worden."
5. In de nota wordt de coördinatiecom
missie verweten, dat zy er geen rekening
mede gehouden heeft, dat dergelyke sanc
ties nooit zijn toegepast by voorgaande, doch
ernstiger conflict, dat zy snelle toepassing
heeft voorgesteld, en niet progressieve toe
passing heeft overwogen.
De ernst der maatregelen.
Op .oeconomisch gebied „vestigt de
Italiaansche regeering de aandacht op
den ernst der maatregelen" en hun gevol
gen, niet slechts voor de groote natie,
die een belangryke rol vervult by het op
bouwend werk, dat de voornaamste taak
van den Volkenbond is, doch voor het ge
heele oeconomische wereldleven.
Niemand 2»! het recht en de noodzakelijk
heid kunnen betwisten, het eigen bestaan van
het Italiaansche volk te verdedigen en te ver
zekeren.
De Italiaansche regeering zal dernalve
verplicht zyn, maatregelen van oeconomi
schen en financieele aard te nemen. Het
verbieden van den geheelen Italiaanschen
uitvoer is meer dan een oeconomischen
maatregel, het is in werkelijkheid een
daad van vijandschap, die de onvermyde-
lyke tegenmaatregelen van Italië ten
volle rechtvaardigt. De sancties en
contra-sancties, zoo wordt verder betoogd,
zullen ten slotte de ernstigste moreele en
psychologische gevolgen hebben, daar zjj
een verwarring der geesten teweeg zuilen
brengen, die wel eens veel langer zou
kunnen duren dan de gevolgen van de
sancties zelf.
Italië, zoo vervolgt de nota, dat „op grond
van de offers en het bloed dat door zijn zonen
is gestort, aanspraak meent te kunnen ma
ken om de kwalificatie van mede-oprichter
van den Volkenbond" heeft zich nog niet van
dit instituut willen losmaken, ondanks het
feit, dat het bezwaar moet maken tegen de
procedure, die tot nadeel van Italië is gevolgd,
want Italië wil vermijden, dat dit conflict nog
tot ernstiger complicaties leidt. Overigens
wordt de aandacht der regeeringen geves
tigd op het feit, dat Italië intusschen van
zyn kant alle maatregelen heeft getroffen oni
te verhinderen, dat uit den huidigen toestand
nog nieuwe gevaren kunnen ontstaan, en op
de verantwoordelijkheid, die uit de toepas
sing der sancties voortvloeit.
De nota besluit dan: „De Italiaansche re
geering zal gaarne vernemen, op welke wijze
de regeering in vrye en souvereine wilsuiting
voornemens is, zich tegenover de tegen
Italië voorgestelde dwangmaatregelen te ge
dragen."
schenk geven als aandenken aan ons. Zy
heeft zich toen aan het werk gezet om een
kain te maken. Ze heeft er bijna drie maan
den aan gewerkt. Wij hopen nu dat het doek
een goed plaatsje krijgt in uw woonkamer.
U schrijft dat wel eens?
En dan stuur ik nog een foto van mijn
heele gezin. De laatste maal dat ik schreef
hadden we vier kinderen, maar u ziet op de
foto dat er intusschen een vyfde is bijge
komen. Myn vrouw riet er nog altyd even
florisant uit, maar de oude heer takelt hard
af hoor. Hy doet nu niets meer dan zich met
de kinderen bceig houden zoodat de zaak nu
geheel alleen op myn schouders rust.
De foto is gemaakt door den stuurman van
den schoener. Het zyn nog steeds de beide
gebroeders Petersen, die elk half jaar ons
eilandje een bezoek brengen, maar ze heb
ben nu een nieuw schip, 't Is een tweemast
schoener, een pracht schip hoor en zij zijn
er dan ook geweldig trotsch op. Van hen
beiden moest ik u de hartelyke groeten over
brengen.
U schreef toen dat u in Limburg zou gaan
wonen. Gaat dat nog door of wil uw vrouw
er niet aan, want dat is toch een Heldersche
Myn schoonvader zou ook graag aan u
schryven maar hij kan niet meer zoo goed,
want zyn hand beeft zoo.
Hy spreekt altyd nog graag over u, want
hy heeft veel met u op hoor en altyd als de
schoener komt kykt hy dadelyk de post na
of er wat van u by is. Is dat het geval
dan is hy zoo bly als een kind.
Myn vrouw zou zoo graag willen dat u
hier kwam wonen, dan had ze een blanke
vriendin, waarvan ze heel veel zou kunnen
leeren, zegt ze. Ik heb ha ,r uitgelachen en
gezegd dat andere menschca niet net als wij
in zoo'n negory, zoo'n uithoek van de wereld
willen wonen. (Wordt vervolgd).