Buitenlandsch Overzicht. S. KROM NV. Taptoe HEROPENING De Italiaansche nota van protest. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA EERSTE BLAD DONDERDAG 14 NOV 'ViRER 1935 63ste JAARGANG De spanning in het Verre Oosten neemt toe; nieuwe dreigende gevaren voor de wereld. Italië zal zich heftig verzetten tegen de sanctie'maatregelen. Een nieuw internationaal geschil staat voor de deur. De toenemende spanning in het Verre Oosten. Ilaliaansch verweer. Een nieuw internationaal geschil. Duitschland en Italië. China en Japan. FILIAAL VERVERIJ en CHEM. WASSCHERIJ KEIZERSTRAAT 31. TELEFOON 473 TIJDELIJK NU CHEIVfi. REINIGEN: HEERENCOSTUUMSf 2.— MANTELS en JASSEN2.- JAPONNEN vanaf1.50 Alles nu naar KROM. FEUILLETON marineroman door willi aris iyk had en zich voor zyn schoonzoon ver nederen. Dan kon hy pas om vergeving vra gen. COURANT Abonnement per 3 maanden bi) vooruitbet.: Helderscho Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.—, NederL Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, Idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 et; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Glrorekening No. 16066. ADVERTENTIE Nj 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentlën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Terwijl onze aandacht de laatste maanden bijna uitsluitend bepaald was bij wat in Europa ge beurde en de ontwikke ling van den toestand in Oost-Afrika, komen de laatste dagen plotse ling berichten uit het Verre Oosten, die ern stig genoeg zijn om er bij stil te staan. Alsof de wereld nog niet genoeg in de narigheid zit komt dit er nog bij. Zal hetgeen in het Oosten gaande is, weldra evenveel invloed krijgen op de gebeurtenissen in het Westen als nu in omgekeerde richting waar te nemen valt vraagt de Nw. Rott Crt. Of zullen er Angelsaksische staatslieden zijn, die zich volstrekt niet gestoord voelen in hun Middellandsche politiek, vervolgt het blad zijn beschouwing, maar veeleer met ze kere voldoening waarnemen, dat Japan bezig is, door de omstandigheden aangelokt, zóó te schrokken, dat het vroeg of laat last moet krijgen met brokken, die het in den keel blij ven steken. Japan wordt niet alleen voort gedreven door de gunstige kans niet van bui ten af te worden gestoord, maar ook door het feit, dat Mantsjoerije, wat verteerbaar- heid betreft, zoo groote teleurstellingen heeft opgeleverd! Japan ware wellicht geruimen tijd stil gebleven, als zijn Mantsjoerijsche buit het in aangename en gezonde digestiestem- ming had kunnen brengen. Dit ware voor alle betrokkenen, voor Japan zelf, voor Mant sjoerije, voor China, en voor de rest van de wereld, het beste geweest Japan kan echter het Mantsjoerijsche probleem niet aan, noch financieel, noch koloniaal Mantsjoerije was op weg voor Japan de grootste beteekenis te krijgen, toen de Chineezen er bij millioenen binnenstroomden, er tot zekere welvaart kwamen, en bezig waren op natuurlijke wijze een markt met onmetelijke vooruitzichten op te bouwen. Daar was plaats voor iedereen. Het gebruik van die markt zou het door nie mand bedreigde Japan nooit hebben kunnen dwingen te: een militaire krachtsinspanning, welke door de beide groote maritieme mede dingers toch telkens weer zal worden over troefd, een inspanning, die nu reeds de finan- cieele vermogens van het land verre te bo ven gaat. - Wat de gemiddelde Engelschman of Ame rikaan als het moet, nog terzijde kan leggen voor de verdediging van zijn land of zijn em pire, is haast voldoende voor menige gemid delde, zelfstandige Japansche familie, om er haar levensonderhoud uit te bekostigen. Z66 groot is het verschil in levensstandaard en financieel vermogen. Maar linieschepen en snelle kruisers zfjn ook in Japan duur. Naarmate het land er tneer van aanschaft, wordt de oeconomische druk ervan op de bevolking ondragelijker en de winst op de industrieele productie lager. Japan is op een noodlottigen weg, naar het ons voorkomt, in de eerste plaats voor zich zelf. Wat het in Mantjoerije zocht heeft het er nog niet kunnen vinden, en met het onge duld van de politieken en oeconomischen roofbouwpleger is het verder gesteld. Het heeft nog geen plek ontdekt, die het de ruimte voor zijn overbevolking biedt, welke het in Mantsjoerije reeds lang bezeten had, als die overbevolking maar had willen eml- greeren. KAS SEYOEN, opperbevelhebber van het noordelijk Abessijnsche leger. Het was te voorzien dat Italië zich zou ver zetten tegen de sanctie maatregelen van den Volkenbond, die bijna unaniem door zijn leden zullen worden toe gepast. Welke, daarover verkeert men nog steeds in twijfel. De dreigementen, die Italië echter in zijn nota aan de regeeringen, die de sancties toepassen, heeft gericht, zijn niet hoopgevend over zijn optreden. Of het moet grootschreeuwerij van Mussoline z(jn. Laat ons hopen en afwachten. De Nw. Rott. Crt. schreef er Dinsdag avond o.m. over: In het Westen gaat Italië zich te weer zet ten tegen de sancties, niet slcehts door zich zooveel mogelijk te beperken in het verbruik van vreemde artikelen, die tlalië nu eenmaal niet ontberen kan, maar ook door maatrege len van weerwraak. Deze zijn met bijzondere felheid tegen Frankrijk gericht. Geen feller haat dan die uit teleurgestelde liefde voort spruit, vooral wanneer die liefde zoo jong en heftig was, als die tusschen Rome en Parijs. De Fransche pers had zooiets blijkbaar niet verwacht, en is er zeer ontdaan van. Met meer ijver en elegantie tracht zij nu de Ita lianen kalmer te stemmen. Het is waarlijk een onstichtelijk schouwspel, dat allerlei Fransche bladen ons daarbij vertoonen. Zij hebben steeds verzekerd, ondanks alle twijfeltrekken- de manoeuvres van Laval, dat Frankrijk trouw zijn verplichtingen tegenover den Vol kenbond vervulde. Nu echter, om de Italianen zachter te stem men, zetten zij voor de Italianen in den breede uiteen, hoezeer Laval erin ls geslaagd, de precedure te Genève op te houden, door er steeds weer, terwille van Italië, nieuwe onderhandsche besprekingen tusschen te schuiven. Wat is nu waar, de trouw aan den Volkenbond, waarvan Parijs steeds weer, en niet overbodigUjk, getuige, of de be hendige maar op den duur vergeef- sche sabotage van de actie, waarop een gedeelte van de Fransche pers zich nu beroemt? Het is geen wonder, dat de Engelsche pers met een onmiskenbaar sarcastisch genoegen, deze tegenspraak constateert. Lav&l zou hebben ingezien, wat Pertlnax altijd heeft beweerd, dat zijn slimheid geen ervaring in internationale dingen kan ver vangen Misschien vindt Ribbentrop, als hij nu toch nog naar Parijs komt, een zeer voorzichtig geworden Laval of geen Laval meer. Een nieuw internatio naal geschil zal vermoe delijk weldra voor den Volkenbondsraad wor den gebracht. Lees maar: In Tsjechische kringen schijnt men er sterk over te denken om, wanneer niet binnenkort een regeling met Polen tot stand komt inzake het minderhedenvraagstuk in Teschen, deze zaak voor den Volkenbondsraad te brengen. Zooals men weet, beklaagt Polen zich over de behandeling van Poolsche minderheden In Tsjechisch Teschen. Pogingen van Tsjecho- slowakije om door middel van arbitrage een oplossing uit de moeilijkheden te vinden, zijn tot dusver niet gelukt. Benlsj schijnt thans ernstig te overwegen deze geheele aangele genheid voor den Raad te brengen. Er kan nog meer bij. Een lijst van beperkingen van den uitvoer naar Italië. De correspondent van de N. R. Crt. te Ber lijn meldde Dinsdagavond: Attolico, de Italiaansche ambassadeur te Berlijn, heeft een bezoek gebracht aan von Neurath, den Duitschen minister van buiten- landsche zaken, teneinde hem op de hoogte te stellen van het Italiaansche protest te gen de sancties. Er is reden om aan te ne men, dat Attolico zich tegelijkertijd op de hoogte heeft gesteld van de practische uit werking der door Duitschland aangekondig de beperkingen van den uitvoer naar Italië, voor zoover deze uitvoer gevaar zou kunnen meebrengen voor de verzorging van Duitsch land zelf. In verband hiermede is interessant, dat er in den laatsten tijd aanzienlijke Ita liaansche bestellingen in Duitschland zijn geplaatst, in het bijzonder voor kolen, che mische en pharmaceutische preaparaten, ijzer, staal, celluloze en hout. Dinsdagavond verscheen in de bladen een lijst van artikelen, waarvan de uitvoer naar Italië zal worden verboden. In de eerste plaats ziet men daarop wat begrijpelijk is boter, varkensspek en andere dierlijke, alsook plantaardige vetten. Dan volgen ech ter ook ruw ijzer, ijzerbrokken, draagbanken, gietijzer, bandijzer, spoorwegrails en teer. Voorts grondstoffen voor de textiel-industrie, de rubberindustrie, huiden, vellen en verder aardappelen. Het uitvoerverbod treedt voor een deel 16 November, voor een ander deel evenwel eerst 25 November in werking. In verband met het bovenstaande nu kan worden opge merkt, dat aantal bestellingen voor Italië, aan de tenuitvoerlegging waarvan reeds wordt gewerkt, er eerst nog uit gaat. DE DESKUNDIGENCOMMISSIE VuOB DE LOOPENDE CONTRACTEN. Slot van de bijeenkomst De deskundigencommissie, die in opdracht van de commissie van 18 zal nagaan of voor zekere loopende contracten uitzonderingen bij de toepassing van het verbod van invoer van Italiaansche waren toegelaten kunnen wor den, heeft vanavond haar gisteren begon nen werk geëindigd met de aanneming van een rapport, waarin de verschillende contrac ten, die voor uitzondering in aanmerking ko men, worden opgenomen. De commissie heeft alle uitzonderingsaanvragen goedgekeurd, aangezien zij beantwoorden aan den alge- meenen regel, dien de commissie van 18 vorige week voor de inwilliging van even- tueele uitzonderingsaanvragen heeft gesteld. De incidenten te Sjanghai. Een Japansche kruiser gezonden. De Japansche consul te Sjanghai heeft op nieuw bij de Chineesche autoriteiten geprotes teerd naar aanleiding van het incident van Maandag, toen de ruiten van een Japanschen porceleinwinkel door Chineezen werden inge slagen. Het zenden van een Japanschen kruiser van Tientjin naar Sjanghai heeft in China groot opzien gebaard. Japan toont de gepantserde vuist; het stelt eischen. Uit Tokio wordt het volgende wei wat on heilspellende bericht geseind: De Japansche minister van buitenlandsche zaken, Hirota, telegrafeerde Dinsdag den am bassadeur Arysosji en den Japanschen consul- generaal te Sjanghai de Japansche eischen aan de centrale regeering van China en de stedelijke autoriteiten van China. Er wordt verlangd: - Vv-'""- V.'' - 1. Arrestatie en bestraffing van de aan den overval medeplichtige personen. 2. Verontschuldigingen en schadevergoe ding 3. Waarborgen voor de veiligheid en het leven der te Sjanghai gevestigde Japanners. Tegelijkertijd ls aan het Japansche eskader in de Chineesche wateren opgedragen, de voor de eer en veiligheid vereischte „maatregelen" voor de bescherming der te Sjanghai woon achtige Japanners te treffen. De Japanners verbolgen op Engeland. Naar aanleiding van de vernieling, die be- toogers te Sjanghai hebben aangericht in een Japanschen winkel, doen de Japansche bladen een aanval op hel bestuui van de Internationale concessie, waarin naar hun meening de Britsche belangen overheerschen. Naar het agentschap Rengo meent te we ten, zal de Japansche consul te Nanking tot de Chineesche regeering een ernstige waar schuwing richten naar aanleiding van de antl-Japansche agitatie. Wij hebben reeds een en ander gemeld om trent de protesten, die de Italiaansche regee ring aan den vooravond van de toepassing der oeconomische sancties Maandag tegelij kertijd aan alle regeeringen, die in de groote sanctiecommissie vertegenwoordigd zyn, heeft doen overhandigen, waarin zij „ten sterkste en op de meest besliste wijze tegen de zwaarte en de onrechtvaardigheid" der sanc ties protesteert. Blijkens aanvullende berich ten voert de Italiaansche regeering het vol gende aan: 1. De Italiaansche regeering, die blijkens haar nota van 7 October en de verklaringen van haar Volkenbondsvertegenwoordiger, Je beschuldiging, als zou zij art. 12 van het pact •hebben geschonden, van de hand heeft gewe zen, protesteert thans nogmaals tegen de „onrechtvaardigheid der procedures, die te haren nadeele zyn aangewend". De Italaan- sche regéering komt er tegen op, dat de argumenten van haar memorandum niet vol doende bestudeerd zijn, en dat het Volken bondspact niet is aangewend in den geest der bepalingen, die op den onderhavigen toe stand van toepassing zijn. 2. De toestand, zooals deze zich na de laatste zitting van den Volkenbondsraad ont wikkeld heeft, voegt „bij de Italiaansche pro testen de bevestiging van een feit, dat van een dergelijke beteekenis is, dat de gronden, waarop de tegen Italië gerichte besluiten werden genomen, niet langer steekhoudend zijn". De Italiaansche nota wijst op het feit, dat de burgerlijke en religieuze autoriteiten in Abessinië zich onder de bescherming van Italië hebben geplaatst, dat Italië 16.000 sla ven de vrijheid heeft weergegeven, „de vrij heid, die zij van Addis Abeba vergeefs ver wacht zouden hebben, ondanks de verplich tingen, bij de intrede in den Volkenbond aan vaard." In de nota wordt vervolgens verklaard, dat de bevolking in Italië niet een aanvaller ziet, doch de mogendheid, die het recht en de be kwaamheid bezit, de hooge bescherming uit te oefenen, die het Volkenbondspact in art. 22 als een missie van een beschaving erkent De Volkenbond dient er rekening mede te houden, dat deze bevolking bloot zou staan aan vergeldingsmaatregelen en wraaknemin gen, indien de Italiaansche voogdij zou op houden. Met deze gebeurtenissen, die zich na de te Genève genomen besluiten hebben voor gedaan, moet de Volkenbond rekening hou den en daaruit de noodige consequenties trek ken. 3. De nota betwist de rechtsgeldigheid van de sancties, „waartoe besloten is in een zitting van de coördinatiecommissie, die in geen enkel opzicht een orgaan is van den Volkenbond, en welke buiten Italië is ge houden." De nota concludeert derhalve, dat iedere regeering individueel aansprakelijk blijft voor de draagwijdte der maatregelen waartoe besloten is. 4. Het embargo op den uitvoer van wa pens naar Italië en de opheffing van het em bargo ten aanzien van Abessinië komt neer op medewerking aan en verergering van een toestand, die Italië niet wenscht, en die het aanleiding geeft, met eigen middelen voor de veiligheid zijner koloniën te zorgen. De op heffing van het embargo „is in strijd met de 80) Toen hy weg was zei haar moeder: „Jo, zou je aanraden Wim te zeggen wat je vader van plan is, want zoo onvoorbereid 550,1 hy zich misschien te veel opwinden." Zoodra h(j wakker werd deelde zy hem het voornemen van haar vader mede. £>at was de reden, waarom Jo er op dien Zondagmorgen zoo opgewekt uitzag. Tank en zyn vrouw waren ook gekomen 0111 naar den toestand van hun zwager te informeeren. Doch nu Het de oude heer op zich wach ten. Deze liep er over te peinuzen hoe hy dit *®akje zou moeten aanpakken. Met Jo was het hem gemakkeiyk afge gaan, doch dat was zyn eigen kind, maar jnet Wim was het heel iets anders, die was hem totaal vreemd; ja, tot zyn schande 'hoest hy bekennen zelfs nog nooit met hem gesproken te hebben. Moe moest hy daar nu mee aan? Hy kon toch niet naar hem toegaan en 2eggen: Hier ls mijn hand Wim, laten we Vrienden zyn. Heen, dat moest anders gebeuren, hy 'hoost schuld bekennen, zeggen dat hy onge- De oude man streed een zwaren strijd, maar hy voelde, dat, wilde hy verder een rustig leven hebben, hy die vergeving niet kon missen. Toen opeens besloot hy, niet langer te dralen, maar regelrecht naar huls te gaan en deze zaak in het reine te brengen. Hy trof de familie in de voorkamer aan, geschaard om het bed van Wim. Maar hy liet zich door niets weerhouden en stapte dadeiyk op het bed toe. Een weinig haperend begon hy: „Wim, ik kom tot je als... iemand die... die zich... tenvolle van zyn schuld bewust is. Ja, het zal je misschien ongeloofeiyk voor komen, omdat ik altyd zoo hard, zoo heerschzuchtig was, zooenfin je weet hoe ik altyd was. Ik ben altyd een despoot geweest, een styfkop, die nooit naar rede wilde luisteren en altyd zyn zin doordreef. Voor my was geld verdienen alles gewor den en ik verbeeldde me dat rykdom, eer en aanzien het hoogste goed was. Ik zag niet in hoe ik het leven van myn goede vrouw verbitterde, hoe zy leed door myn toedoen en hoe ik ook het leven van myn kinderen vergalde, zelfs zoo, dat de liefde in haat verkeerde. Jongen, ik was een ongelukkig man, maar ik besefte dat niet bi mijn domme dwaasheid. Nu ls dat gelukkig veranderd. Ongetwyfeld zult ge vragen hoe dat komt. Niet door het enorme geldeiyk verlies, dat ik geleden heb, neen, daardoor niet. Maar je zult je nog wel herinneren, dat ik Jo op den morgen van jullie huweiyk de deur wees in myn dolle drift? Welnu, ze ging, maar ze zei toen: „Misschien, dat de omstandigheden nog- eens veranderen en danmaar zy vol eindigde den zin niet. Toen ik deze week na den brand uit myn verdooving ontwaakte, voelde ik me zwak en hulpeloos. Ik was geslagen, ellendig, ver nederd. Omdat ik me herinnerde, dat mijn vrouw met jullie was meegegaan, besloot ik haar op te gaan zoeken. Zoodra ik hier aangebeld had, kwam die scène met Jo op jullie trouwdag me voor den geest en ik verwachtte dat zy op haar beurt ook my de deur zou wijzen, wat ik volkomen verdiende. En weet je wat myn dochter zei? Ze zeide: „Kom binnen, vader." „Kijk jongen, die enkele woorden, zoo har- telyk gesproken, ontroerden my zoo diep, dat ik op dat moment niet in staat was één woord te uiten. Ik voelde welk een edel hart zij bezit en ik gruwde van mezelf, want nu begon ik eigenlijk goed te beseffen wat een verfoeie- Ujk mensch ik altijd geweest ben. Al deze dagen heb ik in myn binnenste een zwaren strijd gevoerd, maar eindelyk overwon ik- mijn trots. Met myn vrouw en dochter heb ik reeds gesproken en beiden hebben me vergeven. En nu Wim kom ik by jou om te vragen, het verleden te willen vergeten en voor de toekomst goede vrienden te zyn." Hy strekte zijn hand uit, die de zieke da- delijk aanvatte en vroeg: „Wil ook jy me vergeven, Wim?" De oude heer kéék gespannen naar het bleeke gelaat van zijn schoonzoon, maar deze glimlachte verheugd en fluisterde zacht: „Zeer gaarne... vader." Geroerd drukte de oude man de hand, die hij nog steeds vasthield en zeide: „Wim, best jongen, ik dank jeikjullie zyn zoo edelmoedigJe weet niet half hoe veel goed me dat doet, hoe verlicht ik me voel." Geen oog bleef droog onder de aanwezigen en de oude heer vervolgde, terwijl zijn ge zicht straalde van blyde ontroering: „Door dien brand leed ik enorme schade, daar toch mijn zaak, die myn levenswerk was, voor mij verloren ging. Dat was echter slechts materieele schade. Doch ik kreeg er iets voor terug, dat niet naar waarde te schatten is, namelyk de liefde van mijn vrouw en kinderen. Ik durf er niet aan denken wat er van mij zou geworden zijn als Jo mij had weg gestuurd. Wellicht was ik nog meer verbit terd geworden tegen het lot of was ik in wanhoop de gracht ingeloopen. Gelukkig >s het anders gegaan en zien we dan wat een vriendelijk woord vermag. Lieve vrouw en kinderen, ik dank jullie." Hij zweeg vermoeid en ging zitten. Ook Frank en Jo kwamen naar hem toe en betuigden hun blydschap met de verande ring. „En nu," zei Jo, „ik heb nog een verras sing voor Je, Wim." „Gisterenavond laat werd er nog een pakje bezorgd en dat is afkomstig van de Vriendschapseilanden, afzender, je vriend Jan Roelofs. Zal ik het maar openmaken?" Haar man knikte en was erg nieuwsgierig naar den inhoud van het bewuste pakket Jo maakte het open en haalde er een kain1uit. zy hield het doek by de punten vast en liet het uiteen vallen zoodat allen het konden zien. „O, wat mooi, wat is dat prachtig!" klonk het aanstonds uit den mond der vrouwen en kinderen. De vrouwen betastten het kleed. Indische wandkleed. ,,'tls handwerk," zei Greta, „en kijk die kleuren toch eens mooi ineenloopen; hoe mooi donker is het!" „Wat prachtig Jo, dat is een schitterend cadeau hoor, daar mag je wel zuinig op zyn," zei haar moeder. Ook de heeren waren algemeen van oor deel dat het een kostbaar stuk was. Maar er zat nog meer tn het pak. Zorgvuldig met papier omwikkeld kwam een langwerpig pakje te voorschijn dat een foto bleek te zyn. „O, kijk eens Wim," zei Jo hem de foto overreikend. Lang en aandachtig bekeek hy het portret. Voor de hem welbekende hut van den heer Alting stond of zat een groep van acht per sonen. Op een stoel voor de hut en bescha duwd door de hooge kokospalmen, zat Mary met haar jongste kind op haar schoot. Voor haar voeten zaten twee meisjes, ter wijl naast haar aan beide zyden een jongen stond. Achter zijn vrouw stond Jan zelf met naast hem zyn schoonvader, den heer Alting. Het was een zeer duidelyke opname. Wim gaf het portret terug, zoodat ook de andere gelegenheid kregen de groep te be kijken. Weer deed Jo een greep in de doos en nu vond ze den begeleidenden brief. Deze luidde als volgt: Beste Vriend. Het is al weer lang geleden dat u iets van ons hoorde. Maar omdat u verleden jaar schreef dat u begin Mei van dit jaar met pensioen hoopte te gaan, besloot ik tot zoo lang te wachten. En nu beste vriend, is dan de tyd voor u aangebroken om op uw lauweren te gaan rusten, hetgeen door u tenvolle verdiend is. Dat weet ik wel het best. Mijn vrouw wilde by deze gelegenheid uw vrouw een klein ge voorstellen van de Volkenbondscommissie, die erkende, dat Abessinië onder krachtig inter nationaal toezicht moest worden geplaatst, waardoor aan de gevaariyke wanorde in dat land een einde gemaakt zou kunnen worden." 5. In de nota wordt de coördinatiecom missie verweten, dat zy er geen rekening mede gehouden heeft, dat dergelyke sanc ties nooit zijn toegepast by voorgaande, doch ernstiger conflict, dat zy snelle toepassing heeft voorgesteld, en niet progressieve toe passing heeft overwogen. De ernst der maatregelen. Op .oeconomisch gebied „vestigt de Italiaansche regeering de aandacht op den ernst der maatregelen" en hun gevol gen, niet slechts voor de groote natie, die een belangryke rol vervult by het op bouwend werk, dat de voornaamste taak van den Volkenbond is, doch voor het ge heele oeconomische wereldleven. Niemand 2»! het recht en de noodzakelijk heid kunnen betwisten, het eigen bestaan van het Italiaansche volk te verdedigen en te ver zekeren. De Italiaansche regeering zal dernalve verplicht zyn, maatregelen van oeconomi schen en financieele aard te nemen. Het verbieden van den geheelen Italiaanschen uitvoer is meer dan een oeconomischen maatregel, het is in werkelijkheid een daad van vijandschap, die de onvermyde- lyke tegenmaatregelen van Italië ten volle rechtvaardigt. De sancties en contra-sancties, zoo wordt verder betoogd, zullen ten slotte de ernstigste moreele en psychologische gevolgen hebben, daar zjj een verwarring der geesten teweeg zuilen brengen, die wel eens veel langer zou kunnen duren dan de gevolgen van de sancties zelf. Italië, zoo vervolgt de nota, dat „op grond van de offers en het bloed dat door zijn zonen is gestort, aanspraak meent te kunnen ma ken om de kwalificatie van mede-oprichter van den Volkenbond" heeft zich nog niet van dit instituut willen losmaken, ondanks het feit, dat het bezwaar moet maken tegen de procedure, die tot nadeel van Italië is gevolgd, want Italië wil vermijden, dat dit conflict nog tot ernstiger complicaties leidt. Overigens wordt de aandacht der regeeringen geves tigd op het feit, dat Italië intusschen van zyn kant alle maatregelen heeft getroffen oni te verhinderen, dat uit den huidigen toestand nog nieuwe gevaren kunnen ontstaan, en op de verantwoordelijkheid, die uit de toepas sing der sancties voortvloeit. De nota besluit dan: „De Italiaansche re geering zal gaarne vernemen, op welke wijze de regeering in vrye en souvereine wilsuiting voornemens is, zich tegenover de tegen Italië voorgestelde dwangmaatregelen te ge dragen." schenk geven als aandenken aan ons. Zy heeft zich toen aan het werk gezet om een kain te maken. Ze heeft er bijna drie maan den aan gewerkt. Wij hopen nu dat het doek een goed plaatsje krijgt in uw woonkamer. U schrijft dat wel eens? En dan stuur ik nog een foto van mijn heele gezin. De laatste maal dat ik schreef hadden we vier kinderen, maar u ziet op de foto dat er intusschen een vyfde is bijge komen. Myn vrouw riet er nog altyd even florisant uit, maar de oude heer takelt hard af hoor. Hy doet nu niets meer dan zich met de kinderen bceig houden zoodat de zaak nu geheel alleen op myn schouders rust. De foto is gemaakt door den stuurman van den schoener. Het zyn nog steeds de beide gebroeders Petersen, die elk half jaar ons eilandje een bezoek brengen, maar ze heb ben nu een nieuw schip, 't Is een tweemast schoener, een pracht schip hoor en zij zijn er dan ook geweldig trotsch op. Van hen beiden moest ik u de hartelyke groeten over brengen. U schreef toen dat u in Limburg zou gaan wonen. Gaat dat nog door of wil uw vrouw er niet aan, want dat is toch een Heldersche Myn schoonvader zou ook graag aan u schryven maar hij kan niet meer zoo goed, want zyn hand beeft zoo. Hy spreekt altyd nog graag over u, want hy heeft veel met u op hoor en altyd als de schoener komt kykt hy dadelyk de post na of er wat van u by is. Is dat het geval dan is hy zoo bly als een kind. Myn vrouw zou zoo graag willen dat u hier kwam wonen, dan had ze een blanke vriendin, waarvan ze heel veel zou kunnen leeren, zegt ze. Ik heb ha ,r uitgelachen en gezegd dat andere menschca niet net als wij in zoo'n negory, zoo'n uithoek van de wereld willen wonen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1