Buitenlandsch Overzicht. 1 HEROPENING 1 Taptoe S. KROM nv NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BINNENLAND No 7675 EERSTE BLAD ZATERDAG 16 NOVEMBER 1935 63ste JAARGANG Thom Denys. f Het optreden van melk- controleurs. Stagnatie in den afkoop van tollen Iweede Kamer. FILIAAL VERVERIJ en CHEM. WASSCHERIJ KEIZERSTRAAT 31. TELEFOON 473 tijdelijk nu chem. reinigen: HEERENCOSTUUMSf 2.— MANTELS en JASSEN,2.- JAPONNEN vanaf1.50 Alles nu naar krom. Moeilijkheden bij een Kassiers kantoor te Barneveld. Het ongeluk op de pont te Velsen. DRAlSlfl Avan VALKEMBURG'S-' EiPÉp: BlË zoo góed vóór 't leer! Abonnement per 3 maanden by vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wleringen en Texel 1.65; binnenland 2. Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE Nl 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct De Italianen wreken zich op Engelandde onlusten in Egypte aan hen te wijten. De Duitsche sanctie'maatregelen. Een gemeenschappelijk antwoord op de Italiaansche nota van protest? Italiaansch gestook tegen Engeland De Italianen zijn zeer verbitterd op Engeland. Zij schrijven het heele optreden van Genève met al de gevolgen daarvan, toe aan Albion en zy hebben geen goed woord meer voor hun vroegere vrienden. Integendeel, waar zy kun nen zullen zij Engeland benadeelen en de ge beurtenissen van de laatste dagen in Egypte, waarover we ook, heden weer, elders in dit nummer, verschillende berichten opnemen, is hoogst waarschijnlijk het gevolg van hun anti-Britsche propaganda in Egypte. Men be grijpt, dat de verstandhouding tusschen beide landen daardoor niet beter wordt. De anti-Engelsche propaganda der Italia nen in Egypte was voor Londen reeds lang een groote bron van ergenis en zelfs van be kommering, schrijft de Nw. Rott. Crt. in een artikel, naar aanleiding van de relletjes. Men maakte er naar buiten geen ophef van, maar in werkelijkheid was zij een element van be- teskenis voor de doortastendheid, waarmede de Engelschen te Genève te werk gingen, en voor den ijver, waarmede zij zich het mari tiem overwicht in de Middellandsche zee ver zekerden. Mag men de Engelsche verhalen daarover gelooven, dan vormde deze propaganda op zich zelf een veldtocht tegen het Britsche rijk, en werd zij op zeer uitgebreide schaal en met ruime middelen gevoerd. Men scheen er niet zooveel minder beteekenis aan te hechten dan aan de concentratie van Itali aansche troepen in Libye. Of de ongeregeldheden, die nu in Egypte uitgebarsten zijn, enkel een gevolg zijn van die Italiaansche propaganda kunnen wij niet uitmaken, maar te Londen zal men dat als vaststaande aannemen. Zy zullen nu zeker voor de houding van Engeland in het Abes- sijnsche conflict stellig van niet minder be lang worden, dan de aanwezigheid van een overtallige divisie in Libye. Voor het succes der besprekingen tusschen Mussolini en Sir Eric Drummond zullen zy allerminst bevor derlijk zijn. Gistermorgen kon men reeds den indruk krijgen, dat het bericht over hun jongste onderhoud wranger was dan gewoonlijk, en het vriendelijke optimisme ontbeerde, waaraan wij in de berichtgeving over deze totnogtoe onvruchtbaar gebleven besprekingen gewend waren geraakt. Het aanhangig conflict heeft betrekking tot bittere Egyptische grieven. Engeland heeft Egypte steeds uit den Volkenbond weten te houden, waar het toch zeker niet minder thuis hoorde dan b.v. Britsch-Indië. Engeland wilde nu eenmaal niet in zyn vrij heid van handelen in het, voor het Britsche- Rijk zoo vitale gebied van Suez worden be lemmerd. Daar wilde het niet aan anderen recht van meespreken geven. Engeland ver hinderde daarom de toelating van Abessinlë in den Volkenbond toen Frankryk die voor het eerst voorstelde, juist omdat het geloofde, dat Egypte daarin een aanleiding zou zien, om met te meer aandrang zyn eigen toelating te verlangen. Deze strijd wordt nu weer in al zijn geledingen actueel. Berlijn heeft dezer Berlijn en de dagen een lijst van arti- sancties helen gepubliceerd, waarvan de uitvoer naar Italië verboden zal zijn. In ons vorig nummer hebben wy een opsomming van de voor uitvoer verboden artikelen gegeven. Wy weten heel goed, zegd de Nw. Rott. Crt. dat dit verbod niet tegen Italië alleen gericht is, en slechts „toevallig" har monieert met de maatregelen van de leden de coördinatie-commissie van Genève, maar heelemaal zonder samenhang daarmede lijkt ons het geval nu eenmaal niet! Genève heeft te Berlyn, te Washington en te Tokio, mededeeling gedaan van zyn be raamde actie, in de hoop op samenwerking. Nu maakte dr. Krauel, de Duitsche consul- generaal te Genève, op het secretariaat van den Volkenbond, waarmede Duischland niets meer te maken wil hebben, juist gisteren een beleefdheidsvisite, daarbij mededeeling doende van de kersversche besluiten van Ber lijn. Dr. Krauel staat in goede persoonlijke betrekkingen tot allerlei leden van het secre tariaat; ook dezen keer zal hij zich niet over de ontvangst te beklagen hebben gehad. Men zou kunnen concludeeren, dat Ber lyn sneller dan Parijs uitgemaakt heeft dat het nuttiger nog is, Engeland te vriend te houden dan Italië, als nu eenmaal een keuze onvermijdelijk is. Mocht Mussolini nog ge loofd hebben aan mogelijkheden met Duitschland, dan moet dat nu voorbij zijn. En Parijs kan, door dit besluit van Berlijn, dat niet op Duitsch gevaar wijst, een hart onder den riem zijn gestoken. De Italiaansche nota van protest. Het wordt Italië niet gemakkelijk gemaakt. De mogendheden, die nu eenmaal a gezegd heb ben, laten daarop ook b volgen. Zoo zal de verwachting van Italië, dat het van ieder der sanctie-uitvoerende mogendheden een afzonderlyk antwoord zou krygen op zyn nota van protest, wel ijdele hoop blijken. Niet afzonderlyk, maar collectief, gemeen schappelijk antwoorden heeft Engeland ge zegd. Het toepassen der sancties is maar niet een liefhebberij van verschillende mo gendheden afzonderlijk, maar een besluit van den Volkenbond, dus behoort ook de Volkenbond te antwoorden op een protest nota van Italië. De andere mogendheden schijnen er ook zoo over te denken en dus zal men wel een gemeenschappelijk ant woord naar Rome sturen. Mussoloni's tak- tiek om de eenheid te breken is dus mislukt. In een officieel communiqué van de Abes- synsche regeering wordt als volgt geant woord op de Italiaansche nota van protest aan de mogendheden: De regeering van Abessinië bevestigt, dat de Italiaansche legers, die beweren een be schavingszending te vervullen, als moorde naars optreden van de burgerbevolking, in het bizonder vrouwen en kinderen. De be wering dat 16,000 slaven op ons gebied in vrijheid zyn gesteld is een klaarblykelyke leugen, aangezien in geheel Tigré, dat de Italianen nog slechts ten deele bezetten, nog geen 16,000 slaven zyn. De Abessijnsche regeermg vraagt de mogendheden de val- sche berichten van de Italiaansche propa ganda te wantrouwer en ook de valsehe be richten over overwinningen. Het regeering-communique verklaart ver der nog, daf het niet aan de regeering van Abessinië is critiek te leveren op de proce dure van den Volkenbond. De regeering ver klaart bovendien, dat de Italiaansche be richten over onde-werping van Abessijnsche stamhoofden onjuist is. Het langzame en voorzichtige optreden van de Italiaansche troepen in de gebieden welke ontbloot zijn van Abessijnsche troepen en de dagelijksche luchtbombardement spreken deze berichten reeds voldoende tegen. Donderdagavond is de bekende zanger Thom Denys, na een lijden van slechts enkele weken, ontslapen. Thomas Johannes Denys werd 3 Januari 1877 tq Schagen geboren en is dus slechts 58 jaar geworden. Hij studeerde muziek aan het Amsterdam- sche Conservatorium, waar hij van Cornelie van Zanten onderricht in den zang ontving. Ontelbare malen heeft Denijs in binnen- en buitenland in de Matthauspassion en Beetho- vens Negende symphonie gezongen. In deze partijen heeft Denys zich zelf een monument opgericht. (Nw. RoK. Crt.) Naar aanleiding van klachten, welke inder tijd bij den Minister van Landbouw en Vis- scherij o.a. door de Hollandsche Maatschappij van Landbouw zyn ingediend over het optreden van melkcontroleurs te Zoetermeer en omstre ken, is zooals reeds eerder is medegedeeld, een uitgebreid onderzoek ingesteld. Van het resultaat van dit onderzoek kan thans worden medegedeeld, dat de omstandig heden zich anders hebben toegedragen, dan viel op te maken uit het schrijven, dat door bemiddeling van de Hollandsche Maatschappij aan den Minister werd toegezonden. Van het hengelen en kaartspelen, is komen vast te staan, dat dit buiten de diensturen is geschied, terwijl het biljartspel terstond werd gestaakt wanneer een veehouder geholpen diende te worden. Toegegeven moet worden, dat het aantal uitgezonden controleurs ruim is geweest, het geen geschiedde om te bereiken dat de vee houders zoo snel mogelijk zouden worden geholpen. Den controleurs is niets anders te verwijten, dan dat zij niet onder alle omstan digheden met de noodige takt zijn opgetreden, waarover zij ernstig zijn onderhouden. Wanneer niettemin een tweetal controleurs als gevolg van dit onderzoek is ontslagen, dan houdt dit dan ook voor den één in het geheel niet en voor den ander slechts ten deele; Ver band met de in voormeld schrijven geuite klachten. In twee en een half jaar één tol afgekocht. De K.N.A.C. heeft zich met een adres tot de ministers van waterstaat en van binnen- landsche zaken gericht, waarin er op wordt aangedrongen, het afkoopen van tollen, zoo wel van de gemeentelijke belastingtollen ais van de tollen waar gelden worden geheven krachtens bestaande concessies en octrooien, met kracht te bevorderen. In het uitvoerige adres wordt gezegd, dat sinds 1927 op de verschillende begrootingen in totaal 1.520.000 werd uitgetrokken, welke zouden moeten worden besteed voor het af koopen van tollen. In den loop der jaren werd echter slechts 502.830.32, dus nog geen derde gedeelte van de beschikbaar gestelde gelden voor dit doel gebruikt. Vooral de laatste jaren is er in het afkoopen van tollen een ernstige stagnatie ontstaan. In het tijdvak van 1 Mei 1933 tot 1 November 1935 werd slechts één tol afge kocht, terwijl de beschikbaar gestelde gelden bij lange na niet werden verwerkt. WILLEM ENGELBERG ALS „VIJAND DER DUITSCHE MUZIEK". Dezer dagen is te Miinchen van de hand van Christa Maria Rock en Hans Brückner een boek verschenen „Das musikalische Juden- A. B. C.". In de voorrede van dit, ongeveer 250 pagina's tellende, werk wordt medegedeeld, dat het in de bedoeling ligt, „onze Duitsche muziek terug te brengen tot de Duitsche geest en tot onze door afstamming verkregen aard". Behalve een aantal bijzonderheden over eenige bekende componisten als Meyerbeer, Mendels- sohn-Bartholdy, Offenbach e.a. en een lijst van pseudoniemen (Jtldische Tarnungen") bevat deze verzameling een alphabetische ljjst van componisten, musici e.a., wier geest of wer ken voor het Duitsche muziekleven nadeelig worden geacht. Zoo treffen wij op pag. 178 van de naamlijst het volgende aanMengelberg, Josef, Willem, geb. 1871 te Utrecht. Componist en Dirigent te Amsterdam. Vriend van den Jood Gustav Mahler. Bezwaren tegen verhooging omzet belasting. In de zitting van Donderdag van de Tweede Kamer is aan de orde gesteld het wetsontwerp tot heffing van opcenten op enkele belastingen ter versterking van de inkomsten van het W erkloosheidssubsidief onds. De heer Van den Tempel (s.d.) oppert bezwaren tegen het wetsontwerp, dat de posi tie van het Werkloosheidssubsidiefonds ver zwakt. De rijksmiddelen moeten worden versterkt, dan behoeft de rijksbijdrage niet achteruit te gaan. De voorgestelde verhooging van de omzet belasting ontmoet bij spr. bezwaar. Men moet deze belasting niet herhaaldelijk wijzigen. Kan er niet in plaats van de voorgestelde verhooging een belasting van Nederlanders in den vreemde worden ingevoerd? De heer De Geer (c.-h.) sluit zich aan bij de heeren Teulings en Van den Tempel, wat betreft hun bezwaren tegen de samenkoppeling van de voorgestelde nieuwe heffingen en het Werkloosheidssubsidiefonds. De minister zal de verhooging der omzet belasting nu wel intrekken. Spr. zal gaarne er aan medewerken, dat dit geschiedde. Zijn fractie stemt tegen de verhooging der Omzetbelasting, omdat deze het bedrijfsleven zou drukken en haar doel de verkrijging van een bepaald bedrag niet zal bereiken. Minder bezwaarlyk ware een verhooging invoerrechten. Spr. dient een amendement in om te be palen, dat de verbruikscoöperaties zullen zijn vrijgesteld van de verhooging der dividend- en tantièmebelasting. De heer Kersten (s.g.) zet uiteen waar om zyn fractie tegen het wetsontwerp zal stemmen. De heer B i e r e m a (lib.) kan evenmin als de heer De Geer zien, dat er een verband be staat tusschen de voorgestelde belastingver- hooging en de werkloosheid. Hij keurt af, dat de verhoogde heffingen zullen geschieden voor het werkloosheidssubsidiefonds. De heer Vervoorn (p.b.) oppert bezwa ren tegen de verhooging der successiebelas ting, speciaal wat kleine nalatenschappen be treft. De heer Schouten (a.r.) nu de minister zoo tegemoetkomend is geweest erin te be rusten, dat de verhooging der Omzetbelasting niet tot stand komt, acht spr. zich niet ge rechtigd, tegen de andere voorstellen te stem men, maar als er onverhoopt weer een gat in de begrooting biykt te bestaan, zal dit moeten worden gedicht, niet door belastingverhooging, maar door bezuiniging. Minister Oud betoogt, dat werkloosheids- zorg primair gemeente taak is. Aan de bestemming der voorgestelde belas tingverhooging voor dit fonds is in de Kamer geen goed woord gewjjd. Nu is verzwaring van heffing noodzakelijk ais de regeering haar sociale taak zal kunnen bljjven vervullen. Hieruit blijkt het nauwe verband tusschen de belastingverhooging en het fonds. Spr. neemt art. 6 van het wetsontwerp, waarin wordt bepaald, dat de opbrengst van de belastingverhoogingen wordt toegevoegd aan de inkomsten van het werkloosheids subsidiefonds, terug. Hij brengt een overeen komstige wijziging in de considerans aan. Daar er in de Kamer geen goed woord over de verhooging der omzetbelasting is gezegd, neemt spr. deze verhooging terug. Bij de artikelsgewyze behandeling komt aan de orde het amendement-De Visser. Minister Oud bestrydt het amendement. De heer Van den Tempel (s.d.) be strijdt het amendement, daar men over deze zaak niet incidenteel kan beslissen en zij niet is voorbereid. De Kamer verwerpt het amendement met 72 tegen 7 stemmen. Voor de c.p., en de heeren Van Houten, Sneevliet en Arts. De Kamer keurt het wetsontwerp goed met 56 tegen 24 stemmen. Voortgegaan werd met de behandeling van de begrooting van Binnenlandsche Zaken. De heer Vervoorn (platteland) verzet zich tegen een verkeerde samenvoeging van gemeenten, die een geheel verschillend karak ter hebben. De heer Westerman (n.h.) zegt, dat de minister bij zijn optreden tegen de gemeen ten op weg is naar gezonde publiekrechtelijke verhoudingen, naar bezuiniging en efficiency. De heer Krijger (c.h.) bespreekt de hef fing van de zware rechten van de binnen scheepvaart. De heer Boon (lib.) bespreekt den toe stand te Tilburg tijdens de staking. Het is daar niet zoo rustig toegegaan, als de minis ter meent. Communisten hebben invloed ge oefend. De heer Van Houten (c.d.) bestrijdt de subsidies voor burgerwacht en vri)willigen landstorm. Hy keurt 's ministers optreden tegenover de gemeenten af. De heer Drop (s.d.) klaagt over de zware scheepvaartrechten. De heer IJsselmuiden (r.k.) bepleit een beter optreden van de regeering tegen over de gemeenten met het oog op de verhou ding tusschen wat voor rente en aflossing van leeningen is bestemd en de andere ge meentelijke uitgaven. De heer Duymaer van Twist (a.r.) bepleit de belangen der schippers en verde digt burgerwacht en vrywilligen landstorm tegen critiek, hierop door den heer Van Houten geoefend. De heer Van den Heuvel (a.r.) wil de sociaal-democraten slechts behoeden voor con flicten, waarin zij als burgemeester zouden kunnen worden geplaatst De heer Wijnkoop (c.p.) klaagt, dat de politie de terreur beschermt van de N.S.B.-ers in Duindorp te 'sGravenhage en dat het in Tilburg ondanks de staking volkomen rustig is geweest. De heer Van Dis (s.g.) klaagt over ver volging van vrouwen, die om des gewetens wil niet aan de stemming hebben deelgenomen. Minister De Wilde gaat nog op diverse opmerkingen in. De zaak op het kassierskantoor van den heer G. K. te Barneveld schynt in de war te zyn. Vele menschen, die er hun geld heb- iben gebracht, kunnen het niet terugkrijgen en hebben een aanklacht tegen den bankier ingediend. Na hier eenige dagen onder politie bewaking te hebben gestaan is de kassier te Utrecht, waarheen hy zich begeven had, thans gearresteerd. Alle op het kantoor be trekking hebbende boeken en bescheiden zijn in beslag genomen. Het vonnis bevestigd. Het gerechtshof te Amsterdam heeft be vestigd het vonnis der Haarlemsche recht bank, waarbij de voormalige gezagvoerder pontwachter op de pont te Velsen wegens het veroorzaken van dood door schuld veroor deeld was tot 2 maanden hechtenis. Tengevolge van de onachtzaamheid van den pontwachter is op 10 Augustus 1934 een auto van de pont in het kanaal gestort, waardoor twee menschen om het leven zyn gekomen. SCHOEN CRÈME Groote doos 10 ets. Extra groote doos 15 ets. FEUILLETON MARINEROMAN door W I L L I A R I S 31) Maar dat begrijpt ze niet. 't Is hier toch ook goed, zegt ze dan. Ik zou het ook dolgraag willen, dat be- giyp u, dan had ik wat meer aanspraak. u 6b ik mijn schoonvader nog, waarmee rk over Holland of Engeland kan praten, maar h.j wordt oud en het zal niet lang meer duren of ik ben hier alleen als blanke. Niet dat ik klaag hoor! Ik heb er nog steeds geen spijt van dat ik hier gebleven ben want ik houd nog altijd evenveel van myn Mary en ze heeft me nu vijf kinderen geschonken dus in dat alles ben ik erg gelukkig, maar men wil toch wel graag weer eens metland- genooten, of tenminste blanken, omgaan ook. Enfin ik heb gehoord dat er plannen be staan om hier een kleinen zendingspost te stichten en nu hoop ik maar dat die door gaan. Dan kunnen mijn kinderen ook wat leeren, want ik geloof niet dat ik kans zie om hen voldoende onderwijs te geven, daar ben ik te lomp voor. Dat merkt u zeker wel aan mijn schrijven, want ik spring van den hak op den tak. En nu beste vriend, dank ik u nogmaals hartelijk, ook uit naam van m(jn vrouw en mjjn schoonvader, voor uw trouwe vriendschap. Zonder u zou ik evenals onze andere makkers daar ergens op den zee bodem liggen. Wij hopen dat het kleed en de foto u zul len bevallen en dat u met vrouw en kind nog heel lang en in goede gezondheid van uw pensioen mag genieten. Ik hoop dat dit pakje goed overkomt en dat u spoedig terugschrijft. Verder weet ik geen nieuws meer dus eindig ik met de allerhartelijkste groeten van mijn schoonvader, mijn vrouw en kinde ren en van mij uw vriend, J. Roelofs. Wim kon een glimlach niet onderdrukken toen h(j het epistel gelezen had. „Een brave jongen," fluisterde hy. Gaarne had hy nu willen vertellen van Jan en het mooie eiland met zijn bewoners, doch hij hield zich streng aan de voorschrif ten van den dokter en sprak niet. want hy wilde liefst weer zoo vlug mogelijk genezen zijn. Frank en Greta waren juist vertrokken toen er weer bezoek kwam. Het was de officiersvrouw met haar kin deren en het nichtje, die door Wim uit het brandende huis gered waren. Zij vroeg even binnen gelaten te worden daar ze zoo gaarne haar redder persoonlyk wilde bedanken. Jo stond het toe maar ver zocht haar tiet kort te maken daar haar man dien morgen reeds teveel opwinding had gehad. De vrouw begreep wel dat rust hier het beste was. Zy bracht enkele woorden van dank uit, waarna zij met een hartelyken hand druk afscheidnam en met de belofte van later, als hy weer wat beter was, nog wei eens terug te komen, ging ze heen. Nadat Wim den brief nogeens doorgelezen had sliep hy weer in. Maar het was een onrustige sluimering. Hy begon in zijn bed te woelen en on samenhangende klanken kwamen zoo nu en dan over zyn lippen, terwyl zijn bleek gelaat kleur begon te vertoonen. Jo sloeg dit met angstige bezorgheid gade en ze zag onmind- delijk het ernstige van zijn toestand in. Snel besloten zei ze: „Moeder, blyft u by hem dan ga ik dadelyk den dokter roepen." Zoo vlug als ze kon liep ie naar het huis van den arts, dat gelukkig niet veraf was. Onmiddellyk ging hij met haar mede. Ruim drie dagen lag de zieke in een hevige koorts die hem totaal sloopte. Voort durend bleef de thermometer bij de 40°. De dokter had hem op het bed moeten vast binden, want hij was reeds een keer over eind gevlogen en had toen wild om zich heen geslagen. Soms ylde hy en dan sprak hy allerlei wartaal over zyn vriend Jan en over het mooie kleed en een enkele maal riep hy: „houdt goeden moed, liefste!" ter wijl hij soms fluisterde: „J. V. for ever." Het sneed Jo door de ziel dit alles te moeten aanhooren terwyl ze wanhopig trachtte hem te kalmeeren. Al deze dagen was ze geen moment by hem vandaan geweest, geen oogenblik had ze geslapen sinds dien vroolyken Zondagmorgen. De dokter waarschuwde haar, dat ze zelf ziek zou worden als zy zich geen rust gunde, maar ze liet hem praten en bleef op haar post. Zij had geen behoefte aan rust of voedsel en ze voelde zich in staat om, als het moest, nog veel langer by hem te staan. Ging het niet om het behoud van den ge liefden man, die haar levensgeluk was? Zou zy nu van hem wyken, nu hy haar het meest noodig had? Geen oogenblik dacht ze er aan te gaan rusten. Steeds in zijn benauwdheid riep hy om haar en dan wilde zij gereed staan. Hoewel de dokter haar bewonderde om het geweldige uithoudingsvermogen, dat zy toon de te bezitten, wees hij haar erop, dat geen enkel mensch, die onrust, die verschrikkelyke spanning zoolang kan volhouden zonder na- deelige gevolgen daarna te ondervinden. Maar geen zacht woord, geen streng verwyt ook hielp. Wim was nog slechts een schim van wat hij geweest was. De zware koortsen hadden hem vermagerd tot een geraamte en hy was zoo verzwakt, dat hij niet meer in staat was een hand op te heffen. Het was aandoenlijk om te zien, wat er was overgebleven van den eens zoo sterken man. De dokter kon een traan niet weerhouden en beet op de lippen in machteloosheid als hij zag, dat ook hier de wetenschap te kort schoot. Hoe gaarne had hij dit leven willen redden om daarmede ook de wanhoop te we ren uit dit gezin. Doch zonder te kunnen ingrypen moest hy toezien, dat het leven langzaam wegebde uit dit uitgeputte lichaam. Geen middelen, geen kunst baatte hier meer. Eindelijk minderde de koorts, maar de dokter, die den patiënt nauwlettend gadesloeg en voortdurend zyn polsslag controleerde, wist dat dit het begin van het einde was. De zieke werd heel rustig en sluimerde in. Met een zucht van verlichting zette Jo zich neer by het bed, maar als ze het verwrongen gezicht van den dokter gezien had toen hij het huis verliet, had ze reeds geweten wat haar te wachten stond. Wim had eenige uren geslapen toen hy de oogen weer opsloeg en met tameiyk helderen blik de kamer inkeek. Zij vrouw zat nog aan zyn bed, maar zy had de armen op den bedrand gelegd en was met het hoofd daarop in slaap gevallen. Door overmatige inspanning der laatste dagen had ze geen weerstand meer kunnen bieden aan de verleiding om heel eventjes maar het moede hoofd te laten rusten, een oogen blikje slechts de oogen te sluiten. Doch de natuur eischte haar rechten en tegen haar wil viel ze in slaap. Wim voelde dat zyn krachten totaal uit geput waren en dat zyn einde naderde. Een traan welde op in zyn oogen toen hy zijn vrouw zag zitten, door vermoeidheid in geslapen. Moest dit nu het einde zyn? Moest hy vrouw en kind alleen achterlaten, nu, nu hij zyn pensioen verdiend had en hy eindelijk rustig thuis kon biyven om met hen samen te genieten van het gezinsleven, dat hij zoolang had moeten ontberen. Zouden dan al die mooie luchtkasteelen, dit ze gebouwd hadden ineenstorten, al die heeriyke toekomstplannen op niets uttloopen? Met teederen )llv vol eindelooze droefheid, keek hy naar zyn lieveling, die daar zoo rustig sliep, nog onbewust van de snel na derende scheiding. Met inspanning van alle krachten hief hy zyn arm op en streek zacht met de hand over het haar van zyn vrouw. Door die beweging werd zy wakker en keek ze met verschrikten blik op om hem da- deiyk toe te lachen. Maar het werd haar wee om het hart toen zij de tranen in zijn oogen zag en plotseling begreep zy. „Liefste, wat is er?" vroeg ze met een snik. Zy boog zich naar hem toe om het ant woord te kunnen hooren, doch wel zacht, maar toch verwonderiyk helder klonk zyn stem toen hy zei: „Lieveling, ikga sterven." „Och, toe, Wim, liefste zeg dat toch niet," snikte ze. „Je wordt weer beter, lieve man. De koorts is weg enHaar stem brak toen ze het treurige glimlachje om zyn mond zag, dat haar woorden logenstrafte en met een wanhopig gebaar verborg ze haar ge zicht in zyn kussen. Een poosje liet hy haar begaan, terwyi hy weer heur haar streelde. Toen ze weer opkeek, vroeg hy: „Wil je nuonzen jongen halen?" Zy ging naar de woonkamer, waar haar moeder bezig was den jongen uit te kleeden en bracht het kind by zyn vader. Het ventje begreep er niets van en keek schuw naar den stillen, bleeken man. „Geef pappa maar een kusje," zei Jo. De kleine sloeg de mollige armpjes om zyn hals en kustte hem herhaalde malen zooals hij altyd deed als hy naar bed moest. Toen Jo zag, dat het haar man teveel over stuur maakte, haalde zy hem weg en de jon gen, die dacht dat hy nu naar bed werd ge bracht, keek over haar schouder heen naar zijn vader en riep, terwyl hy met een handje zwaaide: „Goedennacht j.<,pa!" By dit woord barstte Jo opeens uit in krampachtig huilen en byna had ze het kind laten vallen, maar haar moeder greep hem nog juist bytyds en bracht hem naar boven. Nu kwamen op zyn verzoek ook de beide oudjes by het ziekbed om afscheid te nemen. Geen van belden was in staat te spreken. Schreiend reikten ze hem de hand en de oude vrouw drukte een kus op zyn voor hoofd. Toen vroeg Vv'im: „Wilt u haar helpenhet verlies te dragen?" Belden knikten bevestigend, want hun keel leek wel toegeschroefd en zij konden geen enkel woord uitbreng Slot volgt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1