Iets over vogelwachten. PAG. 6 ZATERDAG IK NQVE^bER iq3C:- Beste jongens en meisjes. Er heeft een misverstand plaats gehad. Jullie hebt me deze week zo goed als niet geschreven en dat mocht wel, terwijl jullie natuurlijk gemeend hebben dat het niet mocht, maar enfin, ik ben er blij om, nu kan ik rustig de briefjes beantwoorden die binnengekomen zijn en volgende week mogen dan m'n Helderse vriendjes en vriendinnetjes en die van de omgeving en die uit het binnenland en buitenland me weer schrijven. Kom, laat ik ook maar eens opscheppen, er zijn toch immers heus vriendinnetjes in Amsterdam, in Rotter dam, in Amerika en in Indië, die me zo nu en dan wat van zich laten horen. Ik behoef je niet te vertellen dat ik dat „reuze leuk" vind. Wat komen we nu al weer fijn dicht bij Sint Nicolaas, hé? Je ziet de goeie Sint alweer overal op boeken en platen in de étalagekasten hangen en je ruikt alweer de speculaas en taai taai, die straks in onze magen zal verhuizen. Hè, dat wordt een fijne tijd. Iedere avond zingt m'n drie tal nu voor de haard. Jaap brengt er nog niet veel van terecht, omdat hij vreeselijk krom praat, waar we natuurlijk vaak erg veel plezier om hebben, maar hij zet liefst alle twee z'n schoenen neer. Van de week voor het eerst lag er wat in, dat gaf me een vreugde. Als een Indiaan stond Tjip te dansen voor de haard en hij riep: „Mor genochtend weer Sinterklaas!" Maar de volgende morgen lag er een brief dat hij vlugger moest eten en. sneller z'n speelgoed opbergen en gehoorzamer zijn. En dat alles stond hem eigenlijk niets aan, maar het resultaat was toch dat z'n drie boter hammen in twintig minuten naar z'n maag verhuisd waren en z'n schoenen zo aan z'n voeten zaten. Ja, die Sint heeft geluk kig veel goede invloed. Op jullie ook Wat ben ik op m'n praatstoel, hé? Dat komt natuurlijk omdat er niet zo veel briefjes zijn, maar kom, laat ik toch niet te lang babbelen, want anders verpraat ik m'n tijd en zou ik niet toekomen aan de beantwoording van die paar briefjes. Het boek is deze week gewonnen door: ANNIE SCHAAP, De Ruyterstraat 19 Vergeet mij niet. Dat vind ik gezellig, Vergeet mij niet, dat je niettegenstaande je 15 jaren (of 16?), toch nog mee blijft doen, dat je „nog niet kunt scheiden van 't Juttertje", zoals je me schreef. Je doet je naam eer aan, hoor. Je hebt ook nog prettige herinneringen, hé, aan de Texel- sche kampeertijd, en aan de kindermid dagen, die je vorig jaar hebt meegemaakt. Je komt natuurlijk over tien dagen ook in Casino? Fijn dat je vader een prijs ge wonnen had met de winkelweek, hé? Nu, tot ziens, en „Vergeet mij niet". Sientje Nieuwdorp. Dat wordt vanmiddag geloof ik een correspondentie met oude vriendinnetjes, Sientje. Eerst „Vergeet mij niet" en nu jij. Van jou heb ik ook in een tijd niets gehoord, maar dat komt door de drukte op de Vakschool, door de speeltuin, en door zoveel andere dingen meer, die allemaal wat van je vrije tijd afplukken. En dan blijft er natuurlijk niets voor mij over, dat begrijp ik en tóch, ook jij bent de Heldersche Courant niet vergeten, want in jouw bovenkamertje liggen dezelfde herinneringen bewaard als in dat van „Vergeet mij niet". Kampeertocht en kin dermiddagen! Natuurlijk hoor ik later weer eens wat van je, hè? Jansje tap, den Hoorn (X.) Voor dat leuke rjjm wat je me zond zend ik je van daag een verrassing, Jansje. Dat is een beloning waard. Ik zs het bewaren en in- plaats van in de Kinderrubriek, opnemen onder „Stadsnieuws", omdat het zo'n aar dige reek me is. Coba de Langen en haar zuster Jo- pie, Breezand. Je wilde graag weten wie ik was, hè, Coba, nu ik veronderstel dai je voor mij de minder vriendelijke kwalificatie gebruikt hebt van „die dikke man met die bril", tenminste een bril draag ik en je kan me ook niet direct door een lampeglas halen, al ben ik nu toch ook heus weer geen tonnetje rond. Waarom ben je niet eens i en achter het tondel gekomen om kennis te maken? Dat had ik leuk ge vonden. Het doe; me genoegen dat je zoveel plezier gehad heDt. Je brief was groot, maar ook netjes, hoor, zeer netjes zelfs. Nu, Coba, tot een volgende kindermiddag. Of ben je dan te groot? Vroni Bos, Eierland (T.). De vorige week heb ik jouw briefje niet kunnen be antwoorden, Vroni, omdat ik het Zaterdag morgen pas ontving. Je wil er in het ver volg wel om denken dat de oplossingen van de raadsels en de triefjes vöor Don derdagmorgen op kan oor moeten zijn. Zie je zo naar j<. verjaardag uit? Jij bent in dezelfde maand jarig als ik. Leuk hè? Fransje v. Engel. Ja, dat tweede raad sel van de vorige week was een echt raad sel, hè, een raa/'sei waarbij je diepe rim pels in je voorhoofd meest trekken en waarbij je hele geestelijke machinetje daarboven in werking moest worden ge steld Toch waren er nog meer dan 30 die het goed hadden. Wat zijn er nog een massa knappe kinderen op de wereld, hè, en... vaders natuurlijk. Piet Dienaar. Dat was me even een cadeau op je tiende verjaardag, Piet. Een fiets, dat -iad je denk ik niet durven dro men. Ik kreeg m'n eerste fiets geloof ik toen ik zestien of ze< en tien was en toen was ik er de wereld te rijk mee. Vergeet je je leeftijd en adres niet ie vermelden? Boterbloempje. Natuurlijk, dat is de oorzaak geweest dat jij vorige week niet bfj de goede oplossers stond, als je naam niet onder je briefje staat, kan ik niet weten dat het van jou is, want in de koffie dik lezen doe ik niet, hoor. Dus niet meer vergeten. Antje MeeUs. Is het schoolfeest ach ter de rug, Antje En nu Woensdag over een week naar onze Kindermiddag. Ik ver zeker je dat je plezier zult hebben, want het is behalve een aardig, ook een lach- programma dat we dit jaar hebben. Ont houd het, 27 November, 's middags twee uur. Nelie Out. Leuk, dat je me toch een briefje schrijft, Nelie, terwijl je je raadsels niet in kon zenden, vanwege dat lastige tweede. Vandaag zijn ze gemakkelijker, hoor. Zie maar. Catrien Rijkes. Wat een familie van je zat er in de zaal in Breezand, Catrien, je broertjes, en je nichtjes en je neefjes. Daardoor was de middag voor jou natuur lijk al veel feestelijker. Op Wieringen was het ook gezellig, hè? Loesje Flotat. Goed, Loesje, geef me de vijf, je bent even hartelijk welkom als al die andere tachtig en de hele massa die nog volgen zal. Puzzle maar trouw, je kans voor het winnen van een boek is even groot als voor alle andere vriendjes en vriendinnetjes. Zilverschoon. Ja, alle bloemen vind ik leuk, zilverschoon, dus ook de jouwe. Ik houd van bloemen en jij natuurlijk ook, en straks als de lente komt kunnen we weer genieten van al het moois dat de natuur ons biedt, 't Gaat gauw genoeg, zo'n paar maandjes. Je zal zien, voor je je er bewust van bent, koestert de zon je weer. Tin! Bakker. Goed, Tini, help jij je zusje maar hoor, dat vind ik heel goed. Broertjes en zusjes zijn er toch om elkaar te helpen? Nu, jongens en meisjes, alle briefjes zijn beantwoord, 't is nog een heel verhaal ge worden, tot ziens, hoor. Volgende week mo gen jullie me allemaal weer schrijven. Waar waren van de week m'n vriendjes en vriendinnetjes van De Waal? Kindervriend. Hoe weten de mensen waarheen de trekvogels vliegen? Een aluminium ringetje geeft de oplossing door Mevr. M. Jansenv. Deventer. Ja, dat weten jullie natuurlijk best, dat in de herfst de „trekvogels" naar het Zuiden vliegen, is het niet zo? Dat leer je op school. En zelfs weet je, waarheen die vogels trekken. Maar weet je, dat de mensen dat vroe ger niet wisten Ze zp 1 dan wel, dat een heleboel vogels weto -rokken, maar waarheen ze gingen, dat was een groot raadsel. Nu vraag je zeker: hoe komt het dat ze het dan nü wel weten? Dat zal ik je vertellen. Het komt, omdat er mensen zijn ge weest, en nóg zijn, die er belang in stel den, om hef te weten te komen. En die daarvoor alle moeite deden. Zo ontstonden de „vogel-wachten". Als je even doorleest, zul je dit woord beter begrijpen. Wij hebben verscheidene van zulke vo gelwachten. Onder andere op Texel. Maar er zijn er natuurlijk ook in an dere landen. Want niet alleen de Holland- sche trekvogels trekken naar het Zuiden. Denk eens even aan de vogels in Zweden en Noorwegen. Wat zouden die niet een kou lijden, wanneer ze in de winter daar moesten blijven! Om te bevriezen ge woonweg! Zij trekken ook weg, naar het Zuiden. Later moet je het boek van Selma Lager- löf maar eens lezen: „Niels Holgerson's wonderbare reis". Daarin komen ook zulke trekkende vogels voor. De vogels uit het Noorden vliegen dan over Middel-Europa naar het Zuiden. Een van de bekendste vogelwachten is „Rossiten". Dat is een klein dorpje aan het Kurische Haff. Daar komen elk jaar de trekvogels uit Zweden en Noorwegen. Die wachten dan dSAr op de vogels uit Denemarken. Ze hebben allemaal hetzelfde doel: Afrika en warmte! Soms zijn er wel 10.000, ja, wel 20,000. De lucht ziet dan helemaal grijs van de vogels. Kunnen jullie je dat voorstellen? Eens werden er 20,000 vinken geteld en 30,000 lijsters. Alles wat naar het Zui den trekt, komt hierheen, gedreven door iets, dat hun het eigen land doet ver laten. Zwaluwen, leeuweriken, merels, vin ken, spreeuwen, ooievaars, eenden, ganzen, kraaien en valken kun je hier vtn<jei1 je moet niet denken, dat roofvogel, valken, de andere vogels kwaaddoen Ja, anders wel, maar zodra ze a]le naar het Zuiden gaan, gedragen keurig netjes! Maar hoe weten de mensen nu, vogels naar het Zuiden trekken, Wa»" heen? Kijk, een paar vogels van elke sooi die trekken, worden gevangen. Dan k gen zij een héél dun alluminium ring.? om hun poot, dat zo licht is, dat ?e J! niets van merken. Op die ring staat nummer en de datum waarop ztj gev^n gen zijn. Honderden en duizenden trekvogel, k men op hun terugreis in het weer over Rossitten. Maar heel men er ook niet terug. Of ze Vo°rjaar veel ko. - sterven 0f ze worden ziek. Het kan ook dat ze ae geschoten worden of uit de koers eerai/ koers - ui hajider van mensen, die de ring natuurlijk zjea geschoten woruen ui uil ae Koers gerak In ieder geval komen ze wel in ha natuurlijk io d« „af- Als ze tenminste een ring hebben, want zoals ik daarnet zei, worden er maa enkele gevangen. Het zou niet te does zijn, om ze allemaal te „beringen", g. de mensen, die zo'n beringde vogel handen krijgen, sturen die naar zender" terug. Zo werden er ook veel ringen Ujt Afrika gestuurd. Natuurlijk, want d&r. heen trekken de meeste vogels. En niet alleen uit Egypte komen de ringen, maar ook uit het Westen en uit Kaapland- Zó komen we te weten, waarheen vogels uit het Noorden en ook uit 0Bi land, trekken! Zelfs komen er ringen uit Azië, uit 6. dië, ja, zelfs uit Australië! Maar dat na tuurlijk maar heel zelden. Zó ver vliegen ze dus en toch weten ze hun vaderland altijd weer te vinden! MANNEN MET BAARDEN BEETGENOMEN. Dat kinderen wel eens beetgenomen wor den, hebben jullie zelf zeker wel eens on dervonden, maar dat grote mensen en nog wel mannen met baarde.- de vorige week lelijk voor den gek gehouden werden, nee, dat zullen jullie haast niet willen gelovet Als je toen tegen zeven uur in Charleroi (in België aan de Sambre, een zijrivier vu de Maas) een bepaald café was binnet- gestapt, dan had je daar een massa ma; nen met lange baadden aangetroffen. Dezen schenen elkaar niet te kennen, doch allen b.eken op iemand te wachten. Eerst na geruime tijd begrepen de be zoekers, dat ze gefopt waren. Uit hun ge sprekken bleek namelijk tenslotte, dat st allen een brie. hadaen ontvangen, van een zekeren Lefaune, die hun geschreven in het caj.é te komen, waar hij hun let zeer belangrijks had mede te delen. Eindelijk kwam iemand binnen, die dto: Lefaune gestuurd was, en deze hield e toespraak tot de mannen, waarin hij een bepaald middel aanbeval om hunb&' den goed te kunnen onderhouden. Je kunt begrijpen, dat men te ClttdW- de eerste dagen geen man met een b®:- kon zien, of de man begon te glimlach®

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 14