POPULAIR BIJVOEGSEL VAN DE HELDERSCHE COURANT Wordt de aardbol te klein? ZATERDAG 16 NOVEMBER 1935 AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN 135 Italianen op één vierkante kilometer! Japan zoekt een kolonie met gunstig klimaat. Engeland houdt zich bezig met het vraagstuk der kolonisatie. VOOR DE door F. BAXTER. In de 19e eeuw nebben de groote Euro- peesche volken door de ontsluiting der wereld eenige groote „erfenissen" gewon nen; deze zijn thans overal ernstig in gevaar gekomen en diepgrijpende veran deringen overstelpen de wereld. Bij dezen stand van zaken gaat het om erfgenamen, die alles bezitten en... ont erfden. Zeker beschikken de kolonie- landen tegenover de onterfden ook over een groot deel der 'kapitalen, welke tot kolonisatie noodig zijn, doch deze laatste beschikken over een plus aan menschen- krachten, welke waardevoller is dan ka pitalen. Gelooven de erfgenamen hun be zit tegen de aanstormende kracht alleen te kiinnen houden? Dat is slechts bij ge- noegzamen arbeid mogelijk en deze zet de Europeesche oplossing van de koloni satie-problemen voorop De Italiaansch-Abéssijnsehe strijd, die hoewel niet onverwacht, toch met een zekere verrassing is losgebroken, heeft een Amerikaanschen wortel. Italië telt op 310.000 km2 42 millioen inwoners; dat is 135 menschen op één km2 en daarom is Italië het dichtst bevolkte land van Europa gebleken. Gemeten naar de ge schiktheid des bodems, mag Italië zelfs de- dichtsbevolkte onder de grootste sta- tëir "worden gënSëmdT D'e ~~öwfbëvollung vond vóór den oorlog haar uitweg' in een levendige emigratie. Tusschen 1904 en 1914 verlieten ieder jaar 600.000 Italianen hun vaderland en rond 500.000 keerden er met hun gezinnen terug. In 1931 telde men nog 9.2 millioen Italianen buiten het Italiaansch koninkrijk. De versperringstendenz van den na- oorlog heeft het .emigratieventil verstopt; vele landen, w.o. Amerika in 1925, namen stelling tegen immigratie van vreemde lingen. In 1914 bedroeg het in de Ver. Staten verblijvend aantal Italianen ruim 280.000, in 1921: 220.000 en in 1925... 6203. De emigratie-mogelijkheid naar andere landen bood geen schadevergoeding tegen het verlorene; ook andere regeeringen sloten hun deuren voor den vreemdeling. Zuid-Frankrijk en Tunis sloten zich prac- tisch af. De eigen Atrikaansche kolonie van Italië volgde het voorbeeld van het buitenland en wees ook daar vreemde lingen af. Deze vreemdelingenbeperking gaf aan 40.000 Italianen gelegenheid tot arbeid. - De altijd weer opnieuw begonnen on derhandelingen met Frankrijk, die op grond der oorlogsbesprekingen aandeel zou hebben in de Noord-Afrikaansche ko loniën, bleven succesloos. De bevolkings druk steeg onder deze succeslooze be moeiingen sedert het einde van den oor log tot rond 4.000.000 en ongeacht be moeiingen van Mussolini om een regene ratie van zijn volk zonk het geboorte cijfer van 29.7 per duizend in 19,25 op 23.5 in 1933. Doch niettegenstaande dit bedroeg de bevolkingsaanwas in het laatste jaar, tengevolge van het dalend sterftecijfer nog altijd ruim 400.000. De emigratie, de vroegere uitlaatklep van den overdruk, is in 1933 gezakt tot op 195.000 emigranten en 126.000 emi granten, die jaarlijks naar het vaderland terugkeeren. Uit dit feit verklaart zich de positie, waarin de wereld zich thans bevindt. Toen in Japan van dit jaar een over eenkomst met Frankrijk over de koloni satie tot stand kwam, wendde de Itali- aansche regeering zich met explosieach tig geweld tegen Abessinië. Niet eens het feit, dat men den strijd met millioenen oorlogszuchtige en vrijheidslievende Abes- sijnen moest aanvangen, hield den Duce terug van zijn voornemen. Wanneer Engeland thans in pijnlijke verrassing op de Italianen stuit, die aan den „luchtkoker" van zijn wereldrijk ver volgd, zich begint te roeren, dan kan hem de gedachte niet bespaard blijven,' dat het door een vernuftige oplossing van het kolonisatie-probleem de huidige zorg had kunnen vermijden. Het aantal der Europeesche overbevol king, zoo schrijft de „Times" maakt ons benauwd, tot stikkens toe; er dient iets te wórden gedaan! De Duitschers verwijzen naar Rusland met zijn 8.000.000 vierkante kilometer, of op den nabuur Polen met niet minder dan de halve bevolking op een slechts rond 300.000 km2 klein gebied. De Italianen zien naar Frankrijk, waar diezelfde bevolking op een tweemaal zoo groot gebied leeft en daarbij nog een reusachtig stuk grond aan koloniën heeft. Alle landen buigen zich over de grens lijnen der wereldkaart en verwonderen zich dat het Britsche Rijk met zijn 13 mill. vierkante mijlen en 55 mill. inwoners geen grootere aantrekkingskracht op de 45 millioen Engelanders heeft, van wie er meer dan 500 op één kwadraatmijl wo nen. Het empire-leger is een politiek pro bleem. Juist in Engeland moest het inzicht voor een spoedige oplossing van het over- bevolkingsvraagstuk in de kringen der Europeesche staten groeien. Want een zelfde gevaar als zich aan de Roode Zee voot het behoud der empire voordoet, sluipt over den Pacific. Het bericht, dat het Japansche geboortecijfer in 1934 het -laagste wassedert-1924, verandert niets aan het feit, dat de Japansche bevolking zich altijd nog met rond 800.000 jaarlijks vermeerdert en dat 170 Japanners op één vierkante kilometer wonen! In Mantsjoerije heeft Japan wel een grondstof basis, doch het bevolkingsaantal daar bedraagt slechts 1 daar het kli maat voor den Japanner in Mandsjoerije te ruw is. Japan dringt daarom naar het Zuiden, naar de Philippijnen en Austra lië, waar het klimaat gunstiger is en het schijnt, alsof de uitzetting in Oost-Azië niet met de Russen, doch met de Angel- saksers vervolgt. Doch ook hét Westen trekt den Japan ner aan en daarom is het van een des te grooter belang, dat Engeland als be langrijkste mogendheid onder de Euro peesche staten, den vrede zoekt. Een soortgelijk spreekwoord als „In troebel water is het goed visschen" zal ook Japan me; onbekend zijn! „Zou het niet verstandiger zijn," aldus Sir Edward Grigg, voormalig Gouverneur der kolonie Kenya, „Italië de vrijheid te laten, een conservatiever staat te wor den? Het ware daarom te wenschen, dat de Britten den Italianen minder op de vingers keken! Italië heeft nieuwe gebie den voor nieuwe geslachten noodig. Italië is in vredestijd een goed vriend, doch in oorlogstijd een gevaarlijk vijand. „Hoe komt Pietersen aan dat baantje van chef-verkooper?" .„Wel, hij heeft aan een dame uit een landhuisje twee stel traproeden weten te verkoopen." JAPANS UITVOER STIJGENDE. Verhoogde export Verlaagde import. Werden er in de maand September van het vorig jaar voor 171 millioen Yen aan goederen uit Japan vervoerd, gedurende de maand September van dit jaar bedroeg dit bedrag 236 millioen. Daar de invoer in dien zelfden tijd van 145 mill. Yen op 10 mill. Yen is gedaald, heeft het exportoverschot zich in genoemde maand van lu op 91 millioen verhoogd. Deze ontwikkeling is voor de Japansche buitenlandsche handels politiek van een buitengewoon groot be lang, want sinds lang is het Japan's stre ven geweest den nvoer zooveel mogelijk te drukken, doch den uitvoer steeds hoo- ger op te drijven. Indien deze ontwikke ling aanhoudt en de eerste tien dagen van October, die reeds op een uitvoerover- schot van 19 millioen Yen wijzen, schijnen dit te bewijzen dan is men in Japan van een onaangenam zorg bevrijd. Men vraagt echter zich af of de werke lijks verhooging van den algemeenen levens standaard, zooals zij zich in het verloop van de laatste 12 maanden heeft voorge daan, niet op de vermindering van den in voer door duurdere inheemscne producten is terug te voeren. Terwijl de groothan delsindex van 179 op 189 steeg, wijzen de kleinhandelprijzen zelfs een bijna 10-pro- centige stijging aan. Voor het overige is het twijfelachtig, of Japan bij zijn bekende grondstofbeperkt heid op den duur het thans verkleinende invoerniveau zal kunnen standhouden. De toename van den Japanschen warenafzet is in landen, welke nog niet zoo sterk ip eigen grondstofuitvoer bedacht zijn, zoo als in zekere gebieden van Afrika, door de algemeene invoerbeperking vooreerst nog niet bedreigd. Het tegendeel is echter in Centraal- en Zuid-Amerika het geval, waar Japan tengevolge van zijn geringen invoer uit deze gebieden en ook tengevol ge van de slechte kwaliteit van verschei- denen zijner uitvoerproducten in menige plaats zijn warenverkoop reeds den bodem indrukte. In Chili b.v. konden zelfs Duit- sche producten met hoogere prijzen de Ja pansche goederen verdringen. Hierbij gaat het vooral om het cement, waar in Ame rika in het laatste jaar meer vraag naar is dan het cement van Japansch fabrikaat. „Hoe gaat het met je?" „Weer onder dokters handen, ditmaal voor mijn hersens „Vindt jij het verstandig voor elk wis sewasje den dokter te halen?" VERANTWOORDELIJKHEID, Er is een tijd uit de historie van het Romeinsche rijk, welke wel eens betiteld is met den naam: de tijd der Cesarenwaanzin. Het was de tijd, toen ae Romeinsche keizers door den waanzin gegrepen waren en de meest verschrikkelijke dingen heb ben uitgehaald. Men is geneigd, dit te rekenen tot iets, wat voorbij is. Iet. wat uit ónzen tijd is, doch vergeet dan, dat deze cesaren-waan zin nog bij lange na niet verdwenen is en eigenlijk in het klein misschien wel in de meeste menschenharten aanwezig is. Men lette maar eens op, hoeveel men schen het hoofd kwijt raken en ook, wat erger is, het geweten, zoodra ze gaan voe len, dat ze, 't zij meer of weinig persoon lijken invloed vermogen te oefenen op an deren. We treffen het in vele beroepen aan, m het militaire dienstverband, op school onbegrijpelijk, maar ook hiér, op kan toor en in het huisgezin. Talrijk zijn de gevallen, waarin jonge mannen, onschul dige en goedaardige naturen, gewoonweg een geheelen ommekeer maken, wanneer hun persoonlijke macht over anderen wordt toegekend. We kennen ze wel uit onze eigen omgeving, waarvan gezegd wordt, dat „de broodkruimels gaan steken". Maar het behoeft niet altijd machts misbruik te zijn, zooals wij gewoonlijk uit verstaan 'oii maatschappelijke ambten enz. Het kan ook zijn, dat een jongen plot seling ontdekt, dat hij invloed op meis jes kan uitoefenen, door zijn omgang, voor komen, positie, schoonen lichaamsvorm, of iets dergelijks. Verschillende schrijvers, o.a. Dostojewski, hebben ons dergelijke staaltjes verteld, waarbij bleek, hoe zoo'n jongen niet alleen zijn hoofd verloor, doch ook zijn geweten. De ontbindende invloed van dit alles is ont zettend op het karakter. Het komt ook voor bij meisjes, die op eens bemerken, dat zij met jongens z.g. „spelen" kunnen. Welk een vervelende, on uitstaanbare en later ook voor zich zelf ongelukkige karakters dit worden, heeft men meermalen opgemerkt. Voor vele jonge meisjes is lichamelijke bekoring, welke zij bezaten, een vloek geworden! Want na een eindeloos spel, kwam op eens het moment, dat er niet meer te spe len viel. Men was uitgespeeld en bleef diep ongelukkig achter met een ongelukkig karakter, humeurig en achterdochtig en andere minder goede menschelijke eigen schappen. Het leed, dat alzoo op de wereld berok kend wordt, had bespaard kunnen blijven, indien er slechts verantwoordelijkheidsge voel had bestaan bij deze menschen. En daarom is het een der gewichtigste problemen in de opvoeding onzer kinderen, dit gevoel aan te Kweeken. Het is inder daad een probleem, want voor vele ouders en opvoeders schijnt het wel tot het on mogelijke te behooren, het kind dit gevoel zooveel mogelijk bij te brengen. De grootste fout zit 'm dan vaak brj deze opvoeders zelf, die zich ten opzichte hunnei kinderen soms, en hunner mede- menschen doorgaans, zeer onvertantwoor- delijk gedragen. En zooals men anderen wenscht, moge men allereerst zelf zijn. Wie tegenover zijn mede menschen, zjjn collega's waarmee hij werkt, zich door loopend op onverantwoordelijke wjjze ge draagt, misbruik maakt van zjjn positie en macht, van zijn aangeboren talenten, schoonheid of wat ook, kan nooit jonge menschen verantwoordelijkheidsbesef aan brengen. En een ieder, die met jonge menschen om moet gaan, moge zich hiervan wel ern stig bewust zijn. Eigenlijk moeten wjj vol wassenen allen, zonder uitzondering onze verantwoordelijkheid beseffen. We leven te midden van een worstelende jeugd, die naast de moeilijkheden in verband met den leeftijd, ook nog te strijden hebben met den deprimeerenden invloed van dezen tijd. Laten wij dezen strijd verlichten en voor al, laten wjj het goede voorbeeld geven! KIND EN KRANT. Volgende week zullen we nog een schrij ven opnemen van een onzer lezers, die reeds de dertig gepasseerd is en op heven- staande vraag antwoord gaf.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 9