Het reddende woord
ma
PAG. 2
ZATERDAG 7 DECEMBER 1935
T JUTTERTJE
TOB NOOIT HOEKJE
Jkmm
dat ió ikke
Populaire Rubriek
V an een eerzuchtigen jongenkoopman en
een buitengewone secretaresse,
door:
ELLEN VRIES
zijn met een omhulsel uit zink bekleed. De
deelnemers aan deze optocht mogen hun
fakkel behouden.
Alle deelnemende landen zullen bij dezen
grootschen optocht vertegenwoordigd zijn.
Deze landen zijn: Griekenland, Bulgarije,
Yougo-Slaviè, Hongarije, Oostenrijk,
Tsjecho-Slowakije, Polen, Zweden, Noor
wegen, enz. enz. Ook Nederland blijft niet
achter.
MAAKT UW LEVEN VEELZIJDIG.
De invloed der oogen.
Wij kijken altijd naar de oogen van de
gene, met wie wij spreken.
Wanneer een spreker zijn auditorium niet
aankijkt, maar vaag voor zich uitstaart,
zal hij gauw een gedeelte van de aandacht
verliezen.
De menschen zullen zich vrij gevoelen
om een geeuw te smoi-en, op gedempte toon
met elkaar te praten, ornaat ze niet langer
voeler dat net woord tot hen gericht
wordt. In het dagelijkech leven is de invloed
der oogen zelfs nog grooter. Een z(jdeling-
sche of ontwijkende blik doet onaange
naam aan. Gewen u daarom aan, om een
ieder met wie u spreekt recht in de oogen
te zien. Ons uiterlijK en onze manieren
zijn middelen waardoor de innerlijke
mensch zich aar anderen tracht bekend
te maken. Voor beschaving is noodig,
dat men althans eenig begrip heeft van
Verschillende dingen, die met elkaar niets
te maken hebben.
Het is moge'ijk, om van dingen kennis
te nemen, die niets met uw werkkring of
met uw speciale stuc.i te maken hebben.
Er intrinsiek ve1 .tand an hebben, is nog
niet noodig, /él: een open oog en belang
stelling. Planten n oloemen zijn er voor
iedereen, die er naar wil kijken.
Hetzelfae re'dt voor schilderijen en
standbeelden. Tegenwoordig staan er zoo
veel wegen open, om kunstwerken te
bezichtigen, zonder dat het iets kost, dat
niemand zich kan verontschuldigen met
te zeggen: „daar heb ik geen geld voor".
Het zien van een waarachtig kunstwerk
is altijd vereffend. Dit verheft ons voor
een oogenblik boven stoffelijke dingen,
het verfijnt onze smaak ei verschaft ons
een ondéiwerp van conversatie dat heel
wat interessanter en beter is dan het
spreken over andere menschen. Gevoel
voor kunst kan aangekw kt, kan ont
wikkeld worden, maai iets ervan moet in
de kern aanwezig zijn.
Begrip var. ku rst en belangstelling
ervoor zijn evenzeer een deel van uw
persoonlijkheid als dat voedsel een onmis
bare levensvoorwaarde voor uw lichaam
is.
Alle uitingen van persoonlijkheid,
houding, spraak, oogopslag zijn manifes
taties van het innerlijk karakter en ka
raktertrekker zooals oprechtheid, be
scheidenheid, doelbewustheid, zijn van
groot belang, maar net groote punt is,
dat de bewuste poging om van die eigen
schappen blijk ce geven, deze als karak
tertrekken opbouwen.
Wanneer men een hoogst onbehouwen
mensch ertoe kan brengen om zich toe te
leggen op beschaafd spreken, op een cor
recte lichaamshouding en op aangename
omgangsvormen, zal zgn persoonlijkheid
zich gunstig ontwikkelen, en dat wel bin
nen korten tijd.
Versmaadt de kunst niet als middel, om
Uw beschaving op hooger peil te brengen.
Er is helaas dikwijls zooveel leelijks en
banaals in het gewone leven van iederen
dag, dat het een verademing is voor het
betere in ons, wanneer wij eens van gan-
scher harte kunnen bewonderen.
Waartoe gevoelt U zich het meest aan
getrokken, tot schilderkunst, beeldhouw
werken, muziek, litteratuur? Zoekt eens
wat nader contact met serieuze prestaties
op het gebied, dat u het meeste aantrekt
Laat Uw smaak niet bederven door goed-
koope ersatz. Hebt respect voor Uw smaak,
en geniet van het beste wat groote kun
stenaars voor ons gegeven hebben.
Dit verzoent U met de kleine banalitei
ten van elke dag, en brengt de poëzie te
rug in Uw leven. Ook voor U zjjn er schep
pingen van genieën, op allerlei gebied.
Dr. Jos de Cock.
Is dat even een beweging geweest. Eerst
brand op de Spoorgracht en toen weer m-
eenen bij Van Willigen en dat nou net, nu
ze daar pas zoo'n mooi Feest hebben ge
vierd en met die opening van dat nieuwe
gedeelte.
En dat dat nou ook net voor St. Nico-
laas moet gebeuren, want nou ebben ze
natuurlijk lang zooveel niet kenne verkoo-
pen en het is nou ook erg dat er weer
zooveel menschen een tijdje werrekeloos
worden en nou net in den Winter, hè? Zoo
zie je alweer dat je eigenlijk 's morgens te
voren nooit weet wat er gebeuren gaat...
Nou met ons thuis is het ook een be
weging geweest met St. Nicolaas want
zwarte Piet had een boodschap gestuurd
dat ie niet komen kon omdat ie het zoo
druk had nou, en om nou toch maar een
beetje lol te maken heb ik voor zwarte
Piet gespeeld ca bij vergissing de heele
spiegel aan gruzelementen gegooid met
een sinaasappel die ik ook mee strooien
moes en m'n zwager U weet wel waar ik
al eens meer over verteld heb, nou die heb
nou een blauw oog en as ik niet, doordat
ik de spiegel kapot gegooid had, zachter
had moeten gaan gooien, dan had ik, dan
had ik vast door z'n oog heengegpoid want
ie heb er ook een sinaasappel In gekregen.
Wat een sufiert, hè, om nou net met z'n
oog voor die sinaasappel te gaan staan,
maar afijn het is nou eenmaal gebeurd en
ik heb toch een paar fijne schaatsen ge
kregen en omdat er nou toch lang niet
zooveel ijs meer is als vroeger, daarom
heb ik nou rolschaatsen gekregen en komp
er nou toch ijs dan gaan ik maar met m'n
rolschaatsen op het ijs, dan ben ik toch
ook aan 't schaatsen.
Nou ik heb ook een groote strop gehad
want ik had immers zoo'n fijne bokking,
die al aan het stinken was in een pakkie
gemaakt voor m'n vader als surprise, nou
en dat heb de poes nou opgegeten Want die
het zeker gerüikt, ie heb het papiertje
deraf gekrabbeld en toen die bokkihg op
gegeten en ik geloof ook dat augurkie en
die lolly die in die bokking zaten, want ik
heb d'r nik' van terug gevonden en de
ppes was de laatste dagen heelemaal niet
erg lekker.
En nou dan weer een paar weken en
dan hebben we weer lekker vacantie, en
van appeiebollen en meer van dat lekkers
dat is weer fijn, dan kbmp de tijd weer
en als het weer zooVei is dan zeg ik d'r
natuurlijk ook Weer wat ov< r, maar nou
hou ik dan maar op want m'n b.Ieffie is
al weer vol.
Daaaaaaaaaag
HOE OUD ZIJN DJi VIJF OLYMPISCHE
HINGEN.
Het zinnebeeld der vjjf ver-
eenigde continenten.
De Olympische vla^ met het symbool
der vijf ringen is nie zoo oud als men
wellicht zou Jénaen. Toen in 1912 te
Stockholm de Jlympiade plaats had, be
stond zij nog niet. Pas in 19M heeft Ba-
„Wat ben je toch een dwaas cm Smith
iedereen weet dat hij er met je vrouw
van door wil gaan vijftig gulden te
leenen."
„Juist aaarom leende ik 'm de 50 pop."
ron de Coubertin het bekende symbool
de in elkaar gijpende uigen, welke in
de kleuren, blauw, zwart, geel, ;roen en
rood op een witten achtergrond staan,
ontworpen. Zij zijn, zooals bekend, het
zinnebeeld der vijf, doar de Olympische ge
dachte vereenigde continenten. De kleu
ren heben echter niet- te maken met de
werelddeelen in dien zin, dat de zwarte
ring het symbool van Afrika en de gele
die van Azië zöu zijn. De vijf kleüren zijn
gekozen, omdat daaruit de nationale vlag
gen van alle landen kunnen worden sa
mengesteld.
„De auto's raken technisch geperfec-
tionneerd."
„Hoe dat zoo?"
„Zij zullen weldra net zoo lang mee
gaan als de afbetalingstermijn, die er op
zit."
DE SPORT DER ANTIEKEN.
Archeologische sportentoonstel-
ling te Berljjn.
Ter gelegenheid van de Olympische Spe
len zal het Organisatie-Comité voor de Xle
Olympiade onder den naam „Sport der
Hellenen" een archeologische sportten-
toonstelling organiseeren. De directie der
staatsmusea zal haar medewerking ver-
leenen en de zalen van het „Duitsche
Museum" op het z.g. Museumeiland te
Berlijn ter beschikking stellen.
De expositie zal met behulp yan be
waard gebleven beeldhouwwerken en co-
pieën den bezoekers een beeld geven van
de Helleensche sport tijdens haar bloei
periode, dus uit de jaren tusschen het
midden der 6e e/ het midden der 3e eeuw
v. Chr. Zij zal een dubbele taak te vervul
len hebben: een artistieke en een sport
historische. Zij zal er een voorstelling van
geven, hoe de Helleensche gymnastiek
niet alleen motieven voor den eeredienst
heeft opgeleverd, doch ook de voornaamste
bron is geweest, waaruit de Grieksche
kunst haar scheppende kracht heeft geput
en den bodem heeft gevormd voor een
wereld van onvergankelijke schoonheid.
Bovendien zal zij er naar streven, het
wezen, de vormen en de techniek van de
antieke sport voor het tegenwoordig ge
slacht duidelijk en levendig te maken.
.(Slot.)
Haje hief 't hoofd op. Het leek, of hg iets
wilde zeggen maar hij zweeg toch Hij druk
te op de bel, en boog nog eens het hoofd
ten afscheid. Peter van Rothe ging langs
de secretaresse, zonder haar te zien. Hij
was verschrikkelijk opgewonden.
Direct zou hij nu naar den concurrent
gaan.
Maar toen hij een uur later daar van
daan kwam, was hij wéér een teleurstelling
rijker. De firma, die hem dezen zomer zoo
graag had willen hebben, kpn hem niet
meer gebruiken.
De volgende weken was Peter veel thuis.
Hk schreef den eenen sollicitatiebrief na
den anderen, maar op allen kreeg hij nul
op request. En langzamerhand werd het
hem bang te moede. Zijn spaarduitjes
raakten op. Weldra zou hg geen huur
meer kunnen betalen, en het nieuwe pak,
dat hij had willen laten maken, was on
mogelijk geworden.
Zelfs op de kleinste kleinigheden moest
hij bezuinigen.
Op een dag kreeg hij een brief van een
vriend, die hem wilde komen opzoeken,
omdat hij misschien een betrekking voor
hem wist.
Ach, en het w&3 prettig om eens met
iemand te praten over je moeilijkheden!
„Je hebt reuze dom gehandeld," vond
Rolf, toen Peter alles verteld had. „En ik
heb van Hajo's secretaresse gehoord, dat
hg het zelf maar niet kon begrijpen dat je
ging!"
„Jufrouw Albrecht? Hoe ken jij die?"
Dat interesseerde Peter toch nog!
„Ze is een vriendin van mijn zuster. De
meisjes willen vanavond ook hier komen,
en op het meer varen."
Laat mg dan thuis. Ik heb geen zin om
er iets over te hooren," zei Peter.
„Het wordt hoog tgd dat je weer eens
onder de menschen komt," lachte Rolf.
„Nee kerel, je gaat mee."
Zoo kwam het, dat Peter en Rolf de
beide meisjes van het station haalden, sa
men ergens aten en 's avonds met hen op
het meer roeiden. Hoe het kwam wist Pe
ter niet, maar opeens spraken ze weer over
het geval, zijn geval.
„Hajo vond het heel vervelend, dat U
opeens wegging," zei Ruth Albrecht. „Hij
zei dat hij groote verwachtingen 'omtrent u
koesterde, omdat u al twee maal zulke bui
tengewoon goede Verbeteringen had voor
gesteld. Maar toen u hier buiten ging wo
nen, leek het wel of uw belangstelling op
eens weg was."
Peter keek haar een oogenblik zwijgend
aan. Het was waar wat ze zei. Hij had veel
van zijn belangstelling verloren.
En vandaag nog had h(j het meisje ont
moet, voor wie hij toen die salarisverhoo-
ging had gevraagd. Toen het hem niet .ge
lukt was, had zij aan alles een eind ge
maakt...
Zoo vroolijk als Peter tevoren was ge
weest, zoo stil werd nij nu. Hij moest al
door denken aan een notitieboekje van hem,
waarin hij vroeger allerlei aanteekeningen
nad gemaakt, zoodra hem iets inviel waar
door het bedrijf verbeterd kon worden.
Misschien had hij nog iets bruikbaars
erin opgeschreven. Hij wist het niet zeker
meer; sedert hij buiten woonde, had hij er
geen blik meer in geslagen.
Ten slotte hield hij het niet meer uit.
Hij moest nu dat boekje hebben. En hij
vertelde het aan de anderen.
„Laten we dan direct omkeeren!" riep
Ruth opgewonden uit. „O, ik ik be-
grgp precies wat u voelt."
Peter glimlachte flauwtjes. Heel ander3
zou zij het begrijpen wanneer zij wist dat
zijn middelen haast op waren; dat hg
schoenen noodig had en sokken en o!
de huur...
Hij vond het boekje na lang zoeken on
der in zijn schrijftafel. Direct begon hg
het door te bladeren. Daar stond een woord,
midden op een bladzij. Wat had dat te be-
teekenen? Hij dacht diep na, en eindelgk
schoot het hem te binnen. Het was een ma
nier om te zorgen dat de klanten d& waren
goed thuis bezorgd kregen, ook al waren
zij niet thuis.
Raar was dat, dat hij er nooit meer aan
gedacht had. Nu hij hier buiten om zoo te
zeggen zelfstandig was geweest, kon h(j
pas goed beoordeelen, hoe waardevol deze
raad was...
Maar wat moest hjj doen? Hij werkte
immers niet meer voor de firma?
Den volgenden morgen belde hg' Ruth
op. Ze had zooveel belangstelling getoond,
hg was het haar bgna schuldig...
„Nu zit ik met m'n talent!" riep hg
quasi—vroolijk uit. „Wie heeft belang bg
die raad Of vindt u dat ik hem aan Hajo
moet vertellen?"
„Komt u in ieder geval direct hier
heen," zei Ruth. „Juist bij den laatsten uit
verkoop sprak hij erover..."
„Maar hg zal me niet ontvangen."
„Dat zult u zien!"
H. J. Kremer ontving zijn vroegeren
employé heel vriendelgk. Hij brandde van
verlangen om het idee, waarover juffrouw
Albrecht al gesproken had, te hooren en
hij was sprakeloos toen Peter hem de
eenvoudige oplossing vertelde.
„Bent u niet meer te bewegen om bij
mij terug te kömen? Er zijn zoo weinig
menschen met oruikbare ideeën."
Peters oogen brandden. Hij kon geen
woord uitbrengen.
„U wilt niet? Hebt u andere plannen?"
vroeg Kremer, zonder hem aan te Zien.
„Ik geef u de verhooging, waarom u ge
vraagd hebt. Want nu weet ik wat u
waard bent. Nu bént u het ook werkelijk
waard. Het was u toen te vlug goed ge
gaan, en u begon het kalmpjes aan te
doen. Maar zakenlui mogen dat niet!"
„Ik kan u anders niet beloven, dat ik
elke week een goed idee heb," zei Peter
met iets van een lach.
Kremer keek op de klok. „Ja, ik moet
nu weg. Ben toch al te laat. Wanneer
begint u weer? Morgen?"
„Morgen, mijnheer Kremer," zei Peter,
en hielp hem in zgn jas.
„Want vandaag moet ik heel noodza
kelijk op het meer varen," zei hy tegen
Ruth, toen Hajo weggegaan was, „gi®'e"
ren was het niets gedaan, en nu zijn we
alleen."
Zij zei niets. Ze gaf hem alleen de
hand en glimlachte. Hij had haar zóó wil
len omhelzen, maar daarmee moest WJ
nog even wachten!