Amsterdamsche Brieven. Marine-brieven uit Indië T JUTTERTJE ZATERDAG 7 DECEMBER m5 PAG. 5 St. Nicolaas voor de grooten. - Sint Nicolaas heeft, als deze brief U on der oogen komt, al weer gereden en is met stille trom wedëröm naar Spanje terug-gestoomd. Achter latend vele, ja, gelukkig, dank zij de goede zorgen van onderwijzers-organisaties Leger des Heils en andere lichamen, dan toch nog zeer vele!, dankbare kinderhartenMaar heeft de goede Sint nu ook niets, vraagt men. zich af, voor de groote menschen, voor ons als leden van het hoofdstedelijk gameenbest aan goede gaven achter gela ten? Er kwam ook ons, zou men zoo zeg gen, na nogmaals een moeilijk crisisjaar, wel iets toe! Nu, inderdaad heeft hij ons, via het stadsbestuur en den Raad, die de laatste dagen kennelijk min of meer onder zijn in vloed .stonden, wel enkele verheugende dingen in den schoot geworpen. Voor wat dat stadsbestuur betreft fungeerde dan de burgemeester als zijn vertegenwoordiger, terwjjl de heer Mathijssen, de nieuwe voorzitter der roode fractie, deze rol in - den Raad vervulde. De wijze, waarop de burgemeester, om te beginnen, het „Beul"-varkentje gewas- schen heeft, mag een tot verblijding stem mend geschenk aan Amstel's burgerij ge noemd worden. Men weet, dat „De Beul" het nieuwe uit het Zweedsch bewerkte stuk is, dat de Amsterdamsche Tooneel- vereeniging onlangs op haar repertoire heeft genomen, een stuk, dat zoomin door den schrijver als door Van Dalsum en de rijnen bedoeld is als 'n afgerond en harmo nisch kunstwerk, maar als een cri du coeur,een kreet des harten, die bij velen gezien de tallooze hen benauwende ver schijnselen die zij in deze tijden om zich heèn opmerken, op den bodem des ge- móeds ligt- Wij zullen ons niet begeven ih beschouwingen over de vraag of het de taak der kunst, ook die der tooneelspel-, kunst is, kreten-, en dan nog wel der gelijke rauwe kreten, als deze „Beul" on getwijfeld heeten mag, te slaken. Daar over- kari men redetwisten en dat werd in deze- dagen dan ook voldoende gedaan. Ook -werd 'er-geredetwist over de vraag of zulk een ..kreet',' pp het tooneel, - en dan mcjg"wel-ih jenofficieelen Stads schouwburg,. uitsociaal, ja* "politioneel geoorloofd mag heeten en of het geen. tee- - ken van averechtsch gemeenté-beleid mag genoemd worden een dergelijke voorstelling nog eens extra, ten behoeve van het geven van goedkoope volksvoorstellingen, te gaan subsidieeren, zooals hier ge schied is. Er waren zelfs elementen, waar onder dan tevens een zekere pers moet gerangschikt worden, die al 't mogelijke deden dergelijke redetwisten ook over te brengen tot in de schouwburgzaal zelf, die hier een schoone kans zagen tot het verwekken van een publieke rel. En dat is hun dan gedeeltelijk ook gelukt: dagmiddag j.1. kwam het op het „Leidsche plein", binnen zoowel als bui ten, tot opgewonden tooneelen, die echter, dank zij het juiste optreden van de betrokken tooneeldirectie zoowel als van dat deel van het publiek, dat nu een maal niet in relletjes als waardig middel in den strijd der meeningen gelooft, op ..regelmatige" wijze verliepen, d.w.z. met de verwijdering en ten deele in verzekerde bewaring stellen van de herrie-makers. Intusschen waren er ook in den Raad een aantal lieden, die zich niet goed kon den begrijpen hoe de burgemeester, als hoofd van de politie, zulk een stuk had kunnen „vrijgeven"; van hen maakte zich de heer Boissevain, die dr. de Vlugt ter zake interpelleerde, de woordvoeorder. Al hoewel de burgemeester allereerst ver klaarde voor zijn beleid als hoofd der po litie geen verantwoording aan den Raad schuldig te zijn, wilde hij, naar hij zeide, in dezen toch een uitzondering maken. En r.aarop kwam hij met een- antwoord voor den dag, dat sterk op onloochenbare feiten gefundeerd, een buitengewoon krachtig mannelijk woord mag heeten, Een woord dat, men kan wel zeggen, de over- groote meerderheid van Amsterdams be volking heeft goed gedaan en dat de po pulariteit van onzén eersten stedelijken magistraat zeer zeker met een slag nog grooter gemaakt heeft dan zij reeds was. Afgaande op het uitvoerig politie-rapport en daarnaast, ook op het oordeel van twee Raadsleden mej. mr. Frida Katz en den heer Steinmetz, die beiden van ook maar de geringste revolutionaire of anti godsdienstige smet vrij zijn en die op zijn verzoek de Beul-voorstelling waren gaan zien, oordeelde de heer De Vlugt, dat er geen reden was deze opvoeringen te verbieden. En verder verklaarde hij, dat, nu hij eenmaal dit stuk heeft „vrij gege ven", geen enkele „terreur" hem zou doen wijken en op zijn eenmaal genomen beslis sing zou doen terugkomen. Eventueel nog volgende ordeverstoringen spillen met nog krachtiger hand dan Zpndag j.1. geschied de, door de politie; worden 'onderdrukt. Er was geen woord teveel of te weinig bij. En vooral de „stokers", die zeer kennelijk wèl de bedoeling hadden tot zulk een „wijken" en „terugkomen", langs den weg der intimidatie te komen.kunnen het zich voor gezegd houden. En zooals het met, verder buiten schot blijvende stokers meestal gaat, hebben zij' zich nu al ge haast zoo sterk mogelijk te applaudiseee- ren voor deze schrobbeering, die in de eerste plaats-hemzelf gold Tegen „sentimentaliteit"! Het tweede St. Nicolaas-geschenk voor Amstel's burgers, overhandigd door den heer Mathijssen, was verpakt als „tram surprise". Np is een tram-surprise iets waar iedere1 Amsterdammer dadelijk op afvliegt, gezien hét feit, dat die „tram" altijd een van de -vruchtbaarste onderwer pen voor debat >vöor: de hpofdstedeling is. Van critiseerênd kankerend debat, dan wel te verstaan! Eeri "aangename sur prise, in den vorm. b.v. van een flinke ta riefverlaging, èen beetre accomodatie of iets dergelijks, is dan ook hier steeds dub bel welkom. En zelfs met een kleine sur prise, als deze van St. Nicolaas- Mathijssen, blijft dat: op tramgebied is onze kinderhand nu eenmaal gauw gevuld. Een van de voornaamste dingen waarop een saneering van eeriige bêteekenis van het voortdurend nog noodlijdend tram bedrijf bij herhaling afstuit, is de klacht over overbelasting, niet voldoende salariee- ring en rusttijd-regelingen „van het „rij dend personeèl". Moest men hen gelooven, die deze klachten in Raad en elders steeds weer te berde brengen, dan zou men moe ten aannemen, dat hét grootste" deel van dat rijdend personeel thans al, vooral na invoering van de „verhoogde rijsnelheid' zenuwziek 'of op den grens daarvan is Het...... mannelijk en reeële woord, dat thans de heer Mathijssen sprak luidde: „Het wordt tijd, dat mén eens ophoudt mét é.1 te sentimenteel over; dat rijdend personeel te spreken: uitgezonderd enkele ouderen ónder de bestïjurders en conduc teurs; is .ër-gèen sprake van dat dé dienst zoo zénuWsloópend zóu zijn. Men móet -dat--hét pèrspnèel niet voortdurend.sug- gereeren. Laten vijf of zes van. hen, bijwijze van door de gemeente afgezonden delegatie, eens een...... inspectiereisje maken naar....... Parijs, Londen, Berlijn, Moskou, en...... zij zullen gewaar wor den, dat er daar door hun: collega's waar achtig nog wei harder, sneller gewerkt moet worden onder zeker niet beter voor waarden." Da tvooral uit deze mond eens een protest kwam tegen het door.ver tegenwoordigers en- woordvoerders in pu blieke lichamen steeds maar weer klagen over de slechte arbeids-condities van di verse categorieën „werkers,. een protest tegen het dezen werkers, steeds maar „op dringen" van het denkbeeld, dat zij toch eigenlijk zoo te beklagen zijn (zoo werd er vroeger, zonder dat hij het zelf, Ma thijssen, als onderwijzer ooit gemerkt had, steeds dooranderen geklaagd over het zenuwsloópende werk van den meester voor 'de klas!, doet inderdaad weldadig aan.!....' Het nieuwe Raadhuis. Onder de véle geschenken van de goede Heilige uit Spanje voor de groote lieden van deAmstelstad, zal zich naar alle waarschijnlijkheid ook blijken te bevinden: een nieuw Stadhuis! Het gaat er thans op lijken alsof de kwestie van een nieuw raadhuis, na eindelooze zwerftochten tus- schen het gemeentebestuur hier en de Regeering in Den Haag, in kannen en krui ken komt. Burgemeester en Wethouders zullen n.1. aan den Raad voorstellenen wel per agenda van 18 December met het Rijk een overeenkomst aan te gaan, waarbij het Paleis op den Dam „om niet" aan het Rijk wordt afgestaan en dit aan de gemeente voor den bouw van een nieuw Raadhuis tien millioen uitkeert, in vijf jaarlijksche termijnen van 2 millioen. Zoo als bekend, waren er allerlei plannen om het oude raadhuis van Van Campen, een van de fraaiste gebouwen in ons land, met eenige. overdrijving wel het achtste wereld wonder genoemd, voor Raadhuis van het huidig Amsterdam in te richten. Daar voor was zelfs een Commissie benoemd onder voorzitterschap van Dr. F. M.- Wibaut, welke commissiet tot de conclusie kwam, dat door verbouwing van het Paleis vertrekken zouden wordem verkregen, die voor verschillende doeleinden geschikt zouden zijn. De kosten van deze verbou wing werden geschat op de kleinigheid van ongeveer 5% millioen!, waarbij dan nog zou komen de kosten voor meubilair, het bouwen van een ketelhuis en enkele andere „bijkomende zaken". Dit advies was echter in groote mate afhankelijk van een bouw1 technisch onderzoek, dat 40.000 gul'de.n zou moeten kosten. Het belangrijkste bij dit technisch onderzoek zou wel zijn een speur tocht door de fundamenten en-bij voorbaat rilde de commissie. Begint men immers een maal aan een herstel en dat zou zeker noodig zijn van dergelijke;; onderdeelen van een oud bouwwerk, dan weet men nog niet waarvoor men komt te staan,,-en eèn*- maal begonnen, moet voortgezet worden, 't Zou er wei eens op neer kunnen komen, dat met „het heele Paleis moet opvijzelen om geheel 'nieuwe: fundamenten te leggen! .-En wat dat wel zou kosten? De rilling van de commisie was zeker niet ongerechtvaardigd. Een soort narilling beving het; gemeente bestuur, vandaar dat B. en W.; voorstellen die 40 duizend maar niet uit te geven, de fundamenten te laten voor wat ze zijn én. het 10 millioen aanbod van het Rijk maar aan te grijpen, temeer daar voor deze 10 millioen een pracht van een raadhuis ge bouwd'kan worden, wat in deze tijden als werkvérschaffings-object met-béide handen aan te grijpëh is. -Een bijkomstig argu ment is nog, dat, hoe mooi men ook de schepping van Van Campen zou kunnen verbouwen, men de ramen niet kan ..ver- grooten, zóodat veel met kunstlicht ge werkt zou moeten worden enbovendien, dat toch-weer niet alle gemeente-diensten, bij elkaar in dit gebouw gevestigd zouden kunnen worden. Hoe het zij, bezwaren te over! Het nieuwe Raadhuis nu, waarvoor waarschijnlijk niet zooals gebruikelijk is een prijsvraag onder de architecten zal worden uitgeschreven, maar door Pu blieke Werken zal worden ontworpen, zal waarschijnlijk een plaats krijgen aan het Frederiksplein, op het voormalige Paleis van Volksvljjt-terrein, De gemeente is al jaren geleden eigenaar géworden van dit en het omringende terrein voor een kleine 3 millioen en inderdaad is de accomodatie uitermate geschikt voor een groot, repre sentatief gebouw. Een ,;mdér" ris echter de nauwe Utrechtschestraat, die de verbinding zal vormen ...met het Rembrandtsplein, het oude centrum. Maar komt tijd, komt raad. Er zijn wel meer straten verbreed men denke aan de Vijzelstraat en ook de Utrechtschestraat kan in de; toekomst wel èen beurt krijgen, een beurt die. het zeer nu "al behoeft. Een begin is aj gemaakt bij het Rembrandtsplein, waar door nieuw bouw van dé Amsterdamsche Baïik al een behoorlijke breedte verkregen is. De Utrechtschestraat is een van dé radicaal wegen die; naar het Centrüm voeren en wij kunnen dézen weg al. in de toekomst droomen als een prachtige allee,- voerende van het centrum naar de nieuwe zetel'van ónze stadsrégeering, omzoomd, door pla tanen, spuitende - fonteinen op dé bruggen, heerlijke monumenten losjes tusschen het welig groen -gestrooid, een feeërrieke ver dichting en nog meer moois! Ach, het is heerlijk te droomen'van déze heerlijkheden, als je je dagelijks tusschen' de; .nauwte moet wringen! Jïoe speel je 't klaar om je man van zijn zaken te laten vertellen?" „Heel eenvoudig, zoo af en toe- vraag ik óm een paarlen collier." Amice Klaas. --- Wil ik me net aan dek installeeren om eens rustig mijn wekeljjksche" epistel aan jou klaar te maken, begint - het me .daar te oedjannen, man verschrikkelijk. Ik ge loof wel genoeg voor een heele. West -móeson, en dat zegt wat! Ja ze slaan behoorlijk door, die regens, alhoewel hét een maand te vroeg is. Maar een feit is het, dat het aan dek wel een oogenblik heerlijk frisch is, vooral als je in zee bent en met een extra groot plezier leg ik straks mijn tikkertje aan dek-neer. Zoo, zoo, en de jagers zijn 'uit Holland vertrokken. !Nu, dan zullen we Tiet dus voor de tweede maal in mijn torn mee maken, dat we ze alle acht hier in de Oost hebben. Dat is toch altijd een aar dige indruk zoo in het basin. ;Hét begint dan bij ons zoo'n beetje te lijken op die marine kieken iri. Engelsche bladen, waar je altijd zoo'n heele flottille naast én achter -elkaar gemeerd ziet liggen.. In- de couranten van jou hoor ik niets riieér tegenwoordig las ik de berichten over de Marine manoeuvres in Holland. Zoo te zien hebben jullie behoorlijk zwaar weer gehad, zoo zelfs dat de landingsdivisie niet naar den wal kon gaan. Dat is jam mer, want dat was altijd een aardige slotapotheose van het geval. Weet je nog Klaas hoe. of we bij Callantsoog kopje on der gingen! Maar toch 'je geweer vast houden nietwaar? en geen draad geVen. Maar als je zoo de verhalen van de ver slaggevers hoort dan hebben ze het weer best gehad bij jullie en werd er zelfs'aan de longroom van de „Hendrik"" een ets aangeboden. Jullie hebben eèn nieuwen Commandant op de '„Hertog Hendrik" gekregen, heb ik gelezen. Ik dacht dat Z.H.E.G. nog hoog en droog hier op '„per soneel" in Batavia zat, maar mis hoor, ik las uit de courant en niet eens de „Jut ter", dat de overste Wakerlïn de kolonel Fürstner reeds had afgelost. Hier zitten we nu op Hr.-Ms. „Suma- tra", dat een best schip blijkt- te zijn. Men zegt dat het warmer is- dan de „Java" maar we vergeten daarbij dat we midden in de kentering zitten: Een feit. is het in ieder geval, dat het schiper keu rig uitziet en dat er niets meer te bemêr-. ken valt van alle narigheid, die óns scheepje in zijn leven te verduren heeft: gehad. Er zijn na weer plannen voor een buitenlandsche reis. Nu wat dat aangaat, daar zjjn we allemaal voor te porren, al' was het alleen maar om „tftuisvaartbul- len" te koopen voor „moeder". "Vfeel nieuws van de „Oedjong" er niet 'óf -fiéi móest zijn', dat we hier mórgen een Fransch oorlogsschip verwachten. Maar daar schrijf ik je dan wel in mijn vol genden brief over. Op de malienzolder heeft een ongeluk plaats .gehad wat een Inlander van de werf het 'leven kostte. Op het graf van;den matroos .Ursem is een gedenksteen geplaatst, „door de beman ning vajv-.Hri Ms. ,:,Flóres". Ook uit aoerabajazeli valt weinig nieuws té vertellen. :We hebben hier blijk baar ook; een „komkommertijd", die we hier dan maar „ketimoen"" tijd zullen noe men om Tn steil te blijven. Er bestaan groote pïannen van de Knilm om via Balikpapan én Tarakan een luchtlijn te openen op -de Filippijnen,. De oud-zee- officiër, de heer Nieuwenhuys, lid van de directie .van de Knilm, maakte, daartoe met de Java—China—Japan-lijn een reis naar Manilla. Van een gerucht als "zouden we het volgend jaar een driemaal: 's week- s.chen dienst per vliegtuig opHolland krijgen schijnt voorloopig nog niet veel waar .te zijn. Morgen; Vrijdagavond ga ik den wal óp en dan zal ik bij Fotax die kieken van de bemanning van dé „Java" voor je koopen.' Geld behoef je me er niet voor te "sturem We koopen in Hoiland nog wel 'eens een fleschje bier bij Eyert Dito, onzen ouden schoolkameraad ik meen van school acht, Zeg Klaas, als de „Java" nu naar Hoi land komt moet je me toch eens vertellen waar het schip neergèlegd wordt. Als ik mé góed herinnerd ik ben alweer 5 jaar uit Holland-weg kan het'schip niet in Nieuwediep de werf opdraaien. Zouden we in Amsterdam aankomen-? Kerel, dan vraag je toch een dag verlof nietwaar. Sjonge man, wat kan ik daar naar ver langen. Ik wil ook weer eens kersen en druiven, echte sinaasappelen en de „boe- roeng kip" eten. En een echt mooi groot Höllandsch' èi. Kerel, wat kan ik daarnaar verlangen; want die producten van „Mien telor" die nog 'steeds even kranig salueert en bovendien op een: speda zit tegenwoordig dat is tóch maar niets vergeleken bij de eieren van den melkboer in Nieuwédiep. Er werd in de afgeloopen week twee maal voor dc vlag van den Schout-be nacht Olivier gesalueerd, n.L door de beide floftieljêvaartuigen, hetgeén beide malen ter reede door Hr. Ms. „Sumatra" werd' beantwoord. Nu Klaas, waarachtig ik weet niets meer te vertellen, saluutjes hoor. HENK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 19