Voor meer dan duizend gulden aan prijzen en premies voor de abonné's van de Heldersche Courant HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 12 DECEMBER 1935. Abonneert U nu!! H Een abonnement op de Heldersche Courant kost slechts fl. 012 per week of fl 150 per kwartaal u wonnen, want, zegt hy, er zal nog wel spe ting ln de begrooting zitten. Voor het goed uitoefenen van het Raadslidmaatschap heeft men de notulen noodlg. Spr. vraagt, om thans den Raad het mes niet op den keel te zetten doch te wachten tot de komende begrooting. De heer v. d. V a a r t bemerkt, dat de Raad met gaarne zijn S. V. wil prijsgeven. De post onvoorzien mag niet verlaagd worden bene en 10.000. Spr. wil tenslotte in -overwe ging geven de zaak nog eens te bekyken. Hy ontraadt ten sterkste om het voorstel zon der meer af te wijzen. Nog merkt de heer Van Loo op. dat hy er prijs op stelt als het S.V. blijft en dat hij met genoegen geluisterd heeft naar het élan en 't betoog van den heer v. d. Helde in deze aangelegenheid. Spr. gelooft, dat eigenlijk alle raadsleden het verslag wel willen behouden. Besloten wordt dan om het voorstel aan te houden. Tn behandeling komt dan het voorstel tot het verhuren van een perceel tuingrond aan P. v. d. Nieuwenhuizen. De heer E ij 1 d e r s vraagt, of de bedoelde tu ngrond niet gebruikt kan worden voor oe'eningen van de brandweer. De Burgemeester antwoordt, dat er ru mte genoeg achter het politiebureau be staat De heer E y 1 d e r s betoogt, dat de ont vangsten der doktoren niet minder zijn ge worden en dat dus verlaging van huur niet nodig is. De Burgemeester antwoordt, dat de Raad met de ontvangsten der medici niets te maken heeft, doch dat de prijs van 30 nu eenmaal het juiste bedrag is. Z. h. s. wordt het voorstel vastgesteld. Voorstel om K. Duinker niet ontvankelijk te verklaren ter zake van zijn beroep ln ver band met een (vermeende) weigering van Burgemeester en Wethouders op een verzoek on bouwvergunning. De heer M e ij e vraagt of er niets aan te doen is, dat Duinker toch kan bouwen. De hesr Uithol zag gaarne, dat er een mid denweg gezocht werd in de onderhandelingen mat Duinker. ">e Voorzitterantwoordt, dat Duinker een vast omlijnd bedrag moet noemen. Het ls zu ver een kwestie van loven en bieden, in welke instantie de Raad te beslissen heeft De Burgemeester is steeds bereid om bespre- k rgen op dit punt te voeren. an de orde is dan het voorstel Inzake het V -langen van het dienstverband van den ass'stent van den directeur van den gemeen te" ken geneeskundigen-en gezondheidsdienst De heer Peenstra Kuiper had er op gerekend, dat de fondsen meer soepelheid zouden hebben betracht. Spr. acht de toekom- s 'ge uitbreiding van de werkzaamheden van don Gemeentelijken Geneeskundigen- en Ge zondheidsdienst nu niet zoo schrikaanjagend. De getallen, die in de bijlage genoemd wor den, mogen wellicht indruk maken op een on bevangen geest, maar aan de hand van door ST.Y gemaakte berekeningen komt het neer en het per dag ontvangen van 25 26 per sonen cp het spreekuur en het maken van gemiddeld 17 visites. Ter behandeling in het Hospitaal' zijn er bovendien 17 18 personen, en in de St. Lldwinastichting gemiddeld 2. Daarbij genomen de overige werkzaamheden, meent spr. te kunnen zeggen, dat beide dok toren, verbonden aan den dienst, een rede lijke dagtaak hebben zonder dat die druk ge- r:ee-nd mag worden. Spr. heeft nog een vage hoop, dat de medici alsnog zullen bekeeren en wil dus den assistent niet voor onbepaal de tijd in dienst nemeiï, doch opnieuw voor een periode van een half jaar. De heer Boogaard (S.D.A.P.) laat een verwijt aan het adres der plaatselijke dok toren hooren. Er is geen enkele groep, aldus spr., of zij heeft te lijden gehad van versobe ring, behalve de groep der medici. Hun visi tes blijven duur, omdat ze misbruik maken van hun kring. Het wordt tijd, aldus spr., dat de artsen zich aanpassen aan den tijd. De medewerking, die thans aan het Gemeente bestuur verleend wordt, is minimaal. Spr. ge looft niet, dat de raad aan het benoemen van een tweeden dokter in vasten dienst zal kun nen ontkomen. De heer E ij 1 d e r s had gaarne gezien, dat de commissieleden aanwezig geweest waren bij de bespreking met de doktoren. Van de 19 gemeenten, welke gevraagd werden, heb ben er 11 het stelsel van de ziekenfondsen geregeld zooals de Minister in zjjn rapport ten aanzien van het Maatschappelijk Hulp- betcon als wenschelijk acht Spreekt men de artsen persoonlijk, dan schijnen ze voor het stelsel te voelen, maar hoe spreken zij er in verband over? Spr. steunt het voorstel van dr. Feenstra Kuiper om den assistent voor en half jaar te engageeren. "Vethouder Smits zegt, dat ook hij niet bij de bespreking der döktoren aanwezig ge- woest is. Spr. is 't niet met den heer Feenstra Kuiper eens ten aanzien van de genoemde cijfers. Spr. heeft de cijfers tot 1 December I en het blijkt, dat die belangrijk hooger zijn dan de door den heer F. K. genoemde. Do wethoud.er acht assistentie dan ook zoker noodig. Spr. voelt niet voor het inscha kelen van de plaatselijke doktoren, daar komt in de praktijk volgens hem niet veel van te recht. Op den tijd van een dokter moet men vr 'oclig beslag kunnen leggen. lek wil spr. geen termijn van aanstelling nccmen, want de Raad behoudt zich het recht vcor, natuurlijk met inachtneming van een behoorlijke opzeggingstermijn, om den twee den dokter op te zeggen, als zijn diensten n!-t meer noodig zijn. De heer Feenstra Kuiper ziet in het a stellen voor een half jaar den prikkel om P0o-n2ren te doen een andere, betere, oplos- S'r.g te zoeken. Met een half jaar kan de aan gelegenheid opnieuw bekeken worden en is er w cht met de doktoren te praten. e.houder Smits ziet geen licht, dat v ndering van den toestand zou brengen. ovendien zou er 10.000.mee gemoeid zjn als de nieuwe maatregel zou worden aan genomen. 'et voorstel werd vervolgens z.h.s. vast gesteld. De jaarwedden van Burgemeester, Secretaris en Ontvanger. Aan de orde is vervolgens een voorstel in- zr':e bovengenoemde jaarwedden. De heer Terra verklaart tegen het voor st 1 te zyn. De heer Biersteker vraagt of de sala- r'-.regeling al goedgekeurd is. Het frappeert spr. dat B. en W. Ged. Staten geantwoord b ben zonder den Raad te hooren. Do Burgemeester: De meening van dc.i r.aad moet nog kenbaar gemaakt en .kan daarna aan Ged. Staten voorgelegd wor de. I ~>s heer Biersteker: De Ged. Staten stellen hun vraag aan don Raad en nu doet het vreemd aan. dat B, en W. al geantwoord hebben. Spr. merkt op, er niets voor te voe len om telkens aan de salarissen te modde ren. De heer Feenstra Kuiper meent, dat, nu de Raad laat ls met de salarisveran dering, hy nu maar niet laat moet bljjven. Het Rijk gaat 1 Januari 5 achteruit en dan is de verhouding weer scheef. Het spijt spr., dat de brief aan Ged. Staten niet aan den Raad voorgelegd ls. Spr. vraagt of overleg tusschen Ged. Staten en afgevaardigden van de gemeenten mogelijk ls. Op dit punt blijven de burgemeester en vragensteller van meening verschillen. Volgens den heer v. d. Veer hebben de burgemeester, secretaris en ontvanger reden tot dankbaarheid, wat betreft de belooning van hun diensten, ln vergelijking met het particuliere bedrijf. Spr. zal zjjn stem niet aan de bijlage geven. De heer Schoeffelenberger vindt, dat de zaak consequent bekeken moet wor den. Hij vindt 't correct, als de hooge sala rissen aangepakt worden. Spr. durft openlijk te erkennen, dat salarissen van 6 en 7000 gulden gerust met 5 verlaagd kunnen wor den. De heer v. d. Vaart: Volgens G.S. moet er nagegaan worden of er sinds 1 April (de datum van de laatste salaris vermindering) omstandigheden zijn ,die een verlaging van 5 per 1 Januari a.s. wettigen. Volgens B. en W. zijn die omstandigheden er niet Naar het Rjjk moet men niet kijken, want daar moet men 10 millioen zien te vinden. De wet houder geeft derhalve in overweging aan Ged. Staten het advies uit te brengen, dat er geen reden tot verlaging van de genoemde jaar wedden aanwezig ls. De heer Biersteker zegt dat de 3 titu larissen reeds gekort zijn met 11 tot 14 zij zijn ln verhouding meer getroffen dan het lagere personeel. Spr. zou eerst goedkeuring van de salarisregeling willen afwachten en behoudt zich het recht voor om nader op deze materie terug te komen. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel echter vastgesteld, met alleen de stem van den heer Terra tegen. Ter sprake komt dan het voorstel tot het vaststellen van: een reglement voor de amb tenaren: een verordening, regelende de ran gen, het aantal, de samenstelling, de eischen van benoemdbaarheid en de bezoldiging van de ambtenaren der gemeente-politie; de bepalingen betreffende de gevallen, waarin en de voorwaarden waaronder indienstneming op arbeidsovereenkomst haar burgerlijk recht kan plaats hebben. Er wordt eerst gediscussieerd over het feit, hoe men dit punt zal behandelen. De een ls voor algemeene beschouwingen, de ander wil het ontwerp-ambtenaren-reglement artikel- gewijs behandelen. Tenslotte wordt op instigatie van den v. d. Vaart besloten, dat de Raad zijn meening kenbaar maakt, waarna namens het college van B. en W. door wethouder Smits geant woord zal worden. Voorgesteld werden verschillende redactie wijzigingen in het ontwerp-ambtenaren-regle ment Wij volstaan met verslag uit te bren gen van hetgeen in algemeenen zin over het ontwerp gezegd werd. De heer v. d. Heide verklaart namens de S.D.A.P.-fractie, dat het reglement volgens haar in groote trekken aanvaardbaar is. Na het G.O. gehoord te hebben ls het wenschelijk geen wijzigingen meer aan te brengen: ln het G. O. zijn n.1. de verhoudingen tusschen werk gever en -nemer behoorlijk bekeken. De arbeidersklasse heeft behoefte aan medezeg genschap, maar daaruit vloeit voor haar den plicht voort om mee te dragen ln de gemeen schap. Spr. meent deze opmerking te moeten maken, omdat het belang van de gemeen schap boven het groepsbelang moet staan. Wel heeft de fractie enkele principieele be zwaren tegen het ontwerp, bezwaren die zij voldoende bekend acht in dit gezelschap. Spr. herinnert aan een motie welke te dien aan zien in een raadsvergadering van ca. ander half jaar geleden, is aangenomen. De fractie zal dus het ontwerp aanvaarden, doch met voorbehoud van haar principieele bezwaren ten aanzien van de gehuwde vrouw en ten aanzien van de clausule Inzake de re volutionaire nelgingen, door deze beide arti kelen dwingend den minister zijn opgelegd, en refereert men aan de toen afgelegde ver klaringen. De zitting werd hierop verdaagd tot gister middag 2 uur. Opnieuw is de Raad voltallig. Voortgezet worden de discussies over de bijlage, welke handelt over de rechtspositie van het perso neel. De heer E Ijlde rs bespreekt het politie- reglement. Bedoeling is den dienst op maximaal 3 inspecteurs te brengen. In de begrooting vindt spr. daaromtrent een post van 2000. uitgetrokken voor iemand, die het vorige jaar nog als schrijver-typist voor 10S5.salaris te boek stond. Is nu de bedoeling, dat de man adjunct-inspecteur wordt, dan moet zijn salaris zijn 2200.of blijft hij schrijver-typist-sala ris behouden? De Voorzitter merkt op, dat het getal 2000.op een drukfout berust. De heer Eijlders: Dan ls de toevoeging titulair zeker ook een drukfout! Volgens spr. is men, evenals op het schaakbord, net zoo lang met het witte paard omgesprongen (in dit geval met de benoeming van een derden inspecteur), dat de overwinning behaald werd. De Voorzitter: De gemeente is gegroeid. De heer E ij 1 d e r s wenscht medezeggen schap) over het politie-reglement voor den Raad te behouden. Spr. gaat er niet mee accoord, dat de dienst op 3 Inspecteurs gebracht wordt. De heer v. d. Heide ziet aankomen, dat de discussies verward raken en vraagt daarom kortweg, of, indien de bijlage aangenomen wordt, de burgemeester een derden inspecteur mag aanstellen. De Voorzitter antwoordt, dat de bedoe ling inderdaad is om 3 Inspecteurs in den dienst te hebben en zoo gauw de bijlage aangenomen ls, zal hij overgaan tot het benoemen/van een derden inspecteur. De heer Uithol is het niet eens met het betoog van den heer Van der Heide. De arti kelen z>jn wel goedgekeurd door het G O., wat volgens spr. nog niet wil zeggen, dat de arti kelen niet te becritiseeren zijn. Volgens spr. zijn echter verschillende artikelen voor dub belen uitleg vatbaar. Een reglement moet zijn een voorschrift waarin wordt bepaald, waaraan men toe is zoowel voor den werkgever als voor de werk nemers. Als men echter deze woorden handhaaft ls er kans voor een zekeren willekeur. Dit geldt ook bij de art. betreffende de revo- lutionnaire gezindheid, een ambtenaar in dienst van den Staat of wel Overheid, of dat nu een (Zie de bizonderheden op pagina 9 van dit blad) Gemeente ls doet er niet toe, hy toch behoort geheel achter dat gezag te staan, doet hij dat niet, dan moet hy heengaan, hetzy vrijwillig of gedwongen, maar een middenweg openlaten, die aanleiding kan geven tot marchandeeren, ls absoluut foutief. Spr. is van meening. dat het reglement beslist positief moet zijn. Vervolgens licht de heer Uithol de door hem Ingediende amendementen het zijn er vele toe. Het ls de heer Smits, die de argumenten welke door den heer Uithol aangevoerd zijn, bestrijdt. Het betreffen hier allemaal of redac tiewijzigingen, aanvullingen of weglatingen op de reglementen betreffende de ambtenaren, de politie en de arbeidsovereenkomst, zoodat we met de simpele vermelding er van moeten vol staan. Als de Voorzitter dan voorstelt om tot stemming voor de amendementen over te gaan, interrumpeert de heer Biersteker met te wijzen, dat hij de draagwijdte van de amende menten uit de discussies niet kan opmaken. Het heeft volgens spr. bovendien geen pas, dat een lager college bepalingen maakt, welke zelfs door de regeering nog niet Ingesteld zijn. De Voorzitter is het met den heer Bier steker eens, doch hij acht het beter, dat de amendementen in stemming komen. De heer Biersteker merkt op, dat ook zijn fractie het niet overal met het reglement eens is, doch z'.i. zal aanneming er van de zoo noodige rust brengen. Spr. heeft bij bevoegden geïnformeerd of het wel noodig ls. dat er 3 inspecteurs komen, waarop hem ls medege deeld, dat het voor een goede rouleering van den dienst Inderdaad beter is. Spr. zal voor dit artikel stemmen. De heer Feenstra Kuiper wil van het college van B. en V/. weten, hoe het tegenover het deelnemen door ambtenaren aan optochten van verboden vereenigingen staat. De Voorzitter kan dat niet zeggen, daar zoo'n geval zich nog niet voorgedaan heeft Al» een verzoek van dien aard mocht komen, dan zal de burgemeester er werkelijk voor moeten gaan zitten. Van de ambtenaren mag de burge meester verlangen, dat zij zich rustig gedragen/ De heer v. d. Vaart meent naar aanleiding hiervan te moeten opmerken, dat het niet dei bedoeling kan zijn, dat de ambtenaren njetl meer voor hun overtuiging zouden mogen uit-j komen, of dat zij bijaldien aan critiek zouden blootstaan. Spr. zou daar nooit aan meewerken. Vervolgens worden de amendementen, inge diend door den heer Uithol, in stemming ge bracht en alle, met groote meerderheid, ver worpen. Eveneens wordt verworpen het in den beginne van dit verslag genoemde verzoek van den Algemeenen Bond van Overheidspersoneel in Nederland. Z.h.s. wordt daarop de bijlage vastgesteld. Aan de orde is dan het voorstel om te be sluiten tot het definitief in eigen beheer uit voeren door den dienst van gemeentewerken van de schilder- en timmerwerken en tot wijzi ging van de loontabel voor de ambtenaren op weekloon. De heer Biersteker is niet vóór uitbrei ding van werkzaamheden in eigen beheer. Spr. acht de motiveering ten opzichte van den par ticulieren werknemer kleineerend. In den tegenwoordigen tijd moet men er naar streven om het particulier initiatief zooveel mogelijk in te schakelen. Spr. zal tegen de bylage stem men. Ook de heer Terra ls tegen de bijlage en is het met het betoog van den heer Biersteker eens. De blaam, die op de particuliere aan nemers geworpen wordt, is door velen niet ver diend. De heer Uithol brengt in herinnering, dat het Rijk er van teruggekomen is om alles in eigen beheer uit te voeren. De particulier kan het goed en goedkooper doen. De heer Uithol zal ook tegenstemmen. De heer Van Loo zegt, dat er klachten in den Raad zijn geweest over het slechte werk, dat door particulieren afgeleverd was. Spr. wijt dit aan het slechte toezicht. Volgens spr. kun nen de twee bedoelde mannen best ln vasten dienst overgaan, doch hij vindt het zoo jam mer, dat er verschil met de andere diensten gemaakt wordt. De personen worden boven den leeftijd aangenomen, terwijl anderen in de overige diensten geen vaste aanstelling kun nen krijgen. De heer E ij 1 d e r s is vóór inschakeling van het particulier initiatief. Het is de bedoeling van B. en W. echter niet om een heel bedrijf in eigen boezem te stichten, de schilder en tim meerman zullen voor het gewone onderhoud hebben te zorgen. De Voorzitter geeft toe, dat het schil derwerk hoofdzakelijk in eigen beheer zal moe ten geschieden, behalve de groote werken, welke aanbesteed zullen worden. Spr. beschikt niet over voldoende opzichters om kleine werk jes te kunnen doen coatroleeren. De heer R a n wijst nog op de vele schilders, die hier ter plaatse zijn en verwacht, dat niet al het schilderwerk in eigen beheer zal worden uitgevoerd. Het voorstel komt daarna in Stemming en wordt aangenomen met de stemmen van de heereo Terra, Uithol, Feenstra Kuiper en Bier steker tegen. Voorstel tot het wijzigen van de salarisver ordening 1935. De heer v. d. Heide plaatst de opmerking, dat de wijze van toepassing van deze bijlage niet erg gelukkig i3. Hij hoopt, dat ln de toe komst dergel(jke gevallen beter behandeld zul len worden. De Voorzitter is het met den vorigen spreker eens en noemt d't geval een uitwas, die het gevolg is van de wijziging in de salaris- verordening. Ook de heer M e y e r is niet tevreden over deze bijlage evenmin als de heer Ran, wien het spijt, dat de functie van voorman-straatmaker uit de verordening geschrapt is. De Voorzitter voelt er niet veel voor om lang over dit punt te praten. Inderdaad Is de regeling niet zoo mooi, maar er moest ge tracht worden een oplossing te vinden, die voor beiden de beste was. Z.h.s. wordt het voorstel aangenomen. Vastgesteld worden het voorstel tot het ver- leenen van vergoeding ex. art. 100 der Lager Onderwyswet-1920 aan de Vereeniging „Laat de Kinderkens tot My komen" en het Voorstel tot het wijzigen van de reglementen voor het Gemeentelijk Bureau voor Maatschap pelijk Hulpbetoon en voor het Algemeen Weeeshuis. Benoemd wordt tot lid der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs in de vaca- ture-Mevr. M. Mijl—Rooseboom, Mevr. H. E. van Drielde Jonge. Vastgesteld worden bovendien het voorstel in verband met een bezwaarschrift tegen een opgelegden aanslag in de Wegenbelasting. Het voorstel tot het vaststellen van het tweede suppletoir kohier der Wegenbelasting, dienst 1935. Het voorstel tot herbenoeming in tijdeiyken dienst voor het cursusjaar 1935/'36 van J. W. Lookman, tot leeraar aan de Avondvakteeken- school. Het voorstel tot het benoemen van R. Teensma tot leeraar in vasten dienst aan de Zeevaartschool. Het voorstel tot het benoemen van G. J. Zon- nenberg tot leeraar in vasten dienst aan de Zeevaartschool. Het voorstel tot het benoemen van F. Th. A. Cedee tot leeraar in vasten dienst aan den Machinistenavondcursus, verbonden aan de Zeevaartschool. De heer Feenstra Kuiper komt nog even terug op het antwoord, dat gegeven is op zijn vraag (zie elders in dit nummer). Spr. vraagt of er wel uniformiteit bij het geven van straatnamen betracht wordt. De Voorzitter antwoordt, dat er uit praktisch oogpunt gesproken wordt van b.v. Lorentzstraat, omdat er maar één prof. Lorentz is. De heer Feenstra Kuiper zag toch gaarne de uniformiteit ingevoerd, waarvoor de Voorzitter niets voelt. Het college van B. en W. zal den heer Feenstra Kuiper nader antwoord geven. We zijn dan gekomen aan de Vervolgagenda. Voor kennisgeving worden aangenomen: Berichten van ontvangst van Ged. Staten van: Een afschrift van het Wijzigingscontract be treffende de verpleging van R.K. gemeente patiënten in de R.K. Ziekenverpleging „St Lidwina"; idem betreffende de verpleging van gemeen tepatiënten in het Marine-Hospitaal; de Verordening tot wijziging der Algemeene Politieverordening (raadsbesluit 5 Nov. 1935); goedkeuring van Ged. Staten op de 18e wijzi- gingsbegrooting der gemeente, dienst 1935; uittreksel K.B. 4 Nov. 1935, no. 39, waarby met ingang van 1 Jan. 1936 het maximum aantal vergunningen voor deze gemeente is vastgesteld op 47. Ter sprake komt het voorstel in zake telefooninsta latie in het hoofdbureau van politie; brandalarmeerinrichting. De heer M e y e r vindt de nieuwe brand alarminrichting nog niet voldoende. Het terugbel-systeem ware beter. Dit is de burgemeester met den heer Meyer eens, maar zoo'n systeem kost f 10.000.ruim! Maar ook het thans voor gestelde is een zeer behoorlijk systeem, dat o.m. ln Alkmaar uitstekend werkt. Boven dien zijn de aanschaffingskosten binnen 2 jaar ingeloopen, daar op de oude methode telkenjare een bedrag van circa f 1.000. wordt bespaard. Na technische uiteenzetting van den bur gemeester gaat de Raad z.h.s. met het voor stel mee. Aan de orde ls het voorstel tot het wijzi gen van de legesverordening en van de ver ordening ex-art. 122 der Gemeentewet. De heer Meyer vraagt, of men er in Anna Paulowna mee tevreden is. De Burgemeester verwacht dit wel, gezien de aanschrijving, die de Minister ten deze rondgezonden heeft. Aangenomen. Voorstel tot het vaststellen van een nieuwe verordening op de wegenbelasting. De heer Feenstra Kuiper vindt de wegenbelasting nog aan den hoogen kant. Er is destqds 9 van gemaakt, doch kan die thans niet vei'laagd worden tot 8? De Burgemeester stelt voor dit bij de behandeling van de begreoting ter sprake te brengen en de bylage als zoodanig vast te stellen. De heer Feenstra Kuiper gaat hiermede accoord, waarop het voorstel vast gesteld wordt. Vastgesteld worden dan nog het voorstel tot het wijzigen van de verordening op de begrafenisrechten. En het voorstel tot afstand van grond aan Th. C. Lugtenburg. Herbenoemd tot leden van de Commissie van Bijstand in het beheer van het Pensioen fonds worden de tegenwoordige leden, de heeren P. van Dalen, A. Kwant, C. Ran en J. Spoe'stra. De Voorzitter stelt vervolgens aan de orde de vraag, ingekomen van den heer Smlth, luidende: Kan het College van B. en W. onderge- teekende ook nadere inlichtingen verstrekken over het by dato 19 Februari 1935 door de „Woningstichting" aanhangig gemaakt voor stel tot huurverlaging van de by deze stich ting ln beheer zijnde woningen? De heer Smlth, het woord verkrygende ter nadere toelichting van deze vraag, zegt o.m. het volgende: De door mjj gestelde, zooeven door U voor lezen vraag heb Ik gesteld om twee redenen. Ten eerste omdat ik van oordeel ben, dat indien het College meer spoed had kunnen betrachten ln zake deze aangelegenheid en ten tweede om de urgentie van dit vraag stuk. Nadat, ingaande 10 September 1934, een huurver aging had plaats gevonden, naar aanleiding van het feit dat de rente der ryksvoorschotten tot 4 was verlaagd, kreeg men bij de „Woningstichting" bericht, dat nog verder gegaan kon worden met het ver lagen der huren. Dit was aanleiding voor dat bestuur om dd. 19 Februari 1935 een voorstel bij het College in te dienen behelzende een tweede huurverlaging op grond van de verlenging van den annuïteitstenntjn van 50 op 75 Jaren, alsmede van de batige saldi der complexen. Spr. wil niet alles releveeren wat ligt tus schen het tijdstip van het Indienen van dit voorstel en den datum van heden, maar toch meent hij op enkele punten den nadruk te moeten leggen. Enkele malen moest het College worden verzocht, waarom het voorstel nog niet aan den betrokken autoriteit was doorgezonden. Naar spr. meent, geschiedde het doorzen den niet omdat ln diverse tijdschriften be zwaren tegen de voorgestelde regeling van den Minister van Sociale Zaken vielen te beluisteren. Na eenlge briefwisseling tusschen het College en de „Woningstichting" werden de door het bestuur dier stichting verstrekte gegevens door den verificateur gecontroleerd. Daartoe heeft het College natuur'tjk vol komen het recht en zelfs de plicht, maar spr. moet hier vaststellen, dat door het feit dat bij die contröle foutieve gegevens werden gebezigd, door die te halen uit het jaarver slag over 1933, terwijl dat van 1934 reeds lang bekend en toegezonden was aan B. en W„ het voorstel tot huurverlaging meerdere vertraging heeft ondervonden dan noodig was. Vooral in dezen tijd. nu de circulaires van m.g. departement elkander snel opvolgen, Is v'ug afdoen van zaken geboden. Dat het kan bewyst o.m. hetgeen spr. las in het verslag van de Stichting „De Een dracht" te Coevorden, waarin o.m. te lezen staat: „Naar aanleiding van de verminderde rente tot 4 van de voorschotten verleend voor den woningbouw kon een huurverlaging tot stand komen, die een mindere huuropbrengst van f 4.459.— per jaar tengevolge heeft. Van overheidswege werd verder mede gedeeld, dat de toegepaste huurverlagingen verder dienden te worden doorgevoerd en de daardoor te ontstane tekorten door Rijk en gemeenten zouden worden gedragen. Nieuwe voorstellen werden door het be stuur ingediend, die nog zeer belangrijke voordéelen voor de huurders inhielden. By het afsluiten van het boekjaar was op deze voorstellen nog geen beslissing geno men, doch bij brief van 26 Juni 1935 kreeg men een schrijven van het gemeentebestuur, dat ook deze voorste'len waren goedgekeurd, met de bijvoeging dat deze nieuwe huurver laging moest ingaan de eerste week van April 1935. Aan de huurders kon daardoor het verschil tusschen bestaande en nieuwe huur ten bedrage van f 1.901.65 worden terugbetaald. Met de eerste huurverlaging die werd toegepast, bedraagt de geheele huurvermindering ongeveer f 13.000.per jaar, varleerende van f 0.60 tot 1.per week." Met dit voorbeeld voor oogen kan dus wor den geconstateerd, dat vlug afdoen van zaken belangrijk voordeel voor een groot deel der bewoners kan inhouden. Thans zien we dat reeds 55 woningen leeg staan en het doel der „Woningstichting" te voorzien in voldoende arbeiderswoningen met een lagen huurprijs niet wordt gestimuleerd. Spr. hoopt, dat het College van B. en W. a'sr.og met den meesten spoed zal trachten te bewerkstelligen dat deze tweede huurver laging een feit wordt. Wethouder Smits antwoordt hierop het volgende: Het is den Raad bekend, dat reeds een huurverlaging is toegepast, behandeld in de vergadering van 21 November 1934. Deze huurverlaging steunde inderdaad op de rente verlaging van de voorschotten door het Rijk verstrekt. Deze huurverlaging werd echter niet vol doende geacht en werd de maatregel getrof fen tot het verlengen van den aflossingster mijn tot 75 jaren. Vervolgens werd overgegaan tot samen voeging van de rijksvoorschotten; daardoor zou bereikt kunnen worden dat van de onge bruikte deelen dier overschotten een verdere huurverlaging zou kunnen worden gedekt. Naar aanleiding hiervan werd het voorstel der „Woningstichting" geboren en werd daarin o.m. gezegd, dat ge'delijk geen be zwaar tegen de huurverlaging bestond. In verband met verschillende uitlatingen door het bestuur der Vereeniging van Ncder- lantlsche Gemeenten en bijdragen verschenen in het periodiek „Financieel Overheidsbcheer" werd op 9 Maart aan den betrokken autori teit om nadere inlichtingen verzocht; den 23sten d.a.v. werd in overweging gegeven nog geen voorstellen te doen. Van dit ver loop is het bestuur der „Woningstichting" op de hoogte gesteld. Inderdaad werd op 9 Mei door „Woning stichting" er nog eens op aangedrongen om hun voorstel door te zenden en voegde daar aan toe, dat van de ongebruikte declen van de maximumbijdragen en van de batige saldi der complexen gebruik kon worden gemaakt. Op denzelfden datum werd van regerings wege medegedeeld, dat de maatregel der annuïteitstermijn was teruggenomen, doch voegde men daaraan toe, dat zij bereid was de bijdragen te verhoogen, waarbij dan de gemeente 1/3 van die verhooging zou moeten bijdragen. De „Woningstichting" dee'de mede dat, om tot de gevvenschte huurverlaging te komen, verhooging der bydragen niet noodig was. 19 Juli deelde de Minister mede dat van samenvoeging der voorschotten niets kon komen. Hiermede was dus de aanleiding tot deze huurverlaging vervallen. Intusschcn heeft een nadere bespreking met het beslurr der „Woningstichting" er toe geleid dat het I voorstel is doorgezonden. Nadat later gevraagd was of B. en W. het voorstel wenschten te handhaven en nadere gegevens waren verstrekt over het gemid deld inkomen van niet-werklooze bewoners der stichting, werd door den Directeur- Generaal der Volksgezondheid geantwoord, dat de tegenwoordige huren de draagkracht der bewoners niet te boven gaan. omdat thans 1/5 deel der inkomsten voor huur uit te geven, niet abnormaal moet worden geacht. Het College staat echter op het standpunt dat geen redelijke motieven zyn aangevoerd om van den tot nog toe gevolgden regel, dat 1/6 a 1/7 deel der inkomsten voor huur wordt bestemd, af te wijken. De suggestie, als zou door B. en W. het voorstel ln zake de tweede huurverlaging te laat zyn verzonden, kan niet gewekt worden. Spr. meent dat gehandeld ls in het belang der gemeente en dat der Stichting. Namens het College verklaart hy, dat men bereid is, nogmaals een poging aan te wenden om te komen tot de begeerde huurverlaging. De heer Smlth: Ik ben dankbaar voor de toezegging aan het slot van de rede van den Wethouder. Tegenover de meening van den Wethouder dat, als het voorstel toch was doorgezonden, geen resultaat zou zyn bereikt, stel ik de myne dat we het stellig hadden kunnen wagen en dat, gezien het door my aangehaalde voorbeeld van Coevorden, het resultaat misschien nog was meegevallen. Het antwoord van 23 Maart van den Direc teur-Generaal kon het bestuur der „Woning stichting" niet van het ingenomen standpunt afbrengen, omdat in zyn voorstel nog een andere mogelykheid tot dekking der huur verlaging was aangegeven. Met de toezegging van het College dat inderdaad nogmaals een poging zal worden ondernomen, kan spr. genoegen nemen, mits daarby ook groote spoed wordt betracht. Rondvraag. Aan de by de rondvraag gevoerde bespre kingen ontleenen wy het volgende: De heer Terra noemt eenlge verkeers obstakels ter plaatse op. Zoo maakt de vluchtheuvel op het Koningsplein het maken van bochten door lange wagens byna ondoen- iyk. De Voorzitter antwoordt, dat hy het daarmee eens is, doch voert aan, dat hy ook aan het andere verkeer, van de voetga..goiS bijvoorbeeld, moet denken. De geïncrimineer de vluchtheuvels zyn aan de praktyk getoetst en het maken van bochten, ook voor de lange wagens, is zeer goed mogelyk. De vlucht heuvel op het Koningsplein zal zeker moe.en blyven bestaan, daar het oversteken van liet plein ln één étappe niet wel mogelijk is, vooral voor dames met kinderwagens niet. De heer Kraak wraakt het overtreden van besteksbepalingen door den aannemer van den bouw van de B.L.O.-School. Spr. ver haalt uitvoerig van het feit, dat er by den aanvang van de werkzaamheden 4 menschcn aan het werk zaten, die van buiten de smd kwamen. Daarop is door vragensteller her haaldelijk by bevoegde instanties aanmerking gemaakt en dat reeds enkele weken geleden. Bepaald is toch. dat 90% van de a: heivers bij dit werk ingezetenen van Den Helder moeten zijn. Spr. vraagt, waarom aan dien toestand geen einde is gemaakt? Het geldt hier een ontduiking van de besteksbepalin gen. Er loopen hier we! honderd bekwame vaklui rond en spr. verlangt van B. en W. nu een duidelijk antwoord op de vraag, hoe een dergelijken toestand zoo lang gehand haafd kon blijven. Kan het College dit ant woord niet geven, dan moet spreker het College in verzuim stellen t.a.v. het toezicht op Publieke Werken. Ook gebeuren er ongerechtigheden, vo.gcns spr., bij den bouw van het nieuwe politie bureau. Daar maakt men van een onder aannemer gebruik om net zooveel menschen van buiten de stad te kunnen aannemen a s men maar wil. Spr. durft niet te zeggen, dat men het doet om lagere loonen te kunnen betalen, maar de veronderstelling is gemak kelijk te maken. Onder de vlechters, metselaars, timmer lieden en stucadoora komen vertegenwoordi gers van buiten voor. terwijl er van alle categorieën te dezer stede bekwame ver tegenwoordigers te krygen zyn. Spr. dringt er met klem op aan, dat aan dezen wan toestand zoo spoedig mogelijk een eind wordt gemaakt. Het blijkt dat de kwestie al in het Co .ege van B. en W. ter sprake geweest is. Zoo heeft wethouder Smits een onderzoek inge steld naar de kwestie met de metselaars. Door den aannemer was gevraagd om af te mogen wijken van de besteksbepalingen, omdat er geen voldoende metselaars ter plaatse waren, die voor hem konden werken. De heer S. heeft zich toen tot het Bureau voor Arbeidsbemiddeling gewend en het bleek, dat er wel 20, waaronder zeer be kwame, metselaars ingeschreven stonden, Het bleek toen, dat er geen overeenstemming met den aannemer was verkregen t.a.v. de loonen. er bestond een zuiver loonconflict. Nog dienzelfden dag heeft het Col'ege van B. en W. den aannemer doen weten, dat hij niet van de besteksbepallngen mocht af wijken. De aannemer is echter door de mazen gekropen en heeft door het aanstellen van een onder-aannemer net zooveel personeel van buiten doen aannemen als hy noodig vond. Spr. weet niet of hiertegen wei maat regelen kunnen worden getroffen. De heer Kraak merkt op, dat er geen sprake van een loonconfljct kan zyn. B. en W. kunnen eenvoudig tegen den onder-aan nemer zeggen: zorg, dat het uit is. De heer v. d. Vaart verzekert, dat op een aangelegnheid als deze door het Collega gezeten wordt als door den bok op de haver kist. De aannemer is verp.icht zich aan het percentage, genoemd in de besteksbepal ngen, te houden. Volgens spr. is het dan ook zoo ver, dat twee van de arbeiders-van-bui.en de werkzaamheden alhier moeten staken. Voorts zal in de toekomst gelet worden op de bepaling, dat de aannemer aansprakelijk blijft voor het getal arbeiders-van-buiten, dat aan een werk ter plaatse werkzaam mag zijn. De heer Steenlage viaagt, in verband met den brand bij de firma van Willigen, of er wel voldoende veiligheidsmaatregc en ge nomen waren. Zoo staat 't vast, dat op de plek, waar de brand ontstond, geen brand- bluschmiddel aanwezig was. Is dit geen grevo nalatigheid, zoo vraag spreker. In dit ver band wil spr. het College van B. en W. gaarne verzoeken meer aandacht aan de veiligheid te besteden, in verband met ge bouwen van V. en D., e.d. De Voorzitter antwoordt, dat in de Bouwverordening en in de Politieverordening

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 11