De oorlog in Abessinië. Abonneert II op dit blad De entrée van Burgemeester Kamp in de gemeente Texel De verontwaardiging over de luchtaanvallen. De vredesvoorwaarden. De stemming te Rome. Onrust te Londen. Abessijnsch verzet. De sancties. De Abessijnsche kansen. Addis Abeba vlucht leeg door loos alarm. De strijd tegen de katholieke kerk in Duitschland. Regeermgsmoeilijkheden in TsjechoSlowakije. Opwinding in Kaïro De president van Cuba afgetreden. China en Japan. BINNENLAND De Neder Jandsche belangen in Absssinië- Kerst gaven aan ondersteunde en tewerk^ gestelde werkloozen. Afsluiting van het film- en bioscoopbedrijf. Onderofficieren-capitulant. TWEEDE BLAD HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 12 DECEMBER 1935. De Italianen beschuldigd van dwaze uitvluchten. '(Van onzen correspondent Stuart Eineny). D e s s i e, Woensdag. De verontwaardi ging over de luchtbombardementen van Des sie is nog altijd zeer hevig en in het bijzon der bl(jft men het den Italianen in heftige bewoordingen verwrjtan, dat zij bommen op bet hospitaal hebben laten vallen. Intusschen ontkennen de Italianen, dat zij het Roode Krtiis-hospitaal hebben gebombar deerd. In Abessijnsche kringen wordt gezegd, dat deze Italiaansche ontkenning doet denken aan de dwaze uitvluchten van den school jongen, die op heeterdaad wordt betrapt, ter wijl hij zijn vinger in den jampot steekt. Nu is het een feit, dat twintig buitenland- sche journalisten, die zich op het oogenblik van het bombardement in het hospitaal be vonden, getuigenis kunnen afleggen van de verwoesting, die in het gebouw is aangericht door de Italiaansche bommen. Bovendien zijn groote pakken persfoto's, waarop de groote schade te zien is, naar Europa onderweg. Wanneer deze foto's zullen zijn aangekomen, zal ook de laatste twijfel worden weggenomen. Het is bekend, dat de Italianen verder ver klaard hebben, er geen kennis van gehad te hebben, dat zich in Dessie een hospitaal be vond. Zy waren er niet van in kennis gesteld, aldus zeiden zij. De Abessijnen echter wijzen er in dit verband op, dat in de stad vele .■jaren lang een Italiaansch consulaat was ge vestigd, zoodat de Italianen nauwkeurig op de hoogte moeten zijn van de ligging van elk gebouw in Dessie. De dokters hebben nog steeds hun handen vol aan de operaties, die zij moeten verrich ten bij inwoners, welke bij de luchtaanvallen gewond zijn. De stad zelf is overigens vrijwel geheel verlaten. Het laatste deel der te Dessie geconcentreerde troepen heeft de stad eenige dagen geleden verlaten en op het oogenblik is nog slechts een handjevol soldaten der keizerlijke wacht te Dessie gestationneerd. (Auteursrecht News Chronicle-A.N.P.) (Gk—0100). Volgens de Daily Telegraph zien zij er ook in htm gewijzigden vorm nog bedenkelijk uit. Naar Reuter verder uit Londen meldt, is de opwinding van de liberale en socialistische bladen tegen de z.g. vredesvoorwaarden gis terochtend wat minder tengevolge van de aankondiging van zekere wijzigingen. De News Chronicle blijft echter nog achter dochtig. Het blad waarschuwt de regeering, dat het haar nimmer zal worden vergeven, als zij „het collectieve stelsel verraadt door op zettelijk de agressie te beloonen". Het blad schrijft, dat het niets goeds be- teekent, als men te Rome de Parijsche voor stellen wellicht aannemelijk acht. Wanneer Mussolini successen behaald had en de Vol kenbond machteloos gebleken ware, zouden deze slechte voorwaarden wel als onvermijde lijk beschouwd moeten worden. Een feit is echter, dat de veldtocht mislukt is en de Vol kenbond een hecht geheel vormt. Dit oogenblik hebben de Fransche en Brit- sche regeering blijkbaar geschikt geacht om Mussolini een overwinning toe te kennen, die hij met de wapenen nooit had kunnen be halen. De kleine Volkenbondsstaten zullen zich te gen een plan, dat Engeland aanvaard heeft, nauwelijks kunnen verzetten, doch voor de Britsche regeering moet het een ernstige di plomatieke nederlaag beteekenen. De Daily Herald verheugt er zich over, dat de regeering besloten heeft tot een hernieuw de overweging. Het blad doet een beroep op Baldwin om ter wille van de eer en den vrede geen voorstel In te dienen, dat niet in over eenstemming zou zijn met de beginselen van den Volkenbond. Men meent dat Mussolini in ernst op de voorstellen van Londen en Parijs zal ingaan. De Italiaansche bladen zijn in hun uitingen over de voorstellen, die Laval en Hoare te Parijs hebben goedgekeurd, zeer voor zichtig en spreken geen eigen oordeel uit, maar bepalen er zich toe, de persstemmen uit Frankrijk en Engeland weer te geven. De meening is echter zeer verbreid, dat ditmaal Mussolini op de voorstellen zal ingaan. In de praktijk zou het Parijsche voorstel hierop neerkomen, dat Italië vrijwel al het gebied.dat men als „Abessinische wingewesten" beschouwen wil, aan zijn koloniale rijk zou kunnen toevoegen, terwijl alleen het eigenlijk Amharisch gedeelte van Abessinië, en zelfs dit niet geheel, daar de Tigré er deel van uitmaakt, aan den Negus zou blijven. Boven dien zou bij de reorganisatie van het Abessi nische rijk door den Volkenbond, Italië de voornaamste rol spelen. Het is moeilijk te gelooven, dat Mussolini op deze basis niet tot onderhandelen geneigd zou zijn. Een andere zaak is, of de Negus niet weigeren zal, dergelijke voorstellen in overweging te nemen. Gevreesd wordt voor het einde van den Volkenbond als Instrument voor den vrede. In de wandelgangen van het Lagerhuis was vandaag nog steeds het vredesplan van Frankrijk en Groot-Brittannië het eenig onderwerp van discussie. Verscheidene leden achtten het plan zooals men het veronderstelt te zijn, het einde van den Volkenbond als doeltreffend instrument voor den vrede. Er heerscht vrees, niet alleen onder de leden van de Arbeiderspartij en de liberalen, maar zeer stellig ook onder de gema- matigde tories, dat eventueele aanneming van de voorwaarden door Italië en verwerping door Ab- bessinië als een voorwendsel zal worden aange grepen door Frankrijk, wellicht gesteund door Groot-Brittannië, om niet voort te gaan met ce sancties. (Hbld Naar uit Addis Abeba wordt gemeldt, heeft de Abessijnsche minister van buitenlandsche zaken Dinsdag een bezoek gebracht aan Sir Sydney Barton, den Britschen gezant, en hem gevraagd, of hij op de hoogte gesteld was van de Parijsche vredesplannen. Het antwoord luidde evenwel ontkennend. Van bevoegde Abessinische zijde wordt ver klaard, dat het hoogst onwaarschijnlijk is, dat Abessinië bereid zal zijn, vredesonderhandelin gen te openen, zoolang er nog maar een en kele Italiaansche soldaat op Abessijnsch ge bied staat. Het voorstel inzake afstand van de provincie Ogaden aan Italië wordt te Ad dis Abeba belaahelijk genoemd, daar de Ita lianen in het Zuiden sedert het uitbreken van den oorlog nauwelijks vorderingen hebben ge maakt. Fransche persstemmen. Havas meldt uit Parijs: De bladen zjjn van meening, dat het door Havas meldt uit Parijs: De bladen zijn van meening, dat het door Laval en Hoare opgesteld ontwerp ter be slechting van het Italiaansch-Abessijnsche ge schil, de uiterste grens van mogelijke conces sies vormt. Zij voorzien, dat Italië het zal aanvaarden als grondslag voor onderhandelin gen en dat Abessinië het zal afwijzen. Het petroleumcmbargo opgeschort? De diplomatieke medewerker van de Daily Herald schrijft, dat de Britsche regeering be sloten heeft, een opschorting van het petro- leum-embargo te steunen, wanneer Abessinië de Parijsche voorstellen verwerpt. De medewerker verwacht voorts Donder dag te Genève een zeer heftig debat, daar noch Sovjet-Rusland, noch de kleine Europee- sche staten met het Fransch-Britsche plan en de opschorting van het petroleum-embargo accoord zullen gaan. De Zweedsche generaal Virgin acht de Abessijnen ook tegen felle offensieven opgewassen. Uit Hamburg wordt gemeld, dat aldaar Is aangekomen het stoomschip „Ussakuma", met aan boord den Zweedschen generaal Erik Virgin, die uit Abessinië terugkeert. De ge neraal heeft aan een vertegenwoordiger van het D.N.B. eenige verklaringen gedaan met betrekking tot de kansen van Abessinië in den strijd tegen Italië. Z. i. kan Abessinië ver hinderen, dat Italië groote vorderingen maakt voor het beginnen van den regentijd. Van oneeriigheid onder de Abessijnen is geen sprake. De voornaamste stamhoofden zijn den negus onwankelbaar trouw. De toestand is voor Abessinië geenszins wanhopig, zelfs al gelukt het den Italianen de spoorlijn Addis AbebaDzjiboeti te onderbreken. De vaak opduikende geruchten, als zouden de Abes sijnen ernstige moeilijkheden hebben met de voedselvoorziening, zijn sterk overdreven. Naar Virgin's meening zijn de Abessijnen ook tegen felle offensieven opgewassen. Successen van ras Syoem, Reuter meldt uit Addis Abeba: Naai' vernomen wordt hebben de troepen van ras Syoem den 2den December een deta chement Italianen aangevallen, in de plaats Kalhabille, Daarbij werden vier Italianen ge dood en de overigen uiteengedreven. Den derden December vielen de Abessiniërs den post Menagar aan, die door het garni zoen moest worden ontruimd. Aan Abessijnsche zijde waren de verliezen één doode en twee gewonden. Den zesden December kwamen een vijftig manschappen van de troepen van ras Gugsa die naar Italiaansche zijde waren overgeloo- pen, weder achter de Abessijnsche linies terug. Gisterenochtend om half zes werd te Addis Abeba alarm geslagen voor een luchtaanval, waarop de bevolking de stad ontruimde. Doch om acht uur was er nog geen vliegtuig gezien zocdat men vermoedelijk met een loos alarm te doen heeft gehad. Om half vier gisterenmorgen begon de ont ruiming van de stad. Bij duizenden tegelijk vluchtten de Inwoners in lange optochten en begeleid door autocolonne'3 naar de bergen. Europeanen en inboorlingen werden door de van huis tot huis gaande politie uit den slaap gewekt en aangespoord zich in veiligheid te brengen. In de stad was een ware paniekstemming uitgebroken. De beschikbare vrachtauto's werden tegen prijzen van 50 tot 100 gulden afgehuurd, om uit de stad weg te komen. Behalve den vicaris-generaal van Wirtzburg zijn nu, volgens de Times, ook de vicarissen- j generaal van Passau en Regensburg gear- resteerd ln verband met de inbeslagneming van de archieven van den Roomsch-Katholieken Inlichtingendienst, onder leiding van de Ban- nasch. Eveneens volgens de Times is de vervolging wegens hoogverraad van dr. Bannasch geba seerd op het feit, dat zich in de archieven van den Inlichtingendienst vertrouwelijke circulai res van de politie en andere autoriteiten in ver scheidene deelen des lands zouden bevinden. Verzet tegen candidatuur van Penesj leidt tot politieken chaos. De Tsjecho-Slowaaksche regeering heeft op voorstel van minister-president Hooza be sloten, af te treden. President Masaryk heeft het ontslag evenwel niet aanvaard. Tot aftreden werd besloten omdat de per tijen der regeeringscoalitie het niet eens kon den worden over een gemeenschappelijken candidaat voor de opvolging van president Masaryk. De onderhandelingen tusschen de partijen zullen thans voortgezet worden. Over aftreden der regeering. Nadat het bericht omtrent het voornemen der regeering om af te treden bekend geworden was is de opwinding in de stad wederom toegenomen. Betoogers sloegen in vele straten de lantaarns stuk, trams werden aangehouden en vernield en autobussen in brand gestoken Omtrent botsingen wordt echter tot dusver niets gemeld. De redenen staan nog niet vast. Kolonel Caro Mendieta, de president van Cuba, is afgetreden. Naar sommigen zeggen heeft Mendieta hiertoe besloten, om zich bij de komende ver kiezingen candidaat te kunnen stellen. DE WERKLOOSHEID IN DE VER. STATEN Niet minder dan 15,000,000 werk- loozen. Volgens een door den president van de Amerikaansche federatie van den arbeid, Green, gepubliceerde statistiek, bedraagt thans het aantal werkloozen in de Ver. Sta ten 15,000,000. Een gevecht by Koejoean. Het te Tokio verschijnende blad Asahi Sjimboen vermeldt, dat gisterochtend bij een fel gevecht te Koejoean vele dooden en ge wonden zijn gevallen. De Chineesche en de Japansche autoritei ten zijn over de zaak met elkaar in onder handeling. Een later bericht meldt, dat Koejoean door troepen uit Mantsjoekwo is bezet. De Chinee sche militie troepen moesten terug; hun aan voerder Li Ke-tsjeng werd dooaelijk gewond. Ook twaalf soldaten werden gewond. De behartiging daarvan is opge dragen aan den Franschen gezant Bodard. Naar de „Nw. Rott. Ct." verneemt, heeft de Fransche regeering, op verzoek van de Neder- landsche regeering. haren gezant te Addis Abeba, den heer P. Bodard, opgedragen de belangen van de Nederlandsche onderdanen in Ethiopië te behartigen. Zoodanige bescherming werd thans noodjg geacht in verband met de aanwezigheid daar te lande van de leden der Nederlandsche Roode Kruis-ambulance. Uitkeeringen van vereenigingen wor den niet in mindering gebracht op den steun. De minister van sociale zaken keurt goed, dat indien derden (vereenigingen of bijzondere personen) uit andere dan openbare of daarmee gelijk te stellen kassen aan ondersteunde of tewerkgestelde werkloozen, voor de Kerstdagen een uitheering, hetzij in geld, dan wel in natura, wenschen te verstrekken, deze uit keering bij de berekening van den steun, dan wel bij de beoordeeling van de plaatsing bij de werk verschaffing, buiten beschouwing kan worden gelaten. Verlengd tot 15 Februari. De Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft dezer dagen onder voorzitterschap van den heer D. Hamburger jr. uit Utrecht ln Hotel Krasnapolsky te Amsterdam een buitenge wone algemeene ledenvergadering gehouden, welke zeer druk bezocht was. In deze vergadering is met algemeene stem men een voorstel van het hoofdbestuur aan genomen om het d.d. II Februari 1935 vast gestelde bondsbesluit nopens de afsluiting van het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf, dat op 31 December zou eindigen, te ver lengen voorlcopig tot 15 Februari 1936. Deze beslissing is genomen, teneinde de speciale studiecommissie, bestaande uit ver schillende vooraanstaande leden van den Bond, en die tot taak heeft nieuwe regelen te ont werpen met betrekking tot de oprichting van nieuwe zaken, daarbij een gezonde expansie van het film- en bioscoopbedrijf in het oog houdende, gelegenheid te geven het resultaat van haar studie na rijp beraad aan het hoofd bestuur te rapporteeren. De inschrijving opengesteld. Officieel wordt medegedeeld: De minister van staat, minister van defensie a.i., heeft bij de korpsen der infanterie, der bereden en der onbereden artillerie, de ge legenheid opengesteld voor ongehuwde dienst plichtige sergeanten (wachtmeesters) der jongste lichtingen, tot een gezamenlijk aantal van ongeveer 150 man, om voor ten minste 6 jaren vrijwillig in werkelijken dienst te komen of te blijven. In aanmerking komen in de eerste plaats zy, die hun eerste oefeniEg op uitstekende wijze hebben vervuld, en die in het bezit zyn van een diploma eener school voor Mulo A of B of van een hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus, dan wel die eene of andere wijze verkregen gelijkwaardige schoolkennis bezitten. Het ligt ln de bedoeling om op de hierbe- doelde onderofficieren te zijner tijd de be palingen van het Capitulantenreglement 1935 van toepassing te doen zijn, d.w.z., dat zij dus een wettelijk recht zullen verkrijgen, om na ommekomst van voormelde dienstperiode of te worden aangesteld tot beroepsonderofficier, dan wel te worden benoemd, hetzij tot bur gerambtenaar in dienst van een der Neder landsche spoorwegmaatschappijen. Gegadigden kunnen op schriftelijk verzoek aan den korpscommandant terzake nadere inlichtingen bekomen. Zij, die reeds in voor schreven zin een verzoek rechtstreeks aan het departement van defensie inzonden, zullen zich alsnog tot hun korpscommandant hebben te wenden. Reeds eenigen tijd had men zich op initiatief der „Texelsche Oranjevereeniging" opgemaakt om den nieuwbenoemden burgemeester een hartelijke ontvangst in de gemeente te berei den. Spontaan was van alle zijden direct mede werking toegezegd; geen wonder dan ook, dat de installatie van den heer Kamp met een plechtigheid gepaard ging, zooals nog nimmer bij het entrée van een hoofd dezer gemeente heeft plaats gehad. Al vroeg in den morgen was te Den Burg merkbaar, dat er iets bizon- ders stond te gebeuren: van alle gemeentege bouwen, ook van den toren en van vele par ticuliere woningen, wapperde de vaderlandsche driekleur, terwijl in de nabijheid van het Raad huis een keurige eeerepoort was opgericht. Het weer liet zich Dinsdag al zeer slecht aan zien; wij vreesden, dat de burgemeester al direct kennis zou moeten maken met de onaangenaamheden van een stormachtigen Oostenwind op het vaarwater tusschen Texel en Den Helder. Het viel echter nogal mee. Omstreeks tien uur stelde op de Groeneplaats een ruiterstoet van bijna 30 personen zich op (meest leden van de Texelsche Rijvereeniging), die onder leiding van den heer Joh. Kikkert naar de haven vertrok. Ook Texels Fanfare corps trok daar heen en toen de burgemeester en zijne echtgenoote, vergezeld van een 20-tal familieleden en vrienden, met „De Marsdiep" in de Texelsche haven arriveerden, werd het gezelschap met muziek van het oudste corps van Texel verwelkomd. Op het haventerrein bevond zich het Dagel. Bestuur der gemeente, de wethouders Vlaming en Kager en den secretaris, de heer C. S. Jon ker. De heer Vlaming heette, als oudste wet houder en loco-burgemeester, den heer Kamp hartelijk welkom in deze gemeente. Daarna begaf het gezelschap, geëscorteerd door de ruiters en door Texels Fanfarecorps, zich naar Den Burg. Direct na aankomst, trok men nu door de Parkstraat en door de eere poort, nabij de Vischmarkt naar het Raadhuis, waai- de officieele installatie zou plaats heb ben. Raadzaal en tribune waren zoo vol, als we dit nog nooit te voren hebben aanschouwd. De gemeenteraad was voltallig aanwezig, toen de loco-burgemeester de zitting opende. Wet houder Vlaming verzocht de heeren Epe, als oudstzittend raadslid en den heer De Waard, als jongste raadslid, den nieuwbenoemden bin nen te leiden. Nadat mr. Kamp de ambtsketen was omgehangen, sprak de heer Vlaming het volgende: Het is mij een voorrecht en éen eer in deze vergadering en onder deze omstandigheden, U als burgemeester van Texel te mogen instal- leeren en, mede namens onze bui-gerij, ter Uwer begroeting, een enkel woord te mogen zeggen. Het zal U zeker een oorzaak van meer dan groote tevredenheid zijn, dat ge tot burge meester van Texel zijt benoemd. Om als jonge man van 30 jaren de voorkeur te mogen heb ben, uit een respectabele reeks van 80 sollici tanten, is zeker een feit, dat U tot blijdschap stemt. Hoeveel te meer kan dit het zijn, als men het voorrecht heeft om juist tot bur ge- meester van onze gemeente te zijn verkozen. Dit eiland, met zijn bijkans 8000 inwoners en zijn 18.000 ha grondbezit. Dit eiland, eigenlijk reeds wereldberoemd om zijn flora en fauna, zijn natuurschoon, zijn heldere luchten en won- derschoone wolkenhemel. En zoo gezien, dan is er reden om feest te vieren, ook om U als vertegenwoordiger van het gezag, een blijden inkomst te bereiden is een reden, waarmede wij ons heel goed kun nen vereenigen. Een van de verschijnselen van onzen tijd, die velen met zorg vervult, is im mers Juist de voortgaande verslapping van het gezag. En dat wij in U een ambtsdrager mogen ontvangen, die in de volle kracht van zijn leven, alles kan geven, wel, wie zou dit niet toejuichen? Dan is er oorzaak om blijde te zijn en vreugde te betoonen. Om met een ruiterstoet, zang en muziek en welke vereeni gingen hier ook meer aanwezig mogen zijn, terwijl ook onze jeugd zich niet onbetuigd zal laten, U in te halen en voor een défilé. Ik ver meen echter, dat Ik zelfs ln een ure als dit, U niet mag verhelen, dat dit feestelijk aanzien geen juist beeld geeft van den toestand ln onze gemeente, en als gemeentelijke overheid mogen wij toch allerminst de oogen sluiten hiervoor. Integendeel, we beleven ernstige tijden. Ons eiland is lang geweest het z.g. „Gouden Boltje". De omstandigheden zijn echter zoodanig ge wijzigd, dat hier niet meer van gesproken kan worden. De inkomsten van velen onzer ge meentenaren en als gevolg daarvan van onze gemeente, loopen op onrustbarende wijze terug, zoodat we met het oog hierop de toe komst met zorg tegemoet gaan. En nu is dit voor een groot gedeelte een al gemeen verschijnsel, de economische Inzinking is overal te constateeren, de werkloosheid neemt overal bijkans nog toe; het wordt hoe langer hoe moeilijker, om ieder arbeid, brood en een mensehwaardig bestaan te verschaffen. Hier op Texel is echter nog een ander ver schijnsel waar te nemen, want ook de vissche- rijbedrijven hebben een gevoeligen knak ge kregen. Voor onze visschers is een rijk visch- gebied, dat voorheen, wel is waar tijdelijk, maar dan ook over het algemeen genomen zeer gunstige resultaten gaf, gesloten. Onze zeegrasbedrijven, welke normaal een bate van 80.000.per jaar opbrachten, zijn j I teloor gegaan. De pakhuizen en materialen brengen geen cent meer op en zijn daardoor waardeloos geworden. Onze palingvisschers, die voorheen een flink bestaan hadden, zijn straatarm geworden; onze geheele visschers- bevolking, welke vroeger op de Waddenzee met het visschen van garnalen, bot, kruikels, enz. behoorlijk brood kon verdienen, lijdt een kwijnend bestaan, en is bij tijden in de werk verschaffing ondergebracht. De aardappel- bouw, die in den regel, voorheen bloeide, werd ook getroffen, omdat vervoerkosten hoog zijn en dit niet zoo vlot kan geschieden in verge lijking met andere streken, waar men gebruik kan maken van transport langs den afsluitdijk per vrachtauto, wat voorheen per schuit moest geschieden. Zoo zouden we kunnen voortgaan, doch we willen hier alleen den nadruk opleg gen, dat dit alles voor een groot gedeelte ge volg is van de afsluiting van het IJselmeer. Nu hebben wij in U een kundig ambtenaar uit den Wieringerm eerpolder weggehaald, een groot gedeelte van de burgerij zou gaarne, met geheel andere bedoeling, ook den afsluitdijk willen weghalen. Dit is voor Texel wellicht niet noodig, want daar ligt een bewijs van energie en kunnen, maar wel wenschen we, dat de na- deelige gevolgen voor Texel zooveel mogelijk worden verwijderd. Dat U van God gegeven zij, met al Uw krachten en alle energie daaraan mede te werken tot heil der gemeente Texel. Voorts wees spreker op de vele werkloozen en sprak de hoop uit, dat burgemeester Kamp zich in de nooden van dezen mocht inwerken en dat daardoor bewerkt moge worden, dat werkgever en werknemer elkaar beter leeren verstaan, om met ineengeslagen handen te be proeven de moeilijkheden te overwinnen, opdat kapitaal en arbeid ln eensgezindheid moge worden aangewend, tot belang van de geheele bevolking. Tot mevrouw Kamp sprak de heer Vlaming: Ook U mevrouw, heet ik hartelijk welkom, namens Texels burgerij. Zonder in bijzonder heden te treden, mag ik wel even zeggen, dat ons volk kent „edele vrouwen van Duitsche bloede". Daarom treden we U met vertrouwen tegemoet, ook U geldt ons welkom, en we vertrouwen, dat U Uw echtgenoot bij het ver vullen van zijn taak tot steun en bijstand zij. Zoo ongekunsteld gaf U ons bij onze eerste kennismaking te kennen blij te zijn op Texel te wezen. Wij hopen, dat dit zoo moge blijven, en dat men op Texel ook verheugd zij met Uwe gade en met U. En daar naar mijn vaste over tuiging dit alles afhangt van den zegen van God, wensch ik U, heer burgemeester en Uwe echtgenoote toe, gezondheid, kracht en wijs heid tot het vervullen van Uw taak en Gods zegen. Het moet vooral vor mijn ouders, aldus spr., een groot genoegen zyn, dat ze aanwezig kun nen zijn bij mijn eerste schreden, op mijn loop baan als burgemeester. Aan hen ben ik zeer grooten dank verschuldigd; in de eerste plaats voor de onbezorgde jeugd en den heerlijken studententijd, die ik heb mogen doormaken. Ook doet het mij zeer veel genoegen, dat zoo vele vrienden mij naar dit voor mij geheel ander oord hebben willen vergezellen. Mijn functie zal hier heel anders zijn dan in de Wieringer- meer, daar moest een nieuw land worden ge vormd en hier is een bestaande gemeente met een gevormde traditie. Texel oefende als ge heel afzonderlijk deel van Nederland groote aantrekkelijkheid voor mij uit: het Is een land omspoeld door de golven di ehet soms onaange naam kunnen treffen. Op dit afzonderlijk deel van Nederland kan evenwel door eensgezind heid veel goeds tot stand komen. Spr. brengt den Minister van Binnenlandsche Zaken en aan dan verder dank aan H. M. de Koningin, aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en aan den Commissaris der Koningin voor zijn be noeming tot burgemeester. Ook den heer Smeding (Landbouw-consulent) en den heer Peters, burgemeester van Medemblik, bracht spr. dank voor de medewerking ln zijn vorige loopbaan ondervonden en verder aan allen, die tot zijn benoeming hebben meegewerkt. Vervolgens richtte mr. Kamp het woord tot den heer Vlaming, dankt hem voor het zoolang vervullen van de functie van loco-burgemees- ter, die door familie-omstandigheden nog eeni gen tijd is verlengd. Ook dank sprak de nieuw benoemde voor de hartelijke begroeting. Ik ben my, zei spr., de moeilijkheden, die U mijn heer Vlaming, naar voren heeft gebracht, ter dege bewust en hoop dan ook dat U en Uw mede-wethouder en alle raadsleden mij, bij het uitoefenen van mijn moeilijke taak, met Uw rijpere ervaring en groote kennis van de plaat selijke toestanden ter zijde zullen staan. In het bizonder vraag ik dat ook van U, mijnheer Jonker. Ik hoop op een prettige samenwerking. Even bracht spr. den vorigen burgemeester, den heer Oort, in herinnering. Mijn voorgan ger kan hier thans niet aanwezig zijn, zei de heer Kamp, doch ongetwijfeld zullen zijn ge dachten thans naar deze plaats gaan. Spr. vroeg verder de welwillende critiek van de pers, bracht even ln herinnering zijn prettige loopbaan als journalist en deelde mede, dat het zijn streven zal zijn om, met voorbijzien van alle politieke richtingen op rechtvaardige wijze deze gemeente te besturen. Gaarne wil ik medewerken tot den opbouw van dit eiland onder Gods onmisbaren zegen. Hierna verkreeg de heer Epe het woord. Spr. meende als oudste raadslid, burgem. Kamp een hartelijk woord van welkom in deze gemeente te moeten toeroepen. Met groote spanning, aldus spr., hebben wij hier de benoeming van een nieuwen burgemeester tegemoet gezien. En toen die «a lange onze kerheid bekend werd, kwamen natuurlijk allerlei vragen naar voren, zooals: van welke politieke richting is de heer Kamp, tegen woordige werkkring, leeftijd, enz. Vragen, die voor een gemeente als deze van zoo veel be- teekenis zijn. Gezien de bijzondere ontvangst, die U hier ten deel valt, geloof ik, dat geheel de burgerij met uw benoeming is ingenomen, 't Valt niet te ontkennen, dat U zeer jong tot het ambt van burgemeester van een uitge strekte gemeente wordt geroepen, doch wij mogen vertrouwen, dat de autoriteiten, die dit hebben bevorderd, voldoende van uw be kwaamheid op de hoogte zijn en dit geeft ge gronde hoop, dat ge de rechte man op de rechte plaats zult zijn. Wij zien dit allen zoo en treden U daarom onbevooroordeeld tege moet. De samenwerking zal des te hechter zijn, indien U met de gegronde wenschen van den Raad rekening zult houden. De heer Epe wees verder op de moeilijke tijden, waarin Mr. Kamp zijn ambtsperiode aanvangt en sprak den wensch uit, dat hij de gemeente door de moeilijkheden zal heenhelpen. Ver volgens richtte spr. nog enkele woorden tot Mevr. Kamp; 't zal ons groot genoegen doen, aldus de heer Epe, als ge U in onze gemeente spoedig volkomen thuis zult gevoelen. De heer Bruin voerde hierna het woord namens de Raadsfractie der S.D.A.P. Spr. hoopte op een prettige samenwerking ook met zijn fractie. „Als het gezegde waarheid bevat, dat „Natuurschoon veredelt", mogen wij wel aannemen, dat het vele natuurschoon, dat Texel biedt, op uw nog jeugdig gemoed een heilzame invloed zal hebben, een invloed, die zal prikkelen tot verhoogde activiteit om U geheel voor dit eiland te geven." De heer L e b e r sprak namens de raads fractie der R.-K. Staatspartij een woord van welkom. De heer P a r 1 e v 1 i e t sprak vervolgens namens de raadsfractie Gemeente-Belangen, ook de heer De Lugt, lid van deze fractie, voerde nog even het woord. Als laatste spr. der raadsleden sprak de heer De Waard voor de Chr.-Hist. fractie. Burgemeester Kamp. Burgemeester Kamp dankte allen hartelijk voor de prettige wel* komstwoorden tot hem en zijn echtgenoote gericht en vroeg verder aan de raadsleden, of niemand er bezwaren tegen had, dat ook niet-raadsleden iets naar voren brachten. Toen niemand daar iets tegen bleek te hebben, verkreeg Mevr. Kamp het woord, Mevrouw Kamp spreekt. Spreekster dankte voor de spontane en gulle wijze, waarop de raad en ook de burgerij haar echtgenoote en ook haar waren tegemoet getreden. Ik ontveins mij niet, aldus spr., dat mi) ook als echtgenoote van den burgemeester dezer uitgestrekte gemeente soms een moei lijke taak is weggelegd. Ik hoop deze taak op de juiste wijze te vervullen en het mijne hij te dragen tot heil dezer gemeente. Spr. vroeg van alle Texelaars vriendschap, opdat haar verblijf een prettig verblijf zal mogen zijn. Mevrouw Kamp. Een hartelijk applaus volgde op deze korte rede, die blijkbaar bij de aanwezigen een aan- genamen indruk maakte. Vervolgens sprak de vader van den heer Kamp. Spr. gewaagde van de groote vreugde, die z(jn hart vervulde, nu zjjn zoon, zoo jong reeds, tot zulk een taak is geroepen. Spr. zag ook de moeilijkheden, die aan dit ambt waren verbonden, niet over het hoofd. Hij dacht daarbij aan de ontmoeting van Socrates met een nieuw benoemden gezaghebber in Athene, de wijsgeer feliciteerde den man met zijn ver kiezing en stelde hem de vraag of een diep gaande studie aan zijn benoeming was voor afgegaan. Toen ontkennend werd geantwoord, vroeg Socrates: i als ge nu eens als tim- -i was aangesteld? ~-n had ik tevoren een opleiding moeten hebben, werd geant woord. Is regeeren dan niet zoo moeilijk? vroeg de wijsgeer. Socrates verwarde even wel het begrip wijsheid en vaardigheid. De kennis om te regeeren is mijn zoon voldoende bijgebracht; hem wacht evenwel het aanlee- ren van vaardigheid; ik hoop van harte, dat gij allen zult willen bijdragen om hem bij het verkrijgen van die routine behulpzaam te zijn. Hierop volgde een korte speech van den heer Ir. Smeding. Spr. wees op de groote bekwaamheid, die de heer Kamp aan den dag legde in zijn vo rige functie. Gij hadt 't literaire gedeelte voor uw rekening, zei de heer S„ en uw publicaties waren zoo duidelijk en juist, dat het publiek uitstekend op de hoogte bleef van de vorde ringen, die in de Wieringermeer werden ge maakt; ze waren voor ingewijden en niet- uw rapporten waren juist en ge hebt nuttig werk tot den opbouw van den jongen polder ingewijden steeds prettig te verwerken. Ook verricht. Ook de heer Peters, Burgemeester van Medemblik, maakte van de gelegenheid om het woord te voeren gebruik. Spr. bleek op zeer vertrouwelyken voet met het echtpaar Kamp te staan en erkende volmondig, dat hij (zooals de burgemeester terloops in zijn rede had opgemerkt) den nieuw-benoemde op zijn geschiktheid voor de burgemeesterloop baan had gewezen. Ik ontdekte heel goed, dat Mr. Kamp van 't hout gesneden was, waaruit men goede burgervaders maakt; daaruit zou onwillekeurig moeten volgen, dat ook ik een goed burgemeester ben en dat wil ik nu juist niet met overtuiging beweren. Op geestige wijze gaf hij verder enkele wenken en sprak er zijn genoegen over uit, dat Mevr. Kamp even het woord had gevoerd. Ik heb er nog nooit van gehoord, dat een dame bij een in stallatie van een burgemeester het woord heeft gevoerd; ik vind het dan ook een kra nige prestatie, doch 't viel mij op, dat men nu toch duidelijk kon hooren, dat ge een Duitsche van geboorte zijt, terwijl dat in 't gewone leven in 't geheel niet merkbaar is; dat kwam zeker van de emotie. Ook richtte Medemblik's burgemeester enkele hartelijke woorden tot de Texelsche raadsleden. Als laatste spr. trad op een studiemakker van de Leidsche Universiteit van burgem. Kamp.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 13