De oorlog in Abessinië,
Abonneert II op dit blad
De entrée van Burgemeester
Kamp in de gemeente Texel
BINNENLAND
De verontwaardiging
over de luchtaanvallen.
De vredesvoorwaarden.
De stemming te Rome.
Onrust te I onden.
Abessijnsch verzet.
De sancties.
De Abessijnsche kansen.
Addis Abeba vlucht leeg door
loos alarm.
De strijd tegen de katholieke
kerk in üuitschland.
Regeeringsmoeilijkheden
in TsjechoSlowakiie.
Opwinding in Kaïro
De president van Cuba
afgetreden.
China en Japan.
De Neder landsche
belangen in Absssinië.
Kerstgaven aan
ondersteunde en tewerk
gestelde werkloozen.
Afsluiting van het film- en
bioscoopbedrijf.
Onderofficieren-capitulant.
TWEEDE BLAD
De Italianen beschuldigd van
dwaze uitvluchten.
"(Van onzen correspondent Stuart Emeny).
D e s s 1 e, Woensdag. De verontwaardi
ging over de luchtbombardementen van Des-
Bie is nog altijd zeer hevig en in het bijzon
der blijft, men het den Italianen in heftige
bewoordingen verwjjtgn, dat zij bommen op
het hospitaal hebben laten vallen.
Intusschen ontkennen de Italianen, dat zij
het Roode Kruis-hospitaal hebben gebombar
deerd. In Abessijnsche kringen wordt gezegd,
d8t deze Italiaansche ontkenning doet denken
aan de dwaze uitvluchten van den school
jongen, die op heeterdaad wordt betrapt, ter
wijl hij zijn vinger in den jampot steekt.
Nu is het een feit, dat twintig buitenland-
sche journalisten, die zich op het oogenblik
van het bombardement in het hospitaal be
vonden, getuigenis kunnen afleggen van de
verwoesting, die in het gebouw is aangericht
door de Italiaansche bommen. Bovendien zijn
groote pakken persfoto's, waarop de groote
schade te zien is, naar Europa onderweg.
Wanneer deze foto's zullen zijn aangekomen,
zal ook de laatste twijfel worden weggenomen.
Het is bekend, dat de Italianen verder ver
klaard hebben, er geen kennis van gehad te
hebben, dat zich in Dessie een hospitaal be
vond. Zij waren er niet van in kennis gesteld,
aldus zeiden zij. De Abessijnen echter wijzen
er in dit verband op, dat in de stad vele
jaren lang een Italiaansch consulaat was ge
vestigd, zoodat de Italianen nauwkeurig op
de hoogte moeten zijn van de ligging van elk
gebouw in Dessie.
De dokters hebben nog steeds hun handen
vol aan de operaties, die zij moeten verrich
ten bij inwoners, welke bij de luchtaanvallen
gewond zijn. De stad zelf is overigens vrijwel
geheel verlaten. Het laatste deel der te Dessie
geconcentreerde troepen heeft de stad eenige
dagen geleden verlaten en op het oogenblik
is nog slechts een handjevol soldaten der
keizerlijke wacht te Dessie gestationneerd.
(Auteursrecht News Chronicle-A.N.P.)
iGk0100).
Volgens de Daily Telegraph zien zj)
er ook in hun gewijzigden vorm nog
bedenkelijk uit.
Naar Reuter verder uit Londen meldt, is de
opwinding van de liberale en socialistische
bladen tegen de z.g. vredesvoorwaarden gis
terochtend wat minder tengevolge van de
aankondiging van zekere wijzigingen.
De News Chronicle blijft echter nog achter
dochtig. Het blad waarschuwt de regeering,
dat het haar nimmer zal worden vergeven, als
zij „het collectieve stelsel verraadt door op
zettelijk de agressie te beloonen".
Het blad schrijft, dat het niets goeds be-
teekent, als men te Rome de Parijsche voor
stellen wellicht aannemelijk acht. Wanneer
Mussolini successen behaald had en de Vol
kenbond machteloos gebleken ware, zouden
deze slechte voorwaarden wel als onvermijde
lijk beschouwd moeten worden. Een feit is
echter, dat de veldtocht mislukt is en de Vol
kenbond een hecht geheel vormt.
Dit oogenblik hebben de Fransche en Brit-
sche regeering blijkbaar geschikt geacht om
Mussolini een overwinning toe te kennen, die
hij met de wapenen nooit had kunnen be
halen.
De kleine Volkenbondsstaten zullen zich te
gen een plan, dat Engeland aanvaard heeft,
nauwelijks kunnen verzetten, doch voor de
Britsche regeering moet het een ernstige di
plomatieke nederlaag beteekenen.
De Daily Herald verheugt er zich over, dat
de regeering besloten heeft tot een hernieuw
de overweging. Het blad doet een beroep op
Baldwin om ter wille van de eer en den vrede
geen voorstel in te dienen, dat niet in over
eenstemming zou zijn met de beginselen van
den Volkenbond.
Men meent dat Mussolini in ernst op
de voorstellen van Londen en Parijs
zal ingaan.
De Italiaansche Diaden zijn in hun uitingen
over de voorstellen, die Laval en Hoare
te Parijs hebben goedgekeurd, zeer voor
zichtig en spreken geen eigen oordeel uit,
maar bepalen er zich toe, de persstemmen
uit Frankrijk en Engeland weer te geven.
De meeDing is echter zeer verbreid, dat
ditmaal Mussolini op de voorstellen zal
Ingaan.
In de praktijk zou het Parijsche voorstel
hierop neerkomen, dat Italië vrijwel al het
gebied.dat men als „Abessinische wiDgewesten"
beschouwen wil, aan zyn koloniale rijk zou
kunnen toevoegen, terwijl alleen het eigenlijk
Amharisch gedeelte van Abessinië, en zelfs
dit niet geheel, daar de Tigré er deel van
uitmaakt, aan den Negus zou blijven. Boven
dien zou bij de reorganisatie van het Abessi
nische rijk door den Volkenbond, Italië de
voornaamste rol spelen.
Het is moeilijk te gelooven, dat Mussolini
op deze basis niet tot onderhandelen geneigd
zou zQn. Een andere zaak is, of de Negus
niet weigeren zal, dergelijke voorstellen in
overweging te nemen.
Gevreesd wordt voor het einde van
den Volkenbond ais Instrument voor
den vrede.
In de wandelgangen van het Lagerhuis was
vandaag nog steeds het vredesplan van Frankrijk
en Groot-Brittannië het eenig onderwerp van
discussie. Verscheidene leden achtten het plan,
tooals men het veronderstelt te zijn, het einde'
van den Volkenbond als doeltreffend instrument
voor den vrede. Er heerscht vrees, niet alleen
onder de leden van de Arbeiderspartij en de
liberalen, maar zeer stellig ook onder de gema-
matigde tories, dat eventueele aanneming van de
voorwaarden door Italië en verwerping door Ab-
bessinië als een voorwendsel zal worden aange
grepen door Frankrijk, wellicht gesteund door
Groot-Brittannië, om niet voort te gaan met de
sancties. (Hbld
Naar uit Addis Abeba wordt gemeldt, heeft
de Abessijnsche minister van buitenlandsche
zaken Dinsdag een bezoek gebracht aan Sir
Sydney Barton, den Britschen gezant, en hem
gevraagd, of hij op de hoogte gesteld was van
de Parijsche vredesplannen. Het antwoord
luidde evenwel ontkennend.
Van bevoegde Abessinische zijde wordt ver
klaard, dat het hoogst onwaarschijnlijk is, dat
Abessinië bereid zal zijn, vredesonderhandelin
gen te openen, zoolang er nog maar een en
kele Italiaansche soldaat op Abessijnsch ge
bied staat. Het voorstel inzake afstand van
de provincie Ogaden aan Italië wordt te Ad
dis Abeba belachelijk genoemd, daar de Ita
lianen in het Zuiden sedert het uitbreken van
den oorlog nauwelijks vorderingen hebben ge
maakt.
Fransche persstemmen.
Havas meldt uit Parijs:
De bladen zijn van meening, dat het door
Havas meldt uit Parijs:
De bladen zijn van meening, dat het door
Laval en Hoare opgesteld ontwerp ter be
slechting van het Italiaansch-Abessijnsche ge
schil, de uiterste grens van mogelijke conces
sies vormt. Zij voorzien, dat ïtalië het zal
aanvaarden als grondslag voor onderhandelin
gen en dat Abessinië het zal afwijzen.
Het petroleumembargo opgeschort?
De diplomatieke medewerker van de Daily
Herald schrijft, dat de Britsche regeering be
sloten heeft, een opschorting van het petro-
leum-embargo te steunen, wanneer Abessinië
de Parijsche voorstellen verwerpt.
De medewerker verwacht voorts Donder
dag te Genève een zeer heftig debat, daar
noch Sovjet-Rusland, noch de kleine Europee-
sche staten met het Fransch-Britsche plan en
de opschorting van het petroleum-embargo
accoord zullen gaan.
De Zweedsche generaal Virgin
acht de Abessijnen ook tegen felle
offensieven opgewassen.
Uit Hamburg wordt gemeld, dat aldaar is
aangekomen het stoomschip „Ussakuma",
met aan boord den Zweedschen generaal Erik
Virgin, die uit Abessinië terugkeert. De ge
neraal heeft aan een vertegenwoordiger van
het D.N.B. eenige verklaringen gedaan met
betrekking tot de kansen van Abessinië in den
strijd tegen Italië. Z. i. kan Abessinië ver
hinderen, dat Italië groote vorderingen maakt
voor het beginnen van den regentijd. Van
oneenigheid onder de Abessijnen is geen
sprake. De voornaamste stamhoofden zijn den
negus onwankelbaar trouw. De toestand is
voor Abessinië geenszins wanhopig, zelfs al
gelukt het den Italianen de spoorlijn Addis
AbebaDzjiboeti te onderbreken. De vaak
opduikende geruchten, als zouden de Abes-
«tjnen ernstige moeilijkheden hebben met de
voedselvoorziening, zjjn sterk overdreven.
Naar Virgin's meening zijn de Abessjjnen
ook tegen felle offensieven opgewassen.
Successen van ras Syoem.
Reuter meldt uit Addis Abeba:
Naar vernomen wordt hebben de troepen
van ras Syoem den 2den December een deta
chement Italianen aangevallen, ln de plaats
Kalhabille. Daarbij werden vier Italianen ge
dood en de overigen uiteengedreven.
Den derden December vielen de Abesslniërs
den post Menagar aan, die door het garni
zoen moest worden ontruimd.
Aan Abessijnsche zijde waren de verliezen
één doode en twee gewonden.
Den zesden December kwamen een vijftig
manschappen van de troepen van ras Gugsa
die naar Italiaansche zijde waren overgeloo-
pen, weder achter de Abessijnsche linies
terug.
Gisterenochtend om half zes werd te Addis
Abeba alarm geslagen voor een luchtaanval,
waarop de bevolking de stad ontruimde. Doch
om acht uur was er nog geen vliegtuig gezien
zocdat men vermoedelijk met een loos alarm
te doen heeft gehad.
Om half vier gisterenmorgen begon de ont
ruiming van de stad. Bjj duizenden tegelijk
vluchtten de Inwoners in lange optochten en
begeleid door autocolonne'3 naar de bergen.
Europeanen en inboorlingen werden door de
van huis tot huis gaande politie uit den slaap
gewekt en aangespoord zich in veiligheid te
brengen.
In de stad was een ware paniekstemming
uitgebroken. De beschikbare vrachtauto's
werden tegen prijzen van 50 tot 100 gulden
afgehuurd, om uit de stad weg te komen.
Behalve den vicaris-generaal van Wirtzburg
zijn nu, volgens de Times., ook de vicarissen-
generaal van Passau en Regensburg gear
resteerd ln verband met de Inbeslagneming van
de archieven van den Roomsch-Katholieken
inlichtingendienst, onder leiding van de Ban-
nasch.
Eveneens volgens de Times is de vervolging
wegens hoogverraad van dr. Bannasch geba
seerd op het feit, dat zich ln de archieven van
den Inlichtingendienst vertrouwelijke circulai
res van de politie en andere autoriteiten ln ver
scheidene deelen des lands zouden bevinden.
Verzet tegen candidatuur van
Penesj leidt tot politieken chaos.
De Tsjecho-Slowaakscbe regeering heeft op
voorstel van minister-president Hooza be
sloten, af te treden. President Masaryk heeft
het ontslag evenwel niet aanvaard.
Tot aftreden werd besloten omdat de per
tijen der regeeringscoalitie het niet eens kon
den worden over een gemeenschappeljjken
candidaat voor de opvolging van president
Masaryk.
De onderhandelingen tusschen de partijen
zullen thans voortgezet worden.
Over aftreden der regeering.
Nadat het bericht omtrent het voornemen der
regeering om af te treden bekend geworden was
is de opwinding in de stad wederom toegenomen.
Betoogers sloegen in vele straten de lantaarns
stuk, trams werden aangehouden en vernield en
autobussen in brand gestoken
Omtrent botsingen wordt echter tot dusver niets
gemeld.
De redenen staan nog niet vast.
Kolonel Caro Mendieta, de president van
Cuba, is afgetreden.
Naar sommigen zeggen heeft Mendieta
hiertoe besloten, om zich bij de komende ver
kiezingen candidaat te kunnen stellen.
DE WERKLOOSHEID IN DE VER.
STATEN
Niet minder dan 15,000,000 werk-
loozen.
Volgens een door den president van de
Amerikaansche federatie van den arbeid,
Green, gepubliceerde statistiek, bedraagt
thans het aantal werkloozen in de Ver. Sta
ten 15,000,000.
Een gevecht bij Koejoean.
Het te Tokio verschijnende blad Asahi
Sjim'ooen vermeldt, dat gisterochtend bij een
fel gcveclit te Koejoean vele dooden en ge
wonden zijn gevallen.
De Chineesche en de Japansche autoritei
ten zijn over de zaak met elkaar ln onder
handeling.
Een later bericht meldt, dat Koejoean door
troepen uit Mantsjoekwo is bezet. De Chinee
sche militietroepen moesten terug; hun aan
voerder Li Ke-tsjeng werd dooaelijk gewond.
Ook twaalf soldaten werden gewond.
De behartiging daarvan is opge
dragen aan den Franschen gezant
Bodard.
Naar de „Nw. Rott. Ct." verneemt, heeft de
Fransche regeering, op verzoek van de Neder-
landscbe regeering, haren gezant te Addis
Abeba, den heer P. Bodard, opgedragen de
belangen van de Nederlandsche onderdanen
in Ethiopië te behartigen.
Zoodanige beschermmg werd thans noodig
geacht in verband met de aanwezigheid daar
te iande van de leden der Nederlandsche
Roode Kruis-ambulance.
Uitkeeringen van vereenigingen wor
den niet in mindering gebracht op.
den steun.
De minister van sociale zaken keurt goed,
dat indien derden vereenigingen of bijzondere
personen) uit andere dan openbare of daarmee
geijjk tc stellen kassen aan ondersteunde of
tewerkgestelde werkloozeö, voor de Kerstdagen
een uitkeering, hetzij in geld, dan wel in natura,
wenschen te verstrekken, deze uitkeering bij
de berekening van den steun, dan wel b(j de
beoordeeling van de plaatsing bjj de werk
verschaffing, buiten beschouwing kan worden
gelaten.
Verlengd tot 15 Februari.
De Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft
dezer dagen onder voorzitterschap van den
heer D. Hamburger jr. uit Utrecht in Hotel
Krasnapoisky te Amsterdam een buitenge
wone algemeene ledenvergadering gehouden,
weike zeer druk bezocht was.
In deze vergadering is met algemeene stem
men een voorstel van het hoofdbestuur aan
genomen om het d.d. 11 Februari 1935 vast
gestelde bondsbesluit nopens de afsluiting van
het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf,
dat op 31 December zou eindigen, te ver
lengen voorlcopig tot 15 Februari 1936.
Deze beslissing is genomeD, teneinde de
speciale studiecommissie, bestaande uit ver
schillende vooraanstaande leden van den Bond,
en die tot taak heeft nieuwe regelen te ont
werpen met betrekking tot de oprichting van
nieuwe zaken, daarbij een gezonde expansie
van het film- en bioscoopbedrijf in het oog
houdende, gelegenheid te geven het resultaat
van haar studie na rijp beraad aan het hoofd
bestuur te rapporteeren.
De inschrijving opengesteld.
Officieel wordt medegedeeld:
De minister van staat, minister van defensie
a.i., heeft bij de korpsen der infauterie, der
bereden en der onbereden artillerie, de ge
legenheid opengesteld voor ongehuwde dienst
plichtige sergeanten (wachtmeesters) der
jongste lichiingen, tot een gezamenlijk aantal
van ongeveer 150 man, om voor ten minste
6 jaren vrijwillig in werkelijken dienst te
komen of te blijven.
In aanmerking komen in de eerste plaats
zij, die hun eerste oefening op uitstekende
wjjze hebben vervuld, en die in het bezit zijn
van een diploma eener school voor Mulo A
of B of van een boogeie burgerschool met
3-jarigen cursus, dan wel die eene of andere
wijze verkregen gelijkwaardige schoolkennis
bezitten.
Het ligt in de bedoeling om op de hierbe- j
doelde onderofficieren te zijner tijd de be-
palingen van het Capitulantenreglement 1935
van toepassing te doen zijn, d.w.z., dat zij dus 1
een wettelijk recht zullen verkrijgen, om na
ommekomst van voormelde dienstperiode of
te worden aangesteld tot beroepsonderofficier,
dan wel te worden benoemd, hetzij tot bur
gerambtenaar in dienst van een der Neder
landsche spoorwegmaatschappijen.
Gegadigden kunnen op schriftelijk verzoek
aan den korpscommandaüt terzake nadere
Inlichtingen bekomen. Zjj, die reeds in voor
schreven zin een verzoek rechtstreeks aan het
departement van defensie inzonden, zullen zich
alsnog tot hun korpscommandant hebben te
wenden.
Reeds eenigen tijd had men zich op initiatief
der „Texelsche Oranjevereeniging" opgemaakt
om den nieuwbenoemden burgemeester een
hartelijke ontvangst in de gemeente te berei
den. Spontaan was van alle zijden direct mede
werking toegezegd; geen wonder dan ook, dat
de installatie van den heer Kamp met een
plechtigheid gepaard ging, zooals nog nimmer
bij het entrée van een hoofd dezer gemeente
heeft plaats gehad. Al vroeg in den morgen
was te Den Burg merkbaar, dat er iets bizon-
ders stond te gebeuren: van alle gemeentege
bouwen, ook van den toren en van vele par
ticuliere woningen, wapperde de vaderlandsche
driekleur, terwijl in de nabijheid van het Raad
huis een keurige eeerepoort was opgericht.
Het weer liet zich Dinsdag al zeer slecht aan
zien; wij vreesden, dat de burgemeester
ai direct kennis zou moeten maken met de
onaangenaamheden van een stormachtigen
Oostenwind op het vaarwater tusschen Texel
en Den Helder. Het viel echter nogal mee.
Omstreeks tien uur stelde op de Groeneplaats
een ruiterstoet van bijna 30 personen zich op
(meest leden van de Texelsche Rjjvereeniging),
die onder leiding van den heer Joh. Kikkert
naar de haven vertrok. Ook Texels Fanfare
corps trok daar heen en toen de burgemeester
en zijne echtgenoote, vergezeld van een 20-tal
familieleden en vrienden, met „De Marsdiep"
in de Texelsche haven arriveerden, werd het
gezelschap met muziek van het oudste corps
van Texel verwelkomd.
Op het haventerrein bevond zich het Dagel.
Bestuur der gemeente, de wethouders Vlaming
en Kager en den secretaris, de heer C. S. Jon
ker. De heer Vlaming heette, als oudste wet
houder en loco-burgemeester, den heer Kamp
hartelijk welkom in deze gemeente.
Daarna begaf het gezelschap, geëscorteerd
door de ruiters en door Texels Fanfarecorps,
zich naar Den Burg. Direct na aankomst, trok
men nu door de Parkstraat en door de eere
poort, nabjj de Vischmarkt naar het Raadhuis,
waar de officieele installatie zou plaats heb
ben. Raadzaal en tribune waren zoo vol, als
we dit nog nooit te voren hebben aanschouwd.
De gemeenteraad was voltallig aanwezig, toen
de loco-burgemeester de zitting opende. Wet
houder Vlaming verzocht de beeren Epe, als
oudstzittend raadslid en den heer De Waard,
als jongste raadslid, den nieuwbenoemden bin
nen te lelden. Nadat mr. Kamp de ambtsketen
was omgehangen, sprak de heer Vlaming het
volgende:
Het Is mij een voorrecht en een eer in deze
vergadering en onder deze omstandigheden, U
als burgemeester van Texel te mogen Instal-
leeren en, mede namens onze burgerij, ter
Uwer begroeting, een enkel woord te mogen
zeggen.
Het zal U zeker een oorzaak van meer dan
groote tevredenheid zijn, dat ge tot burge
meester van Texel zijt benoemd. Om als jonge
man van 30 jaren de voorkeur te mogen heb
ben, uit een respectabele reeks van 80 sollici
tanten, is zeker een feit, dat U tot blijdschap,
stemt. Hoeveel te meer kan dit het zijn, als
men het voorrecht heeft om juist tot burge
meester van onze gemeente te zijn verkozen.
Dit eiland, met zijn bijkans 8000 inwoners en
zijn 18.000 ha grondbezit. Dit eiland, eigenlijk
reeds wereldberoemd om zijn flora en fauna,
zijn natuurschoon, zijn heldere luchten en won-
derschoone wolkenhemel.
En zoo gezien, dan is er reden om feest te
vieren, ook om U als vertegenwoordiger van
het gezag, een blijden inkomst te bereiden is
een reden, waarmede wij ons heel goed kun
nen vereenigen. Een van de verschijnselen van
onzen tijd, die velen met zorg vervult, Is Im
mers juist de voortgaande verslapping van het
gezag. En dat wjj ln U een ambtsdrager
mogen ontvangen, die ln de volle kracht van
zijn leven, alles kan geven, wel, wie zou dit
niet toejuichen? Dan is er oorzaak om blijde
te zijn en vreugde te betoonen. Om met een
ruiterstoet, zang en muziek en welke vereeni
gingen hier ook meer aanwezig mogen zijn,
terwijl ook onze jeugd zich niet onbetuigd zal
laten, U in te halen en voor een défilé. Ik ver
meen echter, dat lk zelfs ln een ure als dit, U
niet mag verhelen, dat dit feestelijk aanzien
geen juist beeld geeft van den toestand ln onze
gemeente, en als gemeentelijke overheid mogen
wjj toch allerminst de oogen sluiten hiervoor.
Integendeel, we beleven ernstige tijden. Ons
eiland is lang geweest het z.g. „Gouden Boltje".
De omstandigheden zijn echter zoodanig ge
wijzigd, dat hier niet meer van gesproken Van
worden. De inkomsten van velen onzer ge
meentenaren en als gevolg daarvan van onze
gemeente, loopen op onrustbarende wijze
terug, zoodat we met het oog hierop de toe
komst met zorg tegemoet gaan.
En nu is dit voor een groot gedeelte een al
gemeen verschijnsel, de economische inzinking
is overal te constateeren, de werkloosheid
neemt overal bijkans nog toe; het wordt hoe
langer hoe moeilijker, om ieder arbeid, brood
en een menschwaardig bestaan te verschaffen.
Hier op Texel ls echter nog een ander ver
schijnsel waar te nemen, want ook de vissche-
rijbedrijven hebben een gevoeligen knak ge
kregen. Voor onze visschers ls een rijk visch-
gebied, dat voorheen, wel is waar tijdelijk,
maar dan ook over het algemeen genomen zeer
gunstige resultaten gaf, gesloten.
Onze zeegrasbedrjjven, welke normaal een
bate van 80.000.per jaar opbrachten, zijn
teloor gegaan. De pakhuizen en materialen
brengen geen cent meer op en zijn daardoor
waardeloos geworden. Onze palingvisschers,
die voorheen een flink bestaan hadden, zijn
straatarm geworden; onze geheele visschers-
bevolking, welke vroeger op de Waddenzee met
het visschen van garnalen, bot, kruikels, enz.
behoorlijk brood kon verdienen, lijdt een
kwijnend bestaan, en is bij tijden in de werk
verschaffing ondergebracht. De aardappel-
bouw, die in den regel, voorheen bloeide, werd
ook getroffen, omdat vervoerkosten hoog zijn
en dit niet zoo vlot kan geschieden tn verge
lijking met andere streken, waar men gebruik
kan maken van transport langs den afsluitdijk
per vrachtauto, wat voorheen per schuit moest
geschieden. Zoo zouden we kunnen voortgaan,
doch we willen hier alleen den nadruk opleg
gen, dat dit alles voor een groot gedeelte ge
volg is van de afsluiting van het IJselmeer.
Nu hebben wij in U een kundig ambtenaar uit
den Wieringerm eerpolder weggehaald, een
groot gedeelte van de burgerij zou gaarne, met
geheel andere bedoeling, ook den afsluitdijk
willen weghalen. Dit is voor Texel wellicht niet
noodig, want daar ligt een bewijs van energie
en kunnen, maar wel wenschen we, dat de na-
deelige gevolgen voor Texel zooveel mogelijk
worden verwijderd. Dat U van God gegeven zjj,
met al Uw krachten en alle energie daaraan
mede te werken tot heil der gemeente Texel.
Voorts wees spreker op de vele werkloozen
en sprak de hoop uit, dat burgemeester Kamp
zich in de nooden van dezen mocht inwerken
en dat daardoor bewerkt moge worden, dat
werkgever en werknemer elkaar beter leeren
verstaan, om met ineengeslagen handen te be
proeven de moeilijkheden te overwinnen, opdat
kapitaal en arbeid in eensgezindheid moge
worden aangewend, tot belang van de geheele
bevolking.
Tot mevrouw Kamp sprak de heer Vlaming:
Ook U mevrouw, heet ik hartelijk welkom,
namens Texels burgerij. Zonder in bijzonder
heden te treden, mag ik wel even zeggen, dat
ons volk kent „edele vrouwen van Duitsche
bloede". Daarom treden we U met vertrouwen
tegemoet, ook U geldt ons welkom, en we
vertrouwen, dat U Uw echtgenoot bij het ver
vullen van zijn taak tot steun en bijstand zij.
Zoo ongekunsteld gaf U ons bij onze eerste
kennismaking te kennen blij te zijn op Texel
te wezen. Wij hopen, dat dit zoo moge blijven,
en dat men op Texel ook verheugd zij met Uwe
gade en met U. En daar naar mijn vaste over
tuiging dit alles afhangt van den zegen van
God, wensch lk U, heer burgemeester en Uwe
echtgenoote toe, gezondheid, kracht en wijs
heid tot het vervullen van Uw taak en Gods
zegen.
Het moet vooral vor mijn ouders, aldus spr.,
een groot genoegen zijn, dat ze aanwezig kun
nen zijn bij mijn eerste schreden, op mijn loop
baan als burgemeester. Aan hen ben ik zeer
grooten dank verschuldigd; in de eerste plaats
voor de onbezorgde jeugd en den heerlijken
studententijd, die ik heb mogen doormaken.
Ook doet het mij zeer veel genoegen, dat zoo
vele vrienden mij naar dit voor mij geheel ander
oord hebben willen vergezellen. Mjjn functie
zal hier heel anders zijn dan in de Wierlnger-
meer, daar moest een nieuw land worden ge
vormd en hier is een bestaande gemeente met
een gevormde traditie. Texel oefende als ge
heel afzonderlijk deel van Nederland groote
aantrekkelijkheid voor mij uit: het ls een land
omspoeld door de golven di ehet soms onaange
naam kunnen treffen. Op dit afzonderlijk deel
van Nederland kan evenwel door eensgezind
heid veel goeds tot stand komen. Spr. brengt
den Minister van Binnenlandsche Zaken en aan
dan verder dank aan H. M. de Koningin, aan
den Minister van Binnenlandsche Zaken en aan
den Commissaris der Koningin voor zijn be
noeming tot burgemeester. Ook den heer
Smeding (Landbouw-consulent) en den heer
Peters, burgemeester van Medemblik, bracht
spr. dank voor de medewerking in zijn vorige
loopbaan ondervonden en verder aan allen, die
tot zijn benoeming hebben meegewerkt.
Vervolgens richtte mr. Kamp het woord tot
den heer Vlaming, dankt hem voor het zoolang
vervullen van de functie van loco-burgemees
ter, die door familie-omstandigheden nog eeni
gen tijd is verlengd. Ook dank sprak de nieuw
benoemde voor de hartelijke begroeting. Ik
ben mij, zei spr., de moeilijkheden, die U mijn
heer Vlaming, naar voren heeft gebracht, ter
dege bewust en hoop dan ook dat U en Uw
mede-wethouder en alle raadsleden mij, bij het
uitoefenen van mijn moeilijke taak, met Uw
rijpere ervaring en groote kennis van de plaat
selijke toestanden ter zijde zullen staan. In
het bizonder vraag ik dat ook van U, mijnheer
Jonker. Ik hoop op een prettige samenwerking.
Even bracht spr. den vorigen burgemeester,
den heer Oort, ln herinnering. Mjjn voorgan
ger kan hier thans niet aanwezig zijn, zei de
heer Kamp, doch ongetwijfeld zullen zijn ge
dachten thans naar deze plaats gaan. Spr.
vroeg verder de welwillende critiek van de
pers, bracht even ln herinnering zijn prettige
loopbaan als journalist en deelde mede, dat het
zfln streven zal zijn om, met voorbijzien van
alle politieke richtingen op rechtvaardige wjjze
deze gemeente te besturen. Gaarne wil ik
medewerken tot den opbouw van dit eiland
onder Gods onmisbaren zegen.
Hierna verkreeg de heer Epe
het woord.
Spr. meende als oudste raadslid, burgem.
Kamp een hartelijk woord van welkom ln
deze gemeente te moeten toeroepen. Met
groote spanning, aldus spr., hebben wjj hier
de benoeming van een nieuwen burgemeester
tegemoet gezien. En toen die na lange onze
kerheid bekend werd, kwamen natuurlijk
allerlei vragen naar voren, zooals: van welke
politieke richting is de heer Kamp, tegen
woordige werkkring, leeftijd, enz. Vragen, die
voor een gemeente als deze van zoo veel be-
teekenls zijn. Gezien de bijzondere ontvangst,
die U hier ten deel valt, geloof ik, dat geheel
de burgerij met uw benoeming is ingenomen,
't Valt niet te ontkennen, dat U zeer jong tot
het ambt van burgemeester van een uitge
strekte gemeente wordt geroepen, doch wij
mogen vertrouwen, dat de autoriteiten, die
dit hebben bevorderd, voldoende van uw be
kwaamheid op de hoogte zijn en dit geeft ge
gronde hoop, dat ge de rechte man op de
rechte plaats zult zijn. Wt) zien dit allen zoo
en treden U daarom onbevooroordeeld tege
moet. De samenwerking zal des te hechter
zijn. Indien U met de gegronde wenschen van
den Raad rekening zult houden. De heer Epe
wees verder op de moeilijke tijden, waarin
Mr. Kamp zijn ambtsperiode aanvangt en
sprak den wensch uit, dat hij de gemeente
door de moeilijkheden zal heenhelpen. Ver
volgens richtte spr. nog enkele woorden tot
Mevr. Kamp; 't zal ons groot genoegen doen,
aldus de heer Epe, als ge U in onze gemeente
spoedig volkomen thuis zult gevoelen.
De heer Bruin voerde hierna het woord
namens de Raadsfractie der S.D.A.P. Spr.
hoopte op een prettige samenwerking ook met
zijn fractie. „Als het gezegde waarheid bevat,
dat „Natuurschoon veredelt", mogen wjj wel
aannemen, dat het vele natuurschoon, dat
Texel biedt, op uw nog jeugdig gemoed een
heilzame invloed zal hebben, een invloed, die
zal prikkelen tot verhoogde activiteit om U
geheel voor dit eiland te geven."
De heer L e b e r sprak namens de raads
fractie der R.-K. Staatspartij een woord van
welkom.
De heer Parlevliet sprak vervolgens
namens de raadsfractie Gemeente-Belangen,
ook de heer De Lugt, lid van deze fractie,
voerde nog even het woord. Als laatste spr.
der raadsleden sprak de heer De Waard
voor de Chr.-Hist. fractie.
Burgemeester Kamp.
Burgemeester Kamp
dankte allen hartelijk voor de prettige wel»
komstwoorden tot hem en zijn echtgenoote
gericht en vroeg verder aan de raadsleden,
of niemand er bezwaren tegen had, dat ook
niet-raadsleden iets naar voren brachten.
Toen niemand daar Iets tegen bleek te hebben,
verkreeg Mevr. Kamp het woord,
Mevrouw Kamp spreekt.
Spreekster dankte voor de spontane en
gulle wijze, waarop de raad en ook de burgerij
haar echtgenoote en ook haar waren tegemoet
getreden. Ik ontveins mij niet, aldus spr., dat
mij ook als echtgenoote van den burgemeester
dezer uitgestrekte gemeente soms een moei
lijke taak ls weggelegd. Ik hoop deze taak op
de juiste wjjze te vervullen en het mijne bij te
dragen tot heil dezer gemeente. Spr. vroeg
van alle Texelaars vriendschap, opdat haar
verblijf een prettig verblijf zal mogen zijn.
F v"
Mevrouw Kamp.
Een hartelijk applaus volgde op deze korte
rede, die blijkbaar bjj de aanwezigen een aan-
genamen indruk maakte.
Vervolgens sprak de vader van
den heer Kamp.
Spr. gewaagde van de groote vreugde, die
zijn hart vervulde, nu zjjn zoon, zoo jong
reeds, tot zulk een taak is geroepen. Spr. zag
ook de moeilijkheden, die aan dit ambt waren
verbonden, niet over het hoofd. Hij dacht
daarbij aan de ontmoeting van Socrates met
een nieuw benoemden gezaghebber in Athene,
de wijsgeer feliciteerde den man met zijn ver
kiezing en stelde hem de vraag of een diep
gaande studie aan zjjn benoeming was voor
afgegaan. Toen ontkennend werd geantwoord,
vroeg Socrates: n als ge nu eens als tim-
m"~ was aangesteld? ^n had ik tevoren
een opleiding moeten hebben, werd geant
woord. Is regeeren dan niet zoo moeilijk
vroeg de wijsgeer. Socrates verwarde even
wel het begrip wijsheid en vaardigheid. De
kennis om te regeeren is mjjn zoon voldoende
bijgebracht; hem wacht evenwel het aanlee-
ren van vaardigheid; ik hoop van harte, dat
gjj allen zult willen bijdragen om hem bjj het
verkrjjgen van die routine behulpzaam te zjjn.
Hierop volgde een korte speech
van den heer Ir. Smeding.
Spr. wees op de groote bekwaamheid, die
de heer Kamp aan den dag legde in zijn vo
rige functie. Gij hadt 't literaire gedeelte voor
uw rekening, zei de heer S., en uw publicaties
waren zoo duidelijk en juist, dat het publiek
uitstekend op de hoogte bleef van de vorde
ringen, die in de Wieringermeer werden ge
maakt; ze waren voor ingewijden en niet-
uw rapporten waren juist en ge hebt nuttig
werk tot den opbouw van den jongen polder
ingewijden steeds prettig te verwerken. Ook
verricht.
Ook de heer Peters, Burgemeester van
Medemblik, maakte van de gelegenheid om
het woord te voeren gebruik. Spr. bleek op
zeer vertrouweljjken voet met het echtpaar
Kamp te staan en erkende volmondig, dat
hij (zooals de burgemeester terloops in zijn
rede had opgemerkt) den nieuw-benoemde op
zjjn geschiktheid voor de burgemeesterloop
baan had gewezen. Ik ontdekte heel good, dat
Mr. Kamp van 't hout gesneden was, waaruit
men goede burgervaders maakt; daaruit zou
onwillekeurig moeten volgen, dat ook ik een
goed burgemeester ben en dat wil ik nu juist
niet met overtuiging beweren. Op geestige
wjjze gaf hjj verder enkele wenken en sprak
er zjjn genoegen over uit, dat Mevr, Kamp
even het woord had gevoerd. Ik heb er nog
nooit van gehoord, dat een dame hij een in
stallatie van een burgemeester het woord
heeft gevoerd; ik vind het dan ook een kra
nige prestatie, doch 't viel mjj op, dat men nu
toch duidelijk kon hooren, dat ge een Duitsche
van geboorte zijt, terwijl dat in 't gewone
leven in 't geheel niet merkbaar is; dat kwam
zeker van de emotie. Ook richtte Medemblik's
burgemeester enkele hartelijke woorden tot
de Texelsche raadsleden.
Als laatste spr. trad op een studiemakker
van de Leidsche Universiteit van burgem.
Kamp.