Buitenlandsch Overzicht.
Abonneert li op dit blad
HET
GESTOLEN KIND
De Bisschop van
Haarlem.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIER1NGEN EN ANNA PAULOWNA
BINNENLAND
No. 7688
EERSTE BLAD
DINSDAG 17 DECEMBER 1935
63ste JAARGANG
Zal het Engelsche kabinet de vredesvoorstellen wijzigen?' De
houding van Abessynië en Italië. - Het plan en de Volkenbond.
Duitschslands vertrouwen in den Volkenbond gedaald
Engeland
voor wijziging
van de
vredesvoor'
stellen?
KONÉl«IM's AUTOMATIC (dag en nacht)
Diverse Winterschotels, Nasis-
Goreng en Bahmi, alles 25 c. p p.
De Zweed'
che houding
Duitschland
en de
volkenbond.
De Japansche militaire
conferentie en Noord-China.
President Masaryk
gaat heen.
Stichter van den
Tsjechoslowaakschen staat.
Ook ie tonkie tikkie teer
Menscb, ho« bleek jij toch je goed
Qistcr nog zoo zwart als roet.,,..
Vfcrt gebruik ie daar toch voor
-Nou, rxrtuurlyk Sneauwwitgloor
FEUILLE TON
EEN VERHAAL UIT AFRIKA
Crisisuitvoerbureau-
Wetsontwerp inzake
onredelijke executies
COURANT
Abonnement per 8 maanden bij vooruitbet: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.
Nederl. Oost- en Weat-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
landen 8.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst>
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bfl vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
De kansen van het
aanvaarden van het vre
desplan van Laval en
Hoare zijn zeer gering.
Men weet nog niet het
antwoord van Mussolini,
evenmin als dat van den
Negus, doch veronder
steld wordt dat Musso
lini het voorstel nog niet voldoende zal vinden,
al kan het als basis dienen voor verdere onder
handelingen, terwfll de keizer van Abessynië
het veel te verstrekkend zal vinden en het
dus wel zal verwerpen. Als dit laatste het
geval is en de Negus het dus verwerpt, dan
zal het plan, volgens de verzekeringen van
Laval en Eden, van de baan zijn.
Er is aan alle kanten ernstig verzet tegen
het Fransch-Engeische voorstel. Amerika laat
te Londen, veel meer dan naar buiten blflkt,
zijn misnoegen gevoelen, schflll de „Nw. Rotc.
Crt." in een hoofartikel. Berlijn geeft ronduit
te kennen, dat de Volkenbond toch niet zoo
gevaarljjk is, als het had gedacht. V/at zegt
Parijs daarvan? In de heele wereld is men vol
veroordeeling. Dat is een bevestiging van de
hoopgevende verschijnselen, waarop wfl vroe
ger ree. is hebben gewezen.
Er is iets van een wereldgeweten, dat deze
gelegenheid, om aan de eens spontaar aange
boden offers te ontkomen, versmaadt te ge
bruiken. De Fransche linkerzijde, die Laval In
haar hand heeft, wordt opstandig. Zal zij net
echter aandurven om hem te laten vallen? Hij
draagt voor haar de gevreesde verantwoorde
lijkheid in de binnenlandsche politiek. Of zou
Laval zwichten?
Engeland spreekt weer van een consequente
Voortzetting der politiek van sancties, als men
het niet eens wordt over het voorstel. West
man, de Zweed, heeft namens zijn regeering
strenge woorden gesproken. Belangwekkend
was de forsche houding van den vertegenwoor
diger van Mexico, een olieland.
Deze zaak zal zeker eenige vertraging bren
gen in de uitbreiding der sancties; maar zij
kan zeer groot nut hebben als proefsteen voor
de kracht van het volkenbondsbeginsel ln de
wereld.
Reuter meldt uit Londen, dat de Brit-
sche regeering van de drie mogelijkheden,
ïi.1. wijziging of verwerping van het plan,
definitief voor de tweede mogelijkheid is,
.dw.z. wijziging.
Wat betreft de geschiedenis van het ontstaan
van vredesvoorstellen, bewaart de regeering
nog steeds het grootste stilzwijgen. Er bestaat
echter, zoo vervolgde Reuter, reden om aan te
nemen, dat Sir Samuel zich voor de mogelijk
heid geplaatst zag, dat de afkondiging van een
petroleumembargo door den Volkenbond oorlog
met Italië zou beteekenen.
In dat geval zou Engeland in verband met
de moeilijkheden bij de mobilisatie van de
Fransche oorlogsvloot, niet op directen Fran-
schen steun hebben kunnen rekenen.
Laval heeft er op gewezen, dat de Fransche
vloot niet binnen 14 dagen gemobiliseerd zou
kunnen worden.
Om dit groote gevaar van oorlog, waarop de
Italiaansche ambassadeur te Parijs den Fran-
schen ministerpresident zou hebben gewezen,
te vermijden, zou Hoare aan den Franschen
druk hebben toegegeven.
Nu de Fransch-Britsche vredevoorstellen
gepubliceerd zijn, zien de Engelsche bladen
met groote spanning het debat van Donderdag
ln het Lagerhuis tegemoet. Men verwacht, dat
minister Hoare ten spijt van zijn gebroken
neusbeen, tijdig te Londen zal terugkeeren om
Donderdag zijn critici te woord te staan. En
kele bladen hebben al opschriften als „Hoare
zal een storm het hoofd moeten bieden" of
„Groeiende verontwaardiging over het bedrog
van Parijs".
Naar de houding van
den Volkenbond is de
wereld natuurlijk wel
een weinig benieuwd en
en niet zonder spanning
wordt dan de vergadering van den Volken
bondsraad tegemoet gezien. Vernon Bartlet
schrijft in de „News Chronicle", dat de ver
ontwaardiging te Genève zich vrijwel uitslui
tend tegen Groot-Britannië richt.
De eenige hoop im het prestige va den Vol
kenbont" nog te redden, zal daarin bestaan,
dat Eden moedig voor den Volkenbondsraad
treedt en eenvoudig verklaart, dat men het
plan, nadat Abessinië hei heeft verworpen,
moet laten varen.
In afwijking van de berichten in de pers
meldt de correspondent van Reuter te Ge
nève, dat geen lid van den Volkenbondsraad
in direct conflict met Engeland en Frankrijk
wenscht te komen en zich tegelijkertijd bloot
te stellen aan de verontwaardiging van Italië.
Deskundige waarnemers zouden er dan ook
nauwelijks aan twijfelen, dat het vredesplan
door den Volkenbondsraad eenstemmig, zij
het ook met eenige stemonthoudingen, zal
worden aangenomen. Men zal echter vermoe
delijk trachten, een directe stemming te ver
mijden. Mogelijk zal Laval de Instelling van
een nieuwe commissie ter bestudeering van
de plannen voorstellen.
Het respect, dat
Duitschland weer voor
den Volkenbond had ge
kregen, door zijn krach
tig optreden inzake het
Abessjjnsche geschil, ls danig gezakt door het
verraad, dat vorige week te Parijs is ge
pleegd. Naar Reuter uit Berlijn verneemt,
blijft daar het bezoek, dat de Engelsche am
bassadeur aan Hitier heeft gebracht, de aan
dacht in politieke kringen trekken. Men trekt
een parallel tusschen dit bezoek en dat van
den Franschen ambassadeur aan den rijks
kanselier van enkele dagen geleden.
Naar het schijnt, wil Duitschland over de
in het officieuse communiqué medegedeelde
luchtpact) voorshands een afwachtende hou-
onderwerpen (beperking van wapening en
ding blijven aannemen. Hitier ls sterk ge
troffen door den keer, dien het Abessijnsch
conflict plotseling heeft genomen en acht een
weerslag op den Europeeschen toestand mo
gelijk. Hij vindt daarom den rijd nog niet ge
komen voor een regeling van internationale
vraagstukken.
Niettemin stelt de officieele Duitsche diplo
matie er prijs op, vriendschappelijke betrek
kingen met Engeland te onderhouden. Zij is
van oordeel, dat de Engelsche regeering het
contact met de Duitsche regeering wilde her
vatten in verband met de verzoeningspoging
te Genève, de vlootconferentie en de gebeur
tenissen in het Verre Oosten.
De reeds aangekondigde militaire confe
rentie, die onder leiding van Tada te Tient-
sin is gehouden, heeft de volgende belangrijke
besluiten genomen:
1. Het eischen van de volledige onafhanke
lijkheid van Noord-China van Nanking en
geen inmenging der centrale regeering in
Noord-China.
2. Streng toezicht op de zelfstandige re
geering met het oog op de belangen van de
bevolking van Noord-China.
3. Gemeenschappelijke bestrijding van het
bolsjewisme door de wederzijdsche militairen.
4. Versterking der Japansche bezetting in
Noord-China met ongeveer een brigade.
Masaryk, de president van Tsjchoslowakfle,
heeft te kennen gegeven, dat hij van den
last der staatszorgen ontheven wenscht te
worden. Het was al sinds lang een openbaar
geheim, dat de 85-jarige president lichamelijk
niet meer tegen zijn taak was opgewassen.
Bij zijn herkiezing verleden jaar Mei had het
de aanwezigen reeds getroffen, dat zijn ge
zondheid verre van goed scheen. Het kostte
hem moeite de eedsformule, die toch maar
kort is, voor te lezen. Ingewijden wisten toen,
dat de president een lichte beroerte had ge
had, waardoor hij aan een zijner oogen
tijdelijk blind was en hij ook een zijner han
den moeilijk kon gebruiken. Men vreesde
toen zelfs, dat de president het land onver
wachts zou ontvallen en dat er dan een
hevige politieke strijd zou ontbranden om
zjjn opvolging.
Gelukkig voor den jongen staat is er toen
een verbetering in 's presidenten gezondheid
Ingetreden. Het werd daardoor mogelijk met
hem zelf de kwestie van de opvolging te be-
srpeken. Masaryk had reeds lang tevoren
Benesj, zijn ouden medewerker uit den strijd
Oegi Wjwo 0«qi dce
8)
Een paar minuten verliepen, toen kwam
Legrand binnen. Hij floot en zette een
flesch brandy en twee tinnen bekers op de
tafel.
Er gaat niets boven gezelligheid, mijn
vriend, zei hij, terwijl hij de kurk van de
flesch trok en Mannering een van de bekers
toeschoof. Als u zoo goed wilt zijn u zelf
te bedienen.
Mannering gaf gretig gehoor aan de uit-
noodiging, want hij voelde, dat hij iets noo-
dig had om zijn zenuwen tot bedaren te
brengen. Hij schonk de kroes boordevol en
dronk hem leeg alsof het water was en liet
zwijgend toe, dat Legrand zijn beker voor
de tweede maal vulde. Toen wachtte hij en
dwong zich al de vragen die hem op de
tong lagen terug te houden. De ander wacht
te blijkbaar tot hij het woord zou nemen,
want hij maakte geen aanstalten om te be
ginnen. Toen opeens lachte hfl.
Monsieur, hebt u mij niets meer te vra
gen?
Wat er verder te vragen? zei Man
nering heesch.
Ik zou zeggen, dat er heel wat was,
antwoordde de ander met een lach. Bijvoor
beeld, hoe kwam het dat Sir Roger niet
sneuvelde daarginds bij Karana? Hoe kwam
hij er toe met mademoiselle Schaunard te
trouwen? Waarom kwam hij na den oorlog
niet naar Engeland terug om zijn huwelijk
publiek te maken? Hoe komt het dat hij en
zijn vrouw hier op deze verlaten plek begra
ven liggen? Dat zijn een paar van de vra
gen, die u me, naar het me toeschijnt, nad
kunner doen.
De Drandy had zijn uitwerking niet ge
mist op den ander. Zijn gelaat was niet lan
ger bleek, maar een donkerroode gloed
brandde op zijn wangen en hij zei uitdagend:
Je hebt zelf die vragen gedaan, Le
grand... waarom beantwoord je ze niet?
Het is gemakkelijk om die vragen te
doen, monsieur, zei de Franschman, maar
de antwoorden zijn moeilijker, ingewikkel
der. Maar ik zal probeeren u alles duidelijk
te maken.
Hij zweeg even, alsof hij naar woorden
zocht en hervatte toen:
Uw broer overleefde die geschiedenis
daarginds bi) Karana, maar zijn gezondheid
was totaal geschokt. Hij was op drie plaat
sen erg gewond en zijn hersens hadden ge
leden door een slag met de kolf van een ge
weer op zijn hoofd. Al zijn mannen waren
afgemaakt en hij bleef voor dood liggen,
maar toen de Duitschers weggetrokken wa
ren, werd hij gevonden door de inboorlingen
uit een naburig dorp, die hem meenamen en
verpleegden op hun primitieve manier. Nadat
zijn wonden genezen waren, bleef hij daar,
maar zijn geest herstelde nooit heelemaa) en
hij stelde absoluut geen belang meer in den
oorlog of in zijn eigen land... En een tijd
lang stelde hfl zelfs geen belang meer ln
zichzelf. Hij wist zelfs niet eens wie hij was,
hi) leefde het primitieve leven mee van de
inboorlingen, die de. vrees, die zij gewoon
lijk voor blanken voelden, volkomen hadden
afgelegd.
Verscheidene maanden later kwam het
ontwaken. De oorlog was geëindigd, u weet
dat allemaal en in het dorp waar hij was
kwam een oude olifantenjager, een Belg,
Emile Schaunard.
Marmering maakte een korte beweging
toen hfl dien naam hoorde en de ander
knikte.
U hebt het geraden, monsieur,, Emile
was de vader van Madeline en het meisje
een knappe, blonde Belgische, was bij
hem. Emile wa: ziek. ue moeraskoorts had
hem te pakken en hfl lag een langen tfld
daar in dat dorp, zwevend tusschen leven
en dood, terwfll Madeline hem verpleegde en
Roger Mannering haar hielp. Misschien was
het de afleiding die hem wakker maakte
misschien wekte het meisje vergeten gevoe
lens bij hem op ik weet het niet maar
de woik, die zoo lang over zijn geest had
gehangen, verdween en hfl herinnerde zich
alles. Het moet een vreemd ontwaken fln
geweest, maar dat heeft niets met mijn ver
haal te maken. Hfl herinnerde zich wie hfl
was en zijn gevoelens voor Madeline werden
door haar beantwoord en toen de oude Schau
nard voldoende hersteld was om te kunnen
reizen ging uw broer met hem en zijn doch
ter mee. Ze kwamen hier naar toe, mon
sieur, want de oude Schaunard had hier
altijd zijn hoofdkwartier gehad en omdat de
oude jager zwakker en zwakker werd of
misschien om de blonde Madeline, bleef Ro
ger bfl hem.
Hfl was niet heel sterk; zfln beenen waren
half verlamd, de slag, die zfln hersens zoo
lang buiten werking had gesteld, zfln gezicht
misvormd, hfl was niet meer de knappe
man, die hfl eens geweest moet zfln. Mis
schien was dat het,, dat hem hier ln Afrika
hield, hoewel hfl in zfln eigen land een schat
rijk man was, of misschien was het de
eenige afwflking die hfl behouden had, hoe
voor de Tsjechoslawaaksche onafhankelijk
heid aangewezen als de toekomstige presi
dent. Er zfln echter tflden geweest, in de
Tsjechoslowaksche politiek, dat een candida-
tuur van Benesj, die als minister van bui-
tenlandsche zaken en hoofd van een der
grootste politieke partflen midden in het po
litieke leven staat, op zooveel verzet zou
hebben gestuit, dat het verstandiger ware
geweest haar achterwege te laten. De bezwa
ren leken op het oogenblik niet meer te be
staan, doch nu zfln er weer nieuwe bezwaren
gerezen, van politiek gesjacher, die toch nog
niet zeker maken, dat Benesj Massaryk'a
opvolger wordt, al zal hfl stellig candidaat
zfln.
Mgr. J. P. Huibers benoemd.
Naar het A.N.P. ons mededeelde, heeft de
Paus tot opvolger van wfllen mgr. J. D. J.
Aengenent als bisschop van Haarlem mgr.
J. P. Huibers, deken van en pastoor te Hoorn,
benoemd.
Een waardig opvolger van
Mgr. Aengenent.
Aan het Bulletin, dat de Vereenigde Katho
lieke Pers over deze benoeming uitgaf, ont-
leenen wij het volgende:
De nieuwbenoemde Bisschop werd geboren
te Gouda, den 15den November 1875.
In 1906 werd hij aangesteld tot leeraar aan
het Klein Seminarie Hageveld te Voorhout.
Bovendien was hij na den dood van Mgr.
Snickers waarnemend regent.
Den achtsten Mei 1916 verkreeg professor
Huibers de opdracht om aan den rand van het
zich snel uitbreidende Amsterdam een nieuwe
parochie te stichten.
Het zou verscheidene jaren moeten duren
voor tot de stichting van een eigen kerk zou
kunnen worden besloten.
In 1926 kwam het prachtige bouwwerk tot
stand. Dat was een feestdag voor Pastoor
Huibers, toen hij het Allerheiligste uit de
kleine hulpkerk kon overbrengen naar het
grootsche bouwwerk, dat nu aan den dienst
van den grooten Bouwer der wereld en aan
de devotie van Zfln heilige Moeder was toe
gewijd.
Hfl begreep volkomen het moderne leven.
En hfl stichtte een kerk met pastorie en
scholencomplex, welke in deze buurt een ver
heugenis zijn voor het oog.
Zeer spoedig heeft deken Huibers zich daar
in een moeilijk te besturen provincieplaats
weten in te werken en ook daar weer de ai-
gemeene sympathie van alle standen weten
te winnen.
Aan de taak en het idaal van den priester
heeft de nieuwbenoemde steeds ten volle be
antwoord en zfln arbeid is niet tevergeefsch
geweest.
Geen wonder dan ook, dat de Opperherder
der Kerk uit de aanbevolen candidaten juist
deken Huibers heeft uitverkoren om als op
volger van de Apostelen het Haarlemsche
diocees te besturen.
Enthousiast is Mgr. Huibers steeds ge
weest in zijn liefde voor de H. Eucharistie.
De groote Eucharistische feesten werden on
der zfln bezielende leiding steeds tot ware
hoogtijdagen voor gansch zfln parochie.
Bekend is zfln groote liefde voor de zieken.
Zooals reeds gemeld, trok pastoor Huibers
ieder jaar met de groote Nationale Bedevaart
mee naar Lourdes, om daar de zieken zoo
veel in zfln vermogen lag, van dienst te kun
nen zfln. Zeer veel heeft hfl te Hoorn gedaan,
om den ouden primitieven ziekenhuis bouw te
Hoorn te doen verdwflnen en om een nieuw,
modern, zeer goed geoutilleerd ziekenhuis voor
in de plaats te stellen.
DE WERKLOOSHEIDSUITGAVEN IN DE
GEMEENTEN.
De minister van Binnenlandsche Zaken
heeft een circulaire gezonden aan de ge
meentebesturen betreffende de gegevens voor
de werkloosheidsuitgaven 1936. Bfl deze cir
culaire is een formulier gevoegd, bevattende 'n
aantal vragen betrefende de werkloosheids
voorzieningen in de verschillende gemeenten,
welke ten doel hebben de regeering in staat
te stellen de op de gemeentelijke „ontwerp"-
begrooting voor 1936 geraamde uitgaven we
gens werkloosheidsvoorzieningen te beoor-
deelen.
Critiek op de hooge kosten.
In het verslag der Tweede Kamer over het
wetsontwerp tot wijziging en veriiooging van
het tiende hoofdstuk der Rijksbegrooting
voor het dienstjaar 1934 wordt gewezen op
de zeer belangrijke verhooging van de uit
gaven van het Crisis-uitvoerbureau. Wei is
waar wordt medegedeeld, dat de hoogere
uitgaven door hoogere ontvangsten worden
gedekt, doch daarin ligt in het algemeen nog
geen voldoende motiveering voor verhooging
der uitgaven.
Voorts merkten eenige leden op, dat het
feit, dat eenerzflds voor de subsideering van
land- en tuinbouwcursussen méér gelden wor
den uitgetrokken, en anderzflds op de uitga
ven voor lagere en bflzondere land- en tuin
bouwscholen een aanmerkelijk bedrag bezui
nigd wordt, schijnt te wijzen op een zeker
streven om aan de land- en tuinbouwcursus
sen de voorkeur te geven boven de lagere
land- en tuinbouwscholen. Deze leden zouden
een zoodanig streven zeer bedenkelijk vinden,
naar hun meening zfln de lagere land- en
tuinbouwscholen voor de agrarische bevol
king van meer nut dan de hierbedoelde cur
sussen.
Memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer.
Verschenen is de memorie van antwoord
van de Tweede Kamer inzake het wetsont
werp: Bflzondere maatregelen ter voorkoming
van onredelflke terugvordering van onder
verband van hypotheek op onroerend goed
uitgeleende gelden.
Daaraan wordt het volgende ontleend:
De regeering kan niet toegeven, dat zflzelf
voor een niet gering deel oorzaak is van de
onrust, die onder de geldgevers is ontstaan.
Die onrust is te wflten aan een samenstel van
oorzaken, ten deele van nationalen, ten deele
van internationalen aard, waarvoor zfl niet
verantwoordelijk kan worden gesteld.
Dat het regeeringsontwerp critiek heeft uit
gelokt, behoeft geen verwondering te wek
ken. De regeering is bereid ten aanzien van
de materie der vaste lasten de gerezen bezwa
ren zoo mogelflk te ondervangen, maar zfl wil
uit het feit, dat zfl bereid is tot nader over
leg, niet de gevolgtrekking zien gemaakt, dat
het ontwerp niet goed doordacht zou zfln.
De regeering vertrouwt, dat, wanneer de
betrekkelijke wetgevende maatregelen ook
ln verband met het vaste-lasten-ontwerp
tot stand zullen zijn gekomen, de rust in de
gelederen der geldgevers weldra zal weder-
keeren. De bate voor hen, die uit deze wet
telijke maatregelen profijt zullen trekken, zal
den grooter blijken te zfln, dan de schade
welke ontstaan is, doordat tijdelijk de ge
neigdheid tot verstrekking van gelden op
hypotheek was verminderd.
De regeering ontkent geenszins, dat er
debiteuren zfln, voor wie het betalen van
1 tusschentfldsche aflossing onoverkomen-
lflke moeilijkheden oplevert; evenmin als zfl
ontkent, dat er debiteuren zfln, die niet in
staat zfln de overeengekomen rente te be
talen. Tegemoetkoming aan zwakke debiteu
ren vormt echter nu eenmaal niet het onder
werp van het onderhavige wetsontwerp. Het
denkbeeld de credieten te doen overnemen
door een Rflksvoorschotbank of andere met
Rijksgarantie werkende instelling, is niet voor
verwezenlijking vatbaar.
Ten aanzien van het vraagstuk der scheeps-
hypotheken kan de regeering op dit oogen
blik geen toezegging doen.
De taak van den kantonrechter.
Dat de den kantonrechter opgedragen taak
deze rechters zai overbelasten, staat niet te
vreezen en evenmin, dat de Kantonrechters
een groote deel der werkzaamheden zullen af
wentelen op de plaatsvervangers. De wet
toch is van beperkte strekking; de aan
vragen betreffen alleen opvordering van op
hypotheek uitstaande gelden of van periodieke
aflossing van debiteuren, die voor het overige
aan al hun betalingsverplichtingen kunnen
voldoen. Onder de genoemde omstandigheden
zullen bovendien vele crediteuren vrijwillig
reeds van opvordering afzien. Mocht intus-
schen onverhoopt tengevolge van de uit deze
wet voortvloeiende werkzaamheden een ver
sterkte bezetting noodzakelflk blijken, dan
zullen de noodige maatregelen daarvoor wor
den getroffen.
De regeering acht het ongewenscht den
borg of een anderen derde de bevoegdheid
te geven de procedure tot wflziging van af
lossingsverplichting of uitstel voor betaling
van hoofdsom ln beweging te zetten.
De crediethypotheken zfln thans aan de
werking der voorgestelde bepalingen ont
trokken.
Heeft de schuldenaar een vrij goed, dan valt
hfl niet in de termen voor hulp ingevolge
deze wet.
Wflziging artikel 1.
Art. 1 ls eenigszins gewijzigd en tengevo.ge
daarvan kan de schuldenaar eerst dan een
verzoek indienen, wanneer gerechtelijk of
buitengerechtelijke uitwinning hem dreigt of
een derde is aangesproken of het goed van
een derde wordt bedreigd.
Aangezien hypotheek kan zfln verleend voor
andere schuld dan voor geldleening is de
redactie zoodanig verruimd, dat de wet toe
passelijk ls bfl bedreiging met uitwinning
wegens niet nakoming van de verplichting
tot betaling van welke hoofdsom ook, tot
waarborg waarvan hypotheek is bedongen of
tot betaling van andere dan in art. 2 lid 1
sub le b genoemde tusschentfldsche aflossi ïg
van door hypotheek gewaarborgde hoofd
sommen.
De regeering wil medewerken, om aan het
inderdaad als een euvel te qualificeeren ver
schijnsel der vexatoire beslagen een einde te
maken, door een door de Ver. van Directeuren
van Hypotheekbanken voorgestelde regeling
een plaats te geven in het ontwerp.
Van de voorgestelde regeling mag een
groote preventieve werking worden verwacht.
Werkingssfeer der wet.
Gehoord en overwogen de verschillende
voorstellen omtrent de werkingssfeer der wet,
meende de regeering haar oorspronkelijk voor
stel te moeten handhaven. Het is toch inder
daad waar, dat zfl, die na 1 September 1935
overeenkomsten hebben aangegaan, zich heb
ben Ingesteld op de huidige omstandigheden
en ook valt niet te ontkennen, dat de moei
lijkheden ln hoofdzaak de oudere hypotheken
betreffen, die verleend zfln, toen de waarde
der onderpanden veel hooger was dan thans
het geval is.
Vermits Inderdaad de gunstige Invloed op
de credietverhoudingen veeleer is te verwach
ten van de bepaling, dat de wet niet werkt
voor nieuwe hypothecaire vorderingen dan
van het voorschrift, dat de wet in ieder geval
wel zfln geest overigens weer heelemaa! nor-
maai Was. Hfl had namelijk het zonderlinge
idee, dat aan het verzoek om hulp, dat hfl
naar een Engelsche officier op de dichtsbfl-
zflnde post had gestuurd, niet voldoende aan
dacht was geschonken en dat tfldige nuip
hem nad kunnen redden.
George Mannering schrok zichtbaar, maar
de ander vervolgde rustig:
Hfl was overtuigd, dat de man die hem
de hulp weigerde, of in alle gevallen niet
stuurde, zfln broer was, monsieur.
Je... je gelooft zooiets toch zeker niet,
Legrand. Er is absoluut geen bewfls voor.
Het is niets anders dan een afwflking van
een...
De inboorling, die de boodschap over
bracht, was hartstochtelijk gehecht aan Ro
ger Mannering. Hfl kwam terug, terwijl ze
nog tegen de Duitschers aan het vechten wa
ren en wat hfl vertelde maakte dat Sir Ro
ger zfln broeder vloekte als een tweeden Ju
das.
Het is niet waar dat ik... dat ik...
Monsieur, ik ben de hemelsche rechter
niet. God weet de waarheid en ik vertel u
alleen de geschiedenis var. den man wiens
grafsteen u zoo juist hebt getracht te ver
donkeremanen
Er klonk .ets in zijn toon dat Mannering
deed zwflgen... hfl begreep, dat verder ont
kennen nutteloos zou zfln en hfl greep weer
naai de brandy om moed te verzamelen voor
wat nog komen zou.
Die afwijking, zooals ve het maar zullen
noemen, wekte een vurigen, woesten haat
tegen zfln broeder bfl hem op.
In Engelsche kranten, die hfl maanden la
ter ln handen kreeg, las hfl, dat men had aan
genomen, dat hfl dood was en dat u den titel
en de familiebez.ttingen geërfd had en 'k
denk, dat het toen was, da. zfln dolle wraak
zucht vasten vorm aannam. Hfl was nog bfl
de Schaunards en de oude man war sterven
de en terwfll het meisie haar vader verzorg
de, maakte hfl jach. op olifanten en verkocht
het ivoor. roei. stierf de oude man en het
tweetal b.eef alleen -.chter De blonde Made
line was niet afkeerig van hem, ze was niet
van zfln stand en de eenzaamheid in Afrika
had haar to„ wanhcoi gedreven. Ze zou mis
schien geen bezwaar hebben gehad tot een
vrfl huwelflk, maar dat was Sir Roger's bedoe
ling niet. Waren net gewetensbezwaren of
was 'et wilde iaat die hem verteerde? Wie
zal het zeggen? Maar op een dag kwamen
ze samen bfl me om getrouwd te worden. En
ik trouwde hen en hfl vertelde mfl in het ge
heim zfln geschiedenis want hfl stond er op
om alles zoo te regelen, dat als hem iets over
kwam, lady Madeline haar rechten zou kun
nen doen gelden. Hfl liet alle papieren en be
scheiden bfl mfl achter...
Aha! Er Klonk verlichting in Manne-
rlng's toon, alsof hfl eindelflk een uitweg ge
vonden had uit het dilemma, dat Legrand hem
geopenbaard had.
En hfl ging weer r.erug terug naar
de plaats van waar hfl gekomen was, waar
hfl weer op de olifantenjacht ging, met zfln
v.ouw, de blonde Madeline.
Maar ze zfln drod! riep Mannering, ze
zfln dood, als die twe steenen tenminste de
waarheid gespro' en hebben.
Ze hebben de waarheid gesproken, mon
sieur. Zooals u zegt, ze zjjr. dood.
Maar dan is ei ook niets om me verder
ongerust over te maken...
Denkt u dat. monsieur? Daar ben :k
nog niet zoo zener van.
Wat bedoel je? vroeg de ander heesch.
Die mooie blonde Madeline was een ge
zonde sterke vrouw en een man, die zich wre
ken wilde door middel van zfln kind had het
niet bet
Wat! riep Sir George, terwfll hfl in ont
zetting overeind sprong. Is er een kind?
Ja, zei Legrand langzaam.
Een half onderdrukt gekreun kwam over
Mannering's lippen. Zfln gezicht vertrok ze
nuwachtig en hfl was niet in staat om een
woord te zeggen.
En ln de stilte, die plotseling in het ver
trek heerschte, klonk eentonig en dof het
gerommel van verre trommels.
HOOFDSTUK V.
Jules Legrand nam den man tegenover hem
wiens verleden en toekomst hfl onbeperkt be-
heerschte, onderzeokend op. Mannering's ge
zicht was lflkkleurig, zfln oogen schitterden
koortsachtig, zfln lippen beefden en het waa
duidelijk, dat hfl bflna aan het eind van zfln
krachten was. En Legrand glimlachte tevre
den, terwfll hfl opstond en den ander de kroes
brandewfln voorhield.
Drink eens, mon ami.
Mannering dronk begeerig; toen greep hfl
krampachtig den .-and van de tafel beet om
zich staande te houden en vroeg heesch:
Is... is het kind in... leven?
Het leeft, monsieur.
Dat antwoord nam Mannering's laatste
hoop weg. Hfl viel terug in zfln stoel, leunde
met zijn elleboog op de tafel en bedekte zfln
gezicht met zfln handen.
Legrand haalde zfln schouders op.
Wat is een kind? Een heel klein blaad
je aan den grooten levensboom en Afrika
ls een land waar de bladeren door een klei
nen windstoot loslaten en neervallen.
(Wordt vervölgdj