Marine-brieven
uit Saigon.
'T JUTTFRTJE
ZATERDAG 21 DECEMBER 1935
PAG. 5
De duurste hotelkamer
ligt in de Jungle
Hospita: „U bent nu 2 maanden hier en
u heeft nog niets voor uw logies betaald".
Kostganger: „Maar toen ik hier kwam,
zeide u me, dat ik me thuis zou voelen en
thuis betaal ik nooit."
50 voor een slaapruiinte in
de wildernis van Kenya!
De merkwaardigste en kostbaarste
slaapkamer is gelegen in den Kroon van
een vijgenbuom, die staat in de jungle
dichtheid der Kenya-kolonie. Vanuit deze
„Afrikaansche hotelkamer" kan men, in
bed liggend, rhinozerossen, luipaarden en
olifanten observeeren, welke dieren, wan
neer zij dorst hebben in het bosch komen
en toezien hoe de apen om hun leven vech
ten met een hongerige hyena.
Lady Bettie Walker, die zoo juist uit het
Afrikaansche oerwoud naar Londen is te
ruggekeerd, legde in een interessant boek
werk haar belevenissen in de jungle vast.
„Nergens ter wereld", zoo vertelt zij, „kan
men het leven aer wilde dieren beter ga
deslaan dan in den top van een vijgenboom
beschut door de reusachtige bladeren, zoo
groot als men ze alleen maar m Kenya
vindt". Het „slaapvertrek", dat lang niet
ongeriefelijk is, is omgeven door een scherm
van gebladerte, zoodat het gedierte in het
woud niets behoeft op te merken. Reeds in
den namiddag komen de dieren, meestal
hebben ze een vaste plaats, waar zij te
zamen komen, over de wilde boschpaden,
naar den kleinen tempel, die in de nabjj-
iTèicÜ ligt, om te drinken. Des nachts drin
ken zij niet; wel des morgehs vroeg.
„Het is", zoo vertelde Lady Bettie Wal
ker, „verboden in de observatieruimte m
het geboomte te spreken of te rooken. De
dieren mogen n.1. niet verschrikken. Het
komt zelden voor, dat de dieren zich niet
laten zien, De „hotelkamer" in de jungle
(wij bedoelen hiermee het geboomte tus-
schen vijgenbladeren) kost voor één nacht
50. Degene, van wien de grond is, ver
huurt de boomen aan vreemdelingen. '<5ij
mogen echter geen enkel wapen -bij zich
dragen; siechts de gids mag een revol
ver dragen!
Heeft een vreemdeling een „kamer" ge
huurd en komen er des nachts geen dieren
naar de gewoonlijk bezochte plek, dan ont
vangt hij de helft van zijn geld terug. „Zoo
lang ik in de jungle van Kenya vertoefde",
aldus de schrijfster, „is het slechts éénmaal
voorgekomen, dat de dieren des nachts niet
kwamen opdagen. Doch dit was de schuld
van twee vreemdelingen, die zich het zwij
gen niet konden opleggen en daardoor met
hun gepraat de beesten schuw maakten.
Gewoonlijk vindt men iederen nacht 25
olifanten en even zooveel rhinozerossen,
doch natuurlijk nooit allen tegelijk, want
olifanten en rhinozerossen staan als „kat
en hond" tegenover elkaar. De rhinozeros
sen zijn het mooist te observeeren, wan
neer zij hun dorst lesschen en voedsel ge
bruiken. Bevalt het voedsel hen, dan stoo-
ten zij de zonderlingste geluiden uit. Iederen
avond kan men er een groote vrouwelijke
rhinozeros „Belinde" zien komen, die zoo'n
beetje van alles te vertellen heeft en het
hoogste woord voert. Tijdens ons verblijf
in Kenya zijn er twee jonge beesten bij
gekomen, die „Belinde" iederen avond mee
brengt."
WIE GAF DE SLECHTSTE
RADIO-REPORTAGE
Het weekblad „Life", hetwelk te New
York verschijnt, schreef onlangs een prijs
vraag uit voor zijn lezers. Deze hadden de
vraag te beantwoorden: „Welke Ameri-
kaansche radio-verslaggever vindt U het
slechtste?" Het grootste deel der lezers
beantwoordden: „Edwain C. Hill".
Mr. Hill is n.1. de man geweest, die de
reportage van den boksmatch tusschen Joe
Louis en Max Baer voor de microfoon ver
zorgde. Was zijn verslaggeving reeds bij de
eerste en tweede ronde slecht, bij de derde
ronde gaf hij het ongeduldige publiek, dat
in Jmortsachtige .spanning^ zat, een lang
gerekt overzicht van... de meest belang
rijke personen, die bij de match tegenwoor
dig waren!
KONING GUSTAAF KRIJGT EEN
WERELDKAART OP ZIJN
RADIOTOESTEL.
Koning Gustaaf van Zweden is een harts
tochtelijk radio-liefhebber. In zijn vrijen
tijd zoekt hij de meest interessante sta
tions op de schaal van zijn radio-apparaat
op. De vorst heeft eens zijn wensch te ken
nen gegeven een wereldkaart op het toe
stel te hebben, zoodat hij precies kan zien
waar de uitzendstations zich bevinden en
hoe groot den afstand is tusschen het
Zweedsche hof en de stations, waarnaar
de vorst zoo gaarne luistert. Een Zweed
sche radiofirma bouwt thans een radio
apparaat met een wereldkaartschaal, welke
heel officieel als de „koninklijke radio-
schaal" wordt aangeduid.
PLEKKE LA VAL WINT EEN MILLIOEN
Bij de laatste trekking van de Natio
nale Loterij in Frankrijk heeft Pierre
Lava! een millioen francs gewonnen. Doen
om vergissingen te voorkomen, diene hier
bij gelijk te worden vermeld, dat men met
Pierre Laval niet de Fransche Minister-
President bedoelt, doch een naamgenoot,
een kleine beambte in Le Havre. Natuur
lijk moest de kleine beambte dadelijk door
een troep journalisten worden geinter-
viewd. De man werd des te interessanter,
toen hij vertelde, dat hij Pierre Laval heet
te. Zjjn foto kwam op alle voorpagina's
der Parjjsche dagbladen. Frankrijk had
plotseling twee Lavals, voor wie men zich
interesseerde.
DE PSYCHOLOGIE VAN BONT.
Een Amerikaansche psychologe heeft
beweerd, dat het dragen van bont een zeer
nadeeligen invloed uitoefent op het karak
ter van de draagster. Zoo zegt zij, dat de
bezitster van hermelijn vergeetachtig
wordt; nerz veroorzaakt heimwee; otter
maakt de vrouwen trotsch; Sabel bevor
dert de kunstzinnigheid, terwijl de zilver
vos de lust tot flirten bevordert en het
konijnenvel de draagster tot ontrouw ver
leidt...
o
terug komen. De Zaterdag was op deze
wijze al een aardig stuk opgeschoten en
het „poetsen en opknappen" liep ten einde.
Na vast werken zijn we natuurlijk allen
voor zoover niet tot de wachtdivisie be-
hoorende gaan passagieren. Nu ik moet
je zeggen, het zag er genoegelijk uit daar
in die kotta. Heel anders dan in Soera
baja. Je had zoo den indruk of je op een
warmen zomeraag in Brussel of Parijs liep,
of Marseille. Een paar groote restaurants,
daar trekt je nart toch al gauw naar toe,
want waar ter wereld of we ook komen,
overal hebben we na een uurtje djalannen
alweer een pracht van een dorst. Het wan
delen was wel vrij warm en a. gauw ga
ven we gehoor aan de verlokkingen van
de ons overal overvallende rickshaws. Ja
daar zaten we weer. Jantje Kaas aan het
passagieren hoor. Bijna geen rickshaw of
er zat iemand van het eskader tn. De
pastoor, de dominee, de intendant, de
schipper en de adjudant konstabel (vooral
aan die laatste hadden ze een behoorlijke
ruk). Maar het was wel de moeite waard
om eens rond te rijden. Prachtige 4 of 5#
verdiepinghooge huizen, mooie gebouwen,
een kathedraal, twee paleizen, één voor den
gouverneur en één voor den gouverneur-
generaal, een schouwburg, echt Euro-
peesch op Java heb je alleen maar kunst-
kringhuizen een praal van een post
kantoor, waar we natuurlijk weer „van al
les een beetje" hebben gekocht. Er waren
een paar goede bioscopen, maar ik moet
zeggen, wat winkels aangaat-kon zelfs de
hoofdstraat de „rue de Catinac" niet halen
bij - „Toendjoegan" Zoo zie, zelfs in het
buitenland weten we Soerabaja heuseh wel
te apprecieeren. Zooals gezegd na een poos
je stapten we met een pracht van een dorst
een café binnen. Je zit daar echt op zijn
Fransch buiten op straat, waar het ge
zien de pantoffel-parade wel gezellig was.
Toch kon je er geen lekker bier krijgen
en van een „pikketanusje" was heelemaal
geen prake Overigens keek je dikwijls je
oo/en uit, ja zelfs wij getrouwden hoor,
naar al die aardige Frangaises, die er zoo
voorbij kwamen. Je kimt je voorstellen,
Klaas, het duurde niet lang of je zag op
die terrassen van die café's de Franschen
niet meer vanwege alle Marinemenschen.
Na onze apperatief hebben we een taxi
genomen, wat heelemaal niet zoo makke
lijk gaat. Het geheele straatverkeer wordt
beheerscht door particuliere wagens of
door die rickshaws. We zijn toen Chi-
neesch gaan eten m Cholon. Dat is eigen
lijk de Chineesche voorstad van Saigon.
Zoo onge"eer wat de beneden stad is voor
Soerabaja en oud-Batavia voor Weltevre
den. Daar heerscht de handel. Het is daar
dan ook te merken dat er malaise heerscht.
Rubber en rijst zi,n de poducten daar, nu
en daar gaat het op het oogenbUk nu niet
zoo erg best mee. Maar toch was het dat
echte drukke Chineezen-gedoe wat je ook
wel van achter de rooie brug kent hier in
Soerabaja, niet waar. Je kon er uitstekend
eten, had er een Chineesch strijkje en ver
der zag je hoprn var. die lui aan het ma-
jongen, iets wat je nu eenmaal bij Kit
wang kie of in het Shanghai restaurant
niet ziet. Dat Cholon is zoowat een kwar
tiertje rijden van Saigon af en ik moet je
zeggen dat ra al die Chineesche gerechten
dat kwartiertje buitenlucht me best be
viel. Daarna zijn we naar een soort Chi
neesch dahspaleis gegaan. Dat viel tegen.
1 Ook hier zag je ue malaise van de muren.
„Tabarin", een echte aanlokkelijke naam
na een copieus Chmeesch diner. Daar had
je dat Instituut wat je wel meer in het
buitenland tegenkomt, die z.g. „taxi-girls",
een lucratieve, maar overigens behoorlijk
vermoeiende werkkring, vooral als er een
vreemd eskader binnen is, want die meis
jes konden geen moment rustig op hun
stoel blijven zitten, steeds maar door tra
den er lui aan die een rondje met ze tan-
dankten... Kom Klaas, laat ik het voor-
loopig hierbij laten. Net als bij het feuille-
I ton, nu begint het net spannend te worden
(maar stel je daar niet al te veel van voor)
tot de volgende week, dan ga ik verder.
„Avec mes sentiments les plus respec-
tueux. HENRL
Saigon, 18 November 1935.
3este Klaas, cher camarade.
Ja, man, ik heb nU de Fransche tong
ingepikt. Zoo zie je die Fransche Berlitz-
school lessen, die we gehad hebben, ko
men toch maar tot hun recht, alleen na
tuurlijk de ouwe kwaal dat je, vooral m
het begin, veel Maleisch er door heen
gooit en dat je omgekeerd onze Inland-
sche schepelingen in het Fransch gaat toe
spreken.
Je wist er natuurlijk niets van, dat we
hier naar toe" gingen. Nu ik had het je
ook niet geschreven maar tot het laatst
toe was het nog niet zeker dat we hier
met Hr. Ms. „Sumatra" en de jagers „W.
d. W." en „v. Gin." naar toe zouden gaan
en als het dan niet door mocht gaan, dan
maak je in Holland onnoodig jaloersche
menschen, die ons dit reisje zouden be
nijden. Nu is de reis een feit geworden en
ik kan je zeggen dat er voor jullie in Hol
land zeer zeker reden is om jaloersch te
worden hoor; want heb.'is een beste tampat
hier. We zijn Maandag, nadat ik jou ge
schreven had dat de stafmuziek aan boord
geplaatst was vertrokken. Met de jagers,
dus dat wil zeggen dat het eerste deel
van dé reis weinig afweek vaijr de gewone
•wekelijksche oefenprogramma's met dien
verstande, dat „staf" wat meer gelegen
heid gaf vooi schoonschip, lappen en
naaien, poetsen en "opknappen, plunje in
specties en wasschen. Want we moeten in
het buitenland natuurlek eruit zien om
door een ringetje te halen. Nu ik kan je
zeggen knaap, ik heb zoo juist nog eens
even op de kaai staan kijken, maar we
hebben hier een eskadertje liggen, waar
we mee voor den dag kunnen komen. Het
is werkelijk „af'. En dat is heusch geen
eigenwaan of chauvinisme (je ziet het
gaat met „le frag ais") maar iedere leek
zelfs kan zien dat het een kante boel >s.
Die binnenkomst hier man, alles was even
af, dat heeft de Fransche admiraal ook
gezegd. Je moet ml. weten dat deze func-:
tionaris 's ochtends om 6 uur, toen we
voor Saigon kwamen, in een „pakian prjj-
man" (tenue civile) op de kaai stond om
dat geval eens aan te zien. Het tochtje de
rivier op was enorm aardig. We waren
Vrijdagavond voor kaap Sint Jacques ge-"
komen, aldaar kwam de loods aan boord
en ging aide de camps aan den Arend
vast even naar wal om met zijn confrères
van de Fransche admiraliteit en den
consul te spreken per telefoon. Om 1 uur
Honden jacht'kwamen de jagers zich bij
ons voegen en gingen we gezamenlijk de
Saigon rivier op. De maan was in dien
tusscheritijd opgekomen, werkelijk je had
soms het idee of je met de mailboot "door
het Suez-kanaal ging. De rivier is vrij
nauw en het ging met een aardig vaartje.
Wat me onder meer opviel was dat de
inlanders Anamieten evenals onze
inlandsche prauwenvoerders, nimmer
tegen stroom oproeien, zoodat zooiets een
aardige aanwijzing is omtrent stroom. Je
vaart krek als in Holland gewoon tusschen
de weilanden door d.w.z. hier zijn het
moerassen hoor, maar de indruk is het
zelfde en de rivier is behoorlijk bochtig.
Soms krijg je na zoo'n bocht den indruk
of je weer op tegenkoers gaat We ont
moetten nog een K.P.M.-er, die tusschen
de andere daar liggende schepen een uit
stekenden en frisschen indruk maakte.
Het was nog donker, toen we de licht
schijn van Saigon zagen. Nu ik moet je
zeggen Soerabaja,. geeft meer schijn af
s nachts dan deze' stad, hetgeen even als
een teleurstelling gevoeld werd, maar deze
vüle lumière heeft zich in dat opzicht uit
stekend gerehabiliteerd. De zón was net
op toen we de stad binnenvoeren. Even te
voren was de havenmeester nog geëm
barkeerd tegelijk met een Fransch zee
officier, die als verbindingsofficier toege
voegd was aan den schout-bij-nacht. Er
lag niet veel Fransche marine in de haven.
Een aviso de „Admiral Charmer", die we
een jaar geleden nog te Soerabaje had-
den gezien en waar we nog verscheidene
officieren van kenden, verder 2 onderzee
booten in conservatie lang geen K-
booten hoor een paar riviervaartuigen.
Verder had je er nog een soort millioenen-
hoek, die niet voor de onze in de Jutterij
onderdeed. Nadat we omgetrokken waren
door een paar gereed liggende Fransche
sleepbooten, meerden we op een prachtige
plaats langs de boulevard Luro, vlak
tegenover de directie van de Marine. B 1
en B 2 zouden we die plaats in Nieuwe-
diep noemen. Hierbij ingesloten zal ik een
kiekje doen, dan kun je zien hoe we daar
lagen, de jagers, zooals je ziet, meerden
achter ons. Je had zoo het idee of we in
Rotterdam langs de Parkkade lagen.
Een „va et vien" van menschen. Ja ik
kan wel zeggen dat we hier den ganschen
dag een paar honderd toeschouwers langs
den kant hebben staan.. Alleen 's nachts
na twaalven is het wat minder. We kre
gen een pracht van een valreep, je weet
wel zooeen zooals je ook bij de mailbooten
hebt, die zoo uit twee stukken bestaat,
hetgeen je trouwens ook op de kiek kunt
zien. We lagen nog voor achten tegen
den kant, waarbij we geassisteerd werden
door een meerploeg Fransche matrozen.
Ook kregen we direct een telefoon aan
boord.
Om 8 uur begon natuurlijk het groot
ceremonieel. De officier van piket was
reeds direct toen de valreep stond de
wal opgegaan. Op sein van één der Fran
sche oorlogsschepen werd de vlag gehe-
schen, daarna bij ons eerst het Holland-
sche en toen het Fransche volkslied,
waarna direct onze 21 schoten voor het
Fransche gouvernement vielen, die onmid
dellijk door een Fransche veldhouwitser-
batterjj, die naar de kaai gereden was, be
antwoord werd. Toen salueerde de „Ad
miral Charmer" voor de vlag van onzen
eskader-commandant, de schout-bij-nacht
Olivier, hetgeen wij weer met ons nieuwe
5 cm batterij beantwoordden. De gewa
pende macht bleef natuurlijk in het ge
weer vanwege alle officieele bezoeken, die
thans zouden plaats vinden. Zoo ook de
stafmuziek, die op het achter-afweerdek
opgesteld stond. Ook de saluut batterij
bleef op post. Eerst ging de schout-bij-
nacht natuurlijk zijn bezoeken maken,
echter niet alvorens de consul, de heer
Sauer, van boord was. Het volkslied, val-
reepsgasten en 5 saluutschoten waren
diens deel bfl het vertrek van boord. Even
later vertrok de schout-bij-nacht met ko
lonel Vreede, overste Mackay en luitenant
ter zee Bozuwa, respectievelijk comman
danten van de „Sumatra", de „Witte de
With" en de „Van Galen". De persoon
lijke staf van den eskadercommandant
ging ook mee. Teruggekeerd van de offi
cieele bezoeken bij den commandant der
Marine en den bevelvoerend landmacht-
genreaal, kwam spoedig daarna deze laat
ste weer een bezoek terug brengen aan
boord. Alles ging even keurig Klaas, die
ontmoeting onder de toonen van de Mar-
seillaise, die twee staven die daar salu-
eerend stokstjjf tegenover elkaar stonden.
Echt af en dat doet je militaire en Hol-
landsche hart natuurlijk goed als in
het buitenland alles zoo netjes gaat. We
mogen dan op zee wel eens een pulletje te
loevert op buiten boord gooien, of laten
„aschpompen" als het schip net precies
op de waterlijn schoon gemaakt is, in het
buitenland zorg je er wel voor, dat alles
er uit ziet om door een ringetje te halen
en ben je er trotsch op dat alles zoo fijn
marcheert.
Toen de generaal aan boord.ging kreeg
hij 13 schoten en zijn volkslied, nauwelijks
was hij vertrokken of de auto van ad
miraal Lavalois reed de steiger op. Ook
deze ontvangst was keurig en ook deze
autoriteit kreeg de hem toekomende eerbe
wijzen b(j het verlaten van het schip. Het
zal je misschien opgevallen zijn dat de
gouverneur van Saigon nog niet genoemd
was, maar deze autoriteit was nog op een
tournee en zou eerst den volgenden dag