P4G ZATERDAG 2l DCCFMBER 1935 'T JUTTERTJE
Beste jongens en meisies.
De ster, die de Vveg wees
Onze Kindermiddagen zitten er op.
Woensdag was de laatste in Casino, 't was
een feestmiddag voor ons allemaal en de
verrassing, die „Ons twaalftal" de leidsters
en mij bezorgd hebben, vonden we buiten
gewoon aardig.
Er Komt nu straks, als de klok
op 31 December, 's avonds twaalf uur ge
slagen heeft een tijdje van ontspanning en
dan hoop ik er ook weer aan te denken
wat we van de zomer kunnen doen. want
al schreven we December, vandaag is al
weer de kortste dag en je zal zien, over
drie weken kan je al weer aardig merksn,
dat de dagen langer worden en voor we
twee en een halve maand verder zijn, ga
ik om zes uur weer zonder licht op m'n
fiets naar huis. Maar voorlopig genieten
jullie natuurlijk van de ..Kerst-vacantie".
Zou er sneeuw komen? Zondagavond heb
ik door de witte wereld gewandeld en toen
had ik zo'n stille hoop, dat jullie Maandag
morgen fijn verrast zouden worden, maar
er was slechts een modderbad overgeble-
ven, wat jammer, wat jammer. Maar wie
weet hoe spoedig de wereld weer toege
dekt ligt met de vreugde van de winter,
tenminste vreugde voor mij en voor jullie.
Maar eerst gaan we het grootste van
alle christelijke feesten, Kerstfeest, vieren,
het feest van Christus' geboorte. De mees
ten van jullie zullen zeker het feest vie
ren in kerk of Zondagsschool. Ik hoop
voor allen dat het een feest van groote
vreugde wordt.
Vandaag zou ik de briefjes van vorige
week beantwoorden en daar heb ik nog
heel wat werk aan, zodat waarschijnlijk
wel niet veel terecht zal komen van nieuwe
briefjes. Maar enfin, laat ik de moed niet
opdreven.
Het boek is gewonnen door:
J. BAKKER,
Klaas Duitstraat 1.
Annie Schaap. Gelukkig dat je die
verrassing van St. Nicolaas toch maar
aangenomen hebt, Annie, anders was je
een fijne doos bonbons minder rijk geweest,
en je zal wel geen uitzondering maken op
andere meisjes, die ook graag een snoepje
hebben. Heb je er lekker van gesmuld.
Coba Visser. Vandaag lees ik natuur
lijk allemaal Sinterklaasbriefjes, Coba, en
ik zat in gedachten ook al te smullen in
jouw chocolade en doos bonbons.
Toon Troost. Dat is goed opgemerkt.
Toon. dat we gauw aan „een dierenhoekje"
toe zijn, want „een olifant" heb ik al bij
m'n vriendjes en er zullen nog wel andere
dieren bijkomen, terwijl „een bloemen-
hoekje" voor de meisjes geopend zal moe
ten worden, want er zijn al viooltjes en
margarieten en heide-bloempjes onder m'n
vriendinnetjes.
Zilverschoon. Je achtjarige broer mag
meedoen, Zilverschoon. Een jongen van
acht jaar heeft immers hersenen om de
eenvoudige raadsels op te lossen en hij
kan de pen hanteren om een briefje te
schrijven.
Anjelier. Van heden af zal jij op m'n
tafel prijken als „Anjelier", Marie, ik hoop,
dat je brieven net zo zonnig zijn als je
naam, dan kan het een gezellige corres
pondentie tussen ons worden.
Annie Moor. 't Was goed voor de
eerste keer, Annie, en 't was netjes wat je
geschreven had, dus je begrijpt, dat ik
over je „eerste optreden" meer dan tevre
den ben. Ga zo door.
TInl de Langen, Breeznnd. Welkom,
Breezands vriendinnetje. Je bent de eerste
niet, die van uit de polder met me babbelt,
je zal hoop ik ook de laatste niet zijn en
het parool geldt hier: „Ieder hartelijk wel
kom", al zou het een neger-jongetje mid
den uit de rimboe zijn, die zijn briefjes in
een negertaaltje schreef.
Loesje Flotat. Ben je nog geweest
op de Kindermiddag, Loesje? En heb je
nog pijn in je buik van het lachen?
Teetje Rroekhu'zen. Dat is even fijn,
Teetje, een dag naar Amsterdam met je
moeder, o.m. kerswinkels te bekijken. Mag
ik soms ook mee, ik wil er ook best eens
een dagje tussen uit. Misschien kan ik in
jouw handkoffertje.
Truusje Bakker. Dat was natuurlijk
net zo fijn alsof jezelf jarig was, Truusje,
die verjaardag van moeder. En heb je het
ook tot een feestdag voor je moeder ge
maakt? Ze is het waard, hoor, je moeder,
dat je haar eens verwend.
Viooltje. De verrassing was te groter,
toen je helemaal niet op het boek gerekend
had en je je naam in de krant zag staan.
Ik zal je verzoek, betreffende Shirley
Temple doorgeven aan de meneer die het
„Nieuws voor ons" verzorgt. Met Tjibbe,
Ita en Jaap, gaat het opperbest, behalve
dan natuurlijk, dat ze snuffelen als hondjes
en hoesten als kakkerlakken. Of hoesten
die niet?
Dat meisje, dat me zo'n
gezellige brief geschreven heeft over Sint
Nicolaas en de vier boeken, die ze op de
verjaardag van den groten Kindervriend
heeft gehad, verzuimde haar naam te ver
melden. Dom, hè? Wie ben je?
Annie Wel allemensen, alweer
zo'n vergeetachtig vriendinnetje, denken
Jullie, dat ik in de koffidik lees of sterren-
wichel? ben? 't Kwam zeker omdat je
hoofd \o lat met die vijf boeken, die je
gekregen hebt, dat je zo vergeetchtig ge
worden was. Het zal je ook gebeuren, dat
je vijf boeken k ïjgt op St. Nicolaas. Een
halve bibliotheek.
Annie Bals. Je moet de moed niet zo
gauw opgeven, Annie. als je eens een week
de raadsels niet kent, of een fout maakt,
moet je maar niet denken nu schei ik er
mee uit, want dan bereik je nooit iets >n
het leven. Alle begin is moeilijk, maar dan
zet je je tanden op elkaar en Je hersens
aan het werken en je komt er. Die raad
sels van de vorige week waren tenminste
Boterbloempje. Je bent...
Ja, Boterbloempje, wat jij nu eigenlijk
bent, weet de schrijver van deze regels
niet, wan' de Kindervriend heeft 't me
niet gez Je moet n.1. weten, dat de
Kindervriend, na het schrijven van boven
staande woorden, plotseling weggeroepen
werd. Jullie weten natuurlijk wel, dat ae
burgemeester van onze gemeente plotse
ling overleden is en om nu een groot
artikel in deze courant over mijnheer
Driessen te kunnen plaatsen, moest hij
direct aan het werk. Jullie begrijpt, dat
Kindervriend, hoe 't hem ook speet, het
beantwoorden van de briefjes moest sta
ken. Hij heeft gezegd, dat htj volgende
week alle nog in zijn bezit zijnde briefjes
hoopt te kunnen beantwoorden, maar dat
zijn er nog zooveel, dat hij jullie verzoekt,
ook de vriendjes en vriendinnetjes van
buiten de stad, om volgende week
geen nieuwe briefjes te zenden. Dus, dat
onthouden jullie wei, hè?
Nu, jongens en meisjes, namens den
Kindervriend, moet ik jullie groeten en
doe dat onder het Jullie toewensen van
een prettige Kerstvacantie. Dag allemaal!
Stilte.
Onderwijzer: Kinderen, ik wens, dat het
zo stil is in de klas, dat jullie een speld
kunnen horen vallen. Een halve minuut
werd er geen geluid gehoord, de kinderen
zaten zo stil, dat zij hun adem bijna in
hielden.
Opeens klonk er een stem van achter
uit de klas, die zei: „Meneer, wanneer
laat u de speld nu vallen?
Gehoorzaam.
Moeder: Als je voor de tweede keer ge
vraagd wordt of je nog een stuk taart
wilt hebben, dan moet je zeggen: Neen.
dank u. Vergeet het niet hoor!
Frank ging naar zijn tante, die jarig
was en alles ging goed tot zijn tante hem
vroeg: Frank, wil je nog een tweede stuk
taart
Frank: Neen, dank u, vei geel het niet
hoor!
Toen het kindje Jezus in een stai te Beth-
lehem gebortn weid, waren er drie wijze
koningen daarheen gekomen, rijk beladen
met geschenken. Deze drie koningen had
den een bi1 zonder schitterende ster aan de
hemel zien staan en daar was .run aan
dacht op gevallen. En het was hun geweest,
alsof de ster hen had gewenk. en ver
zoent nem te volgen. Zij hadden toen 1e
wijze mannen van hun land geraadpleegd
en ook deze hadden de flonkerende ster
waargenomen Zij gaven daarom de ko
ningen de raad de ster te volgen en te
zien, wat er dan gebeuren zou. Zo waren
zij tan alle drie op reis gegaan, ieder met
een groot gevolg en dicht bij Bethlehem
hadden zij elkaar ontmoet en waren in el-
kaars gezelschap verder getrokken, tot
dat zij bij de stal waren gekomen, waar
het kindje Jezus zo juist was geboren.
Wij kennen allemaal het verhaal van de
dr,e Koningen. Maar het gebeurt tegen
woordig ook nog wel eens. dat er om
streeks Kerstmis zo'n schitterende stei is.
die de aa< da ht van een mensch Drobeert
te trekkt-n ei, nem zo brengt naar een
plaats waai mi verwacht wordt.
Het was op Kerstavond. Een arm, klein
jongetje .ep rii end van de kon op straat.
Zijn veel te du;me jasje kon hem niet tegen
de vorst beschutten en zijn blauwe handjes
waren oijne. o- vroren. Zijn vadet en mon
dei waren dit jaar, kort na elkander ge
stoven en bei ventje was alleen achter ge
bleven. Een buurvrouw nad zien wel ovei
hem nlfeiiro maar alleen om ei voot-
deel van te hebben. Zij stuurde hem
's avonds de straat op met lucifers en hij
mocht niet terugkomen voordat hjj vol
doende had verkocht of bjj elkander ge
bedeld, dat zij daarvoor wat kon kopen.
Het arme kereljte had dus een vreselijk
leven en dikwijls huilde h\j en smeekte
zijn moedertje hem toch ook bij zich in de
hemel te nemen.
Ook nu had de barse vrouw hem de deur
uitgejaagd met een heel pak lucifers en ge
zegd, dat hij niet eerder mocht terug ko
men, dan wanneer het hele pak verkocht
was. Hij had aan vele menschen zijn wa
ren aangeboden, maar het was zo koud
en de mensen hadden zo'n haast om naar
huis te komen en Kerstmis te vieren, dat
men het jongetje niet eens opmerkte.
Wanhopig was hij de grote weg afgelopen
en in het veld terecht gekomen, waar de
sneeuw wel een voet dik lag.
Opeens keek de jongen naar de hemel
<m zag daar een ster, die hem scheen aan
te kijken jb het was. alsof de ster hem
wenkte hem te volgen. Eerst begreep de
jongen het niet, maar toen de ster een
eindje weg ging en weer terugkwam, be
sloot hij te zien, waar de ster neen wilde
en dat was juist wat de ster wilde. De
jongen liep nu over het veld heen en kwam
aan een bos, waai het niet zo vreselijk
koud was. Doorlat de jongen steeds naar
de ster keek, bemerkte fcfl niet, dat er een
grote wortel var een van de bomen dwars
over de weg was gegroeid en daar strui
kelde hij over. Verdoofd t'.eef uij liggen,
en toen hij even later wilde opstaan, bleek
zijn rechtervoet zo n pijn te doen, dat hij
met een gil v eer neerviel. Zo bleef hij maar
rustig liggen, want dan deed zijn voet geen
pijn. Door het vele lopen was hij moe en
slaperig geworden en het duurde dan ook
niet lang of hij lag rustig te slapen.
De boswachtei, die vlak bij de weg woon
de, ging een half uurtje later even met zijn
hond het bos in. Het trouwe dier liep van
hem v-eg en kwam even later jankend te
rug, en beduidde zr'n baas hem .e volgen.
De boswachter, die dacht, dat er een dier
in een val was geraakt, die de stropers in
het bos hadden geplaatst, haastte zich
1e hond tf volgen en deze bracht hem bij
het slapende kind dat daar dwars over
de weg lag. Behoedzaam nam de boswach
ter den jongen op en bracht hem naar huis
waar hjj al spoedig wakkei werd. De jon
gen keek eerst vriemd om zich heen en
vroeg toen zachtjes: „Ben ik nu in de he
mei bij mijn vader en moeder?" De tranen
kwamen in de ogen ;an de boswachters-
vrouw en zij nam den jongen op haar
schoot en z"5- -'e vader en moeder
allebei in de hemel?" -jijtffe,.
„Ja'an.wi.tj -.e Jongen.
De vrouw vertelae hem nu, dat hij tn
het bos over een voitel gevallen was en
dat haar man hem ad gevonden, terwijl
hij in slaap was geval en. Zij deed zjjn
schoenen en de kapot„e kousen uit en zijn
rechtervoet was ee. beetje opgezwollen.
Zij vertelde hem nu, dat haar zoontje, dat
net zoo groot w s geweest als htj nu, naar
de nemel war gegaai. en vroeg, of hij nu
voortaan bij haar wilde blijven en haar
zoontje worden.
Dat wilde hij ir.^ar al te graag. Vlug
maakte de goede vrouv een warm badje
voor hem klaar, waschte hem en trok hem
de kleertjes van haar kind aan, die hem
precies pasten. Ook zijn bedje had zij nog
b-waard, zodat alles nu opeens goed van
pas kwam.
Nadat f jongen .u eens flink had gege
ten en gedronken, werd hij naar zijn bedje
gebracht en droomde al heel gauw van zijn
moeder, die hem lachend vertelde, dat zij
de ster had gezonden om hem bij zijn
nieuwe oudera te brengen.
Toen de boswachter later met zijn vrouw
samen in de huiskamer zat, zei de vrouw:
„Wij hadden niet kunnen denken, dat wü
zo'n mooi Kerstgeschenk zouden krijgen,
vind je wel?"
EEN DRINKFON'TEIN VOOR DE
VOGELS.
Wij zorgen meestal wel voor eten voor
de vogeltjes in de tuin, maar hebben zij
nu ook altijd iets te drinken?
Als dat niet het geval is, zullen wfl een
mooi bassin voor hen maken. Misschien
heeft moeder wel een oud teiltje, dat je
hebben mag. Graaf nu een kuil in de
grond en zet daar het teiltje ln, zodat het
gelijk staat met de grond. Nu neem je wat
randjes van graszoden en bedekt daar
mede de rand van het teiltje, zodat je
helemaal niet kunt zien, dat het een teil-je
ls. Je kunt er ook een paar mooie steenen
omheen leggen en er mosplantjes in poten,
bfl wijze van rotstuintje, of je kunt er
bloempjes langs planten, net wat je zelf
maar het mooiste vindt.
Nu zul je zien, dat er zwermen vogels
komen, die niet alleen komen drinken
maar al heel gauw, als het warm weer ls,
gaan zij er in baden. Daarom moet je
voor veel en fris water zorgen, anders
wordt het een vleze boel.