Stadsnieuws Nieuwjaarsrede van onzen minister-president. Jtocfi ifict Jfocfi *Wctaz §aan uie fieen? Tusschen Oud Nieuw. en BINNENLAND 1935-1936. Met wat meer vertrouwen het nieuwe jaar in TWEEDE BLAD HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 2 JANUARI 1936. En zoo is dan het veel besproken 1935 ter ziele gegaan en zitten wij reeds anderhalve dag in het nieuwe, het, naar wij hopen, belofte volle 1936. Nu is het de goede gewoonte, brj den aan vang van het jaar ip krant en periodiek een frisch geluid te doen hooien. Een geluid van optimisme en vertrouwen in de toekomst. Een geluid, dat moed voor de komende twaalf maanden geeft. En daar wij deze traditie niet ontrouw wil len worden, zal deze kronyk, ook al staat ze dan onvermijdelijk voor een zeker deel in mineur, ook voor een deeltje in majeur staan. We mogen veronderstellen, dat de meesten van ons den laatsten avond van 1935 en den eersten van 1936 in den huiselijken kring door gebracht hebben en zoodoende konden zij de rede van onzen bejaarden Premier beluisteren. Nu zal niemand ontkennen, dat deze man, hoe men ook over zijn regeeringsbeleid moge denken, een buitengewoon helder oog heeft voor de nooden van dezen tijd, en er niet het minste belang bij heeft den toestand, zooals deze momenteel is, meer duister te kleuren, dan hij in werkelijkheid zou zijn. Wie echter zijn rede hoorde, zal ongetwij feld getroffen zijn, door den niot te loochenen toon van pessimisme, van grooten zorg voor de komende periode. Hij achtte den internatio nalen toestand ernstig en ook dien van ons eigen land allesbehalve rooskleurig. Dat zijn feiten. Daartegenover staat, dat er in de eeuwen, die achter ons liggen, meer wisselingen tus schen Oud en Nieuw bij allesbehalve prettige omstandigheden herdacht zijn. Integendeel, ze waren meermalen zeer ernstig. Doch het volk van den Grooten Zwijger heeft dan altijd pal gestaan, stond steeds in de branding, daar, waar de golven het hevigst op het schip van staat losbeukten en steeds kwam dit vrij, wel eens gehavend, doch: steeds schip, en nimmer wrak. Als we dit voorbeeld voor oogen houden, en dat zullen we ongetwijfeld moeten doen, dan k n dat een lichtpunt zijn. Een lichtpunt, in een zoo op het eerste gezicht, sterrenloozen nacht. Het was opvallend, zoo stil het dezen Oude jaarsnacht in Helders straten was. Het caril lon op het Helden der Zeeplein en een enkel gefluit van de „Utrecht" waren zoo ongeveer dë eenige geluiden, welke om 12 uur het ver glijden van oud in nieuw aangaven. Doch ook later, bij het naar huis gaan, bleef het zóó rus- stig, dat men zich in een gewonen nacht had kunnen wanen. Was deze kalmte eveneens een teeken des tijds? Is ook zij symbolisch voor het begin van 1936? Wie zal het zeggen... Doch laat het dan over de geheele linie geen „helder-vurenzicht" zijn, beginnen wij 1936 in geen geval in pessimisme. Vergeet niet, dat een nieuw jaar nieuwe mogelijkheden en nieuwe perspectieven met zich brengen zal, welke wellicht uiteindelijk het begin kunnen zijn van een crisis-uitweg. Geloof, Hoop en Moed, dat zijn de wezen lijke factoren, die ons kunnen helpen om 1936 strijdbaar tegemoet te treden. Licht op voor alle voertuigen. wachtkamer der vliegers, met hun vriend schap, spot en idealen zij doen het. Een milieu is eenvoudig en belangwekkend getee- kend, de figuren worden goed gespeeld men krijgt interesse in een wereld, die voor j het eerst ten tooneele wordt gebracht. a.vf bouber's jubileum. Donderdag Vrijdag 2 Jan. 3 16.25 uur 16.27 uur Bij het op 21 Dec. j.I. gehouden examen voor het diploma voor kraamverpleging slaag den de zusters G. Verhorst, I. Bödecs, F. v. d. Band, A. Kaptein en J. v. d. Roost, allen werkzaam in het Marine Hospitaal, burger afd., alhier. JUBILEUM OFFICIER-MONTEUR H. T. BOERKE. Op den eersten dag van het nieuwe jaar herdacht de heer H. T. Boerke den dag, dat hij gedurende 25 jaar onafgebroken bij den Onderzeedienst is werkzaam geweest. De heer Boerke voert bjj|de[marine den titel van officier-monteur, met den rang van luite nant ter zee le klasse. Als bijzonderheid mel den wij nog, dat de heer Boerke met een der eerste Nederlandsche onderzeebooten, de KI, de reis naar Indië ondernam. Dit was toen ongetwijfeld een heele prestatie, daar de onderzeedienst toen nog a.h.w. in de kinder schoenen stond. Het heeft den lsten Januari dezen zeer verdienstelijken officier niet aan belangstelling ontbroken. MUZIEKSCHOOL LEEWEN8. Naar men ons mededeelt zal Maandag 6 Januari dé 35e jaarlijksche voordrachtoefe ning dooi- de leerlingen der muziekschool van cltn heer Leewens in Casino plaats hebben Behalve verschillende nummers voor piano, orgel, vior.l en zang, zal door de jeugdige executanten o.m. worden uitgevoerd de Kin- dersymphonie van Romberg voor .'piano (4-hanJig) en strijkinstrumenten met'mede werking van koekoek, nachtegaal, kwartel, trompet, triangel, trommel en ratel Re uit voering). Betreffende invitaties raadplege men de in dit blad voorkomende advertentie. VAN DALSUM's NIEUWE STUK V'OOH DE ABONNEMENTSVOORSTELLlN<;. We laten hieronder een peisuittrekaei vol gen van het nieuwste tooneelsucces vjui Al- bert van Dalsum en zijn uitgebreid, gezel schap, dat zooRle reeds vermeld h'oens- dag a.s. als abonnementsvoorstelling I Wordt gegeven in „Casino". Men raadplege t)e ad vertentie in dit nummer, betrefffcde de plaatsbespreking op Dinsdagavond. „Een stuk, dat in de lucht hing en flat ,nu het geschreven en gespeeld is, een HoJandsch stuk blijkt, dat vele boeiende scènes bezit. Men is, in het eerste bedrijf, op een lommis- sarisvergadering der D.L.C., en de haide man van de realiteit, directeur Niels Hansjn weet zijn plannen voor een wereldvlucht' in vijf dagen door te zetten. Reclame voor (je maat schappij, dreigende concurrentie, v^trouwen op technische voorbereiding wegen op tegen risico en gewaagde menschenlevens. De schrijver heeft menig danlftaal- en speelbaar tafereel geschreven: de scènes met vergaderende en verwijtende comiïjlsyanssen, 1 - -- t-~*- en f-'"~--r'e „Het kind van de Buurvrouw." ifen schrijft ons: Amsterdam, Nijmegen en Hoorn zrjn reeds voorgegaan onze gevierde en populaire actrice Mevr. Auf Bouberten Hoope, door volle zalen eeo hulde te. breDgen aan deze waarlijk be gaafde kunstenares, die vooral in de stukken van Herman Bouber's gezelschap, zulke buiten gewoon natuurlijke creatie's gaf, welke in dit genre wel door niemand te verbeteren zijn. Vooral in Bouber's vlot geschreven stuk „Heb kind v. d. Bunrvrouw" met de vele aangrij pende, doch ook vroolijke scéne's, blinkt het prachtige spel van de jubilaresse bijzónder uit, redenen waarom men ook juist voor haar jubileum de keuze heeft laten vallen op dit voortreffelijke volksstuk. Juist een jaar geleden werd „Het kind van de Buurvrouw" hier reeds 2 avonden achter een met groot succes opgevoerd. Het is toen dermate in den smaak gevallen, dat er alle kentcekenen zijn dat de jubilaresse a.s. Zondag ook in Den Helder voor een volle zaal haar 25-jarige tooneelloopbaan zal herdenken, TENTOONSTELLING IN „HUIZE BORN'. Men verzoekt ons te verwijzen naar een in dit nr. voorkomende advertentie van de spi- ritïsïeivvereeniging „Harmonia", die in „Huize Born" een schilderijententoonstelling houdt. VOOR HET KIND. Een oud feest: 6 Januari is Driekoningen. Charles Eyck's fijne kaart, die heel den Kersttijd tot 6 Januari omspant, wordt'dezer dagen nog weer verzonden. Driekoningen is een kinderfeest; het blijve dit; speciaal voor misdeelden. Men gebruike daarom zooveel mogelijk Weldadigheidspostzegels Voor het K.nd, RUIT INGEDRUKT IN SPOORSTRAAT. Woensdagavond, te omstreeks 8 uur, is door eenige, aan de pantoffelparade in de Spoor straat deelnemende jongelui, het groote win kelruit van de manufacturenzaak Boender maker ingedrukt. Dit gaf, zooals zich laat denken, het noodige lawijt, en trok derhalve veel publiek, waaraan op deze uren in onze hoofdstraat nimmer ge brek is. Voor den betrokken eigenaar een onrustig begin van het nieuwe jaar. INGEBROKEN IN DE JANZENSTRAAT. Niels vermist. Op Oudejaarsavond, toen de heer Dienaar met zijn echtgenoote zich bij familie bevonden, hebben ongewenschte gasten een bezoek ge bracht aan de woning, Janzenstraat 21. Men heeft een opening in het gaas, dat zich op de schutting aan de achterzijde van het huis bevondt, gemaakt en is daar door gekropen. Aangezien het raam van de huis kamer niet te openen viel, is men via het keukenraam naar binnen gegaan. Evenwel... ook de deur tusschen keuken en huiskamer bleek deugdelijk gegrendeld, zoodat het ex ploitatie-gebied zeer klein was. Het is mo gelijk, dat men gestoon. is, doch vermist werd bij thuiskomst niets. Opvallend is, dat de heer Dienaar Maandag op het postkantoor een gedeelte van zijn pen sioen gehaald had, zoodat men vermoedt, dat de een of ander hier lucht van gekregen heeft. De politie heeft de zaak in onderzoek. verslag van de gemeentelijke arbeidsbeurs over de maand november 1935. Vrouwen. Aanbiedingen kwamen in van: 1 Bakschipper, 9 bankwerkers <2 ben. 18 j.), 2 behangers, 1 betonwerker, 1 bollenar- beider, 2 chauffeurs, 5 conciërges, 7 eleetri- ciëns (4 ben. 18 j.), 26 grondwerkers, 2 in casseerders, 5 kantoorbedienden 1 ben 18 j.), 2 kappers ben. 18 j.), 9 loopknechts (7 ben. 18 j.), 4 machinisten, 1 matroos, 11 met selaars, 1 meubelmaker, 4 monteurs, 10 op perlieden <1 ben. 18 j.), 30 schilders, 1 schoen maker, 2 slagers (1 ben. 18. j.), 1 steenzetter, 7 straatmakers (2 ben. 18 j.), 1 stucadoor, 1 teller, 43 timmerlieden (3 ben. 18 j.), 30 transportarbeiders, 3 tuinlieden, 1 verzeke ringsagent, 1 voerman, 1 winkelbediende. 1 zuivelarbetóers, 62 losse werklieden (8 ben. 18 j.). Totaal 355 personen. Aanvragen kwamen in om: 1 banketbakker, 3 betonvlechtcrs, 1 brug wachter, 1 chauffeur, 3 conciërges, 2 electri- ciëns, 4 grondwerkers, 1 kantoorbediende, 1 kapper, 5 kellners, 39 landarbeiders, 4 lood gieters, 1 loopknecht, 5 metselaars, 1 opper man, 1 reiziger, 1 teller, 6 timmerlieden (1 ben, 18 j.), 42 transportarbeiders, 4 tuinlie den, 1 schoenmaker, 2 straatmakers, 1 ver zekeringsagent, 36 losse werklieden (3 ben. 18 j.). Totaal 146 personen. Geplaatst werden: 1 banketbakker, 3 betonvlechters, 1 brug wachter, 1 chauffeur, 3 conciërges, 2 electri- ciëns, 4 grondwerkers, 1 kantoorbediende, 5 kellners, 39 landarbeiders, 4 loodgieters, 1 loopknecht, 5 metselaars, 1 opperman, 1 tel ler, 6 timmerlieden (1 ben. 18 j.), 42 trans portarbeiders, 4 tuinlieden, 2 straatmakers, 1 verzekeringsagent, 16 losse werklieden (3 ben. 18 j.). Totaal 143 personen. Aan het einde der verslagmaam) stonden nog ingeschreven: 1 autogenisch lasscher, 3 bakschippers, 9 bakkers (2 ben. 18 j.), 34 bankwerkers (5 ben. 18 j.), 1 behanger, 3 betonwerkers, 1 bloemist, 1 boekbinder, 1 boekdrukker, 3 bol- lenarbeiders, 2 brugwachters, 52 chauffeurs, 5 conciërges, 1 dekknecht, 13 electriciëns (6 ben. 18 j.), 1 emballeur, 1 expediteur, 116 grondwerkers, 1 granietwerker, 1 huisknecht, 1 hulp-fitter, 11 incasseerders, 42 kantoor bedienden (11 ben. 18 j.), 4 kappers (2 ben. 18 j.), 13 kellners (1 ben. 18 j.), 3 kleerma kers, 1 klinker, 3 koks, 1 koperslager, 93 landarbeiders, 6 letterzetters, 12 loodgieters (3 ben. 18 j.31 loopknechts <25 ben. 18 j.19 machinisten, 5 magazijnbedienden, 20 metselaars, 3 meubelmakers, 11 monteurs (2 ben. 18 j.), 1 motordrijver, 1 musicus, 31 opperlieden (2 ben. 18 j.), 1 opzichter, 3 rei zigers, 1 rijwielhersteller, 1 scheepsmaker, 61 schilders (6 ben. 18 j.), 1 schoenmaker, 5 slagers (1 ben. 18 j.), 4 smeden, 1 steenzet ter, 2 stoffeerders, 5 stokers, 11 straatma kers (3 ben. 18 j.), 5 stucadoors, 3 stuurlie den, 1 teekenaar, 102 timmerlieden <11 ben. 13 1.), 181 t-"—!3 tn'-owen <3 ben. 18 j.), 1 visenknecht, 2 voerlieden, 1 wachtsman <2 ben. 18 1 zuivelarbeider, 343 losse werklieden <13 ben. 18 j.). Totaal 1322 personen. Vrouwen. Aanbiedingen kwamen in van: 3 aardappelschilsters, 19 dagmeisjes, 22 dagdienstboden, 10 dienstboden (1 ben. 18 j.)i, 1 huishoudster, 1 kapster (ben. 18 j.), 1 kinj- derjuffrouw, 1 liftmeisje, 1 naaister, i noodh.-dienstbode, 10 verkoopster (5 ben. lè j.), 12 werksters. Totaal 82 personen. Aanvragen kwamen In om: 2 aardappelschilsters, 16 dagdienst boden; dagmeisjes, 5 dienstboden, 1 hulp in de huis houding, 1 kapster (ben. 18 j.), 1 kinderjuf frouw, 1 liftmeisje, 3 noodh.-dienstboden, 1 verkoopster (ben. 18 j.), 5 werksters. I Totaal 43 personen. j Geplaatst werden: -?i 2 aardappelschilsters, 16 dagdienstbodeij, 5 dagmeisjes, 3 dienstboden, 1 hulp in di huishouding, 1 kinderjuffrouw, 1 liftmeisje (ben. 18 j.), 3 noodh.-dienstboden, 1 verkoop ster (ben. 18 j.), 3 werksters. j Totaal 36 personen. I Aan het einde der verslagmaan stonden nog ingeschreven: 9 dagdienstboden, 30 dagmeisjes, 4 dienst boden (intern), 2 hulpen in de huishouding, 1 kapster (ben. 18 j.), 5 kantoorbedienden (4 ben. 18 j.), 1 kinderjuffrouw, 1 naaister, 1 pakmeisje, 4 schilsters, 8 verkoopsters (15 ben. 18 j.), 16 werksters. Totaal 82 personen. 1 Een jaar verdween, Een jaar vesscheen, Wat zal de toekomst geven? 't Zij ramp of vrée, Of oorlogswee, Wat mogen wij beleven In 't jaar, dat ging: Een leelijk ding, Mars kwam weer op de proppen, Om 't menschdom eens te foppen. Kolonie-honger was zijn leus, Dat heet „beschaving" menschen, heusch! Wie strijden wil Bij een geschil, Begint niet met bedrog- ïn 't eind verliest hij toch! Al heeft hij nog zoo'n macht In 't eerSt in 't veld gebracht. Die les geleerd, In „veertien" al, Is blijkbaar reeds vergeten. Slechts oud'ren, die het weten. Weet dan, dat bruut geweld, Zijn eigen vonnis velt! De dwaze gril, Die oorlog wil. Kan niet te fel bestreden: Er is genoeg geleden! Zoo brenge dan dit Nieuwe jaar, Geluk en vrede voor elkaar. S. N. B. Politieke partijen mogen haar meeningsverschillen niet toespitsen. Waakzaamheid een eisch van den dag. De Nederlandsche minister-president dri H. Col ij n, heeft gisteravond voor de N.C.R.V.' via Hilversum een Nieuwjaarsrede uitgesproken, „Het jaar, dat achter ons ligt, aldus <jr. Colijn, is er een geweest van veel moeite en van veel zorgen. j Op het teiTein van de buitenlandsche staat kunde hebben zich in 1935 allerjei verschijn selen voorgedaan, die van grooten invloed kun nen zijn op de ontwikkeling van de verhoudin gen tusschen de volkeren der wereld, zoowel in Europa als daarbuiten. Minister-President Dr. H. Colijn. Vervulde, na den grooten oorlog, de hoop het hart, dat de wereld een tijd van onge-* stoorden vrede zou tegemoet gaan, dat het Recht voortaan de plaats van de Macht zou innemen, dat de natiën haar wil om af te zién van geweldpleging, zouden toonen door gelei delijk over te gaan tot vermindering der be wapeningen, die hoop is niet in vervulling ge gaan. y De tot dat doel saamgeroepen ontwapenings conferentie heeft gefaald en, in tegenstelling niet hetgeen men beoogd had, viel juist bet omgekeerde waar te nemen. In vele landen ging men er toe over de bewapening sterk uit te breiden en met die uitbreiding nam ook het wantrouwen wederkeerig toe. De ontwikkeling van deze toestanden kan niet zonder zorg worden gadegeslagen. Ook door ons niet. Want, hoewel onze verhouding tot andere mogendheden alleszins vriendschap pelijk is, hoewel we vurig begeeren met ieder in vrede te leven, niemand kan voorzien wat ook voor ons de gevolgen zullen zijn, indien de spanningen van het heden eens zouden ein digen in een nieuwe algemeene verstoring van den vrede. Dit kan men intusschen wèl zeggen, dat de kansen om buiten een groot Europeesch conflict te blijven thans heel wat geringer schijnen dan in 1914 het geval was. Die zorg nu van het oude jaar dragen wij het nieuwe jaar mee binnen. En al zou het glad verkeerd zijn zich daarvoor te laten mee- sleepen in een zenuwachtige, onevenwichtige spanning, even onjuist zou het zijn op deze verschijnselen heel geen acht te slaan en te doen alsof de politieke hemel ten eenenmale onbewolkt was. Waakzaamheid is dus een ,eisc{i van den dag. Maar nog iets meer is noodig om niet slachtoffer te worden van angstige onzeker heid. We moeten óók op dit terrein weer meer leeren te leven uit de wetenschap die den Psalmdichter bezielde, toen hij zong: „Geen ding geschiedt er ooit gewisser, dan 't hoog bevel van 's Heeren mond!" Dat geldt van hetgeen met ons gebeurt, maar bet geldt even zeer van hetgeen waarvoor we bcjyaard blijven Binnenlandse!)? zorgen. Ook de binnenlandsche zorgen van het jaar 1935 trekken met ons mee het nieuwe jaar binnen. Economisch en financieel blijft de toe stand hoogst zorgelijk. Er is nauwelijks één tak van volkswelvaart te noemen, die niet worstelt om het bestaan. De uitvoer van onze bodemproducten levert per jaar ruim 400 millioen gulden minder op dan enkele jaren geleden. De uitvoerwaarde vr»n producten daalde zelfs met meer dan 500 millioen gulden per jaar. Deze beide takken van volkswelvaart moeten krach tig worden gesteund om niet ten onder té gaan. De bodemproductie ontvangt een ruggesteun van meer dan 2Ó0 millioen gulden per jaar; .de industrie, in den vorm van eontingentee- ring, een hulp, die niet zoo precies te berekenen Is, maar waarschijnlijk ligt tusschen 100 én 150 millioen gulden per jaar. Onze groote scheepvaart kan, zonder steun, de oceanen niet meer blijven bevaren. Voor de binnenscheepvaart is niet meer dan een derde gedeelte van het vroegere vervoer over gebleven. De winsten uit Indische ondernemingen, die voorheen de koopkracht hier te lande zoo sterk hielpen verhoogen, zijn met ongeveer 400 mil lioen gulden per jaar teruggeloopen. .Ik noemde lang niet 'alles. Ik bepaalde mij tot enkele der voornaamste punten.Het is genoeg om te doen gevoelen hoe sterk het totale volksinkomen gedaald is. En teven? ge noeg om te doerj begrijpen, hoezeer ook de inkomsten der overheid door de dalende opbrengst van de belastingen den terugslag daarvan moeten ondervinden. Zou het alleen al door die daling der inkom sten moeilijk zijn geweest om uitgaven en inkomsten met elkaar in evenwicht te bren gen, m.a.w. om een sluitende begrooting te krijgen, dubbel moeilijk werd dit, nu, door dezelfde oorzaken, die bet rijksinkomen deden dalen, ook de uitgaven der politieke lichamen gingen stijgen. Ruim 80 millioen wordt door de Overheids kassen aan armenzorg uitgegeven en ongeveer 140 millioen aan steun, werkverschaffing en subsidie aan werkloozenkassen. Saam dus 220 millioen. Ook hier noem ik niet alles, wat te vermel den zou zijn. Alleen het voornaamste stipte ik aan, maar dit is reeds meer dan voldoende om te doen zien voor welke geweldige moeilijk heden de Rijksregeering en de lagere Over heden gesteld worden om te voldoen aan den allesbeheerschenden eisch van een behoorlijk financieel beheer en om de economische volks kracht voor algeheele inzinking te behoeden. Als men alleen acht slaat op de overwel digende moeilijkheden, waarvoor Regeering en Volk staan, dan zou de wanhoop soms het hart kunnen binnensluipen. Gelukkig ie hij dan, die met den Psalmist getuigen kan, dat het geloof in Gods hulp en gunst de hoop en den moed levendig houdt. Maar ook de mensch zelf staat niet geheel machteloos tegenover de slagen, die ons trof fen. Onze vaderen plachten het werken aan het bidden te paren. Van Cromwell is het woord: „Bidt God, maar- houdt tegelijk uw kruit dröog". Ons verstand en onze arbeids kracht zijn ons geschonken om ze tot het uiterste te benutten. Eerst als we dat doen, mogen we hopen op verhoortng van het gebed. Ziet men dit nu in het kader van een ge heel volk, dan wil dit allereerst zeggen, dat de verdeeldheid, die er is, zoo min mogelijk naar voren mag komen. Omdat een volk zijn volle kracht, die het thans meer dan ooit noo dig heeft, niet kan benutten als het door tweedracht verscheurd wordt. Nu is juist op dit punt de toestand in Ne derland niet verheugend. Ik doe niet mee met hen, die van oordeel ztjn, dat er geen politieke partijen behoorden te bestaan. Die partijen toch zijn het zicht baar bewijs van een geestelijken adeldom, die gekenmerkt wordt door het bestaan, het dul den, het vrij getuigen van meeningsverschillen. in de wereld van het denken. Maar wel sta ik in het voorste lid dergenen, die roepen, dat thans, onder druk van grooten gemeenschappelrjken nood, die verschillen niet toegespitst mogen worden, dat men ze tjjde- ïij wat naar den achtergrond moet brengen, om de grootste vrucht te kunnen oogsten van het gemeenschappelijk uit te voeren reddings werk. Dat is ook noodig met het oog op de steeds sterker wordende tegenwerkende krachten. Er zijn tienduizenden teleurgestelden in ons land; er zijn duizenden verbitterden en ontel baar velen, wier eigen oordeel wéinig diep gefundeerd is. Velen van dezen zijn vatbaardev dan voor heen voor de aanvaarding van elke leuze, hoo hol en onwezenlijk ook. Ze laten zich gemak kelijk achter eiken wagen spannnen, zonder zich ook maar even ernstig af te vragen wc-r- waarts de voerman hen voeren zal. De In ons volk toch al zoo sterk werkende splijtzwam dreigt steeds verder om zich heen te grijpen en de laatste resten van nationale eenheid en nationale kracht te verstikken. In een tijd van zóó aangrijpende en diep in grijpende crisis als we thans doorleven, en nog wel eenigen tijd zullen hebben te onder gaan, kan alleen diep doorvoelde nationale eenheid en daaruit geboren nationale veer kracht de gevolgen van het crisisgebeuren 'temperen. Ik spreek van temperen. Want wat, onder Goddeltjk bestel, in de wereld om ons heen plaats grijpt, kan de mensch niet ongedaan maken. Wat andere landen ons economisch aandoen, kan het kleine Nederland niet ver hinderen. De algemeene inzinking, die de we reld teistert, kan door ons niet worden ont vlucht en nog minder kunnen wij die inzin king in haar tegendeel doen verkeeren. Maar wèl kunnen wij trachten door inspan ning van aller krachten de gevolgen te tem peren. Ik zeg allerminst, dat het Nederland sche volk zich in dit opzicht onbetuigd laat. De wijze, waarop het den zwaren last van het heden torst, wijst eer op het tegendeel. De leniging van den nood der economisch zwak- sten wordt, zoover ik kan nagaan, door geen enkel land overtroffen. Dat alles kan men toestemmen en toch staande houden, dat bij grootere, sterkere nationale eenheid, rijkere vrucht kon worden gezien. Sterke zenuwen, Wij kunnen voor nog zwaarder tijden komen te staan. Ook, ja vooral, in dezen zin, dat, naarmate de huidige toestand langer aan houdt, het zenuwgestel op zwaarder proef wordt gesteld. Naar den mensch gesproken, overwint ook in dezen kamp, het volk, dat de sterkste ze nuwen blijkt te bezitten. Het zijn de narco tica, die vaak het zenuwgestel ondermijnen. Voor dén nationalen volksgeest dreigt dat gevaar te komen uit den hoek van voort ga? »erêplirtV-Jng "iet da?-- jepaard gaand onvruchtbaar gekibbel, dat de kracht ondermijnt. Het is dé eendracht, die machtig maakt, het is de tweedracht, die verzwakt en verstrooit. Als ik roep om die noodzakelijke eendracht, dan doel ik niet op die eendracht, die er op een kerkhof is, noch ook op de sehijn-een- dracht, die geforceerd van boven wordt op gelegd. Maar dan doel ik op eendracht, die geboren wordt uit vrijen wil tot radicale sa menwerking van allen, die van goeden wille zijn. Daaraan heeft Nederland ook in 1936 groote behoefte. Een Nieuwjaarswensch voor het Nederlandsche volk zou dan ook niet compleet zijn, wanneer hij geen uitdrukking gaf aan de hoop, dat het nieuw ingetreden jaar ons wat dichter bij dat ideaal brengen zal. Maar ik voeg daaraan nog iets toe. Een bede voor U allen. Dat God U zooveel voor spoed schenke in huis en bedrijf, dat de nij- pendste zorgen U bespaard mogen worden en dat alle luisteraars, als zjj moed en kracht voelen wegglijden, de beteekenis mogen er varen van het woord van den profeet Jesaja, dat God den moeden kracht geeft en dat Hij vermenigvuldigt de sterkte dien, die geen krachten heeft". Eenige moedgevende teekenen van opleving. Onderhoud met Minister Ir. Geiissen. Aan onzen Minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, ir. H. Geiissen, heeft „De Standaard" de vraag voorgelegd, hoe hij den toestand op het oogenblik ziet. Men hoort soms, dat de minister-president u in uw plannen zou belemmeren. Het antwoord komt snel: ,JDe heer Colijn zeker niet. Zelden heb ik een man met zulk een breed inzicht en zulk een haxd werker ontmoet. Eiken dag leer ik van hem," Onze economische houding wordt bepaald door: 1°. ons eigen kunnen en 2°. door wat anderen doen en die twee factoren werken als in een krachten-diagram waarbij wij steeds rekening hebben te houden met dien beweeg lijken en veranderlijken tweeden factor. Onze export naar Engeland, dat devalu eerde wordt beperkt door hooge en soms zelfs preventieve rechten, in Duitschland remmen de betalingsmoeilijkheden en in andere landen zijn het nog weer andere oorzaken, die ons belemmeren. Ieder land streeft naar zelfvoor ziening en steeds meer wordt gepoogd goe deren tegen goederen in te ruilen en niet meer zooals voorheen goederen tegen goede ren plus diensten. Geen andere structuur. Vraagt u mij: Moeten wij aansturen op een andere structuur van onze handelsbalans, zoodat deze van passief, actief wordt, dan zeg is als mijn meening: Neen, dit behoeft niet! Als wij een kleine opleving krijgen, en som mige teekenen wijzen in die richting, dan is dit passief, dat nu op de betalingsbalans drukt, spoedig ingehaald. „Werkt de Regeering om onze industriéele positie te versterken?" „Natuurlijk, al zou het enkel maar voor de werkgelégenheid zijn. Ik zit en de handen van den bewindsman gaan, als heffend den zwaren last, omhoog met ruim 400.000 werkloozen én daartegen moet gedaan worden wat mogelijk is. Wij helpen de Nederlandsche industrie door contingenteering, financiering reeds wer den 56 éredieten verleend het verleenen van crediet-garanties bij export en ook door een krachtige propaganda voor het Neder- landsch fabrikaat." „Zijn ér nog mèer middelen om de industrie te steunen?" „Wij zouden, gelijk Engeland, Zwitserland en België nog meer kunnen doen aan een positieve kapitaalsbeleggingspolitiek, om langs dezen weg opdrachten voor onze industrie te verkrijgen." „Wordt bij ons in deze richting gewerkt? „Ik kan alleen zeggen, dat de Regeering haar aandacht op de zaak heeft cn eenige besprekingen door mij zijn gevoerd." „Is onze industrie Concurrenz-f Ahig „Naar mijn meening in het algemeen we'. Het kostenpeil ligt, in totaal genomen, bene den dat van de Duitsche, ongeveer op dezelfde hoogte als van de Fransche en hier en daar iets boven dat van de Engelsche industrie Bij ons wacht de aanpassing van de loonen op de verlaging van de buren, die in het Vaste Lasten-ontwerp betrokken zijn. Spoedige af werking daarvan is zeer gewenscht. U weet. dat ik. destijds berekend heb, dat, wilden wtj 1/3 van ons invoer-surplus door 2 Januari. Het jaar 1936 zet in met een humoristische bericht: Het Nèw York- sehe weekblad „Life" heeft een prijs uitge loofd voor den slechtsten radio-omroè- per. En zooals elk humoristisch feit een tra- gischen kant heeft, xio ook dit: De prijs is inderdaad verleend, en wel aan Edwain c. Hiil, ie voor de radio verslag heeft gegeven over deL bokswedstrijd tusschen Max Baer en Joe Louis. De motiveering voor deze „be kroning" luidt, dat de reporter in de 3de en 4de ronde den heelen match vergat cn het a''een maar had over de persoonlijkheden, die den bokskamp bewoonden. Hij gaf een vol ledige opsomming van filmsterrei en offi- cieele persoonlijkheden, die op de eerste rijen zaten en was daar zóó door In beolag geno men, dat hij met geen mogelijkheid kon ver tellen, op welke wijze Louis den wedstrijd gewonnen had. Nu vermeldt het bericht helaas niet, of „Live" den prijs uitloofde vóór óf na den bokswedstrijd. Vermoeuelijk er na, anders was de tragische bekroning niet nu pas be kend geworden En anders had Hill ook nog heel wat anders aan de luisteraars kunnen vertellen om den prijs machtig te worden. Bijvoorbeeld dit: „De eerste ronde is zoo juist begonnen. Op de eerste rij zit een schat van 'n meisje, dat voortdurend dezen kant uitkijkt. Ongeloofe- Irjk, wat 'n snoes. Ze heeft een koket rood mutsje op. Ze doet net of ze me kent... Maar ken ik haar ook niet? Ja warempel, ik heb haar onlangs eens In dé studio ontmoet. Ze vroeg of ik meer hield van Greta Garbo óf van Mae West. Ook.'n vraag! Maai- ze had ei* haar bedoeling mee, want ze lijkt zelf op Greta. Wat 'n dot! DA-ag! Hoe vind je 't? Warm h.er, hè? Wat brullen die idoten toch, Ik kan me nauwelijks verstaanbaar maken. Welja, ga ook nog 'n beetje op die gong rammelen! Schei toch uit niet die gong!! Even wachten. Zoo. Man, hou tóch je beenen brj je! (Ik zit hier naast iemand, die uit louter enthousiasme aan één* stuk door met z'n beenen in de lucht zit te maaien, net tegen m'n knieën aan...) Wie? Louis? Wat Louis? O, die bokser. Dames en heeren, die ééne bokser heet Louis Die blanke. O, niet die blanke? Dan de neger. Eén is namelijk een neger; die heet Louis zeggen ze. Groote genade, daar beginnen ze weer te brullen! Ontzettend, en daar begint die - gong ook weer! Ik vraag me af, of u: me kunt hoó- ren... Dag Greet! Da-ag. Vind je 't niooi? „Dames en heeren, hét stadion is stamp vol. De rook is om te snijden. Man, hou toch je béénen by je! Ik ben geen voethal! Het is een prachtig stadion, waarde luisteraars; hoe is het mogelijk dat er hier zóóveel menschen heen zyn gekomen, op zoo'n mooien avond 7 En verderop gaat nog wel zoo'n prachtfilm. Alweer die gong ...het is om dól van te wor den! Nou gaat er eentje' hardop tellen! In eens loeit het heele Stadion weer als bezeten. Greet ook! Ach wat een teleurstelling, Greet loeit ook mee. Wat is d&t? Daar is een van die bokskerels op den grond gaan liggen. Ik kan niet zien wie het is.Tien, roept de voor zitter of hoe noem je zoo iemand.' Ieder een staat op. Man, als je nou je beenen niet bij je houdt!!... Iedereen brult, waar is Greet? dames en heeren, het lijkt dat het afgeloopen is, die ééne is weer opgestaan, het is, geloot ik."., of nee, och wat doet het er eigenlijk toe? het is nu toch uit goeden avond, dames en heeren:.." Arme Edwain Hill! Vrijdag 3 Jawiari. Huise Born: Tentoonstelling van in trance geschilderde stukken, 2—6 uur; 8.30 uur: Spiritistische Séance. Zaterdag 4 Januari. Musis Sacrum, 8 uur: Knalavond „De Zil vermeeuw". Casino, 8 uuf: Amusementsavond „Helder'S Mannenkoor". Huise Born: Tentoonstelling van in trance geschilderde stukken, 26 en 810 uur. Zondag 5 Januari. Casino, 8.15 uur: „Het kind van de Buur vrouw", met Aaf Bouberten Hope. eigen voortbrenging vervangen, rond 40.000 man extra te werk zou kunnen worden ge steld. Wanneer men aan kapitaalsinvestatie berekent noodig te hebben 4000 per man, dan zou daarmede gemoeid zijn een bedrag van 160.000.000 en dat is in vergelijking met ons volksvermogen van 13 milliard toch wel te verantwoorden." „Is vermindering van werktijd een middel om de werkloosheid te hestiijden?" „Zeker, bij terugbrenging van de 48 tot een 40-urige werkweek zou een grooter aantal arbeidskrachten te werk kunnen worden ge steld, doch, en dat is een groote maar, het. kan alleen als het internationaal geschiedt," Dingen, dié hoopvol stemme». „U sprak zoo net van eenige opleving?" „Er zijn eenige dingen, die hoopvol stem men. In 1932 zien we in de wereld een toe nemende vraag naar grondstoffen en stijging van de productie, met uitzondering van den landbouw, gepaard gaande met een vermeer dering van den wereldhandel. Daardoor ont staat eenige opleving in de scheepvaart met tevens een aantrekking van de vrachtprijzen. Er zijn teekenen, die er op wijzen, dat Neder land hiervan ook definitief zijn deel krijgt. Maar al te veel wordt vergeten het woord van dr. Colijn: Wij zijn later dan de meeste andere landen in de crisis geraakt, we komen er ook later weer uit. Naar mijn meening heeft de Neder), indus trie in 1935 meer verdiend dan in 1934. In sommige takken van de nijverheid is een onmiskenbare gunstige tendenz; het handels verdrag, met Amerika gesloten, biedt hoop op verruiming van afzet. Onze schepen zijn weer in de vaart en het vrachten-indexcijfer stijgt. Zoo mogen wij het nieuwe jaar ingaan met ecnig meerder vertrouwen, honend, dat de opleving een blijvend beteren toestand voor ons volk zal brengen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5