Buitenlandsch Overzicht. m HET GESTOLEN KIND NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA r<cU is cÜe rüeiuitë H O N IG 'S KALFSSO E P No. 7t>95 EENSTt BLAÜ 64ste JAARGANQ Een geruststellend teeken. De Fransche begrooting door Kamer en Senaat aanvaard. Italiaansch offensief in het Zuiden voorbereid. De Italianen in de Dodecanesos. De oorlog tot dusverre Twee Zweden gewond bij den aanval op ambulance, te „zacht' EEN VERHAAL UIT AFRIKA B8W^gan CfBf-K Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet: Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2. Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige* landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr, p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P, C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Glrorekening No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct; bij niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct De schandelijke aanval op de Zweedsche Roode Kruis anv bulance. De Italianen hebben met tal van moeilijkheden en tegenslagen te kampen. Een luchtlocarno Frankrijk-Engeland- Nederland'België De bomaanval op de Zweedsche ambulance. Gelukkig heeft de aan val op de Zweedsche Roode Kruis-ambulance niet zulke ernstige gevol gen gehad als aanvan kelijk werd bericht Vol gens de laatste officieele opgave zouden slechts twee Zweden gewond zijn. Dat doet echter piets af aan het feit, dat de Italianen bewust bommen hebben geworpen op een Roode Kruis- ambulance, het misdadigste wat men in een oorlog kan doen. De verontwaardiging ln de wereld is dan ook groot en Mussolini heeft zich met deze wandaad geen dienst bewezen. Wjj begrijpen de bizondere geprikkeldheid, die de openbare meening in Zweden heeft ge toond, schreef de Nw. Rott. Crt. Donderdag avond. Het gebeurde gaat ons echter allen, in gelijke mate aan, zegt het blad. Het vergrflp dat begaan is, was een vergrijp tegen de menschheld en de menschelijkheid, in wier dienst het Roode Kruis staat. Kort ge leden was het de Amerikaansche ambulance te Dessië, thans was het de Zweedsche ambu lance op den oever van de Ganale-Doria, mor gen kan het een Nederlandsche ambulance zijn. De heldenmoed, waarvan men in Italië den mond zoo vol pleegt te nemen, is steeds in bijzondere mate getoond door de dienaren van het Roode Kruis, wier werk zelden minder ge vaarlijk is gebleken dan dat van den soldaat in de gevechtslinie. Extra gevaarlijk was het nog steeds in hygiënisch primitieve omstandig heden. In Abessinië, de menschelijkheid die nende aan den Italiaanschen kant, ontmoeten zij, die hun kennis en krachten daarvoor be schikbaar hebben gesteld, nog weer nieuwe gevaren. Het eenige, waarmede de Italianen zich nu verontschuldigen zijn tegenbeschuldigingen. Die doen pijnlijk aan. Van Italiaanschen kant hebben wij herhaaldelijk vernomen, dat in Abessinië misbruik wordt gemaakt van het Roode Kruis. Wij kennen die beschuldigingen uit iederen oorlog. De jongste Italiaansche be wering was, dat juist de Europeesche raad gevers van de Abessijnen van die ongeoorloofde bescherming partij zouden trekken. Tweemaal hebben nu de Italianen koelbloediglijk uitge strekte emplacementen, die als lazaretten van het Roode Kruis gekenmerkt waren, geteisterd. Beide keeren bleek het een noodlottige ver gissing. De beschuldigingen, op de proef gesteld, bleken valsch. En het eenige, wat de Italianen er nu op weten, is, ermede door te gaan. Is hun aan geloofwaardigheid van hun bericht geving niets meer gelegen? Op het oogenblik, waarop de wereld over weegt, bij de reeds toegepaste sancties een olie-embargo te voegen, dat speciaal dingen als het thans gebeurde, onmogelijk zou maken, moest het voor de Italianen onraadzaam zijn, den slechten indruk nog door tactlooze ver klaringen te verergeren. Vooral ten opzichte van Amerika, van welks houding nu voor het lot van Italië beslissende besluiten afhangen, zou dit evenals de tor pedeering van de „Lusitanla" voor Duitsch- land noodlottig kunnen blijken. Te Rome echter schijnt men reeds lang alles er op te zetten, de buitenwereld te tarten. Meent men de krachten te hebben voor zoo veel overmoed, of is het de verblinding waar mede de goden hen heeten te treffen, die zjj ten verderve willen richten. De op den oever van de Ganale-Doria ge barsten luchtbommen hadden de kracht moe ten hebben het Italiaansche volk uit een kwa den droom op te wekken. Totnogtoe zien wij veeleer het tegendeel als effect. Zal men het gebeurde met de Zweedsche ambulance eens politiek een geval-„Lusitania" II noemen? Dc moeilijkheden voor de Italianen. Gemakkelijk hebben de Italianen het in Abes sinië geenszins. De moei lijkheden, die kenners van het land hun hebben voorspeld, zijn meer dan uitgekomen. Niet alleen is hun opmarsch zeer traag geweest, ook de oorlogstactiek van de Abessiniërs heeft hun tal van parten ge speeld en daar komt nu nog bij een vervroegde komst van de regenperiode. De Abessijnen winnen langzaam weer ver loren terrein en terwijl de Italianen, bij het doorzetten van den regen straks practisch ge sproken tot werkeloosheid gedoemd zijn, kun nen de Abessijnen, die de modderbaden gewend zijn in hun land, doorgaan met hun opmarsch. De Italianen zulle» het ongetwijfeld nog zwaar te verantwoorden krijgen. De bedreiging van Makallé, de door de Italianen veroverde sta'1, neemt toe. Het schijnt, dat de Italianen hun voorposten Zuidelijk van die stad reeds heb ben teruggetrokken. In het Zuiden schijnt de toestand ook vr(j ernstig te zijn voor de Italianen. Ras Desta is Dolo nu zeer dicht genaderd. De grenzen van Italiaansch Somaliland zijn wel aanzienlek ver sterkt, alle troepentransporten van den laat- sten t(jd werden naar het Zuidelijk front ge dirigeerd, maar de bedreiging van Desta is toch wel zoo, dat de Italianen het succesje van de troepen van den sultan van Scillave, Olol Dinle, die Danan, een plaatsje, 100 kilometer Westelfjk van Gorrahet gelegen, bezet hebben, zeer hard noodig hadden ln hun communiqué, want van een eigen Italiaansche actie meer in het Noorden van Ogaden, zal bjj een standhou den van Desta wel niets kunnen komen. Men ziet, rooskleurig ziet het er voor de Italianen niet uit. De Fransch- Britsche samenwerking. De Evening Standard heeft gemeld, dat er tus- schen de Engelsche en Fransche regeering nieu we verzekeringen gewis seld zijn, nopens weder- zijdschen bijstand, ln geval van een aanval op een van beide landen, ln strijd met het Hand vest van den Volkenbond. Men heeft de kwestie van bijstand in land en in de lucht besproken, waarbij nfen van Fransche zijde opmerkte, dat, als in het hui dige conflict dergelijke hulp noodig was, daar voor misschien strijdkrachten van de Duitsche grens zouden moeten worden teruggetrokken. De Franschen wenschten een waarborg van Engeland van hulp, in geval Frankrijks vei ligheid daardoor in gevaar zou worden ge bracht. Men zou nog niet zoo ver zyn gegaan, dat men van Engelschen kant dien waarborg al heeft gegeven, doch zou wel nota's hebben gewisseld, houdende de volste verzekering, dat men voornemens is, par. 3 van artikel 36 van het Handvest zoo noodig ten volle toe te pas sen. Van Fransche officieele zijde verzekerde men gisteren, hiervan niets te weten. In Engelsche bevoegde kringen zei men, dat het bericht, hoewel niet volkomen ongegrond, toch niet geheel aan de feiten beantwoordt, omdat het bericht te verstaan gaf, dat de stap door Frankrijk was voorgesteld, dat bijstand in de Middellandsche Zee beloofde, in ruil voor bijstand aan den Rijn. Men voegt er evenwel aan toe, dat naar alle waarschijnlijkheid, als Frankrijk zich door de uitvoering van zijn ver plichtingen volgens het Handvest, in blootge stelde positie bevond, Engeland zich van zijn verplichtingen zou kwijten, door par. 3, arti kel 16 van het Handvest toe te passen. Men legt er den nadruk op, dat Frankrijk geenerlei tegenprestatie eischte, maar dat het het recht heeft, van Engeland een nauwgezette inacht neming van zijn verplichtingen te verwachten. De politieke medewerker van de Daily Express meldt, dat Frankrijk Engeland reeds verzekeringen heeft gegeven betreffende de samenwerking in de lucht, te water en te land. Overeenkomstige verzekeringen zouden ook reeds door Engeland aan Frankrijk zjjn ge geven, of binnenkort gegeven worden. De Parijsche correspondent van de News Chronicle gelooft, dat de plannen wel geheel tot ln bijzonderheden gereed zullen zijn als de Volkenbond bijeenkomt ter beraadslaging over de kwestie van het petroleum-embargo. Frankrijk stelt o.a. voor Fransch-Brit- sche luchtsteunpunten in gereedheid te brengen aan de Fransche Noord-Oostelijke grenzen, voor het geval Fransche troepen en vliegtuigen, naar de Zuidelijke grenzen gezonden zullen worden. De grondorganisatie zou ook wat bezetting betreft, geheel in gereedheid worden gebracht, zoodat in geval van een conflict in de Middel landsche Zee niets meer te doen zou blijven dan het zenden van Britsche escadrilles naar Frankrijk. Of dit voorstel gunstig ontvangen is door den staf van de Britsche luchtmacht, valt nog niet te zeggen. Wel zegt men, dat er inlichtingen ingewonnen zouden zijn bij België en Nederland omtrent hun eventpecie samenwerking bij wat een eerste stap zou zijn om te komen tot een luchtpact. Gandhi laat weer van zich Dooren. Naar uit Bombay gemeld wordt, heeft Gandhi medegedeeld, dat hij zich zal ont houden van congreswerkzaamheden, het nieuwe stelsel der provinciale autonomie niet wil goedkeuren. Hij zal zich voortaan bezig houden met de verbetering en de ont wikkeling van den landbouw. Lloyds verlaagt zijn premie in de Middellandsche Zee. Lloyds heeft besloten, de verzekeringspre mie tegen oorlogsgevaar voor schepen in de Middellandsche Zee en de Roode Zee te ver lagen van vijf shilling per honderd op drie en vier shilling per honderd. De Daily Telegraph schrijft, dat deze ver laging een kalmeerende uitwerking heeft op het politieke en het zakenleven, aangezien hierdoor een verminderd* oorlogsgevaar tot uitdrukking komt. Na een nachtzitting, die tot Woensdagmor gen 8.20 uur duurde, heeft het parlement de begrooting voor 1936 aangenomen, in de Kamer met 377 tegen 137 stemmen, en in den Senaat met 269 tegen 17 stemmen. De begrooting is als volgt in evenwicht ge bracht: oDtvangsteD 40.449.887.066 francs. Uit gaven 40.437.808.525 francs. Het overschot be draagt derhalve 12.078.541 francs. Nadat de begrooting was afgehandeld, is de zitting van het parlement tot 14 Januari ver daagd. (Reuter). Verplaatsing van troepen. Abessijnsche tegenmaatregelen. (Van onzen correspondent Stuart Emeny). DESSIE, Donderdag. Na zjjn voorbarige veroveringspogingen in de Ogaden-woestijn bereiden de Italianen een groot offensief voor langs de Zuidelijke valleien van Abessinië. Generaal Graziani, de bevelhebber der Ita liaansche troepen in het Zuiden, is al begonnen met het verplaatsen van zqn troepen uit Oga den ter voorbereiding van een opmarsch langs de rivier de Joeba, dwars door Sidamo in de richting van Addis Abeba. Zijn voornaamste basis is Loegh, waar een 18.000 man sterke blanke troepenmacht, aangevuld met een even sterke divisie, die per boot uit de Roode Zee is aangekomen, gestationneerd is. Het is niet duidelijk, of deze laatste divisie uit Erithrea dan wel uit Italië afkomstig is. Indien het eerste het geval is, beteekent dat, dat de Ita lianen van plan zijn, in het Noorden een ver- dedigingspolitiek te blijven volgen en ai hun beschikbare troepen te concentreeren op het offensief in het Zuiden. Minstens 30.000 man inheemsche Italiaan sche troepen zijn uit Ogaden in de richting van de Joeba gezonden en slechts betrekkelijk geringe garnizoenen zy'n achtergebleven ter be scherming van de Unie Gorahei-Wal-Wal. Deze nieuwe Italiaansche aanvalsplannen bedreigen een der rijkste gebieden van Abes sinië; een gebied, dat Italië zeer begeert om de koffie, het platina en het goud, dat het vortbrengt. Er zijn echter ook andere belangrijke rede nen voor de verandering der Italiaansche stra tegie. De gewichtigste is wel, dat het zuid oosten van Abessinië niet onder de kleine regens heeft te lijden, die het leger van den Duce elders tot werkeloosheid doemen. In de valleien van het zuiden beginnen de kleine regens niet eerder dan in het midden van Maart te vallen. Bovendien wordt door de Italianen aange nomen, dat een groot deel der Amharische troepen uit Kaffa, Jimma en Kambata naar het Noorden zijn gezonden. De Italianen hopen, dat de onderworpen stammen in dit gebied de gelegenheid zullen aangrijpen om tegen het gezag op te staan. In werkelijkheid staan ook deze onderworpen stammen vijandig tegenover de Italianen. Verschillende dingen wijzen er op. dat de Italianen hun offensief voorbereiden dopr het bombardeeren en zooals men hier zegt door het gassen van het leger van Ras Desta, dat tusschen de Dawa en de Joeba ligt. Men verwacht, dat de aanval door drie colonnes zal worden ingeleid; een der colonnes zal door de Dawa-vallei optrekken, een andere zal langs de grens van Konya oprukken en een derde zal de rechterflank aan de Webbe Sjebeli moe ten beschermen tegen eventueele aanvallen van het leger van Ras Nassiboe in Ogaden. Inmiddels zal het grootste deel van het Abessijnsche leger aan het einde van den heuvelketen, 260 mijl ten zuiden van Addis Abeba, worden gereed gehouden om het Italiaansche leger af te wachten. De Abessijn sche tegenmaatregelen zuUen waarschijnlijk bestaan in het lastig vallen van de Italiaan sche flank aan de Webbe SjebeU en een sterke troepenmacht in het Ginir-gebied zal een uit val in zuidelijke richting ondernomen om zoo de Dawa-Oeraga-colonnes af te snijden. De Abessijnsche legerleiding schijnt weinig verontrust door de nieuwe Italiaansche plan nen. De keizer is er zeker van, dat de regen hem te hulp zal komen, voordat het a&nvaUen- de leger overwinningen van eenige beteekenls kan behalen. Men is er hier van overtuigd, dat de blanke troepen aan de Joeba door ma laria worden geteisterd. De Italianen zetten inmiddels hun voorbe reidingen voort Een brug is over de Dawa geslagen, ten zuiden van Dolo, op slechts en kele mijlen van de grens van Kenya. De Italia nen zouden bezig zijn, een tijdelijken spoor weg aan te leggen van de Italiaansche linie in Adeie, ten noorden van Mogadiscto, door Wejit naar de basis in Loegh. De „Daily Telegraph" meldt uit Athene: Een in Griekenland aangekomen geheime koerier heeft medegedeeld, dat de Italianen op Dodecanesos uitgebreide troepen hebben geconcentreerd, welke ongeveer de sterkte bereiken van het geheele Britsche garnizoen in Egypte. Op Rhodos en Leros alleen reeds bevinden zich dertigduizend man. Voorts zijn, volgens dezelfde bron, op Rhodos 80 stukken geschut opgesteld, terwijl zich bij de Dode canesos aan Italiaansche vlootstrjjdkrachten 4 linieschepen, 17 torpedojagers en 12 duik- booten bevinden. Voorts zouden 900 oorlogs vliegers met 250 vliegtuigen aanwezig zijn, welke toestellen voor het grootste gedeelte in ondergrondsche loodsen zouden zijn onder gebracht. De vorige week zijn 300 ton prik keldraad op Leros aangekomen. De Italianen zouden ook drie draadlooze zenders hebben opgericht en op de bergen van Patnos, Rhodos en Leros artilleriestellingen hebben voorbe reid. De toegangen tot de havens zouden grondig versperd zijn met mijnen. Tenslotte zouden alle op Rhodos en Leros wonende vissctoers gedeporteerd zijn, teneinde een grootere geheimhouding der genomen maat regelen te waarborgen. KONIaJN's AUTOMATIC (dag en nacht) Diverse Winterschotels, Nassl- Goreng en Bahmi, alles 25 c. p. p. thans, dat de Abessiniërs niet langer mogen profiteeren van onze edelmoedigheid en onze reserve om moderne middelen te gebruiken, welke meer doeltreffend zijn dan tot nu toe zjjn toegepast, zal thans gebruikt dienen te worden, De Romeinsche avondbladen van Donder dag kondigen krachtige repressaillemaatrege- ien aan tegen de Abessijnsche troepen, die, volgens het semi-officeele Giornale d'Italia de bescherming van het Roode Kruis-embleem op onduldbare wjj ze misbruiken. Volgens het blad kunnen de gruwelen en de schendingen van het Internationale recht door de Abes sijnsche troepen te gelegenertjjd met docu menten bewezen worden. Alle oorlogsmidde len moeten worden toegepast. Dat is nood zakelijk omdat de Abessijnen zijn begonnen met de toepassing van onmenschelijke oor logsmethoden tegenover de Italianen. Aan gezien het leven der Italianen en dergenen die onder hun bescherming staan, op geen enkele wjj ze door de Abessijnen gespaard wordt, kan men voor het leger der Abessijnen geen genade meer laten gelden. De genomen vergeldingsmaatregel voor den moord op een Italiaansch vlieger is niet meer voldoende. De Tribuna schrijft: Het Italiaansche volk vraagt tegen de wilde barbaarschheid van de Abessiniërs, dat de oorlog met de meest harde en doeltreffende middelen wordt voortgezet. Lavoro Fasclsta: Alle Italianen voelen Overige Zweden ongedeerd. Donderdagmiddag heeft het Zweedsche de* partement van buitenlandsche zaken van den Zweedschen consul te Addis Abeba het vol* gende telegram ontvangen: De jongste officieele berichten beves tigen, dat het Zweedsche Roode Kruis* l kamp, dat volgens de conventie geken- j merkt was, op 30 December is gebombar* deerd. De zlekententen werden met machinegeweren beschoten. Dr. Hylander werd in zjjn rechterzijde gewond, een andere Zweed bekwam kaakkwetsuren. De overige Zweden zjjn ongedeerd. Bijzonderheden over den aanval. De ambulance kampeerde te Maika Dideka en was omgeven door Roode Kruisvlaggen. De dichtstbijzijnde troepen waren op zjju minst nog een kilometer verwijderd. Behalve met bommen bljjkt het kampement ook met machingeweervuur bestookt te zijn. De aanval barstte plotseling los. Alle levens middelen, alle medicamenten, de tenten en twee vrachtauto's werden vernield. Er ont stond een votslagen paniek. De verrassing van den aanval was des te grooter, omdat de Italiaansche vliegtuigen ai meer over het kamp waren gevlogen zonder oorlogshande lingen te plegen. Men meent, dat bjj den aan val ook gasbommen zjjn gebruikt. Dr. Hylan der werd aan de rechterzijde gewond. Do andere Zweed kreeg wonden in het gelaat. Strooibiljetten ter waarschuwing. Het officieele bericht zegt verder nog, dat het bombardement Maandagochtend om zeven uur werd uitgevoerd door twaalf vliegtuigen. De toestellen hadden vlugschriften uitgewor pen, geteekend door generaal Graziani, met de mededeeling, dat de Abessjjnen onlangs een Italiaanschen vlieger hadden onthoofd en dat daarom strafmaatregelen noodzakelijk waren, Vjjftien minuten na het uitwerpen van deze strooibiljetten volgde de aanvat op de ambu lance. De vliegtuigen bleven op groote hoogte, van ten minste wel 1000 meter en wierpen verscheidene zware bommen, waarvan enkele met gas gevuld moeten zjjn geweest. Naar Reuter uit Addis Abeba meldt, zou volgens de laatste berichten dr. Hylander ge wond zijn, terwijl hy bezig was met een operatie. Van Abessijnsche zjjde verklaart men de Italiaansche bewering, dat de Abessiniërs twee Italiaansche vliegers onthoofd zouden hebben, als een schandelijke leugen, alleen bestemd out een daad van bandietisme te dekken. DE ITALIAANSCHE LUCHTMACHT. Reuter meldt uit Rome: Het Italiaansche luchvaartministerie deelde Donderdag officieel mede, dat een toela tingsexamen zal worden gehouden voar toe lating van 1500 leerling-vliegers bjj de piloten- opleiding. FEUILLETON 15) Het volgende ding dat ze zich herinnerde was een prettig klinkende stem, die met zachten aandrang zei: Hier, drink dit op, maar langzaam aan. Iemand hield een tinnenbeker aan haar lippen en machinaal dronk ze de kroes leeg. De drank deed haar wonderlijk goed en ze ontdekte dat ze op den grond lag. met haar schouders tegen zjjn knie en éénen arm, ter wijl zjjn ernstig gezicht zich onderzoekend over haar heen boog. Ze maakte een kleine beweging en de ernstige oogen boven haar werden minder ernstig en begonen te glim lachen. Beter? zei hij. Prachtig. Bljjf nog maar even liggen. Tijd genoeg. Hier is nog wat whiskey. Ze gehoorzaamde zwijgend, als een kind, maar al dien tjjd was ze zich bewust van die vragende, onderzoekende uitdrukking in zijn oogen. Een paar minuten gingen voorbij. Haar hart begon onrustiger te kloppen; ze werd zich bewust van de warmte van zjjn hand op haar arm en haar schouders en blozend maakte ze een beweging om op te staan. Hij richtte zich op, lichtte haar op alsof ze een veertje was en zette haar op haar voeten; toen, terwijl hij haar ondersteunde, zei hjj rustig: Vertel me alles. Zjjn stem, zjjn manier van doen, stelden haar gerust en ze begon haar verhaal haastig, een beetje onsamenhrngend en voor ze nog geëindigd had. viel hjj haar ln de rede: Wie is die man De man waarvoor u bang is, bedoel ik. Hjj noemt zich Jules Legrand. Aha! Kent u hem? vroeg ze haastig. Ik heb hem nooit ontmoet. Maar zijn reputatie is... welmeer dan slecht U zou beter doen u niet verder met hem in te laten en uw echtgenoot ook niet... Sir George is mjjn echtgenoot nog niet, viel ze hem snel in de rede. Sir George... wat? De woorden kwamen plotseling, bruusk en verrieden groote verbazing. Sir George Mannering," antwoordde ze, kent u hem?" Nee, zei hjj na een korte stilte, en in het schjjnsel van het vuur kon ze zien dat er een aarzelende uitdrukking op zjjn gezicht lag. Ik ken hem niet Is hjj de... ik... eh... ik bedoel is hjj erg ziek? Honor voelde dat hjj iets anders had willen vragen en terwjjl ze hem antwoordde, vroeg ze zich af, wat hjj had willen weten. Het is de koorts. Hij Is niet ln staat iets te doen; en ik geloof zeker dat Jules Legrand van plan is op de een of andere manier mis bruik te maken. De man knikte. Dat lijkt mij wei bijna zeker. Toen vroeg hij opeens: Wat wilt u dat ik voor u doe? Mjj helpen Sir George weg te krijgen van Legrand en ons naar M'Buba te bren gen... Maar u kent rnjj niet! viel hy haar ln de rede. Ik zou wel eens van hetzelfde soort kunnen zijn als Legrand! U? Neen! Er klonk zooveel vertrouwen in den beslis ten toon van het meisje dat de man plotseling begon te lachen. Ik zie dat u op uw intuïtie afgaat en in dit geval hebt u tenminste geljjk. Ik ben niet van het soort van Legrand. Misschien moest ik me maar liever voorstellen. Mjjn naam is Rimington. Alec Rimington? riep ze verrast uit. De olifantenjager Ja, zei hjj opgewekt. Ivoorverzamelaar, onderzoeker, natuurkundige. Mjjn broer heeft u eens ontmoet in den oorlog, ergens in Nairobo, geloof ik. Hij hoopte u weer te ontmoeten toen wjj hierheen kwa men, maar... maar... Haar stem triide even en ze zweeg, maar Rimington zette het ge sprek dadeljjk voort. U hebt me uw broers naam niet ge noemd, zei hjj zacht. Misschien zou ik me hem kunnen herinneren. Donthorne, Walther Donthorne, ik ben zjjn zuster Honor. O ja. Ik weet het al. We ontmoetten elkaar ergens bjj een officiersdiner; hjj wou alles weten van de leeuwenjacht en ik pro beerde hem te overtuigen dat de buffel het gevaarlijkste dier is dat in Afrika voorkomt. Hij bleef zwijgen en vroeg toen met een Uchte aarzeling: Was uw... was Sir George Mannering ook in de koloniën tijdens den oorlog? Hjj is hier al vier jaar geweest. Ze zag hem een lichte beweging van schrik maken, maar hjj wist zich onmiddellijk te beheerschen en zei rustig: Ik heb hem nooit ontmoet, maar het zal me een groot genoegen zijn kennis met hem te maken. Ik zal met u meegaan. Waar zei u, dat Legrand's kamp ls. Ze beschreef de plaats zoo goed mogelijk als ze kon; bi) een meertje aan den anderen kant van die lange heuvelrij in het bosch... Ja, viel Rimington haar in de rede. Ik ken de plek. Er is een kortere weg dan die. welke u genomen hebt, want die heuvelrij wordt heir vlakbij onderbroken en dat be spaart ons het klimmen. Toen voegde hjj er bjj: U moest maar even uitrusten, terwjjl ik even- een paar dragers wek om een draag baar klaar te maken om uw vriend te dragen. Hij wees naar een linnen draagstoel, waar uit hjj bjj haar komst opgesprongen was en terwjjl ze er in neerviel vroeg hjj: Denkt u dat het op een gevecht met Legrand's troep zal uitloopen? Toen ik wegging was hjj er niet. Ik hoorde ergens trommels slaan en ik denkt dat hjj daar naar toe is. Rimington knikte. Dat is heel waar schijnlijk. Er is een vrjj groot dorp op on geveer drie mijl afstand van hier. Ik veron derstel, dat hjj daar wat te doen heeft... en veel moois zal dat wel niet zjjn. Hjj verdween in de schaduw van de dichtst bijzijnde boomen en kort daarna hoorde ik hem iets zeggen in het Indische dialect. Zjj trachtte zich te herinneren wat haar broer verteld had over dezen man. Het was niet veel, maar zjj wist, dat hjj groote achting voor Rimington had gevoeld. En toen hjj weer in den lichtkring van het vuur stapte, gevolgd door vier inboorlingen, keek zjj hem met meer dan gewone belangstelling aan. Hij moest, dacht ze, ongeveer 30 jaar oud zjjn, hjj was lang, breedgeschouderd en zjjn nek en armen waren gespierd en krachtig, maar hjj bewoog zich licht en veerkrachtig, met iets van de lenige gratie van de wilde dieren van het oerwoud, waarin hjj het grootste deel van zjjn leven had doorgebracht. En toen zij zijn gezicht nog eens nauwkeu rig gadesloeg bjj het licht van het vuur, voelde zjj intuïtief dat hjj een man was, die vertrouwen ln zich zelf had en ook aan ande ren vertrouwen Inboezemde. Terwijl zjj nog bezig was hem te bestudeeren kwam hij op haar toeloopen. Miss Donthorne, wilt u rijden of loopen? Loopen, antwoordde zjj. Bent u daar wel toe ln staat? XJ hebt veel van uw krachten gevergd. Ik kan heusch wel loopen, viel zij hem in de rede, gedrongen door het zonderlinge verlangen om geen verdere zwakheid te laten merken tegenover dezen man. Uitstekend, zeide hjj, zonder verdere tegenwerpingen. Wij zijn klaar om te ver trekken. Maar een van de jagers kan uw geweer voor u dragen. Hjj wachtte niet op haar toestemming, maar raapte het wapen op en gaf het aan een van de zwarten. Toen lachte hy even. Ziezoo, nu kunnen wjj op weg gaan. De weg dien zjj volgden was gemakke lijker dan het pad, dat zjj gekomen was en terwjjl ze naast hem liep, trachttend haar stappen naar de zjjne te regelen, wierp ze af en toe een vluchtigen blik op haar zwij genden metgezel. Er was een peinzende blik op zjjn gezicht, alsof hjj een moeiljjk vraagstuk trachtte op te lossen, maar hij zei niets ,tot ze een dichte rij boomen bereikten, waarachter ze ondui delijk de lichtplekken van een paar uitster vende vuren konden onderscheiden. Ziezoo, zei hjj, we zijn er. Het leek haar bijna ongeloofeiyk, zoo kort was de tocht geweest. Rimington stond even na te denken en fluisterde toen: Legrand is nog niet terug. Hij heeft niets van uw weggaan gemerkt. Kom mee! Hjj ging hen voor om het kleine meer heen en Uep toen regelrecht op het kamp af. Toen ze de tenten bereikten, drong plotseling Man- nering's stem tot haar door, in koortsachtige opwinding. Neen, neen! Legrand. Een kind! Mijn hemel... man... verder kwam hjj niet en Alee Rimington keek snel naar het meisje. Misschien is Legrand toch teruggekomen. Neen, zei ze, het ts de koorts. Laten we hem meenemen, voor Legrand terug is. Zjj haastte zich naar haar eigen tent, stak de stormlantaarn aan en ging toen voor naar Mannerings tent. Sir George's oogen waren gesloten, maar zijn gezicht was opgezet en zijn ademhaling was snel en onregelmatig. Rimington keek zwijgend op hem neer met iets van minachting in de uitdrukking van zjjn oogen. Plotseling draalde hy zich weef om en vroeg kort en bruusk aan Honor: Bent u met hem verloofd? Het meisje keek verwonderd op by die vraag en er gingen een paar seconden voorby voor ze antwoordde: Ja, hy ls myn verloofde. Hy keek weer op naar den man in bed, alsof hy zich afvroeg, wat ze gezien kon heb ben in dien man met zyn zwak, karakterloos gezicht. Toen hy zich weer tot haar wendde, was er iets van verwondering op zijn gezicht. Hebt u hem werkeiyk lief? De tweede vraag bracht haar nog meer van haar stuk dan de eerste. Ze had er nooit over nagedacht, maar deza vreemdeling maakt het haar met zyn recht- streeksche vraag plotseling ontstellend duide lijk, dat zjj George Mannering niet lief had, dat er een kloof tusschen hem en haar was, die steeds dieper werd. (Wordt vervolgd.).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1