Buitenlandsch Overzicht.
m
HET
GESTOLEN KIND
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
r<cU is cÜe rüeiuitë H O N IG 'S KALFSSO E P
No. 7t>95 EENSTt BLAÜ
64ste JAARGANQ
Een geruststellend teeken.
De Fransche begrooting door
Kamer en Senaat aanvaard.
Italiaansch offensief in het
Zuiden voorbereid.
De Italianen in de
Dodecanesos.
De oorlog tot dusverre
Twee Zweden gewond
bij den aanval op
ambulance,
te „zacht'
EEN VERHAAL UIT AFRIKA
B8W^gan
CfBf-K
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige*
landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr, p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P, C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Glrorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct; bij niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct.
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
De schandelijke aanval op de Zweedsche Roode Kruis anv
bulance. De Italianen hebben met tal van moeilijkheden en
tegenslagen te kampen. Een luchtlocarno Frankrijk-Engeland-
Nederland'België
De bomaanval
op de
Zweedsche
ambulance.
Gelukkig heeft de aan
val op de Zweedsche
Roode Kruis-ambulance
niet zulke ernstige gevol
gen gehad als aanvan
kelijk werd bericht Vol
gens de laatste officieele
opgave zouden slechts
twee Zweden gewond zijn. Dat doet echter
piets af aan het feit, dat de Italianen bewust
bommen hebben geworpen op een Roode Kruis-
ambulance, het misdadigste wat men in een
oorlog kan doen. De verontwaardiging ln de
wereld is dan ook groot en Mussolini heeft zich
met deze wandaad geen dienst bewezen.
Wjj begrijpen de bizondere geprikkeldheid,
die de openbare meening in Zweden heeft ge
toond, schreef de Nw. Rott. Crt. Donderdag
avond. Het gebeurde gaat ons echter allen, in
gelijke mate aan, zegt het blad.
Het vergrflp dat begaan is, was een vergrijp
tegen de menschheld en de menschelijkheid, in
wier dienst het Roode Kruis staat. Kort ge
leden was het de Amerikaansche ambulance te
Dessië, thans was het de Zweedsche ambu
lance op den oever van de Ganale-Doria, mor
gen kan het een Nederlandsche ambulance zijn.
De heldenmoed, waarvan men in Italië
den mond zoo vol pleegt te nemen, is steeds in
bijzondere mate getoond door de dienaren van
het Roode Kruis, wier werk zelden minder ge
vaarlijk is gebleken dan dat van den soldaat in
de gevechtslinie. Extra gevaarlijk was het nog
steeds in hygiënisch primitieve omstandig
heden. In Abessinië, de menschelijkheid die
nende aan den Italiaanschen kant, ontmoeten
zij, die hun kennis en krachten daarvoor be
schikbaar hebben gesteld, nog weer nieuwe
gevaren.
Het eenige, waarmede de Italianen zich nu
verontschuldigen zijn tegenbeschuldigingen.
Die doen pijnlijk aan. Van Italiaanschen kant
hebben wij herhaaldelijk vernomen, dat in
Abessinië misbruik wordt gemaakt van het
Roode Kruis. Wij kennen die beschuldigingen
uit iederen oorlog. De jongste Italiaansche be
wering was, dat juist de Europeesche raad
gevers van de Abessijnen van die ongeoorloofde
bescherming partij zouden trekken. Tweemaal
hebben nu de Italianen koelbloediglijk uitge
strekte emplacementen, die als lazaretten van
het Roode Kruis gekenmerkt waren, geteisterd.
Beide keeren bleek het een noodlottige ver
gissing.
De beschuldigingen, op de proef gesteld,
bleken valsch. En het eenige, wat de Italianen
er nu op weten, is, ermede door te gaan. Is
hun aan geloofwaardigheid van hun bericht
geving niets meer gelegen?
Op het oogenblik, waarop de wereld over
weegt, bij de reeds toegepaste sancties een
olie-embargo te voegen, dat speciaal dingen
als het thans gebeurde, onmogelijk zou maken,
moest het voor de Italianen onraadzaam zijn,
den slechten indruk nog door tactlooze ver
klaringen te verergeren.
Vooral ten opzichte van Amerika, van welks
houding nu voor het lot van Italië beslissende
besluiten afhangen, zou dit evenals de tor
pedeering van de „Lusitanla" voor Duitsch-
land noodlottig kunnen blijken.
Te Rome echter schijnt men reeds lang alles
er op te zetten, de buitenwereld te tarten.
Meent men de krachten te hebben voor zoo
veel overmoed, of is het de verblinding waar
mede de goden hen heeten te treffen, die zjj ten
verderve willen richten.
De op den oever van de Ganale-Doria ge
barsten luchtbommen hadden de kracht moe
ten hebben het Italiaansche volk uit een kwa
den droom op te wekken. Totnogtoe zien wij
veeleer het tegendeel als effect.
Zal men het gebeurde met de Zweedsche
ambulance eens politiek een geval-„Lusitania"
II noemen?
Dc
moeilijkheden
voor de
Italianen.
Gemakkelijk hebben de
Italianen het in Abes
sinië geenszins. De moei
lijkheden, die kenners
van het land hun hebben
voorspeld, zijn meer dan
uitgekomen. Niet alleen
is hun opmarsch zeer
traag geweest, ook de oorlogstactiek van de
Abessiniërs heeft hun tal van parten ge
speeld en daar komt nu nog bij een vervroegde
komst van de regenperiode.
De Abessijnen winnen langzaam weer ver
loren terrein en terwijl de Italianen, bij het
doorzetten van den regen straks practisch ge
sproken tot werkeloosheid gedoemd zijn, kun
nen de Abessijnen, die de modderbaden gewend
zijn in hun land, doorgaan met hun opmarsch.
De Italianen zulle» het ongetwijfeld nog zwaar
te verantwoorden krijgen. De bedreiging van
Makallé, de door de Italianen veroverde sta'1,
neemt toe. Het schijnt, dat de Italianen hun
voorposten Zuidelijk van die stad reeds heb
ben teruggetrokken.
In het Zuiden schijnt de toestand ook vr(j
ernstig te zijn voor de Italianen. Ras Desta is
Dolo nu zeer dicht genaderd. De grenzen van
Italiaansch Somaliland zijn wel aanzienlek ver
sterkt, alle troepentransporten van den laat-
sten t(jd werden naar het Zuidelijk front ge
dirigeerd, maar de bedreiging van Desta is
toch wel zoo, dat de Italianen het succesje van
de troepen van den sultan van Scillave, Olol
Dinle, die Danan, een plaatsje, 100 kilometer
Westelfjk van Gorrahet gelegen, bezet hebben,
zeer hard noodig hadden ln hun communiqué,
want van een eigen Italiaansche actie meer in
het Noorden van Ogaden, zal bjj een standhou
den van Desta wel niets kunnen komen.
Men ziet, rooskleurig ziet het er voor de
Italianen niet uit.
De Fransch-
Britsche
samenwerking.
De Evening Standard
heeft gemeld, dat er tus-
schen de Engelsche en
Fransche regeering nieu
we verzekeringen gewis
seld zijn, nopens weder-
zijdschen bijstand, ln geval van een aanval op
een van beide landen, ln strijd met het Hand
vest van den Volkenbond.
Men heeft de kwestie van bijstand in land
en in de lucht besproken, waarbij nfen van
Fransche zijde opmerkte, dat, als in het hui
dige conflict dergelijke hulp noodig was, daar
voor misschien strijdkrachten van de Duitsche
grens zouden moeten worden teruggetrokken.
De Franschen wenschten een waarborg van
Engeland van hulp, in geval Frankrijks vei
ligheid daardoor in gevaar zou worden ge
bracht. Men zou nog niet zoo ver zyn gegaan,
dat men van Engelschen kant dien waarborg
al heeft gegeven, doch zou wel nota's hebben
gewisseld, houdende de volste verzekering, dat
men voornemens is, par. 3 van artikel 36 van
het Handvest zoo noodig ten volle toe te pas
sen. Van Fransche officieele zijde verzekerde
men gisteren, hiervan niets te weten.
In Engelsche bevoegde kringen zei men, dat
het bericht, hoewel niet volkomen ongegrond,
toch niet geheel aan de feiten beantwoordt,
omdat het bericht te verstaan gaf, dat de stap
door Frankrijk was voorgesteld, dat bijstand
in de Middellandsche Zee beloofde, in ruil voor
bijstand aan den Rijn. Men voegt er evenwel
aan toe, dat naar alle waarschijnlijkheid, als
Frankrijk zich door de uitvoering van zijn ver
plichtingen volgens het Handvest, in blootge
stelde positie bevond, Engeland zich van zijn
verplichtingen zou kwijten, door par. 3, arti
kel 16 van het Handvest toe te passen. Men
legt er den nadruk op, dat Frankrijk geenerlei
tegenprestatie eischte, maar dat het het recht
heeft, van Engeland een nauwgezette inacht
neming van zijn verplichtingen te verwachten.
De politieke medewerker van de Daily
Express meldt, dat Frankrijk Engeland reeds
verzekeringen heeft gegeven betreffende de
samenwerking in de lucht, te water en te land.
Overeenkomstige verzekeringen zouden ook
reeds door Engeland aan Frankrijk zjjn ge
geven, of binnenkort gegeven worden.
De Parijsche correspondent van de News
Chronicle gelooft, dat de plannen wel geheel
tot ln bijzonderheden gereed zullen zijn als de
Volkenbond bijeenkomt ter beraadslaging over
de kwestie van het petroleum-embargo.
Frankrijk stelt o.a. voor Fransch-Brit-
sche luchtsteunpunten in gereedheid te
brengen aan de Fransche Noord-Oostelijke
grenzen, voor het geval Fransche troepen
en vliegtuigen, naar de Zuidelijke grenzen
gezonden zullen worden.
De grondorganisatie zou ook wat bezetting
betreft, geheel in gereedheid worden gebracht,
zoodat in geval van een conflict in de Middel
landsche Zee niets meer te doen zou blijven
dan het zenden van Britsche escadrilles naar
Frankrijk. Of dit voorstel gunstig ontvangen
is door den staf van de Britsche luchtmacht,
valt nog niet te zeggen. Wel zegt men, dat
er inlichtingen ingewonnen zouden zijn bij
België en Nederland omtrent hun eventpecie
samenwerking bij wat een eerste stap zou zijn
om te komen tot een luchtpact.
Gandhi laat weer van zich
Dooren.
Naar uit Bombay gemeld wordt, heeft
Gandhi medegedeeld, dat hij zich zal ont
houden van congreswerkzaamheden,
het nieuwe stelsel der provinciale autonomie
niet wil goedkeuren. Hij zal zich voortaan
bezig houden met de verbetering en de ont
wikkeling van den landbouw.
Lloyds verlaagt zijn premie in
de Middellandsche Zee.
Lloyds heeft besloten, de verzekeringspre
mie tegen oorlogsgevaar voor schepen in de
Middellandsche Zee en de Roode Zee te ver
lagen van vijf shilling per honderd op drie en
vier shilling per honderd.
De Daily Telegraph schrijft, dat deze ver
laging een kalmeerende uitwerking heeft op
het politieke en het zakenleven, aangezien
hierdoor een verminderd* oorlogsgevaar tot
uitdrukking komt.
Na een nachtzitting, die tot Woensdagmor
gen 8.20 uur duurde, heeft het parlement de
begrooting voor 1936 aangenomen, in de Kamer
met 377 tegen 137 stemmen, en in den Senaat
met 269 tegen 17 stemmen.
De begrooting is als volgt in evenwicht ge
bracht: oDtvangsteD 40.449.887.066 francs. Uit
gaven 40.437.808.525 francs. Het overschot be
draagt derhalve 12.078.541 francs.
Nadat de begrooting was afgehandeld, is de
zitting van het parlement tot 14 Januari ver
daagd. (Reuter).
Verplaatsing van troepen.
Abessijnsche tegenmaatregelen.
(Van onzen correspondent Stuart Emeny).
DESSIE, Donderdag. Na zjjn voorbarige
veroveringspogingen in de Ogaden-woestijn
bereiden de Italianen een groot offensief voor
langs de Zuidelijke valleien van Abessinië.
Generaal Graziani, de bevelhebber der Ita
liaansche troepen in het Zuiden, is al begonnen
met het verplaatsen van zqn troepen uit Oga
den ter voorbereiding van een opmarsch langs
de rivier de Joeba, dwars door Sidamo in de
richting van Addis Abeba. Zijn voornaamste
basis is Loegh, waar een 18.000 man sterke
blanke troepenmacht, aangevuld met een even
sterke divisie, die per boot uit de Roode Zee is
aangekomen, gestationneerd is. Het is niet
duidelijk, of deze laatste divisie uit Erithrea
dan wel uit Italië afkomstig is. Indien het
eerste het geval is, beteekent dat, dat de Ita
lianen van plan zijn, in het Noorden een ver-
dedigingspolitiek te blijven volgen en ai hun
beschikbare troepen te concentreeren op het
offensief in het Zuiden.
Minstens 30.000 man inheemsche Italiaan
sche troepen zijn uit Ogaden in de richting
van de Joeba gezonden en slechts betrekkelijk
geringe garnizoenen zy'n achtergebleven ter be
scherming van de Unie Gorahei-Wal-Wal.
Deze nieuwe Italiaansche aanvalsplannen
bedreigen een der rijkste gebieden van Abes
sinië; een gebied, dat Italië zeer begeert om
de koffie, het platina en het goud, dat het
vortbrengt.
Er zijn echter ook andere belangrijke rede
nen voor de verandering der Italiaansche stra
tegie. De gewichtigste is wel, dat het zuid
oosten van Abessinië niet onder de kleine
regens heeft te lijden, die het leger van den
Duce elders tot werkeloosheid doemen. In de
valleien van het zuiden beginnen de kleine
regens niet eerder dan in het midden van
Maart te vallen.
Bovendien wordt door de Italianen aange
nomen, dat een groot deel der Amharische
troepen uit Kaffa, Jimma en Kambata naar
het Noorden zijn gezonden. De Italianen hopen,
dat de onderworpen stammen in dit gebied de
gelegenheid zullen aangrijpen om tegen het
gezag op te staan. In werkelijkheid staan ook
deze onderworpen stammen vijandig tegenover
de Italianen.
Verschillende dingen wijzen er op. dat de
Italianen hun offensief voorbereiden dopr het
bombardeeren en zooals men hier zegt
door het gassen van het leger van Ras Desta,
dat tusschen de Dawa en de Joeba ligt. Men
verwacht, dat de aanval door drie colonnes
zal worden ingeleid; een der colonnes zal door
de Dawa-vallei optrekken, een andere zal langs
de grens van Konya oprukken en een derde
zal de rechterflank aan de Webbe Sjebeli moe
ten beschermen tegen eventueele aanvallen
van het leger van Ras Nassiboe in Ogaden.
Inmiddels zal het grootste deel van het
Abessijnsche leger aan het einde van den
heuvelketen, 260 mijl ten zuiden van Addis
Abeba, worden gereed gehouden om het
Italiaansche leger af te wachten. De Abessijn
sche tegenmaatregelen zuUen waarschijnlijk
bestaan in het lastig vallen van de Italiaan
sche flank aan de Webbe SjebeU en een sterke
troepenmacht in het Ginir-gebied zal een uit
val in zuidelijke richting ondernomen om zoo
de Dawa-Oeraga-colonnes af te snijden.
De Abessijnsche legerleiding schijnt weinig
verontrust door de nieuwe Italiaansche plan
nen. De keizer is er zeker van, dat de regen
hem te hulp zal komen, voordat het a&nvaUen-
de leger overwinningen van eenige beteekenls
kan behalen. Men is er hier van overtuigd,
dat de blanke troepen aan de Joeba door ma
laria worden geteisterd.
De Italianen zetten inmiddels hun voorbe
reidingen voort Een brug is over de Dawa
geslagen, ten zuiden van Dolo, op slechts en
kele mijlen van de grens van Kenya. De Italia
nen zouden bezig zijn, een tijdelijken spoor
weg aan te leggen van de Italiaansche linie
in Adeie, ten noorden van Mogadiscto, door
Wejit naar de basis in Loegh.
De „Daily Telegraph" meldt uit Athene:
Een in Griekenland aangekomen geheime
koerier heeft medegedeeld, dat de Italianen
op Dodecanesos uitgebreide troepen hebben
geconcentreerd, welke ongeveer de sterkte
bereiken van het geheele Britsche garnizoen
in Egypte. Op Rhodos en Leros alleen reeds
bevinden zich dertigduizend man. Voorts zijn,
volgens dezelfde bron, op Rhodos 80 stukken
geschut opgesteld, terwijl zich bij de Dode
canesos aan Italiaansche vlootstrjjdkrachten
4 linieschepen, 17 torpedojagers en 12 duik-
booten bevinden. Voorts zouden 900 oorlogs
vliegers met 250 vliegtuigen aanwezig zijn,
welke toestellen voor het grootste gedeelte
in ondergrondsche loodsen zouden zijn onder
gebracht. De vorige week zijn 300 ton prik
keldraad op Leros aangekomen. De Italianen
zouden ook drie draadlooze zenders hebben
opgericht en op de bergen van Patnos, Rhodos
en Leros artilleriestellingen hebben voorbe
reid. De toegangen tot de havens zouden
grondig versperd zijn met mijnen. Tenslotte
zouden alle op Rhodos en Leros wonende
vissctoers gedeporteerd zijn, teneinde een
grootere geheimhouding der genomen maat
regelen te waarborgen.
KONIaJN's AUTOMATIC (dag en nacht)
Diverse Winterschotels, Nassl-
Goreng en Bahmi, alles 25 c. p. p.
thans, dat de Abessiniërs niet langer mogen
profiteeren van onze edelmoedigheid en onze
reserve om moderne middelen te gebruiken,
welke meer doeltreffend zijn dan tot nu toe
zjjn toegepast, zal thans gebruikt dienen te
worden,
De Romeinsche avondbladen van Donder
dag kondigen krachtige repressaillemaatrege-
ien aan tegen de Abessijnsche troepen, die,
volgens het semi-officeele Giornale d'Italia
de bescherming van het Roode Kruis-embleem
op onduldbare wjj ze misbruiken. Volgens het
blad kunnen de gruwelen en de schendingen
van het Internationale recht door de Abes
sijnsche troepen te gelegenertjjd met docu
menten bewezen worden. Alle oorlogsmidde
len moeten worden toegepast. Dat is nood
zakelijk omdat de Abessijnen zijn begonnen
met de toepassing van onmenschelijke oor
logsmethoden tegenover de Italianen. Aan
gezien het leven der Italianen en dergenen
die onder hun bescherming staan, op geen
enkele wjj ze door de Abessijnen gespaard
wordt, kan men voor het leger der Abessijnen
geen genade meer laten gelden. De genomen
vergeldingsmaatregel voor den moord op een
Italiaansch vlieger is niet meer voldoende.
De Tribuna schrijft: Het Italiaansche volk
vraagt tegen de wilde barbaarschheid van de
Abessiniërs, dat de oorlog met de meest harde
en doeltreffende middelen wordt voortgezet.
Lavoro Fasclsta: Alle Italianen voelen
Overige Zweden ongedeerd.
Donderdagmiddag heeft het Zweedsche de*
partement van buitenlandsche zaken van den
Zweedschen consul te Addis Abeba het vol*
gende telegram ontvangen:
De jongste officieele berichten beves
tigen, dat het Zweedsche Roode Kruis* l
kamp, dat volgens de conventie geken- j
merkt was, op 30 December is gebombar*
deerd. De zlekententen werden met
machinegeweren beschoten. Dr. Hylander
werd in zjjn rechterzijde gewond, een
andere Zweed bekwam kaakkwetsuren.
De overige Zweden zjjn ongedeerd.
Bijzonderheden over den aanval.
De ambulance kampeerde te Maika Dideka
en was omgeven door Roode Kruisvlaggen.
De dichtstbijzijnde troepen waren op zjju
minst nog een kilometer verwijderd. Behalve
met bommen bljjkt het kampement ook met
machingeweervuur bestookt te zijn.
De aanval barstte plotseling los. Alle levens
middelen, alle medicamenten, de tenten en
twee vrachtauto's werden vernield. Er ont
stond een votslagen paniek. De verrassing van
den aanval was des te grooter, omdat de
Italiaansche vliegtuigen ai meer over het
kamp waren gevlogen zonder oorlogshande
lingen te plegen. Men meent, dat bjj den aan
val ook gasbommen zjjn gebruikt. Dr. Hylan
der werd aan de rechterzijde gewond. Do
andere Zweed kreeg wonden in het gelaat.
Strooibiljetten ter waarschuwing.
Het officieele bericht zegt verder nog, dat
het bombardement Maandagochtend om zeven
uur werd uitgevoerd door twaalf vliegtuigen.
De toestellen hadden vlugschriften uitgewor
pen, geteekend door generaal Graziani, met de
mededeeling, dat de Abessjjnen onlangs een
Italiaanschen vlieger hadden onthoofd en dat
daarom strafmaatregelen noodzakelijk waren,
Vjjftien minuten na het uitwerpen van deze
strooibiljetten volgde de aanvat op de ambu
lance. De vliegtuigen bleven op groote hoogte,
van ten minste wel 1000 meter en wierpen
verscheidene zware bommen, waarvan enkele
met gas gevuld moeten zjjn geweest.
Naar Reuter uit Addis Abeba meldt, zou
volgens de laatste berichten dr. Hylander ge
wond zijn, terwijl hy bezig was met een
operatie.
Van Abessijnsche zjjde verklaart men de
Italiaansche bewering, dat de Abessiniërs twee
Italiaansche vliegers onthoofd zouden hebben,
als een schandelijke leugen, alleen bestemd out
een daad van bandietisme te dekken.
DE ITALIAANSCHE LUCHTMACHT.
Reuter meldt uit Rome:
Het Italiaansche luchvaartministerie deelde
Donderdag officieel mede, dat een toela
tingsexamen zal worden gehouden voar toe
lating van 1500 leerling-vliegers bjj de piloten-
opleiding.
FEUILLETON
15)
Het volgende ding dat ze zich herinnerde
was een prettig klinkende stem, die met
zachten aandrang zei:
Hier, drink dit op, maar langzaam aan.
Iemand hield een tinnenbeker aan haar
lippen en machinaal dronk ze de kroes leeg.
De drank deed haar wonderlijk goed en ze
ontdekte dat ze op den grond lag. met haar
schouders tegen zjjn knie en éénen arm, ter
wijl zjjn ernstig gezicht zich onderzoekend
over haar heen boog. Ze maakte een kleine
beweging en de ernstige oogen boven haar
werden minder ernstig en begonen te glim
lachen.
Beter? zei hij. Prachtig. Bljjf nog maar
even liggen. Tijd genoeg. Hier is nog wat
whiskey.
Ze gehoorzaamde zwijgend, als een kind,
maar al dien tjjd was ze zich bewust van die
vragende, onderzoekende uitdrukking in zijn
oogen.
Een paar minuten gingen voorbij. Haar
hart begon onrustiger te kloppen; ze werd
zich bewust van de warmte van zjjn hand
op haar arm en haar schouders en blozend
maakte ze een beweging om op te staan. Hij
richtte zich op, lichtte haar op alsof ze een
veertje was en zette haar op haar voeten;
toen, terwijl hij haar ondersteunde, zei hjj
rustig:
Vertel me alles.
Zjjn stem, zjjn manier van doen, stelden
haar gerust en ze begon haar verhaal haastig,
een beetje onsamenhrngend en voor ze nog
geëindigd had. viel hjj haar ln de rede:
Wie is die man De man waarvoor u
bang is, bedoel ik.
Hjj noemt zich Jules Legrand.
Aha!
Kent u hem? vroeg ze haastig.
Ik heb hem nooit ontmoet. Maar zijn
reputatie is... welmeer dan slecht U
zou beter doen u niet verder met hem in te
laten en uw echtgenoot ook niet...
Sir George is mjjn echtgenoot nog niet,
viel ze hem snel in de rede.
Sir George... wat?
De woorden kwamen plotseling, bruusk en
verrieden groote verbazing.
Sir George Mannering," antwoordde ze,
kent u hem?"
Nee, zei hjj na een korte stilte, en in het
schjjnsel van het vuur kon ze zien dat er een
aarzelende uitdrukking op zjjn gezicht lag.
Ik ken hem niet Is hjj de... ik... eh... ik
bedoel is hjj erg ziek?
Honor voelde dat hjj iets anders had willen
vragen en terwjjl ze hem antwoordde, vroeg
ze zich af, wat hjj had willen weten.
Het is de koorts. Hij Is niet ln staat iets
te doen; en ik geloof zeker dat Jules Legrand
van plan is op de een of andere manier mis
bruik te maken.
De man knikte.
Dat lijkt mij wei bijna zeker. Toen vroeg
hij opeens: Wat wilt u dat ik voor u doe?
Mjj helpen Sir George weg te krijgen
van Legrand en ons naar M'Buba te bren
gen...
Maar u kent rnjj niet! viel hy haar ln de
rede. Ik zou wel eens van hetzelfde soort
kunnen zijn als Legrand!
U? Neen!
Er klonk zooveel vertrouwen in den beslis
ten toon van het meisje dat de man plotseling
begon te lachen.
Ik zie dat u op uw intuïtie afgaat en in
dit geval hebt u tenminste geljjk. Ik ben niet
van het soort van Legrand. Misschien moest
ik me maar liever voorstellen. Mjjn naam is
Rimington.
Alec Rimington? riep ze verrast uit. De
olifantenjager
Ja, zei hjj opgewekt. Ivoorverzamelaar,
onderzoeker, natuurkundige.
Mjjn broer heeft u eens ontmoet in den
oorlog, ergens in Nairobo, geloof ik. Hij hoopte
u weer te ontmoeten toen wjj hierheen kwa
men, maar... maar... Haar stem triide even
en ze zweeg, maar Rimington zette het ge
sprek dadeljjk voort.
U hebt me uw broers naam niet ge
noemd, zei hjj zacht. Misschien zou ik me
hem kunnen herinneren.
Donthorne, Walther Donthorne, ik ben
zjjn zuster Honor.
O ja. Ik weet het al. We ontmoetten
elkaar ergens bjj een officiersdiner; hjj wou
alles weten van de leeuwenjacht en ik pro
beerde hem te overtuigen dat de buffel het
gevaarlijkste dier is dat in Afrika voorkomt.
Hij bleef zwijgen en vroeg toen met een Uchte
aarzeling:
Was uw... was Sir George Mannering
ook in de koloniën tijdens den oorlog?
Hjj is hier al vier jaar geweest.
Ze zag hem een lichte beweging van schrik
maken, maar hjj wist zich onmiddellijk te
beheerschen en zei rustig:
Ik heb hem nooit ontmoet, maar het zal
me een groot genoegen zijn kennis met hem
te maken. Ik zal met u meegaan. Waar zei
u, dat Legrand's kamp ls. Ze beschreef de
plaats zoo goed mogelijk als ze kon; bi) een
meertje aan den anderen kant van die lange
heuvelrij in het bosch...
Ja, viel Rimington haar in de rede. Ik
ken de plek. Er is een kortere weg dan die.
welke u genomen hebt, want die heuvelrij
wordt heir vlakbij onderbroken en dat be
spaart ons het klimmen. Toen voegde hjj er
bjj: U moest maar even uitrusten, terwjjl ik
even- een paar dragers wek om een draag
baar klaar te maken om uw vriend te dragen.
Hij wees naar een linnen draagstoel, waar
uit hjj bjj haar komst opgesprongen was en
terwjjl ze er in neerviel vroeg hjj: Denkt u
dat het op een gevecht met Legrand's troep
zal uitloopen?
Toen ik wegging was hjj er niet. Ik
hoorde ergens trommels slaan en ik denkt
dat hjj daar naar toe is.
Rimington knikte. Dat is heel waar
schijnlijk. Er is een vrjj groot dorp op on
geveer drie mijl afstand van hier. Ik veron
derstel, dat hjj daar wat te doen heeft... en
veel moois zal dat wel niet zjjn.
Hjj verdween in de schaduw van de dichtst
bijzijnde boomen en kort daarna hoorde ik
hem iets zeggen in het Indische dialect. Zjj
trachtte zich te herinneren wat haar broer
verteld had over dezen man. Het was niet
veel, maar zjj wist, dat hjj groote achting
voor Rimington had gevoeld. En toen hjj
weer in den lichtkring van het vuur stapte,
gevolgd door vier inboorlingen, keek zjj hem
met meer dan gewone belangstelling aan.
Hij moest, dacht ze, ongeveer 30 jaar oud
zjjn, hjj was lang, breedgeschouderd en zjjn
nek en armen waren gespierd en krachtig,
maar hjj bewoog zich licht en veerkrachtig,
met iets van de lenige gratie van de wilde
dieren van het oerwoud, waarin hjj het
grootste deel van zjjn leven had doorgebracht.
En toen zij zijn gezicht nog eens nauwkeu
rig gadesloeg bjj het licht van het vuur,
voelde zjj intuïtief dat hjj een man was, die
vertrouwen ln zich zelf had en ook aan ande
ren vertrouwen Inboezemde. Terwijl zjj nog
bezig was hem te bestudeeren kwam hij op
haar toeloopen.
Miss Donthorne, wilt u rijden of loopen?
Loopen, antwoordde zjj.
Bent u daar wel toe ln staat? XJ hebt
veel van uw krachten gevergd.
Ik kan heusch wel loopen, viel zij hem
in de rede, gedrongen door het zonderlinge
verlangen om geen verdere zwakheid te laten
merken tegenover dezen man.
Uitstekend, zeide hjj, zonder verdere
tegenwerpingen. Wij zijn klaar om te ver
trekken. Maar een van de jagers kan uw
geweer voor u dragen.
Hjj wachtte niet op haar toestemming,
maar raapte het wapen op en gaf het aan
een van de zwarten. Toen lachte hy even.
Ziezoo, nu kunnen wjj op weg gaan.
De weg dien zjj volgden was gemakke
lijker dan het pad, dat zjj gekomen was en
terwjjl ze naast hem liep, trachttend haar
stappen naar de zjjne te regelen, wierp ze
af en toe een vluchtigen blik op haar zwij
genden metgezel.
Er was een peinzende blik op zjjn gezicht,
alsof hjj een moeiljjk vraagstuk trachtte op
te lossen, maar hij zei niets ,tot ze een dichte
rij boomen bereikten, waarachter ze ondui
delijk de lichtplekken van een paar uitster
vende vuren konden onderscheiden.
Ziezoo, zei hjj, we zijn er.
Het leek haar bijna ongeloofeiyk, zoo kort
was de tocht geweest.
Rimington stond even na te denken en
fluisterde toen:
Legrand is nog niet terug. Hij heeft
niets van uw weggaan gemerkt. Kom mee!
Hjj ging hen voor om het kleine meer heen
en Uep toen regelrecht op het kamp af. Toen
ze de tenten bereikten, drong plotseling Man-
nering's stem tot haar door, in koortsachtige
opwinding.
Neen, neen! Legrand. Een kind! Mijn
hemel... man... verder kwam hjj niet en Alee
Rimington keek snel naar het meisje.
Misschien is Legrand toch teruggekomen.
Neen, zei ze, het ts de koorts. Laten we
hem meenemen, voor Legrand terug is. Zjj
haastte zich naar haar eigen tent, stak de
stormlantaarn aan en ging toen voor naar
Mannerings tent.
Sir George's oogen waren gesloten, maar
zijn gezicht was opgezet en zijn ademhaling
was snel en onregelmatig.
Rimington keek zwijgend op hem neer met
iets van minachting in de uitdrukking van
zjjn oogen. Plotseling draalde hy zich weef
om en vroeg kort en bruusk aan Honor:
Bent u met hem verloofd?
Het meisje keek verwonderd op by die
vraag en er gingen een paar seconden voorby
voor ze antwoordde:
Ja, hy ls myn verloofde.
Hy keek weer op naar den man in bed,
alsof hy zich afvroeg, wat ze gezien kon heb
ben in dien man met zyn zwak, karakterloos
gezicht.
Toen hy zich weer tot haar wendde, was er
iets van verwondering op zijn gezicht.
Hebt u hem werkeiyk lief?
De tweede vraag bracht haar nog meer van
haar stuk dan de eerste.
Ze had er nooit over nagedacht, maar deza
vreemdeling maakt het haar met zyn recht-
streeksche vraag plotseling ontstellend duide
lijk, dat zjj George Mannering niet lief had,
dat er een kloof tusschen hem en haar was,
die steeds dieper werd.
(Wordt vervolgd.).