Marine'brieven uit Saigon.
t juttertje
zaterdag 11 januari 1936
pag.
moppen.
De maand der uitverkoopcn.
„Een mensch mag ook nooit niks meer!"
hebben waarschijnlijk wel vele winkeliers
verzucht toen de nieuwe wet op de uitver-
koopen van kracht werd. De Januari
maand is daar thans officieel voor aan
gewezen, en die is er dan ook wel bij uit
stek geschikt voor. In de eerste plaats is
het nieuwe boekjaar begonnen, zoodat het
prettig is om dan meteen de gelegenheid
te hebben tot het spuien van zijn oude
voorraden. En incidenteel komt daar dan
nog bij dat van Sinterklaas en Kerstmis
allicht ook nog heel wat voorloopig-niet-
zoo-erg-makkelijk verkoopbare artikelen
zijn overgebleven.
Het publiek is bovendien erg op zijn uit-
verkoopen gesteld, vooral dan het vrouwe
lijk deel van het publiek. Door agenten
moeten de dames hier en daar in toom
althans in de op straat aangetreden
queue worden gehouden. Dat er «binnen
in den winkel geregeld de veldslagen of
tenminste individueele vechtpartijen wor
den gehouden om coupons of om een
blousje met het wonderlijke opschrift „Als
nieuw. Iets beschadigd", behoort tot het
rijk der fabeltjes en de zich humoristisch
noemende periodieken.
Waar je je over verbaast, zijn de lee-
lijke dingen, die ook de beste en de duur
ste zaken soms voorradig blijken te heb
ben en die ze buiten den uitverkoop tijd
vermoedelijk nooit zouden hebben durven
étaleeren.
Tegen de bepalingen van het nieuwe
wetje wordt overigens nogal gezondigd.
De vermelding van het woord „uitverkoop"
zonder meer is namelijk uitdrukkelijk ver
boden en dat ziet men juist nogal vaak
gebruiken. Nu zal de politie daar wel niet
dadelijk al te gestrengelijk tegen optre
den, maar het mag toch eigenlijk niet. De
wet verlangt namelijk dat men spreken
zal van „balans"-, „seizoen"-, „jaarlijk-
sche" of „inventaris"-uitverkoop. En bui
ten de daarvoor aangewezen maand mo
gen, na goedkeuring door de Kamer van
Koophandel, alleen opheffingsuitverkoopen
worden gehouden. De slechte tijden bren
gen mee, dat dit ook nogal eens voorkomt.
De noodige tam-tam wordt natuurlijk
bij de uitverkoopen ook nu niet achter
wege gelaten. Groote biljetten, reusachtige
cijfers en hevige adjectieven prijzen de uit
zonderlijke voordeeligheid der verschillende
koopjes aan. En dat er koopjes te halen
vallen, kan uit een enkele wandeling door
clë Kalverstraat reeds voldoende blijken.
Dat er echter eveneens „stroppen" te ha
len zijn, is een ding dat eveneens zeker is.
Doch niemand dwingt u tenslotte tot koo-
pen en wie niet uit zijn oogen kijkt, zal
in deze booze wereld wel altijd bedrogen
uitkomen.
Daar behoeft het nu juist geen uitver-
koopstijd voor te zijn!
Uitvinder: „Hoe vind. u mijn muilezel?"
Slachtoffer: „Schitterend toen ik wak
ker werd lagen er twee dooie muizen naast
die hadden zich om het toestel doodge-
lachen."
Een, die het wist-
Stadsjongen (naar een hooiberg wij
zend): „Is dat een huis?"
Boerenjongen: „Nee, dat is hooi".
Stadsjongen: „O, zeg, je kunt mij niets
wijsmaken hoor. het hooi groeit nooit op
zoo'n hoop".
Onmogelijk.
A.: „De hoeveelste is het vandaag?"
B.: „Dat weet ik niet, maar waarom
kijk je het niet na in de courant, die op
tafel ligt?"
A.: „Daar heb ik toch niets aan, die is
van gisteren".
Nog gelijk ook.
Onderwijzer: „Tom, is pantalon enkel
voud of meervoud
Tom (na lang te hebben nagedacht)
„Van boven enkelvoud en van onderen
meervoud, meneer."
Beste Klaas,
Laat ik beginnen met nog wat recht te
zetten van de vorige keer. Je moet n.1.
weten dat op Zondag 17 November de
pastoor met 50 schepelingen de H. Mis in
de monumentale Kathedraal bijwoonde. Per
„pousse-pousse" dat zijn rickshaws ging
het heele gezelschap ter kerke. Na de mis
was het gezamelijk dejeuner in het „Hotel
des Nations". Ook maakten de Katholieke
officieren hun opwachting bij den bisschop.
De vlootaalmoezenier sendiri heeft nog een
kwaad ongeluk gehad. Is op een rivier
met een ferryboot losgeslagen en bijna
verdronken. Het was den pastoor aan te
zien dat hij zeer was geschrokken.
En nu weer door met ons verhaal. We
waren gebleven bij de instuif achter op de
„Sum". Om acht uur moest het officieel
eindigen met een taptoe. Nu inderdaad
om 8 uur werd de taptoe gespeeld, maar
we hielden nog gasten tot een uur of 10.
Het was een echt gezellige avond. Ik had
juist den wacht dien avond. Nou man je
staat voor je genoegen aan de vaireep,
als al die aardige Fransche meisjes binnen
boord stappen.
wel 100 menschen en aangeboden door het
gouvernement van Cochin-China. Des
avonds was er een gala-diner ten huize
van den Gouverneur. Sjonge, kerel, daar
stond me één heele garde aangetreden
toen de E.C. er met zijn staf aantrad.
Tegen 10 uur stroomde alles wat maar
pousse pousse was gevuld met officieren
in evening dress er naar toe om het gala
bal ten paleize bij te wonen. Hier was tout
Saigon aanwezig en vooral veel landmacht
en zeemacht. Echt zoo'n militair bal met
veel uniformen. Nii men was er verrukt
over dat wij zooveel danseurs aan boord
hadden en ik weet ook dat, toen we den
Vrijdag daaraanvolgend vertrokken, er
menig gebroken Fransch hartje achter is
gebleven en menige „jonker" uit zijn
„hum" de wacht stond te douwen.
De eerste officier ging dezen dag met
de beide vliegers trouwens Z.H.E.G.
was zelf in. zijn jonge jaren immers ook
vlieger een bezoek brengen aan de land
en watervliegkampen van de Forces
aériennes en aan het vliegtuig van de Air
de France te Bien Hoa. Ze zijn daar erg
aardig ontvangen en kwamen vol lof over
hun Fransche collega's terug.
Schout'bij'nacht J. S. C. Olivier, Commandant van het
eskader in Ned. Indië, legt een krans bij hét „Monument
aux morts', te Saigon. Schipper Salemink, chef equipage van
Hr. Ms. „Sumatra"; SergeanMnachinist Maitimoe.
Dinsdag was er een groote autotocht
voor 30 onder-officieren naar Trian, wat
ongeveer 70 K.M. van Saigon af ligt. Deze
tocht, die samen met de Fransche onder
officieren plaats vond, was aangeboden
door den Marine Commandant van Saigon,
den admiraal Malavois. Voor de anderen
was het eerst dekken spoelen en daarna
behoefde alleen de wachtdivisie aan boord
te blijven. Je begrijpt dat er behoorlijk van
dit buitenkansje gebruik gemaakt werd,
want anders zie je zoo'n stad nimmer üi
de ochtenduren. Verder was er 's middags
op het voetbalterrein van de Cercle Spor-
tive een voetbalwedstrijd tusschen het
Sumatra-elftal en dat van het 5e regiment
artillerie. Nu de onzen wonnen met 10
wat voor een varend schip wel een succes
genoemd mag worden.
lederen middag was het trouwens scher
men ook daar in de Cercle. Als merk
waardigheid zij daarbij vermeld, dat onze
schout-bij-nacht aldaar een oude scherm-
kameraad tegen kwam. De man was
tijdens den oorlog zwaar gekwetst en liep
op krukken, maar hij heeft menig partijtje
voor zijn Hollandschen wapenbroeder ge
secondeerd. Het was de kolonel de See,
drager van het Commandeurs Kruis van dé
Oranje Nassau, Z.H.E.G. ook eens ter ge
legenheid van internationale schermwed-
strijden geschonken. Na, ik geloof 24 jaar,
zagen deze twee oude schermvrienden
elkaar weer. Des avonds was er op
de boulevard Charner, een uitvoering van
de stafmuziek, wat alweer zeer op prijs
werd gesteld. Ja man er werd behoorlijk
aan vlagvertoon gedaan, zie je.
Woensdag werd dezelfde autotocht ge
maakt als den dag te voren, thans voor
korporaals en manschappen. Ik vergat er
nog bij te zeggen, dat te Trian een middag
maal was aangeboden. De voetballers van de
jagers mochten met dezen tocht niet mee
want deze moesten 's middags een groote
match spelen tegen het Fransche Marine
elftal. Dit werd een zeer sportieve strijd
die eindigde in een 1—1 uitslag, nadat de
Hollanders langen tijd met 10 voor had
den gestaan.
De autotocht, des ochtends, was voor
Intusschen ging men aan den wal maar
steeds door met het koopen van Japa-
neesche bullen. De daarvoor meest ge
schikte toko was op een gegeven oogen-
blik bijna uitverkocht, maar het duurde
niet lang of er was weer nieuwe voorraad.
De man heeft beste zaken gedaan.
En toen kwam de Donderdag, de dag
dat we alweer klarigheid moesten gaan
maken voor het afscheid. Niet alzoo de
jeugdige officieren, die vroegen aan den
eersten officier of ze nog niet een klein
instuifje mochten geven voor al die
viendinnetjes van hen. Nu de Comman
dant en de eerste officier waren ook de
kwaaiste niet en dat mocht. Zoo'n soort
bachelors ball, maar Klaas dan ga je je
toch wel oud voelen, hoor. Dien Donder
dag heeft de Nederlandsche natie met
haar Marine wel een bovenste beste beurt
gemaakt. De eskader Commandant
legde n.1. een krans bjj het „Monument
aux morts". Ik had zelf den wacht, maar
het moet zeer plechtig geweest zijn. De
couranten stonden er vol van. Ik stuur je
hierbij een kiekje van dit plechtige mo
ment. Schipper Salemink, onze Chef
equipage en de oudste inlandsche onder
officier, sergt. machinist Maitimoe, droe
gen den enormen krans. De aanwezigheid
van den stafmuziek droeg weer zeer veel
bq tot het slagen van deze plechtigheid.
Van alle korpsen waren afgevaardigden
aanwezig en van alle schepen. Het was er
stampvol van alle Fransche autoriteiten,
zoowêl militairen, als burgers. Ook van 't
Fransche leger en vloot waren detache
menten. Na afloop van de plechtigheid
werd voor het monument gedefileerd.
Voorop de stafmuziek en daarna volgde
een deputatie van Fransche oorlogs-inva-
liden. Ach, man, je had die opgetogen
recentie'a in de courant moeten leien. Je
moet n.1. weten dat de Amerikanen, die
een 14 dagen eerder in Saigon geweest
waren, zich van dat monument niets aan
getrokken hadden. Je begrijpt dus wel dat
deze geste van ons zeer in den smaak viel.
Des middags had de eskader Comman
dant zijn afscheidslunch aan de verschil
lende autoriteiten van Saigon, waaronder
in de eerste plaats de Gouv. en mevr.
Paget aangeboden. Het was dus weer heel
wat bedrijvigheid aan den valreep met ge-
wapenden wacht, valreepsgasten, roffels en
muziek. Het geheele eskader spitste zich
verder op de voetbalmatch, die dien mid
dag gespeeld zou worden, n.1. tegen het
beste elftal van Saigon en omgeving, dat
van de Cercle Sportif Saigon. De marine
kapel speelde op het terrein en de gouver
neur van Saigon, de admiraal en onze
schout-bij-naeht met staf en Comman
danten waren op het veld. Het was een
zeer spannende match, die we op het nip
pertje met 21 verloren. Toen het don
ker was hield het geheele eskader te sa
men een gecombineerde zoeklichtoefening,
hetgeen iets geheel nieuws was voor de
burgerij van Saigon. Er gingen telkens
hoeratjes op als we zoo op de kaai sche
nen met onze 10 zoeklichten. Intusschen
was achteruit die instuif van de celibatai
ren begonnen. Nu, je begrijpt Klaas alras
hadden we allerlei aardige meisjes daar
op de brug bij de zoeklichten. Ik denk er
nog met genoegen aan terug, al die lieve
meisjesstemmen daar bij je richttoestel en
nu op zee hoor je hoogstens „zoeklicht
4 beter opletten, of claxon zoeklicht 6 doet
het niet". Man, je lachte je naar. Ze von
den het prachtig, die meiskes, dat ze met
één druk op de claxon om zoo te zeggen
heel Saigon onder het licht konden zetten
en dan weer uitdoen.
Maar om 8 uur was het afgeloopen en
gingen de „jongens en meisjes" weer naar
achteruit. Zoo later op den avond kwamen
de ouderen echter van den wal terug en
bleven nog even op het halfdek kijken.
Nu, je begrijpt, dat duurde niet lang of
die kregen „de kaart" en werd het heele-
maal geen bachelors ball meer. Maar aan
alles komt een einde en tegen een uur of
een gingen de laatste gasten naar huis en
was ons uitstapje om zoo te zeggen voor
bij. Vrijdag de dag van vertrek. Natuur
lijk een gedrang van leveranciers, reke-
ningloopers (we konden immers bonnen
schrijven in de diverse sociëteiten) e-d.
Tegen een uur of tien verscheen de eerste
courant aan boord, waarin stond, dat we
dien ochtend uitgewoven door tout Saigon
waren vertrokken. Je kreeg zoo het gevoel
van iemand, die zijn eigen lijkrede hoort.
Maar niets dan goeds hoor en anders had
den we het misschien nooit gelezen. De
Eskader-Commandant bood aan het be
stuur van de cercle sportief een pracht
van een zilveren beker aan als aandenken.
(Er stond daar trouwens in de zilverkast
ook al een cadeau van de „Soemba", die
ik meen in '27 daar geweest is met
den Gouverneur-Generaal). Verder kreeg
de verbindingsofficier, die aan Z.H.E.G.
was toegevoegd geweest, een zilveren siga
rettenkoker.
Om 12 uur precies haalde het Fransche
corvee onze telefoon en onze valreep weg
en trokken de sleepbooten ons van den
kant af. De Fransche admiraal en onze
consul waren de laatsten, die van boord
gingen. Langs den kant, Klaas, een keur
van aardige toiletjes. De admiraal Mala
vois stond voor de directie toen wij pas
seerden en stram salueerden we van beide
kanten toen onze stafmuziek de „Mar-
seillaise" speelde. En toen was het afge
loopen. We kronkelden weer de Saigon-
rivier af. Buiten, bij kaap Sint Jaques,
deed een esquadrille Fransche watervlieg
tuigen ons uitgeleide. En daar gingen we
weer om de Zuid terug naar Soerabaja.
Onderweg stoomproeven houdend, zoodat
we reeds Dinsdag 26 November weer in
Soerabaja terug waren.
Klaas, deze rit is weer afgeloopen en
als je erbij was geweest, dan zou je me
nog beter begrijpen dan nu, als ik je zeg,
dat ik zeker weet dat de Marine hier een
uitstekende indruk heeft achtergelaten.
De politie besprak den eersten dag nog de
mogelijkheid van een patrouille gedurende
het passagieren. De E.C. heeft dit gracie-
lijk gerefuseerd, zeggende, „dat dat voor
de Hollandsche schepelingen niet noodig
was". Op het heele eskader gedurende die
heele week, dat we daar gelegen hebben
1, zegge één te laat komer, van een half
uur. Niets geen dronkenschap of vechte
rijen. Alles even keurig en netjes. Dan die
representatie op sportief gebied. Waar ge
schermd werd kwamen de Hollanders
schermen onder aanvoering van hun E.C.
Waar getennist werd traden er eenige
tennissers aan, als he,. van voetballen was,
leverde de Hollandsche jannen een keurige
partij. Op de golfclub werd door men
schen van het eskader gegolfd en er werd
zelfs paardgereden. Ja, ik weet zeker, als
de vliegers hadden gemogen dan waren ze
nog met de sportvliegtuigjes er was
daar zoo'n „hemelvloo" de lucht in ge
gaan ook. Zie je Klaas, dat was vlagver
toon.
Nu de volgende week over het feest
van de Mariniers. Ik heb een „perskaart"
gekregen, dus zal ik je alles zoo uitvoerig
mogelijk vertellen. Saluut en tot kijk,
Henk.