Buitenlandsch Overzicht. HET GESTOLEN KIND Verkorte oorlogsberichten uit Abessinië. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Hoofdpijn, Kiespijn. BINNENLAND No. 7698 EERSTE BLAD ZATERDAG II JANUARI 1936 64ste JAARGANG De Fransch-Engelsche militaire besprekingen. Hooge salarissen in de Ver. Staten. Een nieuw incident aan de grens tusschen Rusland en Mantsjoekwo. Ons KRENTENBROOD a f 0.30 wordt steeds meer gevraagd. C0R KRIGEE, v Galenstr 71, Tel. 399. Dr. H. J. Lovink 70 jaar. De aartsbisschop van Utrecht. FEUILLETON EEN VERHAAL UIT AFRIKA (Wordt vervolgd.) COURANT Abonnement per 3 maanden bjj vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2. NederL Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschgnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerj) vjh. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Glrorekening No. 16066. ADVERTENTIËN; 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prys. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct De vlootconferentie tendoode gedoemd? - De Fransche vloot- manoeuvres in de Middellandsche Zee. - Een gevolg van de Fransch-Engelsche samenwerking? De vloot conferentie ten doode gedoemd Het gaat met de vloot conferentie den gang dien we gedacht en voor speld hadden. Van het begin af hebben we wei nig goeds gezien en spoe diger dan verwacht werd, zal de conferentie hoogstwaarschijnlijk een ontijdig einde krijgen. Als de teekenen niet bedriegen. D.e mogend heden die er aan deelnemen, Frankrijk, En geland, Amerika en Japan, denken bij alle voorstellen te veel aan het eigen belang, dan dat men met het belang van den ander vol doende rekening kan houden. En dan botsen natuurlijk de meeningen. Want het is nu wel gemakkelijk, de schuld van een mislukking geheel op de schouders van Japan te leggen, die inderdaad de hoofdschuld draagt, maar het is niet alleen Japan, dat de oorzaak is van den a.s. dood van de vlootconferentie. Maan dag zal nog een laatste samenkomst worden gehouden. De laatste? De Britsche bladen zijn al zeer pessimistisch gestemd ten opzichte van eenig resultaat en uit Tokio wordt gemeld, dat de Japansche bladen thans reeds schrijven over een onver mijdelijke breuk op de conferentie. Wat daarvan dan de oorzaak is? We schre ven het boven reeds: het egoïsme van de verschillende regeeringen. Men weet, een Japansch en een Ameri- kaansch voorstel staan tegenover elkaar, schrijft de Nw. Rott. Crt. De Amerikanen willen beperking van de vloten met een vijfde van de tonnage, categorie voor categorie. De verhouding der vloten van Amerika, Enge land en Japan moet daarbij 5:5:3 blijven. De Japanners daarentegen verlangen de vast stelling van een totale maximumtonnage, die gelijk voor alle vloten zal zijn en die ieder bereiken, maar niemand overschrijden mag. Hoe die tonnage te gebruiken, zouden de be trokken staten zelf moeten uitmaken. Zou een staat zoo dwaas zijn, alles aan linieschepen te besteden, dan zou hij daartoe het recht hebben. En evenzeer zou het geoorloofd zijn, de heele tonnage enkel aan klein materiaal te verdoen. Japan bedoelt hiermede, zich een defen sieve vloot te kunnen aanschaffen, vol doende voor de dekking van eigen land en al zijn ondernemingen in het Verre Oo3ten. Zij zou veel sterker en alomtegen- woordiger kunnen zijn dan de overeen komstige vloten van Engeland en Amerika, die van htm gelijke tonnage, door hun ligging, veel meer aan linieschepen moeten besteden. Japan zou zelfs heel goed belangrijk onder de totale tonnage der belde andere groote mogendheden kunnen blijven. Als het maar een gedeelte van hetgeen de anderen voor linieschepen gebruiken, zou besteden aan kleiner materiaal, ware het reeds zeker van een oppermachtige positie in zjjn gebied. Daarom zijn de Amerikanen er zoo op ge steld, dat niet alleen de oude verhouding ge handhaafd blijft, maar ook de indeeling van de toegekende tonnage in categorieën. pijnen te verdrijven Is een Mijnhardt'n Poeder. Per stuk 8 ct: doos 45 ct. Bij Uw Drogist. De Japanners trachten blijkbaar juist uit het feit, dat de vlootconferentie nog vooruit zicht biedt op eenig resultaat, partij te trek ken, door de voortzetting er van afhankelijk te maken van het aannemen van hun voor naamste voorwaarde. Die verzekert hun de suprematie, en in ieder geval eeD onaantast bare maritieme positie, in het Verre Oosten. De Nw. Rott. Crt. houdt nog rekening met de mogelijkheid, dat de conferentie zonder Japan wordt voortgezet, als Japan kwaad mocht wegloopen. Manoeuvres inde Middel landsche Zee Ondanks alle officieele tegenspraken, is men toch te Londen in bree- den kring de meening toegedaan, dat de aan gekondigde tocht van een aantal Fransche vlooteenheden naar de Middellandsche Zee het resultaat is van de Fransch-Engelsche besprekingen inzake het verleenen van bijstand zoo meldt de Lon- densche corr. van de Nw. Rott. Crt. aan zijn blad. Het loont de moeite, in dit verband er op te wijzen, dat de Morning Post, die, gelijk bekend, in nauw contact staat met de Engel- sche admiraliteit, openlijk verklaart van meening te zijn, dat deze vlootbeweging zonder eenige beperking moet worden beschouwd als een teeken van Fransch-Engelsche samen werking. Even opmerkelijk is het, dat het zelfde blad, dat overigens geenszins een bij zondere voorstander van sancties is, nog op merkt, dat Frankrijk thans gunstiger tegen over de sancties staat. Dit moet van veel belang zijn bij de behandeling van het vraag stuk van de petroleumsancties te Genève. Het is thans zeer waarschijnlijk, zoo verklaart het blad, dat Laval zich te Genève niet meer tegen deze sancties zal verzetten. Ook Engeland kan thans moeilijk weigeren, nu het door de actie van de Fransche vloot In de Middellandsche Zee van dien kant mede werking kan verwachten. Ook de Daily Herald ziet in de aangekon digde Fransch-Engelsche vlootbeweging een duidelijke preventieve actie van de Volken bondsmachten. Het blad komt tot de volgende opstelling van de strijdkrachten van de Vol- kenbondslanden In de Middellandsche Zee: 1. Nabij Gibraltar: een Engelsche en een Fransche vloot. 2. Bij Corsica of Toulon een Fransche vloot. 3. In den omtrek van het Suezkanaal een Engelsche vloot. Iedere vloot bestaat uit linieschepen, zware kruisers en vliegtuigschepen en bezit het volle aantal lichte kruisers, torpedojagers, duik- booten en hulpschepen. Iedere vloot is voorts uitgerust op volle oorlogssterkte en is onmiddellijk strijdvaardig. De Engelsche en Fransche steunpunten voor de vloot te Gibraltar, Maltha, Toulon en Bizerta (Tunis) staan voor de Engelsche en de Fransche vloot open. Hetzelfde is het ge val met de marinehavens van andere Middel landsche Zeestaten. Daarbij komen dan nog de luchtmachten van verschillende staten, die in geval van nood gereed zouden staan op verschillende punten. Het is echter niet gewenscht deze plaatsen nader te noemen. De Daily Herald eindigt haar beschouwing met de volgende woorden „Wat men ook in officieele kringen mag zeggen, de strijdkrachten ter zee van de Volkenbondsstaten, die zouden kunnen handelen als de strijdmacht van den Volkenbond, worden geconcentreerd, om door het demonstreeren van een over weldigende kracht iedere verdere breuk van den vrede te voorkomen." De indruk in Duitschland. Naar Reuter op gezag van den woordvoer der van het ministerie van buitenlandsche zaken uit Berlijn meldt, volgt de Duitsche regeering de militaire besprekingen tusschen Engeland en Frankrijk met aandacht. De „woordvoerder" voegde hierbij: De meening van de Fransche pers dat Duitschland deze gedachtenwisseling als een schending van het verdrag van Locarno beschouwt, is onjuist. Onjuist is ook de bewering, dat Duitschland voornemens zou zijn in de gedemilitariseerde Rijnland-zöne garnizoenen te leggen. DE VERMISTE ZWEEDSCHE ARTSEN. Reuter meldt uit Stockholm: De directie van het Zweedsche Roode Kruis heeft den Zweedschen consul te Addis Abeba verzocht, haar zoo spoedig mogelijk inlich tingen te willen telegrafeeren omtrent de kleine ambulanee-afdeeling bestaande uit 3 Zweden onder leiding van dr. Agge, waarvan men nog steeds niets heeft gehoord. De commissie voor de financiën uit het Huis van Afgevaardigden heeft een lijst laten opstellen van alle menschen in de V. St die als betaling voor hun werk, dus aan salaris, etc., in het financieele jaar 1934 een inkomen hadden van 15.000 of meer. Niet meegerekend zijn de baten uit bezit. Het blijkt uit die lijst, dat W. R. Hearst, de dag bladmagnaat (die zijn eigen salaris vaststelt) 500.000 heeft verdiend in het fin. jaar 1934. Hij staat bovenaan op de lijst. Edsel Ford, de zoon van den grooten Henry Ford, verdiende $90.036, en twee andere mannen, aan de Ford-Motor Compagny verbonden, n.1. R. W. Martin en Charles E. Sprensen, verdienden onderscheidenlijk 107.341 en 103.000. Onder de filmsterren staat... Mae West bovenaan. Zij ontving aan salaris over het jaar 339.667. De lieveling der dames Cary Cooper moest met 139.667 tevreden zijn, Mariene Dietrich met een onnoozele 145.000, Charlie Chaplin met 143.000 en Constance Bennett met 176.188. De teeekenaar Walt Disney (de schepper van Mickey Mouse) ont ving 79.000, de oud-wereldkampioen zwaar gewicht Max Baer 16.686. Frank Knox, uit gever te Chicago, die wel genoemd wordt als mogelijke Republikeinsche candidaat voor het presidentschap, toucheerde 75.000 het zelfde bedrag als het salaris van President Roosevelt. De warenhuiskoning Kresge ont ving 107.00Ö, de tabaksmagnaat George Hill 187.000, de petroleumvorst H. C. Doherty 100.000. D. B. Miller, president van Woolworth's ontving aan salaris etc. 340.000 dollar. De journalist Arthur Brisbane 265.000 dollar, Charles Schwab, de president van de Bethle- hem Steel Compagny 250.000 dollar, R. W. Woodruff, de man, die zijn landgenooten cocacola laat drinken 100.000, de zeepfabri kant S. B. Colgate 60.000. In het geheel zijn er 180.000 lieden die salarissen trekken of geld verdienen van 15.000 dollar af tot hooger in één jaar. De betrokken personen nemen het kwalijk, dat zg op deze wijze gesignaleerd zgn en in de belangstelling van hun landge nooten worden aanbevolen. Bij het Congres te Washington is een wets ontwerp ingediend, waarbij het departement van de schatkist ontslagen wordt van de ver plichting de hooge inkomens te rapporteeren aan het Congres. DE ALPENJAGERS NAAR OOST-AFRIKA. Gisteravond is het mailschip Itaiia van Napels naar Oost-Afrika vertrokken met een afdeeling Alpenjagers aan boord van 37 of ficieren en 1200 manschappen. De Pusteria divisie Alpenjagers, die van Napels naar Oost-Afrika wordt verscheept, bestaat uit drie regimenten, waaronder een regiment bergartillerie, dat den laatsten tijd dienst heeft gedaan aan de ItaliaanschOos- tenrijksche grens. Twee Japansche vliegers die op Rus sisch gebied waren geland, gewond. Het Russische agentschap Tass meldt uit Chabarowsk, dat zich Donderdagavond aan de grens tusschen Mantsjoekwo en Sowjet- Rusland een zeer ernstig incident heeft voor gedaan. Volgens mededeeling van de Sowjetrussi- sche autoriteiten is het volgende gebeurd: Een Japansch vliegtuig, is na de grens van Mantsjoekwo te hebben gepasseerd, in de nabijheid van Pakrowka (dat 35 KM over de grens is gelegen), geland op Russisch grond gebied. Men heeft opgemerkt, dat het vliegtuig om 18 uur 30 over Worosjiiof (vroeger Nikolsk Oessoersk) is gevlogen en ongeveer een uur later op een afstand van 19 KM van Pokrow- ka geland is. In het vliegtuig zaten twee gewapende Japanners. Na de landing is één van hen bij het toestel gebleven, de ander begaf zich naar een in de nabijheid staande boerenkar. Klaar blijkelijk wilde de Japanner den boer, die zich bij het voertuig bevond, dwingen mee te gaan naar het vliegtuig. De boer echter wilde den Japanner vasthouden en naar Pokrowka bren gen. Toen is een strijd tusschen beiden ontstaan, waarbij de boer den Japanner heeft gewond. Twee toegesnelde grenssoldaten hebben daarna schoten gewisseld met den anderen Japanner, die eveneens gewond werd. Ten slotte zijn beide Japanners naar Po krowka gebracht. Anti-Britsche artikelen in de Japansche pers. De Daily Herald meldt uit Tokio, dat in de vooraanstaande Japansche bladen plotse ling een anti-Britsche toon valt waar te ne men. De bladen publiceeren een reeds artike len, die volgens het Engelsche blad hierop neerkomen, dat de Japansche regeering wordt aangeraden, zich meester te maken van de „verwaarloosde" Britsche koloniën. De nadruk wordt gelegd op het „militaire en industrieele verval" van Engeland. Engeland is niet in staat, zijn koloniën verder te ont wikkelen. terwijl Japan nijpend gebrek aan gebied heeft. De heer E. D. van Dissel, directeur van het staatsboschbeheer, schrijft: Het was gister 10 Jaunari 70 jaar geleden, dat het tegenwoordige lid der Tweede Kamer, dr. H. J. Lovink, in Terborg werd geboren. Deze selfmade man, die ondanks zijn leeftijd, die alleen, „de sterken" bereiken, nog midden in het volle leven staat, is door zijn benoe ming op 25-jarigen leeftijd tot directeur der Nederlandsche Heidemaatschappij, reeds op jeugdigen leeftijd begonnen een belangrijke rol in ons land te vervullen. Dr. Lovink heeft veel bereikt dank zij zijn groote gaven, zijn rustelooze werkzaamheden, de suggestieve kracht, die van hem uitgaat Hij vertoeft thans in Zuid-Frankrijk en heeft zich aan elk huldebetoon onttrokken. HET BESTUUR VAN DE A.V.R.O. De Radio-Bode meldt, dat aan de alge- mee ne vergadering van de Avro zal worden voorgesteld den heer G. de Clercq, thans waarnemend voorzitter, definitief tot voor zitter te benoemen. De heer De Clercq is in verband hiermede afgetreden als penning meester en in zijn plaats is de heer J. Corver in Den Haag tot penningmeester benoemd. Tegengesproken geruchten. Herhaaldelijk hebben ons in den laatsten tgd geruchten bereikt in verband met de ziekte van Mgr. Jansen, aartsbisschop van Utrecht. Wij hebben er allerlei brieven over ontvan gen. De geruchten hielaen in, dat Mgr. Jansen Protestant geworden zou zijn, en dat hij nu „opgesloten" werd gehouden. Men schreef ons zalfs den naam van een Hervormd predikant, onder wiens invloed die bekeering tot het Protestantisme zou nebben plaats gehad. In het orgaan van de Evangelistische Maatschap pij ,,De Protestant", is al eenige maanden geleden van die geruchten melding gemaakt. V» ;j hebben steeds geweigerd, die berichten over te nemen, omdat wij er nimmer eenig geloof aan hebben gehecht. Thans lezen wij in enkele rechtsche bladen het volgende: „Over Mgr. Jansen, aartsbisscnop van Utrecht die reeds langen tijd ziek is, worden reeds geruimen tijd de meest fantastische ge ruchten verspreid. Hij zou Protestant gewor den zijn en gevlucht uit het St. Antonius- ziekenhuis. waar hij verpleegd werd. Een an dermaal werd weer beweerd, dat hij tegen zijn wil in het ziekenhuis werd vastgehouden en op deze wijze verhinderd werd, om zijn protestant-zijn bekend te maken, enz. Thans bereikt ons de mededeeling, dat de Officier van Justitie bij de Arrondissements- Rechtbank Utrecht zelf een onderzoek inge steld heeft naar deze kwestie en persoonlijk gesproken heeft met Mgr. Jansen in het Zie kenhuis. Teneinde daaromtrent zekerheid te verkrijgen, hebben wij ons gewend tot den Officier van Justitie, mr. A. N. Fabius, die ons meedeelde, dat htj inderdaad eenigen tijd geleden een onderhoud met Mgr. Jansen ge had heeft. De Officier had van vele zijden kennis ge- kergen van deze geruchten en achtte het een ambtsplicht om na te gaan of het waar zou zijn dat de Aartsbisschop tegen zijn wil in het ziekenhuis werd vastgehouden, omdat het dan een geval van wederrechtelijke vrtjheids- berooving zou gelden, waartegen zou moe ten worden opgtreeden. De Officier heeft Mgr. Jansen gesproken ook onder vier oogen, dus zonder dat de directeur van het ziekenhuis, pleegzusters, 18) Ze keek hem dankbaar aan en liep naar haar kleine groene tent, zonder Mannering verder te zien. Toen ze binnen was, liet ze zich in een kleine dekstoel vallen, die haar gastheer voor haar had klaargezet en begroef haar gezicht in haar handen en weer vroeg ze zich af wat toch het afschuwelijke geheim zou zijn dat ze aan alle kanten om zich heen voelde... Meer dan een uur lang zat ze tevergeefs haar hersens af te pijnigen en toen ze haar hoofd weer oplichtte, merkte ze dat het licht minder hel was geworden en ze begreep dat de zonsondergang niet ver af was. Een mo ment later tikte iemand aan haar tent en Alec Rimington's stem riep: Miss Donthorne. Ja? Het eten zal binnen tien minuten kiaar Zijn. Dank u, antwoordde ze en ze begon zich klaar te maken voor het maal, hoewel ze er ontzaggelijk tegen opzag. Ze keek in haar kleine spiegel en schrok van haar eigen bleek gezicht en de uitdrukking van wanhoop in haar oogen. Toen ze buiten kwam was de zon bijna ondergegaan. Er waren twee vuren aange legd en bij één ervan klonk het luidruchtige gepraat van de dragers. B(j het andere stond Remington naast een wankele kampeertafel. Toen ze op hem toekwam keken zijn grijze oogen haar onderzoekend aan. Ik ben bang dat u doodop bent, miss Donthorne, zei hij zacht. Die marsch door het bosch was te veel voor u. Ze kon hem de ware oorzaak van haar bleekheid niet zeggen en ze gaf geen ant woord op zijn laatste woorden. De paar laatste dagen zijn erg inspan nend voor me geweest, zei ze rustig. En toen met een blik op de tent: Hoe is... Zoo, zoo. Maar het kon erger. De koorts is aan het verminderen, maar ik heb het ge voel dat hij ergens over tobt. Zijn toon en manieren waren kortaf en deden Honor heelemaal niet prettig aan. Maar u hoeft u op het oogenblik niet ongerust over hem te maken, ging hg voort. Ik heb het noodige voor hem gedaan. U moet wat eten, dan zult u zich wel weer wat beter voelen. Er is koffie, dat zal u opknappen. 15. Een kleine iniandsche jongen bediende hen en toen Honor begon te eten, zei Rimington met een knik naar den jongen, die op een me ter of twee afstand verdere bevelen stond af te wachten, terwijl zijn oogen geen seconde van zijn meester af waren: Mijn lijfknecht. De laatste van een men- scheneteisstam, die zelf nog het vleesch Van zijn voorvader verorberd heeft. Maar nu is hij een voorbeeldige jongeman en zou. geloof ik, zijn leven voor mij geven. Honor keek vluchtig naar hem en zei: Hjj ziet er nog gevaarlijk genoeg uit. Zijn gevijlde tanden denk ik, lachte Ri mington. Maar hij is door en door eerlijk en trouw en beschouwt mij als zijn vader, sinds ik hem drie jaar geleden gered heb Uit de handen van een paar slavenkoopers. Slavenkoopers! riep ze verbaasd uit. Ik dacht... Ja, dat denkt bijna iedereen, zei hg, haar onuitgesproken gedachten radend. Maar die praktijken zijn nog niet overal in Afrika ver dwenen. Er zijn nog markten van „zwart ivoor" al is het duurder geworden sinds het schaarscher werd. Jaren geleden heb ik eens een heele karavaan van die kerels aan hun vrijheid geholpen... Hg deed een verhaal dat weldra haar aan dacht zoo boeide, dat ze haar angstige ge dachten vergat. Een ander verhaal volgde en onderwijl zonk de zon achter den gezichts einder en de duisternis begon snel te vallen. Opeens klonk uit de richting van de plag genhutten rumoer en een seconde later kwam een van de dragers snel op Rimington toe- loopen. Bwatia Rimington, er komt iemand aan! Dadelijk was de Engelschman overeind en tuurde scherp luisterend voor zich uit. Het is zoo, zei hij rustig. Hoort u niets, miss Donthorne? Honor schudde het hoofd. Neen! Maar het is toch heusch zoo. U moest maar liever uit den lichtkring van het vuur weggaan. Je kunt nooit weten! Toen Honor weggegaan was, greep hg naar zijn geweer, terwijl hij tegelijkertijd zgn dra gers beduidde zich ook in de schaduw te verbergen. Allen stonden zwijgend te wachten, toen hoorde het meisje plotseling het geluid van hollende voetstappen, dat Rimington met zijn scherpe ooren al eerder had waargenomen. Een donkere sohaduw maakte zich los uit de omringende duisternis en een halve mi nuut later kwam de slanke gestalte van een iniandsche vrouw, naakt op een hel gekleur de halsketting en een lendendoek na. bin nen den lichtkring van het vuur. Ze wan kelde even en in het licht kon Honor de prachtige gestalte, de gladde zwarte huid, die nu vochtig was van de inspanning en de uitdrukking van doodelijke angst om de breede lippen zien. Rimington deed haastig een stap naaf voren en de uiterste verbazing klonk in zijn stem toen hij riep: Fatuma! De vrouw draaide zich met een ruk naar hem om. Bwana. Dat was het eenige woord wat Honor op ving, en er volgde een snel heen en weer ge praat, waarvan ze niets begreep. Maar de uitwerking op Alec Rimington van wat ze vertelde was opmerkelijk. Zijn slanke ge stalte strekte zich en er kwam een uitdruk king van feilen toorn in zgn oogen Toen ze uitgesproken was, wankelde de vrouw en zou gevallen zijn als Remington haar niet in zgn armen opgevangen had. Daarop deed hij haar een paar korte vragen, waarop zij even kort antwoord gaf. Toen met een trek van diepe bezorgdheid op zijn gezicht een trek die Honor plotseling een gevoel van pijnlijke jaioerschheid gaf, nam hg de uitgeputte vrouw op en droeg haar naar de dichtabij- zgnde hut. Toen hij weer te voorschijn kwam deelde hij kort en scherp een paar bevelen uit. Een van de mannen bracht het overschot van hun maaitijd naar de hut, waar de vrouw zich bevond. Vier anderen begonnen haastig eetwaren in te pakken. Rimington haastte zich naar zgn eigen tent en toen hg na een paar minuten weer te voorschijn kwam, was hij uitgerust als voor een langen tocht, met twee pistolen in zgn gordel en een geweer in zijn handen. De vier dragers stonden op hem te wachten en hy monsterde hen met een vluchtigen blik en zei kort en scherp een bevel. Het viertal nam de lasten op en stond klaar om te ver trekken. Honor, denkend dat hg haar vergat, liep snel op hem toe. Mr. Rimington, wat ls er, waar gaat u heen Ik moet dien vervloekten Legrand te pakken zien te krggen. Maar... Het is iets particuliers. Ik kan het u niet uitleggen. Maar die ellendeling wist hoe hij me dwingen kon... door een kind. Ik moet het vinden. God sta me by. U zult hier in elk geval wel veilig zijn. Hy brak af en besloot kort: Het is mijn plicht! Hij draaide zich om, gaf den hoofdman een paar korte bevelen, riep de dragers iets toe en zonder verder een woord tegen het meisje te zeggen, begon hij zyn tocht, den donkeren nacht in. HOOFDSTUK X. Na Rimington's vertrek bleven de dragers, die achtergebleven waren, nog een tijdlang staan redeneeren en Honor deed al haar best om uit hun druk gepraat wat wgzer te wor den. Maar ze spraken een dialect dat zy niet kende. Toen bedacht ze dat ze misschien iets te hooren zou kunnen krggen van de vrouw, die het nieuws, dat Rimington hals over kop had doen vertrekken, gebracht had. De vrouw zat in de hut ineengedoken op een dierenvel, een toonbeeld van smart en wanhoop, zooals Honor by het licht van de lantaarn, die ze meegenomen had, zien kon. Ze keek pas op. toen het meisje den naam uitsprak, dien ze Rimington had hooren noemen. Fatuma... De vrouw lichtte haar hoofd op, een paar gl&nslooze oogen keken haar zonder belang stelling aan. Je hebt een heel eind geloopen... heb De Abessiniërs melden nader, dat zg bjj Kerelle zes lichte tanks en negen machinegeweren hebben veroverd. Zy beschuldigen de Italianen by hun terug tocht aan het Noordeiyk front de dor pen, die zy verlaten, te verbranden. Het Italiaansche legerbericht meldt vandaag alleen, dat op het Noordelijk front opnieuw vyandeiyke concentraties by Amba Aradam, ten Zuiden van Makallé, zyn verspreid door Italiaansche vliegtuigen. Volgens de Engelsche ochtendbladen staat het nog lang niet vast, dat men zich van Engelschen kant voor een petroleumembargo zal verklaren. Zoowel de Engelsche als de Fransche regeering zouden eerst een naderen uitleg weu- schen van de neutraliteltsverklaring van Roosevelt. Het biykt, dat ras Desta in het Zuiden In zooverre een nederlaag heeft geleden, dat hy niet meer in staat zal zyn, zyn plan, om den* linkervleugel van de Italianen by Dolo te omsingelen, uit te voeren. De Abessiniërs hebben opnieuw een nederlaag geleden by Amda Aradam, zuideiyk van Makallé. Van strategisch belang is dit echter niet. Volgens een Italiaansch communiqué zijn er sedert het begin van den oorlog 1239 zieke soldaten en arbeiders uit Oost- Afrika naar Italië teruggekeerd. Te Londen was men gisteren van meening, dat De Vasconcellos na de bij eenkomst van de commissie van dertien, de commissie van achttien byeen zal roepen om te spreken over de uitbrei ding van de sanctiemaatregelen tegen Italië, om het op die wijze onnoodig te maken, dat een van de mogendheden het initatlef neemt inzake het voorstellen van een petroleum-embargo. De commissie voor buitenlandsche zaken van den Amerikaanschen senaat heeft besloten de paragraaf in de neutra- liteitsvoorstellen, volgens welke de presi dent den uitvoer van oorlogsproducten, die tot een verlenging van den oorlog zouden kunnen bydragen, kan verbieden, te schrappen. doctoren of wie dan ook, den patiënt kon den beïnvloeden. Mgr. Jansen bleek zeer hel der van geest en volkomen by zgn verstand te zyn. Hy heeft aan den Officier meege deeld, dat hy geheel uit vrgen wil In het ziekenhuis verblgf houdt. Hy bleek kennis te dragen van de praatjes welke worden rondgestrooid en noemde ze belachelijk, Mr. Fabius zeide ons nog dat hy het niet op zyn weg gevonden had te liggen, om het onderhoud dat hij met den Aartsbisschop had, publiek te maken, doch dat hy er geen be zwaar tegen had, dat wy toch kennis droe gen van dit onderhoud, om het te bevesti gen, waarby hy de hoop uitsprak, dat nu een einde zal komen aan de praatjes, waarvan niemendal aan is." (Avondpost.) je Bwana Rimington slecht nieuws gebracht? probeerde Honor in het Engelsch. Er volgde een lange stilte. De vrouw deed blijkbaar haar best om te begrypen wat haar gevraagd werd. Toen kwam op vlakken toon, als een uitroep van namelooze wan hoop: Ayweh! Honor aarzelde. Zou ze zich verder be moeien met de zaken van haar gastheer? Maar haar nieuwsgierigheid liet zich niet meer bedwingen. Het slechte nieuws was over een kind, dat Bwana Legrand had gestolen. Ayweh; De kleine Bwana... myn levens licht! Deze woorden werden uitgesproken in het Swahill en Honor begreep hun beteekenis slechts ten halve. De vrouw liet zich plotse ling gaan in een heftige uitbarsting van smart, ze wiegde zich heen en weer, kreu nend als een gewond dier. Honor raakte haar schouder aan, zei een paar woorden van troost en probeerde toen nog een vraag. En de kleine Bwana... is hy Bwana Rimington's zoon? De vrouw gaf geen antwoord, ze zat zich heen en weer t'e wiegen; alles om haar heen vergeten, behalve haar eigen wanhopige smart. Honor voelde oneindig medelgden in zich opkomen, maar ze wist niets om haar te troosten en de gedachte kwam plotseling bij haar op, dat alleen een moeder een dergelgke smart kan voelen en niemand anders. Ze trachtte die gedachte van zich af te zetten, maar onwillekeurig kwam haar Rimington's woede weer voor den geest en zijn harts- tochteüjke woorden. Dt ar een kind. U zult hier wel veilig zijn. In ieder geval het is myn plicht!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1