Het land van den
schijn.
PAG. 2
ZATERDAG 8 FFBRUARI 1935
Astronomische verschijnselen in Februari 1936
Sterfte gesplitst naar
leef ijd en
doodsoorzaken.
'T JUTTERTJP
Populaire Rubriek
Oorspronkelijke novel'e
door Thea Bloemers
II NEVELVLEK
X STERRENHOOP
9 DUBBELSTER
O VERANDERLIJKE 5T.
De Zon: -
De tijdvereffening bedraagt op: 1 Febr.:
13m33s; 6 Febr.: -|-14m8s; 11 Febr.:
+14m23s; 16 Febr.: +14ml8s; 21 Febr.:
+13m56s; 26 Febr.: +13ml7s; 29 Febr.:
+12m47s.
Wanneer de tijdvereffening positief is
dan beteekent dit, dat de klok vóór is op
de zon. Op het oogenblik dat in deze
maand de zon precies in het Zuiden staat,
is het volgens de klok reeds 12 uur ge
weest, of wel: de klok wijst reeds 12 uur
aan, wanneer de zon nog niet in den meri
diaan staat De bovenstaande waarden der
tijdvereffening, opgeteld bjj den waren tijd
(aangewezen door een zonnewijzer), geven
dus den middelbaren tijd aangewezen door
een uurwerk).
De declinatie van de zon neemt toe van
17°.5 tot 7°.7 en wordt dus steeds
minder Zuidelijk. De middaghoogte van de
zon neemt toe van 20." 5 tot 30,° 3 en haar
dagboog van 9u0m tot 10u45m (voor 52°
N.Br.).
De Maan:
7 Febr.: V.M.; 15 Febr.: L.K.; 22 Febr.:
N.M.; 29 Febr. E.K.
De Planeten:
Mercurius bereikt op 26 Febr. zijn groot
ste elongatie (27° Westelijk van de Zon).
Venus is in de ochtendschemering waar
te nemen. Begin Febr. komt zij 2 uren
voor de zon op; einde Febr. nog slechts 1
uur. Daarna wordt zij onzichtbaar, om pas
tegen December weer als avondster zicht
baar te worden.
Mars verdwijnt tegen Maart in de avond
schemering. Men zal echter reeds in Fe
bruari last genoeg hebben om de planeet
nog te kunnen zien. Hij doet zich dan aan
ons voor als een ster der 2e grootte en
verdwijnt gaandeweg in de avondscheme
ring.
Jupiter beweegt zich rechtloopend in
den Slangendrager. Daar de declinatie van
de planeet ongeveer 22° Zuidelijker is, is
hij laag boven de kim zichtbaar. Begin
Febr. is het tijdstip van opkomst
4u45m; einde Febr. 3 uur. Om de
planeet waar te nemen zoeke men dus
voor zonsopgang in het Z.O., laag boven
de kim.
Saturnus is mischien in de eerste dagen
van Febr. nog te observeeren. Men zoeke
in den Waterman, kort na zonsondergang.
Einde Febr. is de planeet echter geheel in
de avondschemering verdwenen en dienten
gevolge niet meer waarneembaar.
Het zodiacale licht:
is aan den avondhemel, als de maan niet
storend werkt, zichtbaar als een zwak
lichtende pluim of pyramide, waarvan de
as langs de ecliptica valt, en die de onder
gegane zon volgt. De helling van de eclip
tica op den horizon is aan den ochtend
hemel te ongunstig om het verschijnsel
voor zonsopgang te kunnen bestudeeren.
Sterrenbeelden:
In de avondschemering is Sirius het eer
ste zichtbaar (Alpha van den Grooten
Hond, helderheid lm.6; afstand 9 licht
jaren). Daar het licht van de zon ons in
8 min. bereikt, staat Sirius ongeveer
600.000 maal verder weg dan de zon, dit
is op een afstand van 90 billioen km. Hoog
in het Zenith wordt daarna Capella uit
den Wageman zichtbaar (helderheid Om.2;
afstand 47 lichtjarenDaarna volgen iets
meer naar het Zuiden Castor en Pollux
(Castor, helderheid lm.6; afstand 47 licht
jaren. (Pollux, helderheid lm.2; afstand
33 lichtjaren).
Castor is een physische dubbelster: de
componenten (Castor A, helderheid 2m.0
en Castor B, helderheid 2m.8) wentelen ln
350 jaren om het gemeenschappelijk
zwaartepunt Tot dit stelsel behoort nog 'n
3e component Castor C (helder 9ma0).
Alle drie sterren Castor A, B en C zijn
voor spectroscopische dubbelsterren, zoo
dat Castor een 6-voudig stelsel is.
Na Castor en Pollux wordt het geheele
sterrenbeeld Orion zichtbaar en in het
Noordwesten Deneb van de Zwaan. Met
toenemende duisternis volgen de overige
sterrenbeelden van het kaartje.
Om zich het sterrenbeeld goed in te
prenten neme men het kaartje met het
woord „Noord" voor zich en zoekt het
sterrenbeeld de Groote Beer aan het Noor
delijk firmament Dan is de Kleine Beer
ook gemakkelijk te vinden, want de Pool
ster, de uiterste ster van den staart van
den Grooten Beer bevindt zich op het ver
lengde van de lijn, die de sterren Alpha
en Beta van den Grooten Beer verbindt.
Eveneens op het verlengde van de verbin
dingslijn van Alpha en Beta van den Wa
gen, doch aan den anderen kant bevindt
zich het prachtige sterrenbeeld de Leeuw.
In het verlengde van den staart van den
Groote Beer bevindt zich Arkturus (Alpha
van Boötes of den Ossenhoeder). De hel
derheid van Arkturus is Om.2; haar af
stand is 41 lichtjaren. Het sterrenbeiid
Boötes kan men gemakkelijk aan zijn
vliegervorm herkennen. Heel laag aan den
Westelijken horizon, rechts van Orion, be
vindt zich het sterrenbeeld van Walvisch,
waarin de ster Mira Ceti (de verwonder
lijke ster uit den Walvisch), de eerste
ster, wier veranderlijkheid ontdekt werd.
Het is een roodgekleurde veranderlijke
ster, die in een periode van gemiddeld 330
dagen haar helderheid verwisselt van de
10de tot de 3e en dan weer van de 3e tot
de 10de grootte, enz.
Medio Februari loopt de Melkweg,
's avonds 10 uur, van het Zuiden naar het
Noorden, bijna door het Zenith.
(Copyright Redactie „Hemel en Damp
kring en Heldersche Courant),
Het Neder landsche volk heeft
één der atagste sterftecijfers van
alle volken ter wereld.
Dat het Nederlandsche volk, iok in ae-
zen t(jd van oeconomische iepressie -.en
der laagste sterftecijfers heeft van alle
volken der wereld, blijkt wederom uit «ie
zoo juist verschenen puolicatie van net
Centraal Bureau voor de Stal.sciek. ge
titeld: Scerfte naar den leetiijd en de oor
zaken van i en dood.
Dat de sterfte per lu00 inwoners van
1840/'49 tot 1934 gedaald is van 26.56 tot
8.41 (voor het jaar 1935 bearaagt het voor
lopige cijfe. 8.74) moet niet jegeschre-
ven worden aan h"t gezonde» worden van
ons klimaat, maar aan den ernst waar
mede hygiënische maatregelen ten on
zent niet alleen worden voorgeschreven
doch ook doorgevoerd en aan het feit dat
onze bevolking onder betere omstandig
heden.1 ft dan vroegere (betere medi
sche voorlichting, betere woningtoesta ï-
den, mee. sport, m'nder alcoholgebruik
etc.). Vooral na 1910 zien we een r.erK-
waardige dóórwerking van al ueze oor
zaken. Terwijl vóór dien de sterfte in le
grootere steden coudtjjds broeinesten van
ziekten en epidemieën) höoger was aan
op het platteland, is sinds dien in toene
mende mate gebleken dat in de steden
de hygiëne strenger wordt tcogepast, met
als gevo.g dat de grootste stedrn thans ie
laagste doodencijfers hebben! Daarom be
taalt ook de provincie Zuid-Holland met 2
der grootste gemeenten der, gerlngsten
cijns aan den dood. uaar de st;rfte van
kinderen beneden het jaar ongeveer 1/10
bedraagt der rotaie sterfte, verdient deze
z.g.n. „zuigelingen sterfte" bi>'zond:re ver
melding.
Minder sterfte van kleine kinderen.
Stierven er per 100 levend geboren dra
gers eerier nieuwe generatie, in de jaren
l880/'89 nog ruim 18 per jaar in 1934 was
dit c(jfer reeds gedaald tot iets meer dan
4 (voorlcopig cjjfer voor 1935: 4), terwjl
het aantal van 3 overleden kinderen bene
den het jaar per 100 levend geborenen
w-' als het '"'mum houwd ~>eet
worden, dat voorl- pig te bereiken ut.
Hierbij heeft de latuurljke borstvoedi -g
een grooten invloed ten goede gehad. Doch
niet alleen wat ons zuigelingen sterfte
cijfer betreft zijn we bijna „u,-gedaald",
ditz^-fde is het geval met dr lgemeené
sterfte. Blijft de geboorte, naar wel ver-
wacht mag worden, vooreerst nog dalen
(het platteland egint hierin eerst de ste
den te volgen) dan zullen we door het
ouder worden der menschen een verschut,
ving in de onderlinge verhouding der
leeftijosklasse-bezatting krijgen, met iet
gevolg dat de dalende sterftecurve gelei-
delijk horizonaal ombuigt en ten slotte
een stijgende tendenr zal ga-m vertoonen,
totdat in de toekomst de beide curven, die
van de nataliteit en die van de mortali
teit, elkaar zullen ontmoeten. Hoe meer
een land zjjn optimale bevolking gaat be
reiken, hoe geringer het accres ten ge-
volge van geboorteoverschot zal worden.
De hyi'.ëne heeft bereikt het ouder wor-
den van den mensch, uitstel van den dood.
Om één voorbeeld te noemen. Bij de
volkstelling van 1849 bleek 4 pet. der man-
neljjke bevolking 65 jaar en ouder te zijn.
bi de laatste volkstelling van 1930 6 pet.
Var de vrouwelijke bevolking bedroegen
deze percentages resp. 5.2 pet. en 6.5 pet.
Hieruit blijkt teven- dat er meer oudere
vrouwen dan oudere mannen zijn, gevolg
van het feit, dat de mannensterfte con
stant de vrouwensterfte overtreft. Echter
wordt dit verschil geringer; Het verschil
kwam van 2.06 per 1000 inwoners ln de
periode van 1840'49 op 0.22 ln 1934. Het
meer aeelnemen van de vrouwen in beroe
pen zal aan de vermindering var. dit ver
schil in sterfte niet vreemd zijn.
Opmerkelijk is ook het verschil in de
sterfte der leeftijdsgroepen onderling in
de verschillende provinciën. In de provin
cie Friesland, met een lage zuigelingen
sterfte, bereikten ln 1934 van de 100 over
ledenen 58 den leeftijd van 65 jaar, in de
provincie Limburg, waar een hooge sterfte
is van kinderen beneden het jaar, bereik
ten slechts 40 dien leeftijd. Het cijfer van
he- geheele Rijk lig, (met het getal 49)
daar tusschen in.
Doodsoorzaken.
Onder de doodsoorzaken neemt de t.b.c,
dank zij de hygiënische maatregelen,
welke ter bestrijding van aeze gevreesde
ziekte worden aangewend, niet meer
zulk een voorname plaats in: in 1C34,
slechts 6% pet. van alle sterfgevallen.
Groo'er rol spelen ten onzent de ziekten
der ademhalingsorganen (waaronder Je
aan t.b.c. overledenen niet zijn begrepen);
de sterfte aan deze klimaat-ziekte bedroeg
1/10 van de totale sterfte. Veei belang
rijker zjjn _e ziekten van he. hart (over
matig rooken of dc polsslag van dezen
tijd of beide?) waaraan op elke 100 over
ledenen .4 personen stierven. Maar ue
allervoornaamste doodsoorzaak is de kan
ker. Het is beklemmend, dat de sterfte
aan kanker st. gt, terwijl wel aangeno
men mag worden dat deze stijging niet
alleen een gevolg is van riet stellen van
een steeds juistere diagnose. Ir. 1934 be
droeg de sterfte aan kanker 15 pet. der
totale sterfte. Van de overige doodsoor
zaken zijn als vrij belangrijk neg te vor
meiden: hersenbloeding (ruim 7L& pet.),
ziekte van het urogemtaal stelsel (rum
5 pet.), aangebo en lichaamszwakte enz.
pl.m. 6 pet. en ouderdom 7 pet. Ten slotte
zij nog aangeteekend dat ruim 4 pet. der
overledenen een gewelddadigen dood
stierf: verdrinking en verkeersongevallen
nemen onder deze rubriek de grootste
plaats ln. Ver eersongevallen met doode-
lijken afioop werden het mees veroor
zaakt door automobielen en motorrijtui
gen.
Het aantal doodgeborenen blijft ln de
latere jaren vrij constant: per 100 gebore
nen 2.5.
Het aantal overledenen, dat niet genees
kundig oehandeld wordt neemt van jaar
tot jaar af, een der gevolgen van betere
medische voorziening.
verdwenen, toen ze nog heel klein was en
dezelfde intuïtie die haar o 11 zei, vertel
de haar ook, dat haar vader verdriet had,
èrg verdriet Een nieuwe vrdaag lag haar
op de lippen, maar Iets, Iets dat ze zelf
niet begreep, hield haar tong geboeid en
schoorvoetend ging ze de kamer uit
Nauwelijks had de deur zich achter
Else gesloten, of de vader bedekte zjjn
gezicht met de handen en kreunde: „Em
ma, Emma, waarom heb Je ons meisje en
mij dat aangedaan? Had Je dan geen
hart, Emmais er dan niets van de
echte moeder ln Je? Hoe kun Je leven
hoe kun je ademhalen, terwijl je een kind
hebt en het nooit ziet niet 2iet hoe E1M
opgroeit; terwijl Je haar zachte stemme
tje nooit hoort. Hoe is het mogelijk, zoo
iets? En telkens weer, een heelen tijd
door, kwam de naam, als een verwijt en
als een smeekbede tegelijk, trillend over
zijn lippen: „Emma, Emma
(Slot volgt)
„Pappie, wanneer komt Mammie weer
terug?", vroeg het achtjarige blonde
meisje met peinzende oogjes aan haar va
der, die 2ich hield alsof hij in zjjn krant
verdiept was.
„Ach kindje, waarom vraag je dat?"
„Omdat ik het zoo fijn zou vinden, als
Mammie terugkwam."
„Maar ik heb je toch verteld, dat Mam
mie voor ons dood is?"
„En de kinderen op school zeggen, dat
Mammie niet dood Is, maar dat ze op reis
is, heel ver weg.,...."
„Ja, kindje, ze Is heel ver van ons weg
gegaan."
„Maar dan kan ze toch wel weer terug
komen, Pappie?"
De vader zweeg en liet het hoofd in
zijn beide handen rusten.
Al vier lange jaren had hij zijn leed
gedragen met de kracht der wanhoop en
ter wille van het kind, het eenige mooie
en lieve dat het leven hem gelaten had
hun kind, dat een onderpand van trouw
en een schakel van liefde zou zijn tus
schen hen beiden. De schakel was verbro
ken en het onderpand verstooten; Hed-
wig was heengegaan, maar zijn onuit-
bluschbare liefde voor de vrouw, die d*
droom zijner Jonge Jaren was geweest,
brandde en schrijnde nog altijd ln zijn ziel.
„Waarom zegt u niets, Pappie?" vroeg
het meisje weer en vlijde haar blond
kopje tegen haar vader aan.
„Ach, kindje, vraag mjj nu niet zooveel.
Dc zal Je later wel alles vertellen."
„Waarom nu niet, Pappie?"
„Later, mijn lief melske, later, als Je
groot geworden bent."
„Maar u zegt zelf, dat ik al zoo groot
wordt"
„Ja, maar nóg veel grooter dan nu." En
hij drukte het kind een ontroerde kus op
het hoofd.
„Mag lk Mammie dan niet eens schrij
ven, Pappie?"
„Ja, kindjezekereen anderen
keer. Maar ga nu naar Juf, die zal al wel
op je wachten."
Het kleine meisje aarzelde, ze besefte
heel goed, dat ze niet moederloos was,
zooals een paar andere meisjes van haar
school, wier moeder écht gestorven was
en begraven lag op het kerkhof van de
kleine provinciestad. Er was een mysterie
om haar moeder, die uit haar leven was