De begrooting van het landbouw crisisfonds 1936 Het weerfonds in de Tweede Kamer binnenland 5 Op den tweeden dag meer oppositie dan instemming. Prins Bertil van Zweden te Amsterdam. Begrooting van onderwijs, kunsten en wetenschappen. BUITENLAND De doeltreffendheid van een petroleumembargo. IVoot gaan m Het Zuidelijk front. Het bombardement van Dessié. De vlootconferentie Italiaansche voorbereid ngen voor den regentijd. Een Abessijnsch protest te Parijs. HHLDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 13 FEBRUARI 1936. Het nieuwe derde dorp op de 'erp m de Wienngenneerpolder is gereed en deze weèk vindt een groote verhuizing plaats. De drukte in een der dorpstraten, waar op één dag 35 40 verhuizingen wer den .verwerkt* y— Dinsdagavond is in het Carlton Hotel te Amsterdam afgestapt Prins Bertil van Zwe den zoon van den Kroonprins van Zweden. pe prins was vergezeld van zgn adjudant, juit. ter zee Einar Blindberg, in zijn auto, weihen hij als steeds zelf bestuurde, uit Pa rijs gekomen, waar hij sinds September ver toeft, hoofdzakelijk met de bedoeling de Fransche taal vlot te leeren spreken en ver der het land te leeren kennen. Prins Bertil, die zeer streng incognito reist, stelt zich voor, voor zijn genoegen een week in de hoofdstad van ons land door te brengen. Voor zijn uitstapje heeft hij in het bijzonder deze week gekozen, omdat hier de Zweed- sche kruiser Gotland een bezoek komt bren gen. Aan boord van dezen oorlogsbodem die nen drie officieren, die zijn vrienden en stu- diegenooten zijn geweest tijdens zijn opleiding tot marine-officier. Dat hij hen hier zou ont moeten, is ook niet vreemd geweest aan zijn Komst te Amsterdam. Aan een aantal vertegenwoordigers van de pers, die in het Carlton Hotel hoopten met den Prins een kort onderhoud te mogen heb ben, Het hij door zijn adjudant meedeelen, dat hij hiertegen op zich zelf geen bezwaar zou maken, maar dat hij het minder in over eenstemming achtte met het incognito, waar door hij zijn verblijf in ons land gekenmerkt wenschte te zien. In overleg met den Prins verklaarde de heer Blidberg zich echter gaarne bereid, namens hem de persvertegen woordigers te woord te staan. Ook in ons land, gelijk bij u, aldus de ad judant van den prins, openbaart zich een Krachtige strooming voor de versterking van leger' en vloot, als gevolg van de internatio nale spanningen in Europa, die het meer dan ooit noodig maken voor een land als Zweden, ondanks zijn min of meer geïsoleerde positie, om op verdediging van het eigen gebied be dacht te zijn. eerste ned. bond van oud-onder officieren van land-, zeemacht en koloniën. Jaarljjksche vergadering van de afd. Rotterdam. Onder voorzitterschap van den heer P. van Stralen heeft de afdeeling Rotterdam van den Eersten Nederlandschen Bond van oud onderofficieren van land-, zeemacht en kolo niën, haar 19e jaarlijksche vergaderjng ge houden. De vergadering werd bijgewoond door ver schillende militaire autoriteiten. Kolonel C. J. O. Dorren, commandant van het corps Mari niers, werd geïnstalleerd ais eerelid. De aftredende bestuursleden, J. Ch. Velders en J. de Jong, werden bij acclamatie herbe noemd. De heeren C. J. O. Dorren en mr. W. a. C. van Dam hebben eenige waardeerende woorden gewijd aan de leiding van de afdee ling. De memorie van antwoord aan de Tweede Kamer. Verschenen is de memorie van antwoord •p het voorloopig verslag over de begrooting van het Landbouwcrisisfonds, Ontleend is daaraan: Opzet der begrooting. De minister kan zich met de door vele leden geuite meening betreffende den opzet van de begrooting in zooverre vereenigen, dat ook hij van oordeel is, dat het bij de begroo ting voor 1935 gevolgde systeem In het alge meen meer bevredigend moet worden geacht- Van een minder solide financieel beheer is echter bij deze begrooting geen sprake. Er kan niet meer worden geconstateerd dan dat een poging om de begrooting van het Land- bouw-Crisisfonds wat meer conservatief op te zetten dan bjj den aanvang geschiedde en daardoor eeh aantal millioenen in te halen, vooralsnog niet is geslaagd door financieele .tegenvallers. Het thans gevolgde systeem is dan ook geenszins zóó verwerpelijk, als sommige leden mcenen. Ingevolge het in het voorloopig verslag ge uite verlangen deelt de minister mede, dat volgens de ramingen in 1936 nog ongeveer 4.000.000 voor den oogst 1935 zal moeten worden betaald. Het wil den minister voorkomen, dat niet uiug worden geschroomd een geleidelijke ver- laging van de richtprijzen te bevorderen, wan neer zulks, zonder den landbouw in zijn ge- keel in gevaar te brengen, mogelijk is. De afzet van onze land- en tuinbouwpro ducten naar gebieden, waarheen nog weinig wordt uitgevoerd, wordt met alle beschik bare middelen bevorderd In samenwerking met het departement van handel, nijverheid ®u scheepvaart. De steun aan de kleine boeren. Het streven van den minister blijft er op gericht het kleine boerenbedrijf hulp te bie den, waarbij hij moge opmerken, dat deze aangelegenheid mede onder de aandacht van de commissie-Van Loon is gebracht. De vraag of ten deze een systeem van garan tie, als door verscheidene leden voorgesteld, of wal een systeem, waarbij een zekere de- gressie ten gunste van het kleine bedrijf wordt toegepast, afdoende verbetering kon brengen, is in studie. Veehouderijeentrale. De minister meent, dat er geen aanleiding is de veehouders van de betaling van oor merken en schetsen vrij te stellen, wijl het niet onbillijk geacht mag worden, dat de be langhebbenden in de kosten van het vele werk bijdragen. De steun aan de schapenhouderij heeft de voortdurende aandacht van den minister. Melk ei» zuivel. Ook de minister betreurt het ln hooge mate, dat het oorspronkelijke plan van de melksteunbeperking geen verwezenlijking kon vinden. Sedert dien heeft de minister veie denk beelden overwogen om te komen tot een nog steeds door hem wenschelijk geachte beper king van de melkhoeveelheid. Aan het door sommige leden aanbevolen middel: afslach ting, zijn ongetwijfeld ernstige bezwaren ver bonden. Deze wegen voor den minister zóó zwaar, dat hij afslachting slechts als uiterste redmiddel zou kunnen aanva.rden. Uit het Voorloopig Verslag van de Eerste Kamer. Aan het voorloopig verslag van de begroo ting van onderwijs, kunsten en wetenschap pen voor 1936 is het volgende ontleend: Stijgende uitgaven. Verscheidene leden konden niet nalaten te wijzen op het teleurstellende feit, dat de be grooting van onderwijs in het algemeen een stijging vertoont van ruim 2.500.000 en de begrooting van het lager onderwijs van bijna 3.500.000. De verklaring daarvan door den minister gegeven, was hun niet ontgaan. Even wel vreesden zij, dat op den duur onmogelijk ongeveer 150.000.000 of meer dan >/6 der geheele rijksuitgaven voor onderwijs kon wor den besteed en 100.000.000 of »/7 der geheele begrooting voor het lager onderwijs, dat bo vendien nog voor een zeer groot deel voor rekening komt van de gemeenten. Zij zouden gaarne van den minister verne men, of naar zijn meening zonder een reorga nisatie in afzienbaren tijd eene saneering van het geheele rijksbudget zou kunnen worden tegemoetgezien. Vele leden verklaarden ln te stemmen met het in de Tweede Kamer van verschillende zijden gerezen verzet tegen toepassing van artikel 185 der Gemeentewet ten aanzien van raadsbesluiten, genomen op eene aanvrage om medewerking aan de stichting of uitbrei ding van eene bijzondere lagere school. Het doel van de opvoeding. Naar de meening van enkele leden moet geëischt worden, dat de Staat zorge voor op voeding door nationaal voelende onderwijzers, zoowel in de openbare als in de bijzondere scholen en voor voortzetting van de opvoeding tot staatsburger, ook na het verlaten van de school in één nationale jeugdvereeniging. Met de zienswijze, dat de openbare scholen er ln niet geringe mate toe hebben bijgedra gen, dat een groot del des volks van den godsdienst vervreemd is en deze verantwoor delijk moeten worden gesteld voor socialisti sche tendenzen in de opvoeding van de jeugd, stemden verscheidene leden in. Het spelllngsvraagstuk. Verscheidene leden brachten het spelllngs vraagstuk ter sprake. Zij konden zich niet vereenigen met de gedragslijn in deze aange legenheid door de regering gevolgd. Deze leden hadden de hoop gekoesterd, dat het optreden van een nieuwen minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen aan leiding zou zijn geweest om het in deze te voeren beleid nader in overweging te nemen. Zy betreurden het, dat deze minister, die kennelijk persoonlijk allerminst een voorstan der is van de z.g. spelling-Marchant, eene zoo tijdelijke houding meent te moeten aannemen ten aanzien van een vraagstuk, dat toch al lerminst in staat van wijzen is. Deze leden spraken de hoop uit, dat de mi nister alsnog door een meer actief beleid wat op dit stuk naar de meening der leden hier aan het woord, bedorven was, zou trachten te horstellen Deze leden drongen met kracht aan op ee»e wettelijke regeling van de spel ling. Andere leden konden zich met deze opvat ting geenszins vereenigen. Zij kwamen op tegen de voorstelling als zou er anarchie ont staan zjjn door de invoering van de spelling- Marchant. Geen enkel bewindsman, aldus be toogden deze leden, zou eene veranderde spel ling kunnen invoeren, zonder opzien te wek ken. Deze leden ontkenden echter, dat er ver warring zou zijn gesticht. De omvang van het hooger onderwijs. Eenige leden wenschten nog eens de aan dacht te vestigen op den te grooten omvang van het hooger onderwijs, in het bijzonder wat betreft de technische vakken. Voorbereidend en middelbaar onder wijs. Wat het voorbereidend hooger en middel- baar onderwijs betreft, waren sommige leden van oordeel, dat niet voldoende onderwijs wordt gegeven ln staatsinrichting en staat huishoudkunde. Ook het onderwijs in de mo derne algemeene geschiedenis, zooals dat thans gegeven wordt, achtten deze leden onvol doende. Nijverheidsonderwijs Vele leden maakten bezwaar tegen de rich ting, waarin het nijverheidsonderwijs wordt geleid. In het bijzonder met het oog op de huidige tijdsomstandigheden achtten zij ver vanging van den drie-jarigen door eenen twee jarigen cursus verwerpelijk. Andere leden waren van oordeel, dat bij terugbrenging van den drie-jarigen tot eenen tweejarigen cursus niettemin goede resulta ten van het nijverheidsonderwijs kunnen blij ven verwacht. Lager onderwijs. Met het oog op de stijging van het aantal verkeersongevallen, kwam het verschillende leden zeer gewenscht voor, dat de kennis der verkeersregelen worde opgenomen in de rij der verplichte leervakken van het gewoon en uit gebreid lager onderwijs. Gevraagd werd of hier niet een taak ligt voor een kleine com missie ad hoe, welke opdracht ontvangt op korten termijn te dienen van advies. Sommige leden bepleitten de invoering van den achtjarien leerplicht. Kunsten en Wetenschappen. Eenige leden verzochten de regeering, haar aandacht te schenken aan de met groote snelheid voortgaande vernietiging van na tuurschoon, o.a. door onoordeelkundige werk verschaffing, lintbebouwing, afgraving van duinen en heuvels, ruilverkaveling, aanleg van overbodige kanalen en wegen, enz. Verschalende leden achtten het niet uitge sloten, dat de gesloten transacie en aanzien van het landgoed de Hooge Veluwe, den Staat op den duur voor zeer hooge uit gaven zou gaan s''~n. Vergadering van Woensdag 12 Februari.- Voortgezet wordt de behandeling van het weerfonds. Het standpunt der vrijzinnig-democraten. De heer J o e k e s (v.d.) Uitbreiding van de luchtmacht kan een agressief karakter dragen. En het art-kerie- instructieschip en de beide onderzeebooten be- hooren in dit wetsontwerp niet thuis. Met de andere aanschaffingen kan spr. wel instem men. De kosten der militaire maatregelen, hierbij voorgesteld .worden in 20 jaar afgelost. Het bedrag van 53.4 millioen zal in vier jaar worden verwerkt. Fondsvorming voor dit doel acht spr. ongewenscht. Spr. wil de uitgaven, voor dit jaar noodzakelijk, aanvaarden, maar met open oogen en zoodanig, dat hij de uit gaven, voor volgende jaren dienende, later vrijelijk kan beoordeelen. Volstrekt onjuist zou spr. achten, wat de heer Westerman wil, een fortengordel langs onze grenzen. Het defensiefonds echter zou er toe kunnen leiden. Bedenkelijk is ook, dat het fonds een prece dent zal vormen met betrekking tot de Indi sche weermacht. Met het voorstel tot versterking van de defensiekracht gaat spr. op zichzelf mee. Een deel zijner fractie denkt er anders over, gelijk ook reeds is gebleken bij de behandeling der defensiebegrooting. Spr. en nog een ander lid zijner fractie, dat met versterking der defensie kracht wel mee wil gaan. hebben tegen fonds vorming zeer ernstige bezwaren. Ten opzichte van dit laatste is spr.'s fractie eenstemmig. De sociaal-democraten zullen tegen stemmen. De heer Albarda (s.d.) zegt: Aan onze Volkenbondsverplichtingen willen wij ons niet onttrekken. Maar verkeerd is, als wy aa.1 een bewapeningswedstrijd zouden meedoen. Er is geen andere dan collectieve veiligheid bereik baar. Om haar te verzekeren, moeten wij ons desnoods offers getroosten. Collectieve veil.g- heid echter is niet verzekerd, zoo.ang niet eerst de bewapeningen gebreideld zijn. Daarbij kan voor elk land een evenredig deel voor be wapening worden vastgesteld. Omdat wij er voor zijn, dat de Volkenbond veiligheid zal geven, hebben wij er aan meegewerkt, dat Nederlandsche militairen naar het Saai-gebied gingen. Maar om dezelfde reden zijn wij tegen het aan de orde zijnde wetsontwerp. Meedoen aan den bewapeningswedstrijd leidt niet tot het doel. Spreker ontwikkelt een financieel bezwaar, met de fondsvorming verband houdende, Hij verwacht cok op het gebied der marine een toenemenden aandrang om de bewapening te vermeerderen. Zoo gaan wij den weg op van stijgende defensie-uitgaven. Dit is niet geoor loofd, vooral in verband met wat than3 voor andere dingen noodig is. De defensie-uitgaven zijn hier wel degelijk hoog, zwaar, drukkend. Maar al ware dit niet zco, dan zou verhooging der militaire uitgaven niet verantwoord zijn, gezien de stijgende werkloosheid. Als er voor de defensie wat gedaan wordt, moet dit ge schieden binnen de limiet der begrooting. Het is zeer de vraag, of onze militaire uitgaven efficiënt worden gedaan. Met name vraagt spreker zich af. of niet de vloot op te dure leest Is geschoeid. Op de aangegeven gronden ia spreker's fractie tegen het wetsontwerp. De heer Schaepman (r.k.) voor stander. De heer Schaepman (r.k.) gaat ln be ginsel met het wetsontwerp mee. Den financineelen opzet, fondsvorming, kan spreker niet bewonderen. Noodig is een uitbreiding van het contingent met 1000 5 1200 man, waardoor technische diensten en hulpdiensten voldoende personeel zullen kunnen krijgen. Hoe wil de regeering zorgen voor een voldoende bezetting van de kazematten De voor de materieel-aanschaffing' beschik bare gelden moeten meer oeconomtsch worden besteed. Nederland en Indië moeten niet ieder op eigen houtje koopen. Voor aanschaffing van militaire vliegtuigen zijn b.v. drie inkoo- pers van één en hetzelfde land voor hetzelfde doel uitgeweest. Koopt men alles tegelijk en in één hand, dan krijgt men het goedkoopnr of men kan voor hetzelfde geld meer krijgen. Is er nog wel plaats voor een zeer modern artillerie-instructieschip, als de plannen der regeering inderdaad de richting uitgaan van een zuivere kustverdediging? De heer Van Houten spreekt. De heer Van Houten (c.d.u.) zegt, dat de regeering zich niet afvraagt, wat de normen zijn van God's zedewet, maar alleen, wat wij kunnen ter zake van de militaire voorzienin gen. De nationale onafhankelijkheid is een kostelijk goed, maar ook daarbij moeten zede lijke normen worden in het oog gehouden. Het militarisme is een schrokop. Het is niet tevreden met wat het krijgt. Oorlog is zonde en ontoelaatbaar voor be slechting van geschillen alsook voor hand having onzer onafhankelijkheid. Wij moeten gehoorzaam zijn aan Gods wet, óók als dit, zuiver menschelijk gezien, dwaasheid is. De liberalen zullen voor het ont werp stemmen. De heer Wendelaar (lib.) zegt, dat voor stellen tot verbetering der Indische marine met spoed moeten worden ingediend. Spr. is bereid, de regeering te steunen bij versterking van de weermacht. Onder de militaristen ech ter schaart hij zich niet. Het is Nederlands roeping, vredelievend te zijn. In het Europeesche concert laat Nederland slechts vredelievende klanken hooren. In ons land wint de meening veld, dat de defensie verbeterd moet worden. Sedert jaren heeft de regeering, de defensie willende ver beteren, niet zoo'n sterken steun in het land gehad. Het doet spr. leed, dat ook hier de vrij zinnig-democraten uiteenvallen en dat zelfs de heer Joekes het wetsontwerp niet onverdeeld steunt. De heer Albarda heeft hier uiting gegeven aan het officieele standpunt zijner partij, maar in De Sociaal-Democraat laten de heeren Har- tog en Boekman een ander geluid hooren. De heer Albarda zeide, dat gezegd wordt, dat onze militaire vliegtuigen, niet in goeden staat verkeeren, maar aan wien de schuld, als dit het geval is Spr. herinnert ook aan het stem men van den heer Duys voor de begrooting van defensie. De flottieljeleider en de onderzeebooten be- hooren niet thuis in het defensiefonds, omdat hierbij de zeemacht betrokken is, die de kust verdediging van Nederland betreft. Ook spr. heeft bedenkingen tegen fondsvor ming. Maar laat ons aannemen, dat zijn fractie met het fonds meegaat. Dan vindt hij echter toch den termijn van twintig jaar te lang en zou hij de voorkeur geven aan een termijn van bijvoorbeeld acht jaar. De heer T i 1 a n u s (c.h.)Sedert 1922 stond er jaarlijks een post van 4 millioen op de be grooting voor aanvulling van materieel voor de landmacht. In plaats van dezen post komt er een annuïteit van 3.570.000 gedurende 20 jaar voor land- en zeemacht beide. Zoo bezien, brengt het wetsontwerp besmini ging, hoe vreemd het moge klinken. Wegens den financieelen toestand wil de regeering niet overgaan tot contingentsuitbrei ding. Kan zij nadere gegevens verstrekken, bij afzonderlijke nota, inzake de kosten van be paalde leger-verbreedingen De regeering betrachte spoed bjj de orga nisatie van de maritieme defensie en de oplos sing van het personeelsvraagstuk van de Indi sche marine, want de toestand ln het verre Oosten is zeer dreigend. De heer De Visser (c.p.) zegt, dat zijn fractie tegenstemt, omdat het leger een klasse instrument is en fascistisch geïnfecteerd is. Generaal Snijders is de leider van het fascisme. r heer Van Dijk (a.r.) zegt, dat Neder land ln zjjn sterk blootgestelde positie rekening moet houden met de gevaren van den inter nationalen toestand. Erkent spr. de noodzakelijkheid van militaire voorzieningen, als de regeering voorstelt, hij meent, dat aan verhooging van het cijfer der defensiebegrooting niet valt te ontkomen. Als de aflossingstermijn van twintig jaar gelijk behoort te geschieden, tot een termijn van b.v. acht jaar wordt ingekort, zal de annuïteit stijgen en ook het eindcijfer der defensiebegroo ting. Het komt er niet alleen op aan, achterstand in te halen, er moeten ook voor de toekomst voorzieningen worden getroffen. Volgens de regeering zullen de voorzieningen van het materieel niet leiden tot ingrijpende wijzigingen, wat het personeelsvraagstuk be treft, maar ten aanzien van luchtstrijdkrach ten, een permanente bezetting van de kazemat ten enz. zullen er ook personeelsvoorzieningen moeten worden getroffen. Een matige contin gentsuitbreiding zal onafwijsbaar blijken, al kunnen wij dit op het oogenblik niet vragen, omdat de aanschaffing van materieel al zooveel kost. De heer Arts (knth. dom.) blijft op ontwapeningsstandpunt staan. De heer Arts (k.d.p.) betreurt, dat de hoogere geestelijkheid in ons land remmend werkt. In dit verband herinnert hij er aan, dat aan pater Henricus is belet, te 's-Gravenhage een spreekbeurt te vervullen. Spr.'s partij is en blijft op het standpunt van nationale ontwape ning Het eerste en voornaamste gebod, dat der christelijke naastenliefde, blijft ons standpunt bepalen. Om kwart voor zes wordt de vergadering verdaagd tot hedenmiddag één uur. DE BOUW VAN BETONNEN KAZEMATTEN. De Staatscourant van gisteravond bevat nog een aankondiging van de aanbesteding vcor den bouw van betonnen kazematten. De eerst aanwezende ingenieur te Nijmegen zal Maan dag 24 dezer aanbesteden: het bouwen van twee kazematten van gewapend beton in de omgeving van Venlo. De conclusies van het rapport. De corr. van de N. R. Crt. te Genève meldde gisteravond: De commissie van petroleumdeskundigen heeft vanavond haar zitting geëindigd met de aanneming van een rapport aan de commis sie van achttien. Dit rapport bevat de vol gende conclusies: 1. De cijfers over het verbruik van petro leum en de opgeslagen voorraden in Italië, alsmede de misschien op het oogenblik van de afkondiging van het petroleumembargo nog onderweg zijnde leveringen, maken het onmogelijk de periode te schatten, die nog zal moeten verloopen, voordat een embargo op den petroleumuitvoer, mits dit universeel zal worden toegepast, zijn volledige uitwerking zal verkrijgen. Op het oogenblik is de commissie van oor deel, dat deze periode ongeveer 3 of 3% maand zal bedragen. 2. Indien een embargo door alle staten, die ln de coördinatiecommissie vertegenwoordigd zijn, zou worden toegepast, zou deze petro- leumsanctie doeltreffend zijn, als de Ver- eenigde Staten hun uitvoer naar Italië zou den beperken tot het normale peil van voor 1935. 3. Indien een dergelijk embargo slechts door de staten, die in de coördinatiecommis sie zijn vertegenwoordigd, zou worden toege past, zou de eenige uitwerking ervan zijn, dat het voor Italië moeilijker en kostbaarder zou worden in haar behoefte aan petroleum te voorzien. 4. Aangezien het mogelijk is in zekere mate surogaten voor petroleum te gebruiken, zou het embargo op den uitvoer van petro leum en daarvan afgeleide producten worden verstrekt, indien het werd uitgestrekt tot in- dustrieele alcohol en benzol. 5. De doeltreffendheid van het embargo op het vervoer van petroleum naar Italië hangt van dezelfde voorwaarden af als het embargo op den uitvoer. Indien alleen de staten, die in de coördi natiecommissie vertegenwoordigd zjjn het gebruik van petroleum tankschepen voor het vervoer van petroleum naar Italië zouden verbieden, zou Italië In staat blijven in haar behoefte te voorzien, doordat zij voor 50 pet. haar eigen vloot voor het vervoer zou ge bruiken en voor de andere 50 pet. gebruik zou maken van schepen van andere staten. Ook het vervoer zou moeilijker en kost baarder worden. 6. Indien tot een emb'argo op den invoer besloten zal worden, zou de meest practisclie vorm z|jn petroleumtankschepen te verbieden naar Italië te gaan, terwijl ook de verkoop van tankschepen aan staten, die het em bargo niet toepassen, zal moeten worden verboden. 7. Indien tot een petroleumembargo wordt besloten, zal de aandacht besteed moeten worden aan de noodzaak om maatregelen te treffen, ter verhindering van een handel langs omwegen. In het bijzonder zal daarbij gelet moeten worden op het gebruik van vrije havens, welke kwestie ten aanzien van pe troleum bijzonder belangrijk ls. Bioscopen. Tivoli-Theater, aanvang 7 uur. Witte Bioscoop, aanvang half acht. Rialto-Theater, aanvang half acht. Donderdag IS Februari. Centraal Genootschap voor Kinderherstel- lings- en Vacantiekolonies. Zaterdag 15 Februari. Casino, 8.15 uur: Feestavond Ned. Padvin» dersvereeniging. Musis Sacrum, van 36 en 8 uur: Speeltuin- vereen. „Centrum". Zondag 16 Februari. Casino, 8.15 u.: Eva Bonheur. verklaren, dat de ravitaiileering van de troe pen tijdens het groote regenseizoen is gewaar borgd. De intendance, waarvan het m!d-el- punt zich te Massawa bevindt, legt op het oogenblik voorraden levensmiddelen aai, die naar de centra der legercorpsen worden ver voerd en vandaar naar de eenheden in het binnenland. In alle centra worden op het oogenblik steenen of houten gebouwen gezet, waar rèserve-vcorraden levensmiddelen en munitie worden opgeslagen. Hoog beraad. Reizigers deelen mede, dat in het keizer lijke paleis te Addis Abeba de groote raad bijeen is gekomen, waar alle ministers en au toriteiten waren vertegenwoordigd en de mi litaire toestand aan het zuidelijke front is be sproken. Bij die gelegenheid zou de definiicve vervangen van ras Desta overwogen zijn. Hieromtrent is echter nog steeds geen beslis sing genomen. Op het oogenblik is de mini ster van binnenlandsche zaken de emst'gste candidaat voor dezen post. Het gerucht gaat. dat de nieuwe Ameri- kaansche adviseur aan de twee generale sta ven in het Noordtn en Zuiden een plan zou hebben voor gelegd. Het is echter nog niet bekend of hieraan gevolg is gegeven. Tecle Hawanate naar zijn landbouwbedrijf. Naar men te Addis Abeba zegt, zou Tecle Hawariate, die het commando voert over een van de sterkste Abessijnsche legercorp sen aan het Noordelijk front, van den Negus verlof hebben gekegen zich voor onbepaalden tijd van het front te verwijderen en naar zijn landbouwbedrijf te Harrar te gaan. teneinde aldaar de werken des vredes u.t te oefenen. In de Abessijnsche hoofdstad concludeert men uit dit nog niet officieel bevestigde be richt, dat hoogstwaarschijnlijk aan het Noor delijk front voor geruimen tijd een periode van rust zal aanbreken. Een anti-Engelsch artikel ln do Tevere. Naar aanleiding van de publicaties van de Italiaansche verlleslijst bevat de Tevere een artikel tegen Engeland, dat, volgens Reuter door zijn hartstochtelijkheid uitmunt. Iedere naam is in de lijst dezer gevallenen, aldus de Tevere, verbonden aan een Engelsch pro jectiel, iedere Italiaansche rouw is Engelsche winst. Het noodlot wil, dat de strijd voor de levensrechten van een volk met bloed be taald moet worden. Het offer wijdt het ver worven recht. Het Italiaansche volk heeft het barbaarsche Abessinië de noodige schat ting aan bloed betaald. Het moet deze ech ter niet aan het verraad en het egoïsme van Engeland betalen. Het barbaarsche Abessinië heeft de middelen tot tegenstand tegen den opmarsch van de beschaving door de Engel- schen gekregen. Drie dooden, vele gewonden. Volgens de officieele Abessijnsche lezing, zijn bij het bombardement van Dessié drie menschen gedood en velen gewond. De vlieg tuigen, welke eerst over Dessié vlogen, zet ten vervolgens koers naar Waldia. De weg van Waldia naar Kworam werd gebombar deerd, zonder dat er slachtoffers vielen. De deelneming van Duitschland. Reuter meldt uit Londen: De hoop, dat de Sowjetunie en Duitschland uitgenoodigd kunnen worden tot deelneming aan de vlootconferentie om een vlootverdag op te stellen is vrijwel opgegeven. Reuter meldt uit Makallé: Het Italiaansche leger bereidt zich voor om met zoo weinig mogelijk schade het snel naderende regenseizoen door te komen. De militaire autoriteiten zullen een moeilyk pro bleem hebben op te lossen, gezien den toestand van het terrein, waar bijna 300.000 man in tenten ondergebracht zullen moeten worden en de hevigheid van de onweders, die gedurende verscheidene maanden op de Abessijnsche hoogvlakten woeden. In verband hiermede zij er aan herinnerd, dat het Italiaansche front tusschen Makallé en de Sétit zich uitstrekt over een lengte van ongeveer 1000 km, en nu eens gaat over bergtoppen, die soms 2500 meter hoog zyn, dan weer door dalen, die 1500 meter diep zijn. Op den bodem van deze dalen bevindt zich bijna steeds het bed van een bergstroom, dat gedurende eenige maanden van het jaar geheel droog ligt. De bodem neemt bijna nergens water op en wanneer de regens beginnen te vallen, kan men getuige zijn van het overweldigende schouwspel, dat ontzaglijke watermassa's, die soms 5 ft 6 m hoog zyn, met donderend geweld naar beneden komen en op hun weg alles medesleuren. In het stelsel van verbindigswegen, dat tus schen verschillende punten ls aangelegd, be vinden zich kunstwerken, o.a. talrijke bruggen over de beddingen van de bergstroomen. Maarschalk Badoglio kon dan ook onlangs De tonnage der slagschepen. Hoewel de Vereenlgde Staten weigeren een beperking van de tonnage van de slagschepen tot 30.000 ton, en een geschut van 14 duim, te aanvaarden, zouden de Vereenigde Staten bereid zijn deze beperking tijdelijk te aan vaarden. Reuter meldt, dat zij echter geens zins willen, dat deze beperking permanent zal worden. Overeenstemming van de tonnage van kruisers en duikbooten. Naar gisteren in de wandelgangen van de Fransche Kamer verluidde (minister Piétri commissie voor de marine) zou men in Londen heeft gisteren een rede gehouden in de Kamer tot overeenstemming zijn gekomen over de maximale tonnage der kruisers. Overeenkomstig den wensch van de Britsche admiraliteit zou voor duikbooten een maximale tonnage van 2000 ton aanvaard worden, z Het vervoer van wapens* vla Dzjiboeti. De Abessijnsche gezant te Parijs heeft gis teren Flandin een nota van zijn regeering overhandigd, waarin deze protesteert tegen het feit, dat de Fransche regeering zich ver zet tegen het doorzenden van wapens en munitie, bestemd voor Addis Abe'-\ over da spoorlijn van Dzjiboeti naar Addis Abeba.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5