Ter herinnering aan den sterfdag van Heinrich Heine. POPULAIR BIJVOEGSFI VAN DE HFfPFP^rMP mi IRAN1T ZATERDAG 22 FEBRUARI 1936 AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN VOOR DE Heinrich Heine. Wie kent hem niet, zj) het dan ook slechts by naam, wie heeft niet zijn onsterfelijke liederen hooren zin gen of voordragen, onbekend misschien roet den naam van den dichter? Bij dozij nen zijn ze te tellen, de zoetvloeiende vers jes, meestal eenvi udig van structuur, die veie componisten inspireerden, en in vele huiskamers, waar zoon of dochter aan mu ziek doet, zijn composities van Schumann, als ,.die beiden Grenadiere", „Du bis wie eine Blume", „Ich grolle nicht", „lm wun- derschönen Monat Mai", „Die Lotusblume". van Robert Franz als „Aus meinen gros sen Schmerzen mach' ich die kle.nen Lie ver", van jensen als „Lehn' deine Waag an meine Wang, drnn fliessen die Trane zusammen", van Mendelssohn als „Auf Flügeln des Gesanges", en nog vele, vele meer, goede en hartelijk geliefde bekenden, ja, Heinrich Heine was een begenadigd menschenkind, en nu het dezer dagen 80 jaar was geleden, dat hij ha langdurig smartelijk lrjden, in zijn geliefd 1 -trijs over leed, zou de Heldersche Courant in haar laak tekort schieten, indien zij niet eenige regels wijdde aan dezen onsterfelijke, die aan duizenden, ja, tienduizenden menschen- kinderen momenten heeft geschonken van intens genot. Onsterfelijk, zeidén we. Want wel moge het reactionnaire Duitschland van een eeuw terug den dichter genoopt hebben zich in vrijwillige ballingschap naar Frankrijk te begeven, en wel moge de „groote" Hitier, in 't niet minder reactionnaire jjuitschland van heden uit 's dichters geboortehuis in Düsseldorf zijn naam en gédenksteen heb ben weggenomen, de onsterfelijkheid konden zij daarmee niet vernietigen, tn- tegéntïëèl: ~öok aan dén naam" Heine is voortaan voor hët arme Duitschland de eeuwige, niet meer uit te wisséhen schand vlek verbonden van- het vergoten Joden bloed, en zooals Heine's gedichten door de eeuwen heen zullen worden gezongen en gekend, dank zij de „arische" en niet-ari- sche componisten, zoo Zal ook het Joden dom zn vitaliteit en kracht behouden, en met of zonder Duitschland gelukkig zijn Invloed op de beschaving der menschheid blijven uitoefenen. Terloops "zij hier nog opgemerkt, dat Hitier en de zijnen niet consequent zijn gebleven' toen zij Heine trachttten te vernietigen, want zij lieten de vele composities van zijn liederen (Joodsch gif dus!) tot dusver ongestoord bestaan. Maar misschien worden die óók nog eens uit de muziekbundels van het Duitsche volk gescheurd. Een kort overzicht van 's dichters leven en werken moge hier worden gegeven, als herinnering aan zijn sterfdag, op 17 Fe bruari 1856. Heinrich Heine, het „stoute lievelings kind der Gratiën" (zoo werd hij ge noemd) i) werd den 17den December 1799 te Düsseldorf geboren uit Joodsche ouders. Zijn vader Samson was een werkzaam, vlijtig koopman en de jonge Harry (dat was zijn doopnaam) was voor koopman bestemd. Maar zijn moeder, Peira (later Betty) van Geldern, dweepte met kunst en poezië en zag al gauw.de buitengewone begaafdheden van haar kind. Aan haar invloed is het dan ook te danken, dat Harry's eigenlijke roeping: het stoute, on opgevoede lievelingskind der Gratiën te worden, vervuld is. En hoezeer Heine in later jaren gespot moge hebben met alles en nog wat (zijn beste vrienden waren niet veilig voor hem), steeds heeft hij met eerbied, oprechte liefde en vereering zijn moeder opgezien, en op tallooze plaatsen in zijn geschriften heeft hij daar van blijk gegeven. De jonge Harry kreeg een goede opvoe-. ding; hij bezocht het Düsseldorf er lyceum (een soort gymnasium) en, doordat zijn vaderstad de residentie van het door Na poleon in het leven geroepen Groothertog dom Cleverberg was, kwam hij d spoedig met de Franschen in aanraking, hetgeen °P 't karakter van het jonge kind een over- De Gratiën waren in de Grieksche mythologie drie bekoorlijke gezellinnen van Venus, de godin der schoonheid en liefde en waarom men Heine het stoute lievelingskind noemde (ungezogener Lieb- ™g), blijkt wel uit het vervolg. wegenden invloed uitoefende, zyn vader probeerde den 16-jarigen jongen in de koopmanswereld te introduceeren, maar hij had zoo'n tegenzin in het vak, dat hij naar huis terugkeerde (men was op de Frankforter jaarbeurs). Daarop werd hij naar zijn oom Saiomon in Hamburg ge zonden; hij werd daar handelsagent en richtte een vennootschap op onder den naam Firma Harry Heine Co. Maar een jaar later moest deze firma al worden opgeheven. Op zijn 18de jaar werden zijn eerste ge dichten gepubliceerd, en, eenmaal losge laten, liet zijn muze zich niet meer het dwangbuis van een „gezeten burger" aan leggen. Gelukkig begon de familie het ook in te zien, de oude heer Heine had tegen slag in zaken (ook toen. waren er crises, lezer!), en het Hamburger filiaal moest worden opgedoekt. ïviaar gelukkig voor den jeugdigen Harry kon oom Saiomon de middelen verschaffen voor een driejarige studie aan de universiteit. En zoo vinden wij hem op 11 Dec. 1819 als juridisch stu dent ingeschreven aan de hoogeschool te Bonn. Hij kwam daar in aanraking met tal. van, later beroemde, mannen; de juri dische studie lókte hem begrijpelijkerwijze niet zeer aan. Zijn liefde hadi de literatuur In den herfst van 1820 verliet de jeugdige student Bonn en ging naar Göttingen. waar hij zich evenwel niet erg thuisvoelde. Dit heeft hem echter niet belet in zijn Harzreise, die in 1824 verscheen, het vol gende, geestige beeld daarvan te geven: „De stadGöttingen, beroemd door haar worsten en haar universiteit, be hoort aan den Koning van Hannover, en is In ~Kët~l5ëZitvaiT999"brandweerposten, - diverse kerken, "een kaam vrouwenin richting,.. een sterfewacht, een - cachot, een -bibliotheek^en een raadskelder met heel goed bier. De voorbijstroomende beek heet „de Leine" en dient in den zomer om in te baden; het water is erg koud en op sommige plaatsen zóó breed, dat Lüder (wie dat is wéét ik niet. Br.) een flinke aanloop nemen moest, toen hij er over' sprong. De stad zelf is heel mooi en bevalt hét besté als je er met den rug naar toe staat. Ze moet al heel oud zijn, want .yijf jaar geleden had zij ook al datzelfde grauwe uiterlijk", enz. U krijgt hier een staaltje van den geest en humor van dit „stoute lievelingskind", en daarom hebben wij het ingelascht. Harry slaagde er in 1825 toch in zijn eindexamen te doen en den doctorsgraad te behalen in de rechten. Zijn promoven dus complimenteerde hem met het feit, dat een groot dichter tevens jurist kan zijn en vergele.ek hem reeds met Goethe. Heine had toen al veel poëzie gepubli ceerd; zijn „Buch der Lieder", dat in 1827 voor de eerste maal verscheen, bevat ge dichten uit de jaren 18171821 (Junge Leiden), vertalingen van Lord Byrons verzen, „Lyrisches Intermezzo" (gedichten uit 1822 en '23), „die Heimkehr" (1823 '24), en nog meerdere, en hierbij bevinden zich vele van de verzen, welke hem on sterfelijk maakten. De jonge advocaat was eerst van plan zich in Hamburg te vestigen, maar hij voelde ook voor dit vak niet veel, en na veel wederwaardigheden besloot hij in 1831 de toenemende reactie in Duitschland te ontvluchten en zich voor goed in Parijs te vestigen, waar hij allerlei letterkundig en journalistiek werk Verrichtte. In 1843 reisde hij naar Duitschland, doch keerde in 1844 weer naar Frankrijk terug, om daar tot het einde van. zijn leven te blij ven. Hij overleed, zooals we zeiden, den 17den Februari 1856 (sommige biografen vermelden het jaartal 1855) en werd op het kerkhof te Montmartre bijgezet. Heine was een fijne geest, spottend en lichtzinnig, érötiSeh, maar ook diep-ern- stig en vroom en zelfs weemoedig achter zyn luchtig en toon. Men noemt hem een opstandige, een revolutionair, maar is dat eigenlijk niet ieder, diq in durft te gaan tegen bekrompenheid en reactie, die de waarheid in de oogen durft te zien en durft te getuigen?... Hoewel hij als Fransch burger trouw is gebleven aan zgn Duitsche vaderland en zich Duitscher bleef voelen, heeft hy lüet geschroomd den Duitschers, waar dat noodig was, de waarheid te zeggen. Heine heeft, naast de geweldige massa liederen, ook zeer veel proza geschreven; dit werk is meer journalistiek dan literair in den strikten zin des woords. Het mag dan ook eigenaardig worden genoemd, dat iemand als Klabund, een van Duitschlands jongere dichters (eenige jaren terug over leden) in zijn literatuurgeschiedenis Hei ne's dichterschap op het tweede plan plaatst en hem vóór alles schrijver noemt (Schriftsteller). Maar ook Klabuncl moest erkennen, dat Heine met Goethe, Eichen- dorff, Mörike behoort tot de meesters van het Duitsche lied. Verder zegt Klabund: Heine is het prototype van den dagblad correspondent: de eerste Europeesche journalist en feuilletonist. Hij streed van Parijs uit tegen tyrannen en philisters, zooals hij ze zelf noemde, en men heeft hem dit zeer kwalijk genomen. Tachtig jaar geleden, op 57-jarigen h leeftijd, is dit „Stoute lievelingskind der Gratiën", deze fontein van poëzie, in Pa ria's overleden. De tegenwoordige heer- schers in Duitschland namen, zooals we zeiden, uit het geboortehuis van den dich ter in Düsseldorf gevelsteen en inscriptie weg. Gelukkig kunnen deze straks worden vernieuwd. En, daar zij niet de blijvende waarde der liederen konden vernielen, noch ook uit de harten van het volk weg nemen de liefde én de bewondering, is hetgeen Hitier gedaan heeft, alleen maar jammer voor hem zelf. Toen Don Quichote zijn strijd tegen de windmolens aanving, die hij voor reuzen aanzag, waarschuwde Heeft de jeugd belangstelling en waar voor? Natuurlijk bezit ieder normaal ontwik keld kind belangstelling voor het een of ander. Aard en opvoeding oefenen echter een grooten invloed hierop" uit. Het is meestal zoo, dat de belangstelling van het nog jonge kind uitgaat naar die dingen, welke ook de belangsteling van zijn ouders hebben en die in het gezin telkens onder ling besproken worden. Een landbouwers kind heeft dan ook andere belangstellings objecten dan bijv. het kind van een vis- soher, schipper, kunstenaar, enz., later blijkt echter vaak, dat de belangstelling der kinderen-zich wijzigt en soms wel uit gaat naar die dingen, welke de ouders nooit gewaardeerd hebben, of, wat ook voorkomt en dan erger is: welke de ouders absoluut verkeerd voor hun kind achten. Om de belangstelling van het kind te leeren kennen is allereerst noodig eèn waarachtige vertrouwelijkheid tusschen het kind en ouders. Men meene niet, dat deze er altijd bestaat. Integendeel, het is mij her haaldelijk opgevallen, dat verschillende kin deren eigenlijk nooit recht vertrouwelijk zijn tegenover hun ouders. Het is mogelijk, dat zulks bij het kind ligt, er staat tegen over, dat verscheidene ouders ook schuldig staan aan dit feit. Er zijn nu eenmaal ouders, die nimmer hun kind leeren kennen! Vaak ligt dit hier aan: zij zien te veel het kind in het kind. Dat is verkeerd. Naarmate een kind ouder wordt, wordt het zelfstandiger. Het krijgt een sterker wordende eigenwil, het wordt een persoonlijkheid. Dit is een feit en ik ge loof, dat we hierover ons te verheugen heb ben Uit het kind groeit de mensch. En wat is een mensch, die op volwassen leeftijd nog niet zelfstandig is? Maar... ik reken tenvolle: de zelfstan digheid van het jonge, kind mag nimmer ontaarden in eigenwijsheid of Onverschillig heid tegenover zijn ouders. Men moet het Joost van de Vondel Jenner Hitier Mussolini Marchant Frederik van Eden Pasteur Beethoven Dr. W. Mengelberg Dr. Alb. Schweizer J. S. Bach Adama van Scheltema Florence Nigthingale Sven Hedin Boerhaave kind van jongs af leeren vertrouwelijk te zijn. Het leeren begrijpen, dat het tegen vader en moeder gerust zijn hart mag uit storten. Ook als het met zeer ernstige din gen tobt. Een ouder moet weten te luiste ren en begrijpen. Men schepe het kind nooit af met een z.g. „dooddoener". Daar bewijst men het kind en zichzelf een zeer slechten dienst mee. Zeker, kinderen kunnen met erg onnoo- zele dingen aan ons hoofd komen zeuren. Wanneer we dan zelf in zorg en drukte zitten, staat ons hoofd er niet naar, kin derpraat aan te hooren. Het gevolg is, dat wij er ons met een dooddoener, of vaak een berisping van afmaken. Maar wij vergeten, dat wij dan in ons kind iets vernielen... -- Wie zijn kind wil leeren kenen moet veel en veel luisteren. Hij zal dan op ongezochte manier ont dekken waarnaar de belangstelling van zijn kind uitgaat. Ik heb voor eenige maanden terug eens een onderzoek ingesteld naar de aanwezige belangstelling bij het kind en de objecten zijner belangstelling. Ik legde daartoe aan een tachtigtal meisjes van dertien tot zes tien jaar een aantal vragen voor. Ik wil deze reeks vragen hier laten vol gen voor de ouders van kinderen van ge noemden leeftijd. De bedoeling is, dat ach ter iedere naam van de gevraagde persoon door het kind vermeld wordt: a: beroep, kunstenaar of iets dergelijks, b: het land van zijn afkomst, c. tijd, waarin de persoon leefde of leeft, d: waardoor hij of zij zich bekendheid verwierf. Hier volge dan de lijst van willekeurig genomen personen. Ik hoop, dat de belangstellende ouders deze proef bij hun kinderen eens zullen ne men. In het volgende artikeltje zal ik dan den uitslag van mijn onderzoek geven met enkele opmerkingen en ervaringen. Dichter Nederlander 17e eeuw Gijsbrecht v. Amstel o.m I - - «iiiiuiutfiiuimiiuiK

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 17