I PAG. 2 ZATERDAG 22 FEBRUARI 1936 'T JUTTERT.ib TOB NOOIT HOEKJE l.e.e.n. Populaire Rubriek Mr. Moneymaker heeft een ongelukje Mocht hij niet van geluk spreken, dat hij er 't leven had afgebracht hem zijn schildknaap Sancho Pansa. „Denk erom, heer, het zijn maar wind molens, waartegen gy gaat vechten!" Waarop Don Quichote zeide: „jy weet er niets van. Reuzen zijn het en als je bang bent, ga dan maar op zy, ik ga er alleen op af. En Don Quichote kreeg een klap van de molenwiek, waardoor hy over het veld rolde. En daar wachten we nu maar op, op die klap van de molenwiek, be doel ik. En inmiddels zullen onze frissche meisjesstemmen blijven zingen „Auf Flil- geln des Gesanges, Herzliebchen trag' lch dich fort". En al die, schier ontelbare, andere liederen uit onze muziekbundels. J. BROUWER. UW GEDACHTEN SCHEPPEN, WAT? Hetgeen u verwacht, komt tot u. Alles, van de belangrijkste uitvinding tot het eenvoudigste voorwerp, vindt zijn oorsprong in een gedachte. Aan elke stoffeiyke schepping ligt een gedachte tot grondslag. Te dikwijls verliezen wij deze eenvou dige waarheid uit het oog. Denkt maar eens terug aan uw kinder tijd, eens aan de tennisracket die u toen dolgraag wilde hebben. Al uw gedachten waren vervuld van die tennisracket. Mis schien heeft u maandenlang centen en stuivers gespaard, en allerlei karweitjes thuis opgeknapt in de (dikwijls vervulde) hoop om daarvoor een stuiver of een dub beltje te krygen. Maar u had tenslotte uw tennisracket. Waarom? Omdat elke ge dachte, die sterk genoeg is, tenslotte ma terialiseert. Negatieve gedachten materialiseeren zich op negatieve wijze. Wanneer u een spiegel breekt, en u bent bygeloovig ge noeg om aan te nemen dat dit ongeluk brengt, zal dit verwachten van ongeluk u inderdaad tegenslag brengen. Het gedachtenleven van dieren noemen wy instinct, Dit instinct geeft de dieren in, waar zij voedsel kunnen vinden, en hoe zy zich het beste kunnen beschermen tegen de aanvallen van grootere en ster kere dieren. Instinct geeft de trekvogels aan, waar zy warmte kunnen vinden, wan neer by ons de winter aanbreekt. Wat zouden de dieren beginnen zonder hun instinct Wat zou de mensch beginnen zonder denkvermogen? Jammer, alleen, dat wy- zelf dikwijls de kracht der gedachten tegen ons richten door verkeerd nega tief) te denken. Want hetgeen wy verwachten, trekken wy aan. Stelt u voor dat u vurig wenscht op reis te gaan. U verlangt het en droomt ervan. Dit alleen is niet voldoende, van nu af aan moet u uw gedachten gebrui ken om uit te denken, hoe u het reisgeld by elkaar kunt krijgen. De wereld heeft alles wat u noodig heeft, zy heeft die reis voor u. Anderen gaan op reis. U zult zeg gen: „zij hebben het geld ervoor en ik niet." Maar zy hebben ook eerst wegen moeten vinden om dat geld te verdienen. Laat ook u het niet by droomen en ver langen; denkt praktisch en opbouwend. Onverschillig wat Uw middelen zyn en op welk maatschappelyk peil U staat, U kunt een gelukkig mensch worden wan neer u uw gedachten sterk maakt als houwitsers. Wanneer u 's morgens opstaat en u denkt: „Ik wil thee en geroosterd brood met jam voor myn ontbijt", dan drinkt u even later thee en eet er geroosterd brood met jam bij. Uw gedachten zyn gematerialiseerd. Wanneer u naar kantoor gaat met de gedachten: „Vandaag zal ik eens laten zien wat ik kan, zoodat de baas de in druk krygt: „Neen, die werkkracht kun nen wy niet missen", dan zult u er vast en zeker in slagen een dergelijken indruk teweeg te brengen. Maakt u de gewoonte eigen, in verband met alles wat u niet aanstaat onmiddellyk de gedachtengang te volgen: „Wat kan daaraan veranderd worden?" inplaats van vruchteloos te mopperen en te klagen. Vormt u een sterk visionnair beeld van hoe het wèl moet. De eerste fabrikant van stalen meube len begon met zich deze meubelen voor te stellen. Daarna overlegde hy met zyn tee kenaar en ontwerper. Zoo werd hetgeen eerst een gedachte was, werkeiykheid. De groote Emerson heeft gezegd: „Het koningschap is eerder het privilege van hen die hun gedachten beheerschen dan van hen, die op een troon zitten''. Dr. Jos de Cock. Dat niet alleen zij die de spellen afspelen moeten in de Handelsblad-tournoolen, doch ook de tegenspelers geducht op hun tellen moeten passen, blykt uit onderstaand spel (3e tournooi, spel 18). Evenals de vorige week is dit spel over genomen uit de pas verschenen verzame ling door Mr. F. W. Goudsmit. S. 7.4. H. v.10.3. R. 10.5.2. K. 8.7.6.3.2. S. h.10.6.2. N. S. v b.9.8.5. H- b-2. w H. 6.5.4. R. h.v.9.8.7. R. a.b. K. v.9. Z. K. a.b.10. S. a.3. H. a.h.9.8.7. R. 6.4.3. K. h.5.4. Z/N waren kwetsbaar en O., die gever was, opende met 1 S., waarop Z. ant woordde met 2 H en West zyn kracht aan gaf door 3 S te bieden. N. moest natuur iyk passen en O. bood met 4 S. de manche, waarop allen pasten. De uitkomst voor Z. was niet moeilyk, H. heer werd voorgespeeld en de le slag daarmede gemaakt. Z. moet nu den tyd nemen de verschil lende mogelykheden na te gaan. Dat zyn partner niet veel kon hebben, wist hy al, maar nu de blinde open gekomen is, blykt dat N. wel eens poploos zou kunnen zyn, omdat O. toch ook een opening moet heb ben. Het contract zou down kunnen gaan, als Z. maar bytyds de K. heer kan maken, waarvoor het echter noodig is, dat N. met K. begint; dus moet een kans worden ge zocht om N. aan slag te brengen. Azen of heeren kan N. niet hebben, dan zou de opening van O. niet goed zyn en van de vrouwen bhjft alleen H. v. over, omdat O. toch zeker S.v. zal hebben en, zou deze toch by N. zitten, deze hiermede niet aan slag is te brengen. De eenige kans dus genomen en H. 7 door Z nagespeeld, die werkeUjk ln N wordt gemaakt met H.v. Bekijkt N. de blinde, dan blijft hem niet anders over dan K. te spelen, waardoor öf K. h. direct wordt gemaakt, óf wordt gemaakt als Z. met S. aas aan slag ls ge komen; dus met de 2 H. slagen tezamen 4. Resultaat down. Maakt Z. deze Derekening niet, dan wint O. altyd zyn manche, omdat deze, aan slag gekomen, de troeven er uit haalt en op de vrye R. van den blinde zyn K. b.10. kan weggooien, zoodat in die kleur géén slag behoeft te worden verloren. Ook het volgende spel is voor tegenspel zeer leerryk (3e tournooi, spel 22). S. a. H. 9.5.4. R. b.9.7.5.4. K. a.h.b.3. S. 7.5. -N S. 4.3. W. H. a.10.7.3.2. H. h.v.b. R. v.10.8.6.3. R. a. K. 10.7.4. Z. K. 9.8.6.5.2. S. h.v.b.10.9.8.6.2. H. 8.6. R. h.2. K. v. Zuid opende met 4 S., waarop allen pas ten en W. speelt H. h. voor. O. bedacht, dat de eenige down-mogelykheid is, dat Z 2 H. en 2 R. heeft. Dit is inderdaad zoo en down volgt met: 1-Hh H x Ha! Hx 2. R x Rx Ra Rx 3. Hv Hx Hx Hx 4. R x R x S 8!! R x Heeft Z. niet 2 H en 2 R, dan is er toch niets aan te doen; hy moet zijn 4 S dan altijd maken. N.D.S. „Ik heb in geen 25 jaar gerookt of gedronken." „Dan vier je zeker je zilveren bruiloft?" HET GEBOORTEBEWIJS VAN DE MODERNE AUTOMOBIEL. Speciale af deeling „50 jaar auto mobielen" op de autotentoonstelling te Berlyn 1986. De internationale automobieltentoonstel ling, welke dit jaar te Berlyn van 15 Febr. tot 1 Maart zal worden gehouden, zal een speciale afdeeling hebben onder den titel „50 jaar automobielen". In het centrum hiervan zal de eerste automobiel van de wereld staan, waarop de Duitsche uitvinder Karl Benz op 29 Januari 1886, dus juist 50 jaar geleden octrooi heeft gekregen Daimler en Benz kwamen geheel onaf hankelijk van elkaar tot de uitvinding van wat tegenwoordig het belangrykste ver keersmiddel op den weg is. Daimler, die reeds in 1883 octrooi had gekregen op den eersten snelloopenden verbrandingsmotor van de wereld, construeerde in 1885 het eerste motorrijwiel, terwyl in hetzelfde jaar Karl Benz octrooi kon aanvragen op zyn constructie van 's werelds eerste bruik bare automobiel. Na vele goed geslaagde proefritten op het terrein van zijn fabriek maakte hy op 3 Juli 1886 ln de Ringstrajt te Mannhelm zyn eersten proeftocht ln w openbaar. In zyn herinneringen, die onde den titel „Lebensfahrt elnes Erfinders» (Levensloop van een uitvinder) zijn ver schenen, noemt Karl Benz zelf den da» van de octrooiverleening op zyn autorri^ biel den „geboortedag van de auto", Dy eerste octrooi op een geheel afgewerkt practisch bruikbaar motorrijtuig voor het vervoer van verscheidene personen ls du3 als het ware het „geboortebewys" van de automobiel geworden. ESPERANTO IN BULGARIJE. Een interview met een Bulgaar schen minister. De heer Hugo Steiner, regeeringsraad te Weenen, de bekende voorvechter voor Es peranto in Oostenryk, en voorzitter van het comité voor het in 1936 in Weenen te houden wereldcongres, maakt in „Heroldo de Esperanto" melding van een interview met den Bulgaarschen minister van finan ciën Jotoff. Deze minister, die zelf Esperanto spreekt zegde zyn volle medewerking toe voor het genoemde congres en beloofde, dat aan 200 Bulgaarsche Esperantisten ieder 5000 Le- wa's in Oostenryksche valuta zal worden toegestaan, terwijl ook voor een eventueel in Bulgarye te houden congres een flinke subsidie zou worden beschikbaar gesteld. Nog met verschillende andere ministers als ook met den burgemeester van Sofia Ing. Ivan Ivanoff. kwam de heer Steiner ln aanraking en allen bleken groote voor standers voor de verbreiding van de wereld- hulptaal. EEN NIEUWE VAAN OP DE ACROPOLIS TE ATHENE. Dezer dagen werd op de Acropolis te Athehne een nieuwe Grieksche vlag ge hesen; een en ander ging met enig cere monieel gepaard. In Griekenland is het een zeer oud gebruik, ingesteld door Ko ning Otto van Beieren, dat ieder jaar een nieuwe vlag wordt gehesen op de Acro polis. Dit mag echter alleen geschieden door Grieken, hetzij wonende binnen de Griekse grenzen, dan wel in het buiten land verblijf houdend. Dit jaar werd de vlag aangeboden door een delegatie Amerikaanse Grieken. Zoo als men weet, zijn de Griekse vlagge- kleuren wit-blauw. Deze kleuren zijn af komstig van het vroegere Beieren. Zij zijn tot nog toe gehandhaafd ter herinne.'jig aan Koning Otto van Beieren. UNIVERSITEIT HEIDELBERG BESTAAT 550 JAAR. Duits land's oudste hogeschool. Dit jaar zal het 550 jaar geleden zijn, dat de Universiteit te Heidelberg, de oudste hogeschool in Duitsland, door den Keurvorst Ruprecht I werd gesticht In 1803 werd zij door Karl Friedrich gereorganiseerd en belangrijk vergroot Met recht draagt de universiteit de naam Ruperto-Carola, want zy heeft aan beide mannen zeer veel te danken. De geschiedenis van de laatste eeuw noemt ons een reeks beroemde personen van de Universiteit te Heidelberg: als professor in het Staatsrecht Bluntschli, de natuurkundigen Bunsen, Helmscholtz en Kirchoff, de anatoom Gegenbauer, de geschiedkundige Schlosser, en de litterair- historicus Gervinus. Uit de latere tyd zijp nog te noemen de chirurg Czerny en de philosoof Kunc Fischer. Natuuriyk, maar dat was dan ook het eenige, want de rest door HERMAN BODDE. Toen Mr. Henry Moneymaker even voor de honderd-acht-en-veertigste straat in een oogenblik van afwezigheid van geest tegen zijn gewoonte in peinzend naar den grond liep te staren, in plaats van voor zich uit en om zich heen te zien, voelde hij plotse ling en geheel onverwachts een hevigen stoot in zijn rug, tegelijk sloeg er iets met zoo'n vinnige klap tegen zyn linkerslaap, dat hij als een blok omtuimelde en nadat hy dit feit nog net had constatee- ren, had hy ook reeds het bewustzijn ver loren. Toen Mr. Moneymaker met een stekende pyn in het hoofd en nóg pijnlijker rug en ledematen in een witte, doch erg donker gemaakte kamer weer tot bewustzijn kwam en, moeizaam het hoofd wendend, een poging deed om te weten te komen waar hy zich bevond, was hij de eerste oogenblikken niet eens in staat, zich ook maar iets te herinneren van wat er met hem voorgevallen kon zyn na zijn val; en ook het feit zelf van zyn val en daarop gevolgde bewusteloosheid kon hy zich slechts met de grootste Inspanning te bin nen brengen, vervolgens zocht hy, even eens tevergeefs, naar de mogelijke oor zaken van het ongeluk en met al die on zalige pogingen martelde en kwelde hy zich zoozeer af, dat hhlj een luid gekreun niet kon onderdrukken. Dan gaf hij het een oogenblik op, doch even later was hy weer opnieuw bezig. Blykbaar was er iets tegen hem aangebotst, maar watEen verkeersongeval waarschijn lijk, hy had zeker een aanrijding gehad, ja dat zou 't wel zyn, natuuriyk, nu be gon hy 't zich weer wat te herinneren bij de honderd-vier-en-zeventigste straat moest het geweest zijn, juist toen hy on derweg was naar het kantoor van Johnny Hills, om die zaak met de Silvia-Mine- bonds in orde te brengeno, wat moest Johnney wel van hem denken, dat hy niet gekomen was en nu zou die pracht-busi- ness wel heelemaal niet voor elkaar ko men, want Mr. Moneymaker had maar tot 12 uur optie en geen minuut langer. Ver draaid nog toe, dat hem dat juist nu moest overkomen. Ai, wat was dat een ondraaglijke pyn, als hy er maar niet zoo ernstig aan toe was, als hij z'n beenen nog maar had en Mr. Moneymaker probeerde met z'n rechterhand die vry was, z'n bee nen te voelen hoe 't daarmee stond. Maar de pyn belette hem zelfs deze eenvoudige beweging ten uitvoer te brengen en steu nen gaf hy het op. Trouwens, hy voelde ze zóó wel, z'n beenen, al was 't ook on aangenaam genoeg! Maar toen overviel hem een nieuwe schrik. Want, bedacht hy opeens, Je kon je beenen óók voelen, als je ze niet meer had.en Mr. Money maker, die nog zoo kort geleden een even ryk als aanzienlijk en achtenswaardig bur ger van New York was geweest, hem brak by deze gedachte het angstzweet zoo hevig uit, dat hij in een hernieuwden aanval van zwakte blykbaar weer het bewustzyn ver loor. Hij kon het zich tenminste nader hand niet anders verklaren, want toen hij beter in staat was te denken, hoorde hij fluisterende stemmen naast z'n bed en zag hij twee mannen in witte jassen, blykbaar de dokters, en een zuster met een witte muts, die zich voorzichtig over hem heen boog en de dokters met een zekere be zorgdheid op zyn ontwaken opmerkzaam scheen te willen maken. Het leek wel o( ze al haar best deed, om te voorkomen, dat de ongelukkige zou verstaan wat de dokters met elkaar bespraken. Arme Mr. Moneymaker, 't was zyn doodvonnis, wat hy vernam! „Arme kerelzoo sprak de diepe, warme stem van een van de twee witge* jasten, blykbaar was 't degeen met dien dichten baard, die sprak„arme, onge lukkige kerelhy is te beklagen maar wat is er aan te doen een uur hoogstens en z'n leed is geledent*0' zy (Slot volgt)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 18