FEBRUARI 1936
SlIlRTj
PAG 8 ZATERDAG 22
Zwari 7 sch.6, 12/14, 24> -9> 35-
Wit 7 sch.: 16, 21, 22, 33, 39, 43. 45-
Wit speelt en wint.
Ook deze miniatuur zal zeker in den smaak
vallen.
Oplossingen:
Zwart 15 sch.: 3, 6/10, 12, 14, 16/21, 25.
Wit 15 sch.: 26, 28, 30, 32,34/40,45,47/49'
I 28—22 18X27 gedw.
38—33 27><29
3 34X23 25X43
4 49X38 19X28
5 38-33
6 40—34
7 35X22
8 22X11
28X30
39x30
•2-17
en wit heeft een schijf gewonnen
Zwart 12 sch.: 3, 4, 6, 10, llf
17, 20, 21, 23,
Wit 12 sch.
26,
3228
2722
26X17
38X9
30-25
35X4 en wint
V0l2tDTd07PlTb7ngTVHen+.den friez.et Va" Kli"ke is,1 Lb4- Er dreigt dan g4+ en Lelt. Na Tb4
Aardig is d4, Pd3t °Plosslng van het probleem van May is i Df3
J. Berger.
Dresdner Nachrichten 1886.
dateert
Riga.
van
Ter
Pd4:
Pc6:
volgt
Khi
d5
Ld6
Lh2 :f
dan*Dh4t en Df2 f
Dh4
met
Na Kh2:
remise.
9
Na Kfr gaat een zwart stuk verloren, maar
zwart krijgt dan een flinke aanval.
10 Te4:t
de4:
11 Dd8t
Dd8:
12 Pd8:
Kd8:
13 Kh2t
c6
Beter is eerst Le6,
14 Lc4
f5
15 Pc3
h6
16 Le3
Ke7
Consolidatie van de
stelling.
17 Lest
Kt6
18 Tdi
Le6
19 Le6:
Ke6;
Td6f, Te8, Ld4f, Kf~, Td7+,Te7gei
20 Td6f
Kf7
21 Td7)
Kg6
22 Pe2
Thd8
23 Pf4+
Kh7
24 Tb7
Tab8
Tdb8 is niet goed:
Tc7, Tc8, Tf7.
25
26
Wit begint en geeft mat in drie zetten.
Wit: Kg2. Dh6, Les, Pg4 en g7, pi a6, b3, ea en h2.
Zwart: Kd5, Lc5, Pd8, pi a7, b4 en h7.
De volgende partij is uit een clubwedstrijd N. R. S. V
v. d. Bosch Oskam
1 e4 e5
2 P»3 Pc6
Eb 5 PJ6
o-o Pe4
d4 ed4
Indien nu nog a6 en La4 was gespeeld,
hadden we den Rigavariant voor ons. Deze
1906, partij tusschen Berlijn en
en D. D. in 1928.
Ta7Tb2
Ph5 Tc2
Dit is onjuist, maar ook Kg6 gaf niet meer.
Kg6, Pg7 Tc2 Pe6, T8d2, Ld4, Tfz Tg7t,
KI15, Lf2 Tf2 Kg3.
27 Lg7 :f Kh8
28 Tc7
opgegeven.
Tegen Pf6 en Th7f is geen redmiddel.
Als toegift een grappig partijtje.
Hecker
Ross
1 e4
b6
2 d4
Lb7
3 Ld3
f5
Een zonderling gambiet.
Het best is nu PC3.
4 ef5
U
S DhSf
g6
6 ig6
Lg7~
7 gh7H
Kt8
8 hg8 :f
Kg8:
9 Dg5
Lhi
10 f3
Th2
Wit wil den looper vangen, maar dit lukt
hem niet.
11 Ddsf
e6
12 Da8:
Dh4f
Wit onderschatte zwart's
dreiging.
12 Kdi
Uf2
13 Db8:f
Kf7
14 Pe2
Lf3:
15 Kd2
Ld4:
16 Lg6t
Kg7
opgegeven.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
PROBLEEM van
J. Kimkes, Groningen.
Zwart 8 sch.: 9, 10, 15, 19, 23, 24, 27, 36.
Wit 8 sch.: 25, 33, 35, 40, 41, 43. 47. 5°-
Wit speelt en wint
Wij beschouwen het als een voorrecht hier
mede het bovenstaand vraagstuk voor het
eerst onder de aandacht van het publiek te
kunnen brengen. De stand is buitengewoon
fraai en vormt een uitdaging tot oplossing van
het diagram. Het volume van afwikkeling is
meer dan evenredig met het in spaarzaamheid
gebruikte materiaal en waar in klein bestek
door technisch onberispelijke zetten een der
meest verrassende eindmotieven (schuiftrompet)
wordt te voorschijn getooverd, vloeit dit vraag
stuk over van problematieke schoonheid.
In zijn provincie worden door de probleem
kenners nieuwe vraagstukken van een heer
Kimkes steeds met spanning tegemoet gezien
bij meer algemeen bekend worden van zijn
werk, zal dit zeker in geheel de damwereld
het geval worden, want hij dient ongetwijfeld
te worden gerekend tot de allerbeste proble-
misten.
MINIATUUR
Het raadsel van verleden week bood
weinig moeilijkheden en het was zelfs op
meer dan één manier goed op te lossen.
29 Horizontaal, een plaats in Gelderland,
kon men naar verkiezing invullen als:
Delle, Helle, Selle, Welle of Zelle. Nauw
keurige lieden zullen hiertegen in bren
gen, dat alleen Welle een plaats is en de
rest gehuchtjes zijn. Maar het woord
plaats is ook een vrij rekbaar begrip, en
dus hebben we alle inzendingen, waarin
voor 29 horizontaal één van dt vijf ge-
gerekend.
De prijs werd gewonnen door den heer
A. YSKA,
Huygenstraat 2, alhier.
OPLOSSING.
Vertikaal.
Horizontaal.
1. Geld.
1.
Geep.
2. Eem.
4.
Egel.
3. El.
8.
Deel.
5. G.G.
9.
Olm.
6. Erk(er).
10.
R.D.
7. Lawn.
11.
Graf.
8. Dorp.
12.
K.W.U.
14. Fust.
13.
N.S.
15. Kar.
16.
Aak.
16. Aardbei.
18.
Harar.
17. Kamille.
20.
Oer.
18. He.
22.
Mee.
19. Re.
23.
Lei.
20. Oor.
24
L.O.
21. Elk.
25.
Rob.
27. Ee.
26.
Lek.
28. Leb.
29.
Helle, Delle, Selle,
31. Amor.
Welle, Zelle.
36. Snee.
30.
L. S.
37. Sim.
33.
Ons.
37. Si.
34..
.Reis.
39. Laan.
- 35.
Emir..
40. A.V.R.O.
40.
Aa..
41. Eem.
41.
Eva.
42.
Bern.
43-.
Homo.
Horizontaal.
1. eindpaal.
4. den lezer heil.
6. wordt getrokken door eén ploeg.
9. Amsterdamsch Peil.
10. voedingsmiddel.
11. Fransche afkorting voor „Naamlooze
Vennootschap"»
12. het doelpunt, waardoor in een match
de stand voor beide partijen gelijk
wordt.
18. boerennaam.
19. waarmee men de straat schrobt
(meerv.).
20. Joodsche jongensnaam (afk.),
23. tien (Engelsch).
24. de letters van 27 horizontaal in omge
keerde volgorde.
25. poetsmiddel.
27. Nieuwe Testament (afk.).
28. vragend voornaamwoord.
30. partijtje bridge.
32. Fransch muntstuk.
35. religieuse.
36. weefsel van een spin (meervoud).
37. spvjsbereider.
38. zangnoot.
40. photografie.
41. vorm van het werkwoord „gaan"
42. eiland.
44. semi-militaire formatie in het n
RÜk. 14
45. thee (Engelsch).
46. gezichtsverdraaiing.
48. Amerikaansch president, die de 1
„Amerika voor de Amerikanen"
pageerde.
50. Duitsch natuurkundige, uitvinder v
een naar hem genoemde verdeed
van de thermometerschaal.
53. Egyptisch Zonnegod.
55. mijns inziens (afk.).
56. voorzetsel.
57. compositie, waarin het thema eer.'
door één Stem gezongen wordt, en ver
volgens door de andere stemmen her
haald wordt. (Bach was een meeste-
in het componeerén van zulke stuk
ken.)
58. klein kind.
59. stad in Italië.
Verticaal.
1. timmergereedschap.
2. voorzetsel.
3. zingen van vogels (spelling-Marchaat),
4. Hollandsche rivier.
5. ouderwetsch woord voor „aap".
6. vleeschgerechten (spelling-Marchant)
7. rund.
8. sterk smakend (van boter).
12. fuif, waar alléén meisjes aan deel
nemen.
13. wateroeverplant (spelling-Mareliant}..
14. bevroren, water.. .7 7» -
- 15. jongensnaam tafk,) -
16. paardje. -j
17. kaart, waarop de rentezegels voor
ouderdomspensioen geplakt worden.
21. Joodsch leeraar (meervoud).
22. waschkuipen.
25. gebak.
26. niet-ingewijde.
28. waarnemend (afk.).
29. geliefde van Zeus. .(Grièksche Mythe-
"logie).
31. afkorting van een Javaarische adellijk:
titel.
33. compagnon (afk.).
34. klein kindje.
39. Onoverwinnelijke vloot.
41. in 't verborgen, gluiperig.
43. hiel (eerste en derde letter verwiss-
len).
45. dicht.
46. korenschoof.
47. de oudste (Lat.; afk.).
48. mijnheer (afk.).
49. vulkaan.
51. Australische Casnaris.
52. knik.
54. uitroep (bij gewaarwording van pi»1
56. vorm van 't werkw. „zijn".
uit den Grognardwedstrijd 1935.