LEEP 3 JAAR AAN RHEUMATIEK KLOOSTERBALSEM Jlocü &fut Jlosfr %d. binnenland Nog geen opleving in de scheepvaart. buitenland gemengd nieuws tweede blad HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 22 FEBRUARI 1936 De Koninklijke familie in Waldenburg. De bezuinigingen op de onderwijzersopleiding. Rokin demping een feit. Wering van buitenlandsche politiek in ons land. Het wetsontwerp tot financiering van den versnelden brugbouw. U'tgaven van rijk en gemeente voor werkloozenzorg. Onderstaande cijfers, ontleend aan een in medegedeeld: Als bloedverwanten in rechte lijn inwonende gezinsleden. Geraamd. Binnenlandsche zaken. De regeling van de haringvisscherij De toestand aan de fronten in Abessinië. De veldslag in Enderta. Van het Noordelijk front. Van het Zuidelijk front. De aanslag op Léon Blum in de Fransche Kamer. KOK ZUH KIST BEWEGEN Dank zij KLBOSTERBALSEM kan bij weer wandelen en fietsen AKKER'S ORIGINEEL TER «NZAGE Een radio-toespraak van den Engelschen Koning. De verKiezingen in Japan. Zijn broer gestoken. De relletjes bij De Beul. Baby verdronken. Een merkwaardige geschiedenis. H. M. de Koningin en Prinses Juliana heb- ten i„ de laatste dagen verschillende uitstapjes per auto gemaakt. Prinses Juliana heeft reeds herhaaldelijk ski geloopen en bezocht op een van de namiddagen pok een bioscoop in de stad Waldenburg, waar ze de film „Traumulus" zag. Donderdagoch tend reden de Koningin en de Prinses per auto, begeleid door het echtpaar Van Hardenbroek over Schweidnitz en Reissenbach naar het slot jHeeinrichau" bij Münsterberg, om de Groot- bertogin-weduwe Th. van Saksen Weimar te bezoeken. •s Avonds keerden de Koninklijke bezoekers paar de Andreasbaude terug, w<u r de Koningin o.a. verklaarde verrukt te zijn over de heerlij ke lucht in de omgeving van het hotel en over bet prachtige weer. Worden de Rijkskweekscholen achter gesteld bj) de andere? Den heer K. ter Laan heeft aan den minis ter van onderwijs, kunsten en wetenschappen de volgende schriftelijke vragen gesteld: L Heeft de minister aanleiding gevonden tot het nemen van maatregelen naar aanlei ding van de onderstaande opmerking in het jaarverslag over 1934 van den inspecteur van de onderwijzersopleiding „Hoewel ook deze inrichtingen (gemeente lijke en bijzondere gesubsidieerde kweekscho len) aan de noodzakelijke bezuinigingen niet kunnen ontkomen, zijn ze nog ver van het peil van aan verarming grenzende versobering, dat Rijkskweekscholen hebben bereikt." 2. Zoo ja, is de minister dan bereid zoo spoedig mogelijk voorstellen te doen tot het verleenen van ruimere bijdragen, opdat de Rijkskweekscholen de gelegenheid worde ge boden tot aanschaffing van leermiddelen en tot zetere verzorging van de schoolbibliotheken? Raadsmeerderheid van 2419 stemmen. De Amsterdamsche Gemeenteraad heeft, zooals te voorzien was, zich Donderdagavond in meerderheid uitgesproken voor demping van het Rokin. Hiermede is een kwestie beslist, welke reeds tal van jaren de gemoederen op het Prinsenhof heeft beziggehouden en ook bij de burgerij veel belangstelling had. De voor dracht (demping van het Rokin tusschen het parkeerterrein achter „Industria" en het Spui, Langebrugsteeg) is aangenomen met 24—19 Stemmen. Extra belasting? Na de stemming deelde de burgemeester mede, dat nu de demping een feit is ge worden, B. en W. in overweging zullen nemen het heffen van een bettermenttaxe. Dit houdt dus in, dat in verband met de waardever meerdering van de omgeving de omwonenden een speciale belasting zullen moeten betalen. Het r.-k. Tweede Kamerlid Goseling heeft aan de ministers van buitenlandsche zaken en van justitie de volgende schriftelijke Vraag gesteld: Is de regeering bereid, mede in het licht Van het volgens een officieel bericht door den Zwitserschen Bondsraad genomen be sluit om een landelijke leiding en districts leiding van de Duitsch nationaal-socialistische partij in Zwitserland in geen enkelen vorm meer toe te laten, te overwegen, of het niet noodzakelijk is, dat ook in Nederland afdoende maatregelen worden genomen om «en einde te maken aan alle politieke acti- Viteit van buitenlanders, niet alleen indivi dueel, maar vooral in eenigerlei vorm van samenwerking Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer. Aan de memorie van Antwoord inzake het Wetsontwerp tot financiering van den ver snelden bruggenbouw door verhooging der tijdelijke heffing van het bijzonder invoerrecht benzine wordt het volgende ontleend: Het spreekt vanzelf, dat bij vervanging van toIheffing door een verhooging van de ben- ~h«belasting of door welk andere heffing ook, e belastingdruk niet meer evenredig zal kun nen zijn aan het gebruik, dat door de indivi- ueele belastingschuldigen van de verschil- nieuwe rivier- en kanaalovergangen °rdt gemaakt. Daar er dan geen sprake eer 's van een retributie zal deze evenredig- eerste aflevering 1936 van het maand- 4e van het centraal bureau voor de sta- ek opgenomen overzicht geven een beeld de lasten, welke de werkloosheid in de Vyf> jaren 0p de 0penbare kassen legt. et betrekking tot het bedrag van 128.5 v 1 oen> hetwelk in het jaar 1935 aan werk- w^affing en steun aan crisis-werkloozen Cr<' uitgegeven, moge het volgenden worden heidseisch ook niet gesteld kunnen worden. Getracht kan alleen worden de plaatsvervan gende heffing zoodanig te kiezen, dat zich onder de belastingschuldigen het grootste deel van de gebruikers van de nieuwe kunstwerken bevindt en dat die heffing by haar afwente ling zoo gelijktijdig mogelijk op de bevolking komt te drukken. Doelmatigheidshalve dienen de noodige baten vorts gevonden te worden in een verhooging van een bestaande heffing. Dit heeft ook het groote voordeel, dat er geen kosten van nieuw personeel en materieel of andere perceptiekosten aan verbonden zijn. De keuze was aldus beperkt tusschen een verhooging van de motorrijtuigenbelasting en van de benzinebelasting. De regeering moet opkomen tegen de mee- ning, dat haar beleid, ten aanzien van het onderhavige vraagstuk, aan innerlijke tegen strijdigheid zou lijden. Uniforme toepassing van de steunregelingen. De minister van sociale zaken heeft aan de gemeentebesturen een circulaire gezonden waarin wordt bericht, dat ingevolge art. 7 van de steunregeling, behoudens uitzonderin gen, inkomsten welke niet zijn verkregen uit arbeid, hetzij van den betrokkene, hetzij van de leden van zjjn gezin, ten volle op het steun bedrag in mindering moeten worden gebracht. De ambtsvoorganger van den minister bracht hierin eenige verandering door te bepalen, dat pensioenen, invaliditeits- en ouderdomsrente, alsmede weduwen- en weezeniente, welke door inwonende gezinsleden worden genoten, slechts voor 2/3 van het steunbedrag behoeven te worden afgetrokken. Het is den minister gebleken, dat bij de beoordeeling van de vraag, welke beteekenis bij de toepassing van de regeling aan het be grip „inwonende gezinsleden" dient te worden gehecht, verschillende maatstaven worden aangelegd. Met het oog op de uniforme toepassing van de voorschriften te dezer zake keurt de mi nister goed, dat ten aanzien van deze aange legenheid onder inwonende gezinsleden wor den verstaan alle bloed- en aanverwanten in de rechte lijn, die in gezinsverband te samen leven, met uitzondering van den persoon van den kostwinner. Deze regeling aldus de circulaire geldt ook voor de ouderdomsrente. De minister verzoekt aan de gemeente besturen hiermede in het vervolg rekeniDg te willen houden In de scheepvaart tusschen Neder- lan en Indië is nog geen sprake van eenige opleving. De Java-Bode heeft een onderhoud gehad met den heer F. C. Bouman, vertegenwoordiger in Indië van den Rotterdamschen Lloyd, die naar men weet binnenkort zal repatrieeren en dan directeur van de HollandAmerika-Lijn wordt De heer Bouman deed daarbij eenige mededee- lingen over den algemeenen toestand van de Indische scheepvaart. Men hoort op het oogenblik in breeden kring vertellen, dat het met de Nederlandsche scheep vaart zooveel beter gaat, aldus de heer Bou man, doch dit beperkt zich dan ook in hoofd zaak tot Europa, want wat betreft de scheep vaart tusschen Nederland en Indië is er nog geen sprake van eenige opleving! De voornaamste oorzaken van de depressei onder de Nederlandsche scheep vaart-maat- schappijen, die op Indië schepen hebben varen, dus de Lloyd en de Nederland, zijn het achter- uitloopen van de vrachttarieven en de gouver- nementsmaatregelen voor het vervoer van amb tenaren. De inkomsten van deze maatschappijen ver- toonen in den tegenwoordigen tijd nu niet direct een fleurig beeld en verwacht kan wor den, dat deze op het gebied van passagiersver- voeer dit jaar belangrijk zullen achteruit- loopen. De toekomst van de Nederland, en den Lloyd hangt in hoofdzaak af van het oploopen der vrachttarieven. Slechts door verhooging van het vrachten-peil, hetgeen natuurlijk alleen kan worden bereikt door een opleving van de pro ducten-prijzen, zou naar de meening van den heer Bouman wellicht eene loonende exploi tatie kunnen worden bereikt. De scheepvaart-maatschappijen hebben in den loop der crisis-jaren steeds gestreeft naar een grootst mogelijke bezuiniging op alle ge bied, doch er zijn nog steeds verschillende zware overheidslasten, zooals de haven kade- en bakengelden, welke zeer drukken op de exploitatie-kosten van onze bedrijven en wij kunnen niet voldoende invloed oefenen om deze naar beneden te krijgen. Wij hopen dan ook, dat de regeering zal inzien, dat deze lasten te zwaar drukken om een betere ex ploitatie te kunnen verkrijgen. Ten aanzien van de concurrentie der buiten landsche maatschappijen, voornamelijk wat be treft het passagiersvervoer, merkte de heer Bouman op, dat zoo lang de mogelijkheid be staat om passage-tarieven in „Sperrmarken" te betalen de Nederlandsche maatschappijen nim- In genoemd bedrag is begrepen 104 millioen geraamde bijdragen uit het werkloos heids-subsidiefonds. De uitgaven van dit fonds ter zake van steunverleening en werk verschaffing aan werkloozen werden voor 43.8 millioen gedekt door middelen tijdelijk onttrokken aan het gemeentelijk belasting gebied. Voorts is in het bedrag van 128.5 millioen begrepen een bedrag van 21.3 mil lioen, welke de gemeenten uit eigen middelen uitgaven en een bedrag van 2.5 millioen voor werkverschaffingsuitgaven, waarin geen subsidie uit het Werkloosheids-subsidiefonds kan worden toegekend en die ten laste van het Rijk komen. Uitgaven (in millioenen guldens) door het Rijk R) en de gemeenten G) ^erkverschaffii werk;:::^^,D& iR> 1931 7,7 •verKverschaffing <G.)9,9 Sten* aan cris*swerkl. (R.) 5,1 ld n aan crisiswerkl. (G.) Wtr.if.n n'et"cr'sis-werkloozen (G.) Waoh ge Relingen (R.) «.07 ^'erkl5 ^regeIingen (G>2» Wer-ui°JSheWs verzekering (R.) Verpwaheidsver2ek«inl ,G.) Veroin !ng van arbeidskrachien (R.) atsing van arbeidskrachten (G.) Totaal (R.) 21,1 Totael (G.) 39,4 8.3 8,- 0,009 0,008 1932 18,5 12,1 28,7 44,3 0,08 0.07 8,9 8,6 0,004 0.003 56,2 65,1 1933 1934 30,9 15,8 12,5 18,2 45,2 30,1 15,4 31,4 26,- 18,- 0,05 0,03 0,03 0,02 8,4 6,8 8,2 6,7 0,004 0,01 0,004 0,01 84,5 52,7 62,1 74,3 1935* 128,5 0,06 0,03 6,4 6,3 0,013 0,015 141,4 mer in staat zullen kunnen zijn deze concur rentie het hoofd te bieden. Daartegenover staat echter, dat van buitenlandsche zijde de laatste jaren meer en meer belangstelling wordt ge toond voor de Nederlandsche scheepvaart schappijen hetgeen ongetwijfeld een gevolg is van de goede organisatie, hygiëne, enz. op de Hollandsche schepen. Voorts wees de heer Bouman er op, dat de bouw van de twee nieuwe schepen door den Rotterdamschen Lloyd in geen geval als een uiting van bedrijfsexpansie moet worden be schouwd. Het was namelijk noodig gebleken enkele oude schepen, welke niet meer in den tegenwoordigen tijd thuishooren, door nieuwe te vervangen. Ten aanzien van de concurrentie der Japan schee scheepvaart verklaarde de heer Bouman, dat eventueele overeenkomsten tusschen de Java-China-Japan Lijn en Japansche maat schappijen voor de Nederland en den Lloyd eveneens van belang zijn, zoo niet direct dan toch wel indirect. Over den Algemeenen toestand van Indië sprekende, gaf de heer Bouman als zijn mee ning te kennen, dat het laagste punt van de depressie reeds is bereikt en dat zich thans verschillende kenteekenen openbaren dank zij de door de regeering getroffen maatregelen, welke ontegenzeggelijk bewijzen dat Indië op den goeden weg is. DE MEMORIE VAN ANTWOORD AAN DE EERSTE KAMER. Aan de memorie van ontwoord wordt het volgende ontleend: Noodlijdende gemeenten Het aantal noodlijdende gemeenten waaronder te verstaan gemeenten, welker budget niet sluit, ook na toekenning van maximale bijdragen uit het Werkloos- heidssubsidiefonds bedroeg in 1935 78. Het bedrag aan Rijksonderstand zal in totaal pl.m. 2.350.000 bedragen. De salarisregelingen van lagere organen. De minister is wars van „gelijkschakeling" en starre uniformiteit. Bij de beoordeeling van eenige salarisregeling wordt steeds met alle daarop van invloed zijnde factoren en locale omstandigheden zooveel mogelijk reke- gehouden. De titulatuur is een factor, die vrijwel geen gewicht in de schaal legt. Zou men de titulatuur zonder meer als maatstaf aanvaar den en gebruiken, dan zou men tot de meest zonderlinge conclusiën komen. Want in die titulatuur heerscht veelal de meest bonte ver scheidenheid. De regeering is van meening, dat de circu laires van 4 September en 7 November 1935 geheel in overeenstemming zijn met het rap port der commissie-Schouten. De minister kan niet inzien, dat zou zijn gebleken, dat, wat betreft de bepaling van salarissen en loonen iedere schijn van mede zeggenschap aan de gemeenten zou zijn ont nomen en dat er van autonomie geen sprake meer zou zijn. Wat de burgemeestersbenoemingen. betreft, herhaalt de minister, dat hij met aandacht de ontwikkeling van zaken ten op zichte van de S.D.A.P. volgt. Het zal hem niet dan verheugen, indien ook het laatste spoor van bedenking bij hem kan worden weggenomen en hij zal alsdan niet aarzelen, de ook zijnerzijds gaarne erkende bekwaam heden en kracht uit deze groote bevolkings groep, voor zooveel van hem afhangt, voor de vervulling van het burgemeesterschap in te schakelen. De heffing van scheepvaartrechten en de druk, die zij uitoefenen op het scheepvaart bedrijf hebben de aandacht van den minister. Hij hoopt, met zijn ambtgenoot van water staat, aan de hand van de aan de regeering verstrekte voorlichting tot een bevredigende oplossing te kunnen komen. De burgerwachten. Reeds eerder heeft de minister te kennen gegeven, dat hij bijzondere aandacht wijdt aan het weren van invloeden in burgerwach ten, die de betrouwbaarheid daarvan in twij fel kunnen stellen. Voor een wettelijke regeling van het party als door sommige leden bepleit, zijn zeker argumenten aan te voeren. Intusschen ver wacht de minister geenzins het nut, dat deze leden daarin meenen te kunnen zien. Er zijn ook ernstige bedenkingen. Gelijk andere leden opmerken, zou een wettelijke regeling veelal slechts in schijn de waarborgen geven, die daarvan worden verwacht, hetgeen tot gevolg zou hebben, dat groepen kwaadwillen den dan zelfs met den steun van de wet in den rug kunnen optreden. Het is nog onzeker of er een nieuwe regeling zal komen. Naar aanleiding van het bericht, dat er voor het aanstaande haringseizoen een andere regeling voor de visscherij zal worden getrof fen dan tot dusver heeft gegolden, en wel in dien zin, dat de reederij aan minder beperkin gen zal zijn gehouden dan voorheen, meldt men van bevoegde zijde, dat de officieele in stanties, welke by de uitvoering van deze regeling zijn betrokken, nog geen beslissing hebben genomen en dat zij nog geen enkel advies hebben ontvangen. Of er een nieuwe regeling komt en zoo ja, in welke richting deze dan zal gaan, staat nog niet vast. VERZENDING VAN POST MET NACHTTREINEN. Ook met die van Zaterdag op Zondag. Bij het hoofdbestuur der P.T.T. wordt over wogen de nachttreinen, die van 's Zaterdag op 's Zondags loopen, vortaan ook te gebruiken voor het verzenden van post (waarvoor zij nu in tegenstelling met de nachttreinen op de an dere dagen van de week, niet gebezigd wor den), teneinde aldus in het bizonder in het noorden des lands tot een uitbreiding van de bestellingen op Zondag te kunnen overgaan. Het bovenbedoelde vervoer zou alleen be trekking hebben op z.g. gesloten zendingen, d.w.z. dat er in de treinen geen expeditie-werk zaamheden verricht zouden worden, als in de gewone nachtposttreinen. De Italianen zjjn gisteren weer in Zuidelijke richting verder gerukt. Drie divisies van het eerste en derde legercorps hebben de vlakte van Boeja bezet, waarbij zij volgens de Ita- liaansche berichten tot op een afstand van 20 kilometer van Amba Aladji gekomen zijn. Hiermede is het geheele gebied van Boeja en Afgol in de handen van de Italianen gekomen. Bij de actie van gisteren is geen schot ge vallen. Abessijnsche troepen zijn er in deze geheele streek niet meer te vinden. De be langrijkste plaats die bezet is is Adi Adera, waar de wegen van Scelicot. en Dolo naar Amba Aladji samenkomen. Het gebied, dat de Itailianen na de gevechten van Amba Ara- dam bezt hebben, is ongeveer 2000 km groot. Het is niet duidelijk waar ras Moeloegeta met zijn troepen nu eigenlijk gebleven is. Dat dt Italianen Amba Aladji zoo dicht hebben kunnen naderen zonder op den geringsten Abessijnschen tegenstand te stuiten, duidt niet op Abessijnsche plannen om Amba Aladji krachtig te verdedigen .En wat belangrijker is: De Abessiniërs zijn tot dusverre in dit ge bied ook niet met hun guerilla-gevechten be gonnen. Een mededeeling van ras Moeloegeta. „In den tjjd van 12 tot 14 Februari gaf ik mij er rekenschap van, dat de vijand een groo- ten aanval voorbereidde en gelastte ik een strategischen terugtocht. De Italiaansche voorposten ontdekten dit evenwel en vielen onmiddellijk aan, zoodat er een veldslag ont brandde," aldus heeft ras Moeloegeta tnans, naar Reuter uit Dessié meldt, den veldslag :n Enderta verklaard. „In de plaatselijke gevechten tusschen 12 en 17 Februari", zoo ging hij voort, „verloren de Abessijnen 147 dooden en 268 gewonden. De verliezen van de vijand waren veel hoo- ger. In den nacht van 16 Februari liepen 1500 Eritreanen met wapens en munitie naar mijn zijde over." Het rapport van ras Moeloegeta is in Abes- sinische kringen met voldoening ontvangen; men was te Dessié al ongerust geworden door de cijfers, welke de Italianen publiceer den en het stilzwijgen van ras Moeloegeta. Te Dessié heeft men vernomen, dat ras Kas sa in contact getreden is met ras Moeloegeta hetgeen bewijst, dat de bewering van het Italiaansche opperbevel, dat de troepen van ras Kassa zijn afgesneden van de hoofdmacht, onjuist is. De laatste dagen hebben de Italianen, blij kens een bericht uit Dessié, Kworam en Ma- galo weer herhaaldelijk gebombardeerd. Honderden brandbommen zijn geworpen, waardoor te Kworam menschen zijn gedood en ernstige schade is toegebracht aan den veestapel. Hevige regen in Ogaden. Het gebied rond Harrar en heel Ogaden is, naar Reuter uit Harrar verneemt, onbegaan baar door de voortdurende overvloedige re gens. Een zoon van Moeloegeta gedood Uit Addis Abeba wordt niet-officieel ge meld, dat een zoon van Moeloegeta bij den slag bij Amba Aradam verleden week gedood is. Luitenant-kolonel Reul ernstig ziek. Toenemende haat van de Abessijnen tegen de Europeanen. De Indépendance Beige deelt mede, dat luitenant-kolonel Reul, die aan het hoofd van de Belgische missie van reserve-officieren naar Abessinië vertrokken is, ernstig ziek is geworden. Het blad voegt hieraan toe: Volgens zjjn verklaringen aan zjjn vrien den ontwikkelt zich in Abessinië een haat te gen de vreemdelingen, van welk land dan ook. en de Abessijnsche krijgers weigeren meer en meer onderscheid te maken tusschen de Ita lianen en andere Europeanen. Kolonel Reul, die thans te Brussel terug gekeerd is, heeft geweigerd om een uitvoe rige verklaring af te leggen. Hij beperkte zich ertoe, dat tijdens het luchtbombardement van Dessié Abessijnsche hulptroepen uit weer wraak op de blanken begonnen te schieten. Het was bij deze gelegenheid, dat de corres pondent van Havas aan het been gewond werd. Reul zelf had zich slechts in veiligheid kunnen stellen dank zij de bescherming van een escorte geregelde soldaten, dat de negus te zijner beschikking gesteld had. 10.000 ton vleesch voor Itallaansch Somaliland. De Daily Telegraph verneemt uit Kaapstad, dat een contract is gesloten voor de levering van 10.000 ton vleesch voor de troepen in Itallaansch Somaliland. De zendingen zullen met Italiaansche vrachtbooten worden ver scheept. Do regeering in de meerderheid. Sprekende over hetgeen er in de Rue Asse- lin is gebeurd zegt Sarraut, dat hij dit be treurt en dat er een enquête is geopend. Wat de vergunning betreft voor de betooging van het Volksfront, Sarraut vergelijkt deze bij het openzetten van een veiligheidsklep. De be tooging heeft bovendien in volmaakte kalmte plaats gehad. Men is er verontwaardigd over, dat de drie dagen, welke aan een betooging van dit soort vooraf behooren te gaan, niet in acht zijn genomen, maar de geest van de wet laat aan de regeering ruimte om deze bepaling van de wet op intelligente wijze toe te passen. Door te doen gelijk zij gedaan heeft, is er een betooging voor later ver meden, welk uitstel slechts de opwinding had kunnen verhoogen. ,Het kwam in eens, maat 3 jaar lang was hei of ik die pijn in mijn rug nooit meer kwijl zou raken. Alles was mij teveel. Men zei mij dat ik rheu- maiiek had en daarvan wel nooit meet af zou komen. Toen werd ik opmerk zaam gemaakt op Kloosterbalsem, die heerlijk verzachtende zalf en werkelijk, na een behandeling van nog geen 6 weken zijn mijn pijnen verdwenen. Ik heb van niets meer last en beveel daarom iedereen den Klooaterbalsem aan." S. SI. te H. Geen goud zoo goed Onovertroffen bjj brand-en snij wonden Ook ongeëvenaard als wrijfmitldel bij Rheiin'-D?Hi, spit en pijnlijke spieren Schroefdoos Ut ct Potten: 32% ct. en 1.04 Sarraut verklaarde vervolgens, dat hij de kwestie van vertrouwen stelde ten opzichte van het uitstellen van het vervolg der inter pellaties. Dit uitstel wordt aangenomen, maar geeft aanleiding tot het tellen der stemmen. De uitslag zou in de namiddag-vergadering bekend gemaakt worden De regeering heeft een meerderheid van 381 tegen 151 stemmen verkregen. ITALIAANSCHE TORPEDOJAGER TE WATER GELATEN. Gisteren is van de vlootwerven te Ancona de torpedojager Centauro, van het type van de Climene te water gelaten. Gisteren is officieel meegedeeld, dat Koning Eöuard Vin Zondagmiddag 1 Maart om vier uur een radio-toespraak tot het Engelsche volk zal houden. Winst voor de regeerlngspartij. De tot dusverre bekende uitslagen van de verkiezingen toonen reeds, dat zich een be langrijke verschuiving in de verhouding^der krachten heeft voorgedaan. Tot dusverre zijn 161 van de 466 afgevaardigden gekozen. Vol gens dit partieele resultaat wint de arbeiders- party, de Sjakei Taisjoeto, reeds nu 12 zetels. In den ouden Rijksdag had de partij slechts 5 zetels. Binnenland Acht maanden geëischt. Acht maanden gevangenisstraf eischte de officier van justitie by de rechtbank te Rot terdam gistermiddag tegen een 23-jarigen Schoonhovenaar, die op 18 November jl. bij een familietwist zijn ouderen broer eenige steken met een broodmes had toegebracht. HeL slachtoffer erkende niet geheel on schuldig te zyn aan deze poging tot doodslag hy had getreiterd en gesard. En de dader was volgens den psychiater nogal driftig van aard. Uitspraak over twee weken. Scholier staat terecht wegens mishandeling van een rechercheur. Bij de opvoering van De Beul hebben op 1 December, zooals men zich herinnert, relle tjes plaats gehad. Processen-verbaal bleven niet uit en gisteren had een 18-jarige scholier, wiens vuist tegen het linkeroog van een recher cheur tercht zou'zijn gekomen, zich te verant woorden wegens eenvoudige mishandeling van een ambtenaar in functie. De rechercheur verklaarde, dat verdachte ge durende de heele voorstelling luidruchtig was; hij maakte op- en aanmerkingen, zoodat de menschen in de buurt er last van hadden. Na de pauze maakte verd. steeds meer lawaai. Getuige sommeerde hem de zaal te verlaten en toen het jongmensch hier geen ge volg aan gaf, pakte de rechercheur hem beet. Bij de worsteling, die ontstond, kreeg getuige een klap op zijn oog. Het was een goedgeplaatste opzettelijke stomp geweest. Verdachte ontkent dit, hy heeft geen lawaai gemaakt en met opzettelijk gestompt. De officier mr. Bosch achtte de mishande ling van den ambtenaar bewezen en requireer- de een gevangenisstraf van zes weken. De politierechter veroordeelde den jongen man echter tot betaling van een geldboete van 50, subs. 25 dagen hechtenis. D. B., schippersknecht, oud 26 jaar, wonen de te Drimmelen, en H. S., veerman, oud 72 jaar, wonende te Langerak, hadden zich voor de rechtbank te Dordecht te verantwoorden en wei B., daar hy op 15 October J.I., varende op de rivier de Lek onder de gemeente Lan gerak op het motorschip „Tourage", komende uit de richting Vreeswijk en gaande richting Schoonhoven, en S., varende met een roeiboot van Willige-Langerak naar Langerak, hoogst roekeloos hebben gemanoeuvreerd, waardoor een botsing óntstond tusschen beide vaar tuigen en een in de roeiboot staanden kinder wagen, waarin het drie maanden oude kindje Neeltje van Zessen lag, overboord sloeg en het kindje verdronk. Dr. J. P. L. Hulst had het lijkje van de zuigeling geschouwd en had als doodsoorzaak verdrinking geconstateerd. De vader van het verdronken kind had zich dien dag met vrouw en kind door S. laten overzetten. Het was tusschen licht en donker. Uit de richting Vreeswijk was eensklaps een motorboot komen 22 Februari. Statistieken zijn heeleraaal niet zoo dor en droog en duf als men wel eens zegt! Als men in de onafzienbare velden van cijfers maar de korenbloemen der romantiek weet te vinden. Onlangs kon men in de bladen lezen, dat een Engelsche predikant de meisjes onder zijn gehoor van ijdelheid had trachten af te bren gen met de schrikbarende mededeeling. dat ze een jaar van nun leven doorbrengen met in den spiegel te kijken. Inderdaad een tijd verspilling om van te rillen. Het voorbeeld van den Engelschen predi kant schijnt stimuleerend te hebben gewerkt op een wetenschappelijk Congres, dat dezer dagen bijeenkwam te Nice en zich heelemaai en uitsluitend bezighield met de vraag, waal de gemiddelde mensch eigenlijk zyn levens dagen mee vult. En wat bleek? Een mensch die zeventig jaar oud wordt, slaapt in totaal 23 jaar. spreekt dertien jaar, eet zes jaar en wydt 23 jaar aan genoegen en vermaak. Dat is goed geteld samen 65. De rest brengt hij dan door met diverse andere dingen, waarbij aandacht verdient dat hij zich achtttien maan. den wascht. Over wat hy de overige 3% jaar doet, wordt discreet gezwegen. Het zal wel niet veel goeds zijn. Maar men moet toch aan nemen, dat daar ook een paar weken of 'n maand voor werken by zyn! De heeren ln Nizza hebben het blijkbaar overzien, dat som mige menschen dat rare aanwensel nu een maal hebben, iets voor hun brood te doen. En dat daar soms nog meer tijd in gaat zit ten dan in slapen of wat men (verder) voor z'n genoegen en vermaak doet. Hoeveel tijd men aan congressen verdoet, is in deze statistiek evenmin te vinden. Mis schien was het te pijnlijk om de waarheid te onthullen. Dat de mensch zich op de 70 jaren dat hij leeft achttien maanden wascht, is in ieder geval verheugend voor de hygiëne. De zeep fabrikanten zullen met dit statistisch mate riaal een aardige advertentie kunnen opstel len. Misschien dat het Ministerie voor Zeep- zaken de vitaminen wil garandeeren. Er schuilt in deze waschcrjfers een gevaar. Er zijn onverbeterlijke leegloopers, die in den zomer drie maanden achter elkaar in zee lig gen en volkomen het leven en de gebruiken van kwallen hebben aangenomen. Als ze dit zes jaar achter elkaar doen hebbben ze acht tien maanden in het water gelegen en aldus in zes jaren het rantsoen oftewel de wasch- lijst voltooid, waar volgens het concilium van Nice een zeventigjarig mensch z'n heele le ven voor noodig heeft. Het gevolg ls, dat naar hun meening hiermede de eer is voldaan, dat zij weigeren het gemiddelde te overschrij den en geen spons of zeep meer aanraken. Zoo'n heele statistiek is natuurlijk dwaasheid. Hoeveel tijd per leven acteert een mensch b.v. Buziau 4 jaar, Puck van Heel maar 5 minuten (voor de radio). Hoeveel tijd van zijn leven besteedt men aan nagels lakken De juffrouw aan den [►verkant 1% jaar, Lou de Visser nihil. Hoeveel tijd besteedt men aan dirigeeren? Mengelberg 5% jaar, Mussolini nihil. Maar het is natuurlijk interessant te weten, dat men twaalf weken achtereen niest, vier maanden hoest en 4% maand achtereen z'n neus snuit. Ik heb trouwens sedert het koud is geworden, dien indruk aan één stuk door gehad opdagen, die midden op de rivier voer. Blijk baar wilde V. met zijn roeiboot nog vóór de motorboot heenvaren, doch hy kon dit niet meer halen en de roeiboot was aangevaren. Getuige kreeg den indruk, dat er onhandig gemanoeuvreerd was. Het kind was pas 4 November gevischt. Getuige zelf was door B. uit het water gehaald. Zijn vrouw had, even als de veerman, in de boot kunnen blijven. Getuige echter was onder het schip doorge gaan; hij had zich even boven water kunnen houden en was toen door B, gered. Verdachte B. had de roeiboot wel gezien, doch wist niet, dat het een roeibootje was. Hfl dacht, dat het iemand was die zijn motor boot wilde grijpen om gesleept te worden. Verdachte gaf toe dat hij verzuimd had een teeken te geven, dat hij bakboord zou houden. Verdachte V. ontkende dat hij onjuist had gevaren; voor den motor was er ruimte in overvloed, zegt de verdachte. De ambtenaar van het O.M. releveerde, dat bij D. B. de grootste schuld schuilt, doch ook H. S. heeft verkeerd gehandeld. De officier eischte voor D. B. 6 weken hechtenis voor waardelijk met een proeftijd van 3 jaar en 30 boete subs. 30 dagen en voor H. S. een maand hechtenis voorwaardelijk en 20 boete subs. 20 d"gen hechtenis. Uitspraak 6 Maart. De Koninklijke maréchaussée te Hoens- broek, in samenwerking met de Duitsche politie, is een zeldzaam voorkomende affaire op het spoor gekomen, welke zich in 1927 heeft afgespeeld. Destijds woonde te Hoensbroek het echtpaar G., va.n Duitsche nationaliteit, waarvan de man werkzaam was op de staatsmijnen. De verhouding tusschen de beide echtelieden, wier huwelijk kinderloos was gebleven, liet te wenschen over. De vrouw zon op middelen om den huwelijksband te versterken. Te dien einde deed zy, alsof zij een kind verwachtte. De echtgenoote schonk aan haar woorden geloof en de vrouw was toen wel gedwongen de comedie voort te zetten teneinde onaan genaamheden te voorkomen. De groote moeilijkheid was echter uiteraard een baby te vinden, die te bestemder tijd als de jonggeborene zou kunnen fungeeren. Zy wendde zich met haar moeilijkheden tot een vriendin in Hamborn (Duitschland) en het toeval wilde, dat deze vriendin, die ongehuwd was, zelf juist moeder was geworden. Haar kind was ter plaatse bij den burgerlijken stand aangegeven onder den naam van S. W. De vriendin nam het voorstel tot afgifte van haar onwettig kind aan en mej G. begaf zich naar Hamborn, vanwaar zij haar man mede deelde, dat zij ten huize van haar vriendin voorspoedig bevallen was van een dochter. Kort daarop keerde vrouw G. naar Hoens broek terug, waar de geboorte van het kind opnieuw werd aangegeven, terwijl als ge boorteplaats Hoensbroek werd opgegeven. Het meisje kreeg den naam van Anna G. Het bedrog lekte niet uit. De mijnwerker

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5