PAG- 6 ZATERDAG 29 FEBRUARI 1936T JUTTFRT.F Hoe de goede fee Sientje hielp Buste fongens en mets/es. De eerste leeuwerik heb ik gehoord, Zo.»-a0mCiigi:U ui ue Viu^0,e Dy ue uui- nea. Ais vicii geer. leuielexell is uan wee» ik uel nier. Lu ai giomi ue s.oiw nu ook bunen en rareil üe regen legen üe ramen, al jagen de glauwe woiken dooi de lucul a.s een gesehrokken Kudde schapen, ai prikt de nagei ai en toe nog nijdig tegen m'n wangen ik weet net... de lente is op komst, dat kan geen storm en regen, geen sneeuw en hagel me meer uit m'n hoofd praten. Wat was dat fijn dat eerste zingen in de zonnige hemel. Ei waren maai heel weinig mensen daar op dat plekje en dat was 't neer lij ke t was of .ue leeuwe rik daar voor mij alleen zong. Denk at om als straks de zon weei wat vroeger uit haar bed komt dat jullie dan ook niet te iaat opstaan, want... de morgen stond heeft goud in de mond. Je moet het straks heus eens doen. over een maandje bedoel ik. zo s morgens om zes uur een tochtje dooi de duinen. Je zal eens zien hoe mooi. noe stil en fijn dat alles is. Je geniet 's morgens veel meer van ae natuur dan 's avonds Maar kom. t lijkt wel of het al lente is. zo zit ik te babbelen, en zo ver is het toch nog niet. De gelukkige winnares van het boek is deze week: ANNIE VAN HAALEN, Krugerstraat 23. Geertje Putting Ja. Geertje, 't is nu een rare tijd, hè, 't kan vriezen en doo en. 't kan zijn dat je vanmiddag om twee uur zegt: ..Kom ik kon me jas wel eens thuis laten en dat je om viei uur Je wollen das uit de kast haalt, waar je haai al in Je kamfer had geborgen. Of die versjes leuk zijn hè. die sommige vriendinnetjes in zenden. Antie Eelman, De Waal (T.j. Jij bent weer behoorlijk verwend. Antie. toen je moeder uit Utrecht kwam. van die brui loft van haar vader en moeder die 55 jaar (wat een lange tijd!) getrouwd waren en Jij hebt je buurjongetje verwend op z'n verjaardag, hjj was vast blij me' z'a ca" deautje en die vriendelijke lach was z'n dank. Bortlia en Henny Brouwer. Dat ge loof ik, Bertha. dat jij erg Je best doet op school. Jij huppelt maar niet zo over de dingen heen. dat zie ik aan je briefje. Zorg maar dat je niet blijft zitten, want dat zou natuurlijk niet prettig zijn. Mor gen is het de maand dat Je jarig bent. Fijn, hè? Alida de Bruyn. Je vader heeft groot geljjk dat hij jezelf aan het denken zet. Ali, wat je zelf kan doen moet je een an der niet op laten knappen. En dat ie het kan dat blijkt, want je oplossing die Je gevonden had was goed. 't Moest Inder daad „weg" zjjn. Dus voortaan een beetje „durven" hoor Geertje de Vroome. Nu, dat zeg je. Geertje, dat de raadsels meegevallen zijn deze week. maai weet je dat ongeveer de helft van de oplossingen fout waren. Dat had je niet gedacht, hè. en dat jij bij die groep was doet je natuurlijk helemaal van verbazing achterover slaan. Jannie de Vroome. Ja, ik heb die schaduwspelletjes ook gedaan. Jannie, ze waren eenvoudig en leuk. hè? Marie v. d. Poi Dat zijn jullie net, Marie. met het winnen van boeken, ik heb heus vriendjes en vriendinnetjes, die al en ge jaren meeooen. en die nog nooit een boek won ïen. Dat gaat mi wel een beetje aan m'n hart. maar ik kan er toch ook niets aan te doen. De toekenning bij verloting ls zo eerlijk mogelijk. Heidebloempje. Die buurt van jullie wordt de boekenbuurt van de Heldersche Courant, Heidebloempje, drie boeken in korte tijd in dezelfde straat. Je opstelletje zal ik hier laten volgen. Ik heb er hier en daar een kleine wijziging ingebracht, zoals je ziet. 't Is aardig, hoor. AKS HET STORMT. Als het stormt is het heerlijk op de dijk. Dan s»aan de golven met kracht legen de dijk. Het is uan een prachigezicht, die diep groene zee met die witte Koppen van de hoge golven. Meestal ben ik uan op de dijk. Soms hebben de golven zo n krach: dat de dijk kapot slaat. Dan u ei weet handenvol werk om dat te epateren De zee eist we. veel iffers, taa. is toch zeet schoon. Als ik s avonds e oed lig in de wind om het huis giert dan denk ik aai. de mannen uie op de zee zijn. Hoe vaak gebeurt het hiel, dat er een schip vergaat op de kust. Heidebloempje Frans Groote. Nee. ik heb niet aan de winkelweekwedstrijden meegedaan Frans, ik zou er te vroeg vooi uit bed moeten komen of te laat voor naai toe moeten gaan. want de uren daartusscheti heb ik geen tijd. Maak Jij nog een kansje? Gerila de Wit. - Een klein briefje, maai een aardig versje, Gerda, was dan van eigen makelij HET REGENT. Het regent heel de morgen, Het regent dat het giet. Hans wou zo graag de tuin in, Maar neen. dat kan nu niet 't Konijntje en de kuikens Die blijven in hun nuis. En wij, net als de beestjes, Wij blijven lekker thuis! Je hebt gelijk hoor jongen, 't Is buiten mets gedaan, Wij zullen heel gezellig Wat plaatjes kijken gaan. En grootmoe haalt de boeken, Zo mooi. zo dik en groot, En Hansje kruipt aan tafel, Bij Grootmoe op haar schoot. De boeken staan vol plaatjes, Heel dikwijls mooi gekleurd, Nu kan men nog eens praten, Wat vroeger is gebeurd. En ledre keer als Grootmoe De bladen verder slaat, Moet zij aan Hans vertellen, Wat daar wel onder staat. Gerda de Wit. Dleuwertje de Wit. Of jullie zijn van een rijm Ie familie. Dieuwertje. of Jullie houden veel van versjes en hebt er twee voor me overgeschreven. Dat schrijver, jullie me volgende week. In "der geval zijn ze aardig en dus laat ik et jouwe hier volgen. MOEDERS VERJAARDAG. Vandaag is Moeder jarig, Dat ls een heerlijk feest, Zoals in Hansjes leven Nog heel niet is geweest. Hans mag een versje zeggen, De kleine broekeman, Hy zal aan Moeder tonen. Wat kleine Hans al kan. Daar staat hij nu bij Moeder, Een handje op zijn rug, Waarin veel mooie bloemen; Hij zegt z(jn versje vlug: „MQn lieve Moes ls jarig, Wij zijn vandaag zo blij, En deze bloemen krijgt u, Van zusje en van mij." Dieuwertje de Wit. Stientje Beekma. Wat een verzuch ting, Stientje, als ik voor ieder briefje zo zuchtte als jij voor dat van jou, Stientje kreeg ik vast een hartkwaal. Hoe vind Je boekhouden en handelsrekenenTaai. hè? Of, dat mag ik eigenlijk niet zeggen Ik had er nooit zoveel mee op, hoewel als je je aan iets geeft, is er ook wel een pret tige kant Fransje v. Engel. Ja, dat was een teleurstelling oor je, Fransje, dat je zon der je vadei naar P. P. moest, maar ik denk zo dat hij lekker lag te slapen toen jij op 't paard zat en nu is hi, weer beter hè. dus is je wens in vervuiling gegaan dat hy spoedig zelf sneeuwklokjes uit jullie tuin zou mogen plukken Zilverschoon. Dal was een goed ver- slagje. Zilverschoon, wei geschikt om in de krant op te nemen. Je kan zekei goed opstellen maken, hè en je doet net natuur lijk graag. Een journaliste in de dop? Anni Moor. Ik geloot dat je nel wal net weer betreft, niet best getroffen hebt op Texel van de week Anme t was don ker en koud en dan zyn de Texeiscne we gen ook erg open. t Is jammer dat je opoe niet raidden in de zomer 77 -verd dan nad je niet alleen plezier gehac bin nen maar ook buiten. De Kode Pimpernel Je 9taat er finan cteel niet al te best voor. Rode Pin.pernei Nu is gelukkig net financieele niet te noofdzaak en daarnaai wordt niet ons ge luk bepaald maar als je geen zes cent meer voor een postzegel hebt dan is het in je portemonnaie toch wel heel droevig gesteld. Dat komt zeker door je bezoek aan Amsterdam Rini Visser. Hè. wat een ie ij te poes. Rini. om jullie kanarievogeltje op te eten. Ze moest zich schamen een dergelijk kannibalisme hoort niet meer thuis in onze ..beschaafde" maatschappij. 't Blauwe Druifje. Jjj moet maar eens op kantoor komen, hier Blauw Druifje, wij vinden het wel leuk als een meisje vro lijk kan lachen op schoo word; dat na tuu||ijk niet zo gewaardeerd, dat kan ook niet. Maar enfin, t is nog maar goed vier weken voor jou et. dan mag je iedere dag zo schateren dat wij je hier in de Koning straat kunnen horen. Jongens en meisjes, tot de volgende week, hopen we. Kindervriend. door VIOLETTE CARR. Sientje was de dochter van een arme boer, die bij andere mensen het land ging behouwen, terwijl haar moeder uit werken ging. Maar al ploeterden haar ouders van de vroege morgen tot de late avond, zij kon den voor hun kinderen ternauwernood vol- z'n kinderen en voor zichzelf, u. wanneer het vroor, hooi in legden vuoi de warmte, want geld voor sajet om kousen te breien was er niet Zo hadden de kin deren tenminste toch nog enige beschut ting aan hun voeten. Sientje. de oudste, was altijd heel te vreden, zrj zorgde zo goed en zo kwaad als het ging voor haar broertjes en zusjes als vader en moeder weg waren, kookte de aardappelen, die op een stukje land, vlak achter hun hutje groeiden en hield het huisje schoon. Tegen het najaar, als de bomen hun bladeren Heten vallen en de herststortnen door het bos joegen, lag de grond bezaaid met dode takken. Sientje ging dan het bos in, bond de takken tot grote bossen sa men. nam ze mee naar huis, waar zij ze in het schuurtje opstapelde om brandstof te hebben voor de komende winter. Het gebeurde ook wel eens een enkele maal. dat er een jonge boom was omge waaid. dan ging vader met haar mee, zaagde de stam in kleine stukken, zodat Sientje en hij samen de stukken mee naai huis konden nemen. Nu was het eens een erg koude, gur( herfstdag, dat Sientje al vroeg aan het verzamelen van takken moest denken, zi moest zorgen, voor de koude inviel, het hout in huis te hebben Het was wel n:et prettig, dat zij nu al voor het hout naai het bos moest, want dan zaten zij mis schien van de winter zonder hout. maar Sientje ging toch maar zonder morren, bond de takken tot grote bossen bijeen en legde ze vast neer, zodat zij ze later alleen maar weg te halen had en misschien zon vader haar wel helpen, want sommige bos sen waren erg zwaar. Zo kwam zij weer eens met een gr°ts takkenbos op haar rug naar huis. toen zij een oud vrouwtje tegenkwam, dat liep te huilen. Sientje was erg medelijdend van aard en vroeg de oude vrouw wat er aan scheelde. „Ach, lieve kind. ik heb het zoo koud en ik ben te oud om hout bij elkaar te m- pen," snikte de oude vrouw, terwijl zij me haar vuile schort de tranen droogde. het Het of Sientje bood dadelijk aan om voor oude vrouwtje takkenbossen te halen, vrouwtje was natuurlijk blij en vroeg, zij mee wilde gaan. Sientje, hoewel een beetje bang. volgde het kleine vroufftja maar stel Je haar verbazing voor, toen zj weer In het bos kwamen; op dezelf plek waar Sientje haar takkenbossen WJ neergelegd... opeens veranderde het ou vrouwtje In een mooie fee en sprak tot meisje: „Kijk, ik heb eerst geprobeerd je een goed hartje bezat en of je oncia^ de koude een oude vrouw wilde help Maar ik heb wel geweten, dat Je dat doen. En nu zal ik jou helpen, Met haar toverstokje raakte zij de tak^ bossen aan, die opeens benen kregen voor Sientje uit naar huis liepen eindelooze rij bossen werd het, en schuurtje was niet alleen dadelijk hele gevuld, maar ook naast en achter het stapelden zich de takkenbossen °P' voor een jaar of tien genoeg, Toen haar ouders thui-t kwamen. ver oa V»"^ telde Sientje wat er gebeuro was. dacht eerst, dat het meisje had &e^r0^ïtl maar toen hij de stapel takkenbossen was hij overtuigd, dat zij niet gedro°^ maar toen hij de stapel takkenbossen, was hij overtuigd, dat zij niet had Immers een klein meisje kon onm lijk zo'n hoge stapel op een middag een sprokkelen. Wat waren de ouder» Sientje blij! Maar wat vreemd w*3' «je, met r hout vader van de stapel afh hoe meer er bij kwam. De 8tape' altijd zo hoog en dat duurde z° .f hele winter i oor, totdat het eerste zonnetje door de nog kille bomen beg oO doende eten verdienen, zodat er voor kle ren helemaal niets over bleef. Nu was de vader van Sientje nogal handig en des winters, als hij niet op het land kon wer ken, maakte hij klompen voor zijn vrouw. gluren en het spoedig zomer werd'^j Sienlje's ouders konden die geld verdienen, want het hout werd verkocht wegens de strenge koude v winter en voor het geld kocht me" en wanne kleren voor de kindercn-^^ had de goede fee de arme, medelü menschcn geholpen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 22