T JUTTERTJE
ZATERDAG 14 MAART 1936
PAG. 3
V/cest mild in Uw
oordeel!
Vrouwen oordeelen te
snel. Van kwaadspreken
en kwaaddenken.
Wanneer men geen
gramweger heeft.
door
G. C. MEYER- SCHWENCKE.
Wellicht is het ons niet altijd even hel
der en klaar, doch zeer zeker is het waar,
dat vrouwen elkander het leven dikwijls
heel moeilijk maken. Soms is het een
vriendin, dan weer een familielid of wel-
meenende buurvrouw, die speldeprikken
toedient welke niet alleen een bron van
ergernis, doch zelfs van verdriet geven.
Wanneer wij enkele voorbeelden naar het
leven nemen, dan zullen onze lezeressen de
waarheid van ons beweren toegeven. Een
jong meisje van een jaar of twintig, Annie
L. zullen wij haar noemen, verstaat de
kunst zich met weinig middelen smaakvol
te kleeden. De buren weten, dat het ge
zin, waartoe Annie behoort als het ware
ieder dubbeltje om moet keeren en met
uitgestrekte halzen wordt het geval door
„welmeenende buurvrouwen" besproken.
„Zie toch eens," klinkt het in onderling
gepraat, „hoe keurig dat deerntje toch
gekleed gaat. De nieuwste snufjes zijn
haar, ze heeft warempel weer een nieuwe
hoed op. Onbegrijpelijk, maar de moeder
schijnt dat allemaal in de hand te wer
ken! Wie zou haar die mooie dingen ca
deau geven?" Onderling wordt besloten,
dat men de vader de oogen eens zal die
nen te openen. Een rechtstreeksch onder
houd durven de „goede" buurvrouwen niet
met den vader te hebben. Den volgenden
morgen vindt L. een anonieme briefkaart
in de bus, waarin „iemand", die het goed
meent" de vader aanraadt eens een waak
zaam oog op zijn dochter te houden!
Een donderslag in het gezin, dat tot
dusverre zoo rustig en in onderlinge har
monie samen leefde. Wie zou die kaart
geschreven hebben, men raadt en gist,
komt niet verder en verdriet en onrust
zijn gezaaid
Een ander voorbeeld?
De vropw van den directeur komt haar
man aan zijn kantoor halen en moet
wachten, omdat haar man nog enkele
dieven heeft te dicteeren, die zijn secre
taresse opneemt. Met argusoogen neemt
zij het jonge meisje op, dat er eenvoudig,
doch keurig gekleed uitziet, netjes gekapt
18 en gemanicuurde nagels heeft.
Nauwelijks is zij met haar man alleen
of *8 zeg: „Je zult die typiste van je toch
zeker geen verhooging geven in de toe
komst? Indien men dat kapsel ziet en die
na&eIsIedereen kan tikken, ik zou je
braden haar de volgende maand 10.
salarisverlaging te geven. Wanneer ze er
geen genoegen mee neemt, doe je haar
eenvoudig weg, er zijn genoeg meisjes, die
v°°r een schijntje willen werken!"
Tenslotte nog een ander voorbeeld en
hiervoor gaan wij maar bij de familie S-,
die enkele heeren en dames op bezoek
heeft. Het dienstmeisje schenkt thee en
serveert deze aan het gezelschap. Ze is
n°g jong en verlegen voor al die vreemde
menschen en vooral voor de critische
klikken der dames. Het is een bescheiden,
gewillig en ijverig kind, dat steeds vlijtig
haar werk doet, doch mevrouw werkt
eenvoudig op haar zenuwen. Bij het rond-
'enen morst ze thee op een schoteltje en
's min of meer onhandig bij het presen
teren der koekjes en andere lekkernijen,
evrouw is hard en ongevoelig en lnplaats
et stilzwijgend te laten passeeren, maakt
f8 «enige scherpe opmerkingen, die het
Jonge ding nog meer van streek maken.
°e dames lachen „medelijdend" en het
meisje zou, als ze naar haar gemoed te
werk ging liefst alles ln den steek laten,
doch ze weet wat plicht beteekent,
gaat verder met haar werk zonder
een enkel woord te zeggen Wat weten
Tl vnak van hetgeen er in de ziel van an
dere vrouwen, hetzij onze gelijke of onze
ondergeschikten omgaat? Waarvoor moe-
en wij gevoelloos en onmeedoogend zijn
z(jn wy, waar het mannen betreft, dik
wijls zooveel ruimer in onze opvatting dan
tegenover onze eigen sexe-genooten
Het gaat vele vrouwen, bij het doen van
inkoopen evenzoo, wanneer het een winkel
juffrouw betreft. Zij laten zich soms alle
mogelijke stoffen aandragen en brengen
de verkoopster, die n a t u u r 1 ij k vrien
delijk en beleefd moet blijven, ten believe
van de klant, nagenoeg den wanhoop na
bij. Vele mannen, die hun vrouw op dit
punt kennen, passen er dan ook ook wel
voor om bij het koopen van hoeden, schoe
nen en kleeren mede te gaan. Hoe denkt
gij wel, dat een man het vindt om zijn
vrouw vijftien tot twintig hoeden op te
zien passen, terwijl de juffrouw met het
grootste geduld nog meerdere exemplaren
te voorschijn haalt en ze met het vrien
delijkste gezicht aan de dame toont, die
steeds niet bevredigd is? De juffrouw
weet, dat de chef haar gadeslaat en hoe
gaarne ze aan het einde van een langen
dag even bits uit zou vallen, ze moet be
leefd en vriendelijk blijven. Het Is lmmb,k
haar bestaan? Op de schuchtere opmer
king van den heer gemaal, dat er toch
aardige hoeden bij waren, wordt mevrouw
nog onredelijker en zegt tegen de juf
frouw, dat zij niet van plan is „de eerste
de beste hoed te nemen" en als het de
juffrouw te veel Is, zal zij elders gemak
kelijk slagen!
Denkt gij lezeressen, dat wij overdrijven?
Inderdaad zijn deze kleine voorvallen uit
het leven gegrepen en wij zouden ze met
veel scherpere kunne aanvullen. Indien
wij serieuze werkende vrouwen vragen ot
zij bij voorkeur in dienst van mannen ot
vrouwen zijn, dan zal het overgroote
deel ons antwoorden, dat zij liever bij
mannen werken.
Velen harer zullen heel wat sterke
staaltjes van onwelwillendheid aan de
zijde van vrouwen ondervonden hebben,
dan hier gegeven zijn.
Het zijn heusch geen bijzondere vrouwen,
die zoo handelen, vrouwen als gij en Ik.
Wjj denken heel dikwijls zoo weinig na bij
hetgeen wij doen en zeggen en ons han
delen is soms een gevolg van weinig na
denken. Vaak komt er wat ijverzucht,
ijdelheid of een voordeel bij, doch wij moe
ten trachten ons tegen dit kleinzielig ge
doe te verzetten, daar er zooveel groote
dingen gebeuren, die inderdaad de aan
dacht verdienen. Met een weinig goeden
wil en zelfkennis kunnen wij deze karak
tertrekken, die anderen verdriet berokke
nen overwinnen, zoodat wij in de toekomst
niet meer als vrouw tegen vrouw staan,
doch aanvoelen, dat slechts gevoelens van
zachtheid en begrijpen ons opvoeren toi
een hooger plan, waarbij alle kleinzielig
heid uitgesloten is.
Zondag.
Kerrysoep.
Kalfsgehakt.
Snflboonen.
Aardappelen.
Appelsneeuw.
Maandag.
Rlblapjes.
Spruiten.
Aardappelen.
Kofflevla.
Dinsdag.
Rijstcroquetten met selderij.
Rauwkostachotel.
Brusselsch lof of
Aardappelen in de schil gekookt
gesmolten boter.
Woensdag.
Aardappelsoep.
Pikante nierschotel.
Vruchten.
Donderdag.
Karbonade.
Gestoofde prei.
Aardappelen.
Rijst met peertjes.
VrUdag.
Gestoofde zoutevlsch.
Worteltjes.
Aardappelen.
Beschuit met bessensap.
Zaterdag.
Stamppot.
Savoyekool met gebakken spek.
Havermout.
Abrikozentaart.
VASTEN MENU'S.
•sananbojo-uei'BUj'BO
Brusselsch lof met harde eieren.
Aardappelen in crème saus.
Magere preisoep.
Spruitjes met kastanjes.
Aardappelen.
Gebruinde boter.
Magere erwtensoep.
Rauwkostschotel van andijvie, selderijknol,
worteltjes, bloemkool en tomaten.
Aardappelvla.
Appelsneeuw.
1 K.G. moesappelen, 100 gram suiker
(lichte basterd), 4 eiwitten, eenige aman
delen.
Men schilt de moesappelen, snijdt ze in
vieren en haalt de klokhuizen eruit. Daar
na zet men deze appelen met zoo weinig
mogelijk water op, zoodat men een dikke
moes krijgt, welke men flink klopt met
de garde, weer even verwarmt en de
basterd erin opgelost, daarna van het
vuur; twee geklopte eierdooiers door roeren
en de moes in een niet te diep vuurvast
schoteltje doen, daarna bedekken met de
4 eiwitten, die men met eenige lepels sui
ker zeer stijf heeft geklopt. Men heeft
eenige amandelen in warm water ge
broeid, ontdoet ze van hun velletjes en
snijdt ze in lange reepjes, die over het
eiwit gestrooid worden, daarna gaat het
schoteltje in den oven, om het eiwit vlug
lichtbruin te laten worden.
De beide dooiers bewaart men voor de
pudding van Woensdag.
Koffievla.
6 dL. melk, 1 dL. koffie-extract, 1 ei,
35 gram vanille custardpoeder, 75 gram
suiker.
De koffie wordt gemalen, b.v. 1% 2
lood en hierop giet men ruim 1 dL. kokend
water, laat ze een minuut of tien trekken
en zeeft ze door een doekje, opdat alle
stukjes koffie achterblijven. Men neemt
desnoods coffeïnevrije koffie, omdat de vla
dan zoowel door kinderen als door
patiënten of herstellenden beter verdragen
kan worden.
De melk wordt aan de kook gebracht
met de suiker, het ei geklopt en vermengd
met de custardpoeder en lepelsgewijze met
de afgekoelde koffie, daarna wordt met
een dun straaltje een deel van de heete
melk bijgevoegd en alles teruggedaan in
de pan, waarin men de vla zachtjes en
roerende even door laat koken, daarna
flink opkloppen met de garde tot ze
grootendeels afgekoeld en luchtig Is en
in een glazenschaal overbrengen om ge
heel en al koud te worden.
Presenteeren met vinger-biscuits.
Rijst croquetten met selderij.
3 kopjes rijst (gekookt), 2 eieren, 3 eet
lepels gehakte selderij, 1 kleine ui, peper,
zout, 1 bouillonblokje opgelost in kopje
kokend water, paneermeel, frituurvet, 40
gram boter.
Men maakt de ui schoon en hakt deze
vervolgens heel fijn, smoort hem gedurende
eenige minuten in de boter, voegt het op
geloste bouillonblokje erbij en de selderij,
daarna de gekookte rijst, peper, zout en
het laatst de twee geklopte eierdooiers
met 1 eiwit. Men doet de massa op een
schaal om deze te laten bekoelen en ziet
men dat het geheel niet samenhangend
genoeg is, dan roert men nog een weinig
bloem door.
Is alles door en door koud, dan ver
deelt men het ln 8 t 10 deelen, waarvan
croquetten gevormd worden, die eerst
door het achtergehouden eiwit (dat los
geklopt ls met 1 eetlepel water) en daarna
door paneermeel gerold worden om in het
frituurvet gebakken te worden.
Abrikozentaart.
225 gram zelfr. bakmeel, 125 gr. boter,
1 eetlepel suiker, 1 eierdooier, 1 eetlepel
suiker (basterd), 2 eetlepels koud water,
1 kl. blikje abrikozen, eenige blaadjes gela
tine, b.v. 3 op 2 dL. vocht, tikje zout.
Men kan den taartbodem gerust eenige
dagen van te voren klaar maken en op een
koele plaats bewaren. De bereiding is heel
eenvoudig en kan gemakkelijk gevolgd
worden aan de hand onzer gegevens. In-
plaats van abrikozen uit het blik kan de
vorm ook met geweekte abrikozen gevuld
worden. Men begint met de bloem te
zeven en in een kom te doen: voegt er
wat zout en de lichte basterdsuiker bij;
daarna wordt de bloem met de vinger
toppen vermengd met de boter, totdat een
fijn kruimelig geheel is verkregen. Men
voegt hierbij een eierdooier, en 2 eetlepels
water en kneedt alles tot een stevig samen
hangende bal, die men even laat rusten.
Inmiddels maakt men een springvorm of
een niet te kleine vuurvaste schotel met
rechten rand, met boter vet en gaat nu
het deeg uitrollen. Men strooit wat bloem
op de aanrecht en over den deegroller en
rolt het zoo dun uit, dat men den bodem
en opstaanden rand kan bedekken. Het
binnengedeelte wordt met een stuk be
boterd vetvrij papier belegd, nadat eerst in
den deegbodem met een vork een aantal
gaatjes zijn geprikt en nu komt op het
papier een laag boonen, waardoor de vorm
van de taart bewaard blijft. Zijn de zij
kanten lichtbruin, dan wordt het papier
verwijderd evenals de boonen en gaat het
gebak nog een minuut of tien den oven
in. Koud geworden belegt men de taart
met abrikozen, terwijl het sap verwarmd
en hierin de geweekte gelatine wordt op
gelost. Afgekoeld zijnde, giet men het sap
over de abrikozen.
Gewoonlijk is in ieder huis wel een gram
weger aanwezig in den vorm van een brie-
venweger, die de kleinste hoeveelheden
aangeeft. Heel duur in aanschaffing zijn
grammenwegers niet, ze maken een deel
uit van de lange lijst „nuttige" geschen
ken, die de huisvrouw op haar verjaar-
dagenlijstje kan plaatsen.
We kunnen ons zelf echter voor een
deel behelpen, al is het afgemeten niet
zóó nauwkeurig. Wij laten een lijstje vol
gen, dat uitgeknipt en in een recepten^
schrift geplakt kan worden.
1 afgestreken eetlepel weegt:
Boter 20
bloem 10
maïzena 12
sago 12'/,
poederchocolade 15
griesmeel 12'/,
geraspte kaas 15
zout 12
1 kopje rijst
1 kopje gort
1 kopje havermout
1 kopje rozijnen
1 kopje suiker
1 kopje griesmeel
gram
100 gram
100
50
75
100
100
1 theelepel kerrypoeder weegt ruim 1'/, gr.
1 theelepel dub. koolzure soda jh 2 gr.
1 klontje suiker weegt 5 gr.
1 ei weegt 50 gr.
Vloeistoffen.
15 druppels is i/4 theelepel.
4 theelepels is eetlepel.
8 eetlepels is 1 >/4 L ruim een theekopje.
2V, theekopje is 1/4 L.
1 wijnglas is 1 dL.
Moderne zus.
Vriendelijke bezoeker: Hoe oud is je
kleine broer, zusje?
Zusje: O, hij is het nieuwe model 1936.
„Moeder, mag ik buiten spelen met Jan
Smit?"
„Neen, ik mag dien Jan Smit niet."
„Mag ik dan buiten vechten met 'm J"