Het Middagmaal
Zorgenkinderen.
Uithoudingsvermogen
van vrouwen.
Zooals het niet en wel
gebruikt moet worden. De
gemeenschappelijke maal
tijd een lichtpunt van den
dag
door
Mevr. G. C. MeijerSchwencke.
Men hoort meermalen door huisvrouwen
de klacht uiten, dat zij urenlang bezig zijn
met de bereiding van het midagmaal en
al wat hier meer aan vast zit en dat men
in weinig tijd klaar is met eten. Hierin
is inderdaad iets teleurstellends, doch
huisvrouwen moeten dit niet te zwaar op
nemen en het als een noodzakelijk onder
deel van haar taak beschouwen. Zij moe
ten niet vergeten, dat, hetgeen zij bereiden
noodig is voor de opbouw en instandhou
ding van het organisme, waardoor nieuwe
krachten worden gevormd en de machine
met onvermoeide kracht verder kan wer
ken. De tijd, besteed aan de bereiding,
mag dus geenszins als verloren beschouwd
worden.
Wanneer hieraan meer werd gedacht,
zou men de hoofdmaaltijd wellicht vanuit
een ander oogpunt beschouwen, dan ge
woonlijk het geval is. Het is van groot be
lang, dat er rustig gegeten wordt en dat
er een aangename stemming aan tafel
heerscht. Wanneer men de voeding niet
goed verwerkt, haastig naar binnen slokt
en het humeur niet al te best is van een
dér huisgenooten, werkt dit op de geheele
stemming in en heeft men weinig profijt
van zijn maaltijd. Meestal is het de huis
vrouw, die onbewust, in dit opzicht fouten
begaat, vooral indien er weinig of geen
hulp voorhanden is, zooals thans zoo dik
wijls het geval is. Nog warm en moe komt
zij uit de keuken, zet zich als laatste aan
tafel, dient de soep rond en werkt deze
zelf haastig naar binnen, want haar ge
dachten dwalen reeds weer af naar de
groenten, aardappelen, enz. wachten om
opgedaan te worden. Omdat zij nu een
maal reeds zeer gejaagd is, besteedt zij
ook aan hetgeen volgt niet genoeg aan
dacht, heeft meer oog voor hetgeen man
en kinderen gebruiken en brengt onbewust
een min of meer geagiteerde stemming
teweeg. Het behoeft geen betoog, dat alles
met de beste bedoeling en met voorbijzien
van eigen behoeften geschiedt. Zij draagt
er echter zelf toe bij, dat de met veel
moeite klaargemaakte maaltijd, niet op de
juiste wijze „ausgenutzt" wordt door alle
aanzittenden. Allerlei nerveuse storingen
en maagaandoeningen doen zich voor,
meermalen ook bij de kinderen.
De tijd aan het middagmaal besteed,
moet tevens een ruststonde zijn om even
wicht te verkrijgen na het jachten en
jagen, waarop de mensch van de twintig
ste eeuw zich ingesteld heeft. Men moet
trachten tot rust te komen, al is het maar
voor een half uur en men moet zorgen,
dat de hoofdmaaltijd gelegenheid biedt tot
het uitwisselen van gedachten. De moderne
ttjd ei3cht zoovéél van den mensch, dat er
slechts weinig tijd overblijft om rustig met
elkander te praten. Indien de kinderen
volwassen zijn, gaan ook ztj htm eigen
weg, hebben hun werk, htm genoegens en
ontspanning en dan moet de maaltijd een
prettig samenzijn geven, waar alle weder
waardigheden van den afgeloopen dag uit
gewisseld worden.
De huisvrouw zal hier zelf veel toe bij
kunnen dragen, want grootendeels heeft
zö het in haar hand voor een aangename
stemming aan tafel zorg te dragen. Een
voudige hulpmiddelen staan haar tevens
nog ten dienste en wel in de vorm van een
gezellig gedekte tafel en niet te vergeten
enkele bloemen. Hoofdzaak is natuurlijk,
dat de huisvrouw zelf een opgewekt hu
meur heeft. Met het dekken moet niet tot
het laatste oogenbllk gewacht worden, des
noods doet men het reeds dadelijk, nadat
de aardappelen zijn opgezet. Indien moge
lijk, moet de huisvrouw vóór zij het eten
op doet nog even rusten, hetgeen ongetwij
feld een goeden invloed heeft en minder
prikkelbaar maakt.
Gedurende den maaltijd moet alles zóó
geregeld zijn, dat niet nu eens dit, dan dat
gehaald moet worden, omdat vergeten is,
de tafel vooraf te voorzien.
Indien men op deze wijze aan tafel zit,
kan het niet anders of de gemoedelijke
stemming, die gedurende het eten heerscht
zal van grooten invloed zfln op alle huis
genooten en de huisvrouw behoeft er geen
spijt van te hebben, dat zij zóóveel tijd
aan de bereiding van den maaltijd moet
besteden.
Een Duitsche regeerings-verordening
heeft bepaald, dat niet meer in levens
middelen per pond doch per kg besteld
moet worden, ingaande 1 April a.s. Men
koopt 1 kg, kg Y* kg en de aanduiding
„pond" verdwijnt uit den handel.
In den aanvang zullen vele huisvrou
wen zich hieraan moeten gewennen, doch
alles went tenslotte. Tot dusverre kocht
men levensmiddelen, koekjes, chocolaadjes
enz. zooals ook hier gebruikelijk is, per
pond, doch de verkleinde hoeveelheid was
daarna niet een ons van een of ander,
doch en 14 pond, in casu 2% ons en 114
ons of 125 gram.
Zondag.
Tomatensoep.
Rollade.
Brusselsch lof.
Aardappelen.
Blanc Manger met zandkoeken.
Maandag.
Vruchten.
Schoten met Tauwe groenten.
Tomaten-ommelet.
Andijvie.
Aardappelen met roomsaus.
Dinsdag.
Koud vleesch.
Gestoofde prei.
Aardappelen.
Rijstkoekjes.
Woensdag.
4 Klapstuk.
Hutspot
Appeltapioca.
Donderdag.
Selderijsoep.
Gevulde aardappelen.
Spruitjes.
Fruit
Vrijdag.
Gebakken bokking.
Roode kooL
Aardappelen.
Appelmoes.
Chocoladeballetjes.
Zaterdag.
Capucijners met uitgebakken spek.
Aardappelen.
Rjjst met citroensaus.
Blanc manger met zandgebak.
6 groote zandkoeken, 2% dl room, 2%
dl melk, 1 eetlepel likeur, 60 gram suiker,
6 blaadjes witte gelatine.
Men kookt de room met de melk, voegt
er suiker bij en lost de gelatine in de
warme vloeistof op, nadat ze eerst in
koud water geweekt heeft en daarna goed
uitgeknepen is, en mengt het laatste de
likeur er door heen. Nadat het mengsel
wat bekoeld is en men van ttjd tot tijd
hierin roert om te voorkomen, dat de ge
latine zakt, vult men er met koud water
omgespoelde kopjes of vormpjes mede,
desnoods eierdopjes.
Is de pudding geheel en al stijf, dan
worden de vormpjes gekeerd op de zand
koeken.
Gebruikt men eierdopjes voor de blanc
manger, dan heeft men meer dan zes
koekjes noodig
Aardappelen met roomsaus.
1 kg aardappelen, 2% 3 dl melk, 25 gr
boter, 1 eetlepel bloem, zout, peterselie,
dl room.
Men schilt de aardappelen en snijdt ze
aan plakken, die men in water met zout
20 minuten kookt, daarna afgiet en gaar
laat stoomen op een zeer lage pit of een
hoekje van het fornuis met de deksel op
de pan.
Inmiddels maakt men een sausje van de
boter, wat bloem en roert alles goed door
een, verder nog wat melk bijvoegen.
Eenige minuten laten doorkoken.
De aardappelen worden in een ver
warmde dekschaal gelegd en bedekt met
de saus, waardoor even vóór het opdoen
nog dl room is geroerd.
Over de saus strooit men zeer fijn ge
hakte peterselie.
Rijstkoekjes.
1 ons of 1 kopje rijst, 2 eieren, 50 gr
bloem, 60 gr suiker, 1 theelepel kaneel,
jam, boter.
Men kookt de rijst op de gewone ma
nier door er 3 maal zooveel water en een
tikje zout bij te doen en zet de pan op
een lage pit.
Is de rijst gaar, dan mengt men er de
geklopte eierdooiers, bloem suiker, kaneel
doorheen en tenslotte het stijfgeklopte ei
wit. Het beslag moet nu stevig zijn, zoo
dat men er mooie ronde koekjes van kan
maken. Is het te slap, dan doet men nog
een lepel bloem erdoorheen.
Men smelt de boter in de koekepan,
vormt ronde koekjes van de rijstmassa,
die men aan beide zijden licht bruin bakt
en daarna met jam bestrijkt, warm op
dienen.
Gevulde aardappelen.
6 groote aardappelen, 6 eieren voor de
saus, 3 dl bouillon of water met 2 bouil
lonblokjes, 1 flinke eetlepel bloem, 100 gr
ham, 25 gram geraspte kaas, 50 gr boter,
1 ei.
De aardappelen worden in de schil ge
kookt, daarna van het huidje ontdaan en
het binnenste deel uitgehold. Men gebruike
liefst geen afkokers, doch een stevige
soort aardappel.
De aardappelen worden in een vuur
vast schoteltje geplaatst en in elke
opening een ei gebroken, waarna ze over
goten worden met een sausje, dat ge
maakt wordt van de boter, bloem en
bouillon, waarbij het ei wordt gevoegd
als het een minuut of 5 gekookt heeft en
tenslotte de fijngehakte ham. Het geheel
wordt met kleine stukjes boter belegd en
bestrooid met kaas, daarna in den oven
geplaatst, totdat de aardappelen goed
warm en de eieren gesmolten zijn.
Duimzuigen Nagelbeten.
Wie kent niet de zorgen, die moeders
hebben als de kleintjes duimzuigen en
zelfs grootere kinderen nog nagelbijten?
Allerei middelen worden aangewend, mos
terd op duim of vingers, zelfs de apothe
ker wordt in den arm genomen om toch
iets te geven, wat zoo leelijk mogelijk
smaakt, niets heeft geholpen, zelfs niet
het vooruitzicht van pretjes of geschen
ken.
Het duimzuigen werkt inderdaad na-
deelig op de vorming van het weeke ge
hemelte en door de voortdurende druk van
de duim op de handjes kunnen zelfs ver
groeiingen van den mond plaatsvinden.
Het komt meermalen voor dat duimzuigers
min of meer uitgeholde tanden of een
vervormden duim krijgen.
Het beste is een tijdlang een verband
om den duim te doen, vooral bij het naar
bed gaan, want als de kinderen slaperig
worden, verhuist de duim meest naar den
mond. Behalve het verband wordt nog een
wit wollen kousje om de hand gedaan en
goed vastgemaakt, zoodat het kind niet in
verzoeking komt een andere vinger of
zelfs twee in den mond te nemen. In
kinder-tehuizen wordt dit middel met goed
gevolg aangewend en na korten tijd ver
geten zij hun duim heelemaal.
Erger is het met nagelbijten gesteld en
soms schrijft men dit aan een nerveus
verschijnsel toe. Latere onderzoekingen in
kinderklinieken hebben aan het licht ge
bracht, dat deze kinderen te weinig vi
taminen B. hebben. Wordt hierop bij de
toediening van voedsel gelet dan wennen
ztj het nagelbijten af.
In welke voedingsmiddelen bevinden zich
vitaminen B?
In het bijzonder in gistpreparaten. Ver
der o.a. in tomaten, sla, sommige kool
soorten, geeft men de kinderen bij hun
spijzen een geringe hoeveelheid gist, dan
zullen zij het nagelbijten afleeren. Men kan
het best een weinig gist in wat boter
smelten en bij groenten of soep voegen.
Veel rauwe tomaten zijn uitstekend, doch
men maakt ze lichter verteerbaar indien
ze van het huidje ontdaan zijn. De to
maten worden enkele oogenblikken in heet
water gelegd en hierdoor laat het huidje
los en kan verwijderd worden. Kleine kin
deren krijgen tomaten sap, terwijl het veel
gebruiken van tomaten eveneens uit
stekend is voor volwassenen, wier nagels
telkens afbreken; ook zij kunnen gist ge
bruiken in hun spijzen en een tomatenkuur
doen.
Om de nagels en vingertoppen der kin
deren weer een goeden vorm te geven,
maakt men 's avonds voor het bed gaan
een vet sopje, lauwwarm, waarin zij de
vingertoppen eenige minuten houden, daar
na drogen en inwrijven met slaolie of
vaseline. Men kan de kinderen daarna een
paar oude katoenen handschoenen aan
trekken bij het bed gaan. In korten tijd
zullen de nagels krachtig groeien en door
dat de nagelriemen soepel zijn, kan men
ze gemakkelijk los houden. De moeder
moet echter consequent zijn en in den aan-
van niet oogluikend toezien, dat de kin
deren zich weer aan het oude euvel schul
dig maken. Voorkomen is beter dan ge
nezen.
Iedere vrouw, hetzij een huisvrouw of
een vrouw, die een beroep uitoefent, dat
haar noodzaakt binnenshuis te werken, zal
van tijd tot tijd bemerken, dat haar uit
houdingsvermogen haar in den steek laat.
Zij gevoelt zich geestelijk en lichamelijk
minder dan anders in staat om met op
gewektheid haar taak te vervullen ert
haar arbeidsprestatie zal verminderen.
Hoe kan men hieraan ontkomen en
meer op peil komen? Het is opvallend,
dat deze verschijnselen zich vooral in de
wintermaanden voordoen en dit vindt zijn
oorzaak in het feit, dat men 's winters
veel minder frissche lucht heeft dan
's zomers. Men vertoeft in vertrekken, die
kunstmatig verwarmd worden, heeft de
ramen nagenoeg den geheelen dag geslo
ten en krijgt een tekort aan zuurstof,
waardoor men zich moe gaat voelen. In
den zomer, zelfs reeds zoodra de dagen
langer worden, zal de vrouw, die haar
beroep buitenshuis uitoefent er veel eer
der toe komen een eind te loopen als haar
dagtaak voorbij is. Zoodra het even zon
nig weer is, lokt dit de huisvrouw ook
uit om naar buiten te gaan en langzamer
hand gaat men zich veel beter gevoelen.
Zelfs in de koude wintermaanden moeten
kamers en werkvertrekken regelmatig ge
lucht worden, al doet men dit ieder uur
maar vijf minuten.
Heeft men overdag geen gelegenheid om
wat frissche lucht te happen, dan kan
men dit 's avonds doen; de avondlucht
werkt buitengewoon kalmeerend op het
zenuwstelsel. Veelal tracht ben het gevoel
van moeheid te verdrijven door het drin
ken van (liefst) sterke koffie of thee,
hetgeen juist zeer verkeerd is. Het prik
kelt de zenuwen onnoodig en wekt schijn
baar op; evenals andere genotmiddelen,
die lang niet altijd even onschuldig zijn.
Veel beter is om wat vruchten te eten.
'n appel of sinaasappel of een glas zuiver
vruchtensap te drinken, waardoor het
bloed tevens gezuiverd wordt.
Van niet te onderschatten belang is een
goede nachtrust, want al denkt men ook,
dat men voldoende heeft aan zes of zeven
uren slaap en steeds laat naar bed gaat,
dan wreekt zich dit tekort op den duur.
Slapeloosheid is tenslotte een gevolg
van de overspannen zenuwen en is vaak
moeilijk te onderdrukken.
Het is veel verstandiger zich eenige ge
noegens te ontzeggen, dan Iaat en over-
moe naar bed te gaan en 's avonds in roo-
kerige zalen te vertoeven, waar gebrek
aan frissche lucht is.
Indien men zorgt, dat men deze volop
kan inademenen, rustig leeft, voldoende
nachtrust neemt en geen prikkelende dran
ken drinkt, dan zal men zeker zijn uit
houdingsvermogen behouden en zijn volle
arbeidsprestatie kunnen bleven geven.