Amsterdamsche Brieven.
Marine-brieven uit Indië
T JUTTERTJE
ZATERDAG 21 MAART 1936
PAG. 5
S. O. s.
yet dreigende, op gevaar wijzende
gO.S." klinkt thans, figuurlik ge
sproken, overal door de wereld. Dat
S.O.S. is. 2011 n1611 kunnen zeggen, met
de rence verscheuring van het vodje pa
pier dat Locarno-verdrag heet en met nog
zooveel meer verontrustende feiten In alle
overige deelen der wereld, de grond
toon van het leven van heden.
Laat ons dit keer dan ook maar met
een S.O.S. beginnen: eenonschuldig,
p-ettig S.O.S. evenwel.
Wij hebben hier het oog op de Stich
ting to' bevordering van het Schaken op
School, bfl afkorting S.O.S. geheeten, de
welke aan het einde der vorige week hier
in de Militiezaal een samenkomst belegd
tod van organisatoren, paedagogen en
onderwijzers, die hun gedachten uitwissel
den over de beste methoden om het scha
ken op de lagere school ingang te doen
vinden. Natuurlijk is dit intensiver leven
van deze S.O.S., waarvan deze bijeen
komst een der teekenen was, een der
gevolgen van de groote propagandistische
kracht, die ven den onlangs grotendeels
op Amsterdamschen grond uitgevochten
strijd öm het wereldkampioenschap tus-
schen dr. Euwe en dr. Aljechin uitging,
alhoewel dan de actie voor het scha
ken-op-school in het algemeen reeds en
kele jaren geledén werd ingezet. Reeds
- enkele jaren toch is het edele schaakspel
op het gebied der Lycea, Gymnasia,
H.B.S.'en en en andere richtingen geen
■onbekend iets. Het aantal clubjes van
deze inrichtingen, die onder leiaing van
een leeraar schaken, is, ook in de hoofd
stad reeds niet onaanzienlijk. Iets meer
7. nieuws is echter het schaken op de Lagere
School.
In dezen begon van Utrecht uit de vic
torie. Een begin werd daar eind 1933 ge
maakt door een der Lagere School
hoofden, die zijn leerlingen van 1113-
jarigen leeftijd aan het schaken wilde
- zetten, iets wat tenslotte eerst in Septem
ber 1934, nadat die toekomstige Euwe-
tjes de borden en stukken zelf vervaar
digd hadden, in feite plaats had. Eeni-
gen tijd geleden werd er hier al eens een
film vertoond van dit lagere-school-
schaakBegin 1935 werd vervolgens,
onder eere-voorzitterschap van dr. Euwe
een commissie voor het schoolschaken ge
vormd, die o.a. in Juli van dat jaar reeds
een nationaal tournooi organiseerde voor
leerlingen L.O. en U.L.O., waaraan een
honderdtal jongelui uit de meest uiteen-
loopende plaatsen deelnamen. In Sept.
d.a.v. ging men vervolgens over tot de
oprichting van bovengenoemde Stichting.
Men hoopt nu, mede door de actie van
deze Stichting, te komen tot een spoe
dige erkenning van het schaken als facul
tatief vak op de scholen door het Ministe
rie van Onderwijs. Vanzelf komt natuur
lijk bij velen, die van deze krachtige
S.O.S.-actie kennis nemen, de vraag op:
welk nut heeft nu eigenlijk tenslotte „al
dat schaken" van de jeugd?Laat ons
tenslotte even ds. Wielenga, bestuurslid
van den Amsterdamschen Schaakbond,
die zich in het bijzonder ook voor dit
S.O.S. interesseert, ter beantwoording van
deze vraag, aan 't woord laten. Hij ver
klaarde onlangs: „Uit mijn ervaring met
de werkloozen is mjj gebleken, dat het
schaakspel eenige goede kwaliteiten aan
kweekt, als daar zijn logisch denken,
ordezin, appreciatie van een fairen tegen
stander, fair play en andere kwaliteiten
als volharden, kalmte bewaren en wat
zeer belangrijk is: zich aan strenge regels
onderwerpenEn dót Is juist iets,
waar onze jëügd 'noodig aan herinnerd
moet worden.
„Jonker".
öe Vereeniging „Hulp voor Onbehuis-
den" zou men als afgekorte „ondertitel"
óók inplaats van het gebruikelijke „Jon
ger" het S.O.S. kunnen geven. Zij toch,
die, als zwerver in Amsterdam's straten,
tegen het vallen van den nacht een S.O.S.
rioen 0Pgaan, vinden hier hulp en een
v-, onderdakVroeger werd dit soort S.O.S.-
seinen opgevangen door het „Pesthuys"
- op de terreinen van het Wilhelminagast-
dis; thans echter geschiedt dit voor het
vervolg door het nieuwe gebouw, dat
oen dit Pesthuys, oftewel „buitengast-
dis op last van de gemeente ontruimd
moest worden, door een nieuw verrezen
gebouw op het terrein der voormalige
biftbrouwer*j amx de Weesperzijde. P11"
ni berken hebben daar een frisch
euw „mannen-asyl" neergezet, dat zeer
3411 de hygiënische en andere eischen
o oet en tot stand kwam met behulp
^et z.g. Werkfonds. Men had hier
del ®oede gedachte gehad door mid-
rin Van enlte'e opwekkende muurschilde-
gen het grauwe aanzien van kale mu-
aan de zwervers-gasten te besparen!
kunstenaar, die door middel van het
bekende fonds voor noodlijdende beelden
de kunstenaars de opdracht tot het aan
brengen van deze schilderijen ontving,
heeft echter ten slotte zijp taak wel wat
té veel in den „opwekkénden", om niet
te zeggen „leutigen" zin-opgevat en ont
wierp enkele voorstellingen van vroolijke,
overdadige eet en drink-gelagen, die in
dit milieu toch wel wat al té zeer buiten
het kader vallenMen. zoekt nu naar
een ander gemeentelijk gebouw waar deze
Breügheliaansche tafereel'en wat minder...
disharmonisch zullen aandoen. In dit
nieüwe asyl is plaats voor 45 man, wat,
gezien het feit, dat gemiddeld 35 armen,
die geen onderdak hebben, van deze in
richting gebruik maken, voldoende is.
Merkwaardig is zeker het verschijnsel,
dat in dezen crisistijd, tengevolge van de
steunregeling, het aantal zwervers niet
toeneemt, terwijl de toeloop niet 's win
ters, maar juist 's zomers het grootst is,
wat te danken is aan het feit, dat het
publiek in de koude maanden royaler met
zijn gaven is dan in het andere jaargetij.
Van „cijfers" gesproken...;...
Een cjjfertje hier, een cijfertje
daar.
De hoofd-stedeljjke-cjjfers over het jaar
1935 zijn verschenen en er valt, als steeds,
weer veel interessants aan te ontleenen*
Het droombeeld van een millioen inwoners
wordt nog steeds bereiktmet een
kreeftengang. Bedroeg het aantal in-'
woners op 1 Januari 1935 781.660 stuks,
op 31December 1935 was het cijfer
781.646 groot. "Een teruggang dus van
14 zielen. In ieder geval echter is de
sterke teruggang van de laatste jaren
wat tot staan gekomen en mogelijk gaan
we van nii af aan weer vooruit. 28.387
personen kwamen zich hier vestigen en
33.591 personen zijn met pak en zak van
hieruit vertrokken. Een vertrekoverschot
dus van 5204. Het verschijnsel dus, dat
reeds lang de gemeentebestuurderen met
zorg vervult, van steeds grooter wordend
vertrek en wel voornamelijk naar de om
liggende gemeenten. Steeds meer Amster
dammers worden forens en vestigen zich
in het Gooi en in de buurt van Bloemen-
daal, om daar na voldane dagtaak in de
city, zich te verpoozen temidden van hun
tuinen, boomgaarden,- aalbessenboompjes
en kunstmatige vijvers met goudvisschen.
Inderdaad heeft een wijdere omgeving
meer te bieden dan een Amsterdamsch
bovenhuis kan doén en het aantal van
hen, die de moeite - van de dagelijksche
treinreis heen en terug er voqr over heb
ben, groeit. Intusschen echter ziet Am
sterdam de belastingopbrengst al maar
verminderen, terwijl de - forensengemeenten
belasting innen. De beruchte forensen
belasting zal wel niet ver, meer zijn, als
dit zoo dooigaat en er zijn geen aanwij
zingen dat dit wonen buiten een eind zal
nemen. De trouwlust onder de Amster
dammers nam toe. 67-39 paren met ge
volg betraden de diverse trouwzalen van
het Prinsenhof en zagen daar hun ech
telijke aspiraties door den Ambtenaar be
krachtigd. Een klop van dezen heer op
de tafel met -het groene kleed en twee
zielen waren weer aaneen gesmeed. Niet
voor eeuwig, want uit echtscheidingen ten
getale van 606' blijkt dat de ketenen soms
niet houdbaar bleken. Overigens waren er
30 echtscheidingen minder in 1935 dan in
1934, wat dan weer, gezien het verhoogde
aantal echtverbintenissen, zou pleiten
voor beter wordende' kwaliteit van de
Burgelijke Ketenen. Ziethier een enkel
greepje uit de cijferparade.
Wij hebben overigens ook nog de man
van dé RijRs~cijféfs"~=>"öïtzë Minister
van Financiën, dezer dagen in de
hoofdstad op visite gehad. Men had hem
n.1. te gast gaan aan dén jaarlijkschen ge-
meenschappelijken maaltijd van de leden
der Industrieele Club.' Het schijnt dat
onze tegenwoordige ministers gaarne hun
hart lucht, eventueel-hun S.O.S. doen
opgaan, in-een milieu van kopstukken
van het Amsterdamsche, bedrijfsleven.
Nog niet zoolang geleden deed minister
Colijn het aan een gemeenschappelijke
lunch in „Kras",;.— en "nu weer minister
Oud in de Industrieele Club. Zonder „aan
politiek" te dóen, kan men, zuiver objec
tief, vaststellen, dat dé rede, die mr. Oud
bij deze gelegenheid' hield, nu niet zoo
bijster veel om het lijf had. Zij was een
niet te sterk pleidooi voor het door de
Regeering tot nu toe gevoerde crisis-
beleid en had tenslotte als het hoofd
thema: „Nederland heeft erger tijden ge
kend". Zoo bracht dé Minister b.v. de Na
poleontische periode van. 1810 tot 1812 in
herinnering, toen in Amsterdam slechts 40
en in Rotterdam slechts 10 schepen bin
nenvielen; toen slechts 10 arbeiders in
1812 in alle ijzergieterijen werkten, toen
in 1810 slechts 38 haringbuize'rs uitvoeren,
in Amsterdam een vierde van de bevol
king bedeeld werd, groote huizen wer
den afgebroken, buitenplaatsen werden
verlaten, enz. enzToch is, aldus spr.,
ook na dién tijd weer een andere van
grooten bloei gevolgd, waarop hij zijn
vriendelijke, als hart onder den riem be
doelde tafelrede besloot met aanhaling
van Bilderdrjk's bekende versjeHol
land leeft weer, Holland streeft weer..."
Tooneel-subsidles.
Om nóg weer even tot het S.O.S. terug
te keeren: zooals altijd tegen het einde
van een speelseizoen laten onze verschil
lende tooneelgezelschappen ook thans we
derom met verdubbelde kracht S.O.S.-
signalen weerklinken, vergezeld van het
dringend verzoek de voorgestelde sub
sidie-regeling voor het komende seizoen
te wijzigen, waarbij ieder gezelschap
zijn afzonderlijke wenschen heeft. De dit
maal voorgestelde regeling, die binnenkort
in den- Raad behandeld zal worden, wil het
Amsterdamsche Tooneel van Van Dalsurn
bedenken met een vaste subsidie van
40.000 en daarnaast het Centraal Too
neel van Laseur met 5000, en wil dus
breken met een subsidie-regeling „per
voorstelling". Bij de behandeling in den
Raad zal hierover nog wel meer te ver
melden vallen.
Laat de rechterhand enz
Niet alleen op tooneel-gebied is regeeren
moeilijk. Het is schipperen tusschen vele
klippen en'de meest paradoxale gevolgen
kunnen zich voordoen. Terwijl de. Lands-
regeering broeit op een reisbélasting en
aldus het buitenland het genót van .een
Vreemdelingenverkeer moeilijk, jav. bijna
onmogelijk, wil maken, doet hét Vreemde
lingen-verkeer hier al zijn best om het- de
uit het buitenland komende gasten pléizie-
rig, aangenaam en gemakkelijk te maken.
Wat we dus zelf wel graag willen hebben,
gunnen we niet aan anderen. Deze poli
tiek moet zich vroeg of laat wreken. Het
is kortzichtig en niet ruim. Hoe het zjj,
wij kunnen de gevolgen van de eventu-
eele reisbelasting aan de toekomst over
laten en hier eens even de aandacht ves
tigen op een rapport, uitgebracht door den
directeur van het vreemdelingenverkeer-
bureau 't Koggeschip. Wij lezen dan in
het Rapport, dat 't Koggeschip van den
beginne af aan in moeilijkheden heeft
verkeerd voornamelijk veroorzaakt door
gebrek aan belangstelling, aan gezag en
aan geldmiddelen. De laatste jaren neemt
echter de belangstelling voor het vreemde
lingenverkeer toe. Het rapport van Mr.
R. H. Woltjer bevat interessante gegevens
hoe men kan bewerken dat meer vreem
delingen naar Amsterdam komen en ze
langer hier vast te houden. Met nadruk
wordt gewezen op het tekort aan ont
spanning voor den gast. Amsterdam moge
dan al aardige grachten hebben, op het
gebied van uitgaan waar een vreemde
ling toch ook wel aan wil doen biedt
het te weinig. Er moeten meer manifesta
ties komen van nationalen en internatio
nalen aard, meer gelegenheid tot ont
spanning en meer vertier in den omtrek.
Mr. Woltjes ontwikkelt verder een uit
voerig werkprogramma en ten slotte be
pleit de rapporteur een beter inrichten
van het vreemdelingenbureau. Komaan
Vreemdelingen, laat thans niet, U weer
houden te genieten van de Amsterdamsche
wallen, de Amsterdamsche vermakelijk
heden, dé Amsterdamsche Musea, de Am
sterdamsche ditten en de Amsterdamsche
datten. Welkom hier, wij zullen U echter
den wederdienst niet bewijzen.
Beste Klaas.
Ditmaal een vliegmail om je van alles te
vertellen over de overgave van het com
mando over de Zeemacht in Ned.-Indië.
Zooals ik reeds schreef was het eskader
„au grand complet". Donderdag 27 Febr.
werd de „Baloeran" met schout-bij-nacht
Ferwerda aan boord binnen verwacht en
met dagworden en dat geschiedt vrij
laat op het oogenblik hier in Priok zag
je al op de schepen een groote bedrijvige
heid. In de eerste plaats alles kleeden itï"
Zondags tenue, de laatste hand leggen aan
poortjes en ander koperwerk, een sloep
met de muziek erin komende van het
subsistenten kader en het gegons op hét
vliegkamp van de gereed gehouden vlieg
tuigen, t.w. een groep Domiers, onder
leiding van den off.-vlieger ie klasse Van
Midde en een groep V-vliegtuigen onder
commando van off-vlieger Elias. "Des
nachts was de Baloeran al voor de haven
ten anker gekomen en nog maar nauwë-
lijks kon men op het vliegkamp de con
toeren van het groote mailschip zien of
de vliegtuigen gingen de lucht in om een
eerste groet van de vloot aan den nieuwen
vlootvoogd te brengen. Dit ging natuurlijk
voor die vliegers des te meer van harte,
omdat velen van hen de schout-bij-nacht
als commandant van Morokembangan of
de Kooij hebben medegemaakt en Z.H.E.G.
den vliegdienst dus zeker een warm hart
zal toedragen.
Goed zeven uur gaat de Baloeran slaags
liggen voor de haven en gaat het sein
„aantreden" op het vlaggeschip omhoog,
waarop de bemanning zich divisie's-gewrjs
langs de railing opstelt. Op de brug van
Hr. M«. „Sumatra" staat onze eskader
commandant kolonel Helfrich met zijn
staf, t.w. de overste van Staveren, off. v.
adm. Klaassen en luitenant ter zee le kl.
Cox. Ook de kolonel Vreede, als comman
dant van het vlaggeschip, staat hierbij.
Nauwelijks ligt de Baloeran gebekt in de
haven-ingang of we geven met de Sumatra
een saluut van 13 schoten af. Als de brug
gen van de twee schepen op gelijke hoogte
zijn, worden de verschuldigde eerbewijzen
gebracht en speelt de muziek het volks
lied, gevolgd door de defileer-marsch.
Regelmatig hoort men over de in de
houding staande schepen de twee roffels
doorgeven. Ook de scliepen van de Gouver-
nements Marine, die achter in de haven bfó
de seinpost liggen, hebben hunne beman
ning aangetreden staan. Het „zeer bedankt
voor" wordt op de Baloeran geheschen,
waarna het schip naar de kade van de
Rotterdamsche Lloyd stoomt alwaar admi
raal van Duim en mevrouw, benevens tien
tallen autoriteiten, opgesteld staan om den
nieuwen vlootvoogd te ontvangen.
Dinsdag 4 Maart was de overdracht van
het vlootbevel. In die dagen die daar tus
schen lagen, hebben we een militaire wan
deling gehad en is er zoeklichtenspel ge
geven, een taptoe gehouden en een concert
mét taptoe door «den admiraal aan de
„Harmonie" aangeboden. Je ziet dus dat
we ons hebben vertoond aan den volke.
Nu er was heel wat leven in de brouwerij.
maar zooals je nog wel weet is Batavia
dan op zijn best.
Maar ik zou vertellen van de overgave
van het vlootcommando. Reeds dagen van
tevoren was de Nironi aan boord bezig
om een installatie aan te leggen voor de
uitzending van deze plechtigheid ook naar
Holland toe, waar je zeker achter de radio
hebt zitten luisteren. Luitenant ter zee
Quispel zou als omroeper fingeeren. Het
was nog donker toen we op de vloot al met
'„ontdekken" begonnen. Tót 9 jiur hadden
>we de tijd om jaog'te spoelen en op te
-knappen. Tegen 8 uur kwamen de ver
schillende detachementen aan boord van de
verschillende schepen en'begon de voor
stelling. Ook van de walzijde bestond er
voor dit gebeuren een groote belangstel
ling. Het wemelde van jachten, prauwen en
prauwtjes rond het eskader in afwachting
van de; dingen die zouden komen. Om 9
uur precies kwam de admiraalssloep langs
zij van de „Sum", nadat bij het passeeren
alle schepen de verplichte eerbewijzen had
den gedaan. De gehouden speeches heb je
dus door de radio, dan wel uit de kranten
reeds vernomen, daar zal ik niet te lang
over uitwijden. Met loudspreakers werden
ze meteen het schip rondgezonden, zoodat
een ieder ze kon hooren. Hr. Ms. „Soemba"
die vlak achter ons lag salueerde met 15
schoten en 13 schoten met het vlagver-
wisselen van de vlootvoogden. Admiraal
van Duim was bewogen, dat kon je aan
alles merken. Het moet ook wel een heel
ding zijn om als je een dergelijke carrière
van èn Eskader-commandant èn comman
dant Zeemacht achter den rug hebt, deze
vaarwel te moeten zeggen. Schout-bij-nacht
Ferwerda releveerde in zijn speech nog dat
er op het oogenblik zooveel schepen bij het
eskader waren. Enfin je hebt het allemaal
door de i radio gehoord. De vlag van admi
raal van Duim, een zijden, die eerst dien
morgen bij aan boord komst geheschen
was, werd Zijne Excellentie namens de
officieren der Zeemacht aangeboden door
den Eskader-commandant Helfrich. Nadat
persmenschen, fotografen en omroeper hun
werk haden gedaan, verlieten de beide
vlag-officieren het schip weer. Voor de
laatste maal kreeg de admiraal zijn roffels,
voor de laatste maal werd hij ovex-gefloten
en voor de laatste maal werd hij met 15
schoten gesalueerd. Maar nee, nu ver
spreek ik me, want den volgenden dag
toen de „Marnix" tusschen het eskader
doorstoomde met de admiraalsvlag in top,
werden den vertrekkenden admiraal op
alle schepen weer de eerbewijzen gedaan
en bij het passeeren van de Sumatra werd
zijn vlag wederom met 15 schoten gesalu
eerd. Het moet stamp en stamp vol ge
weest zijn op de Marnix bjj het vertrek.
De admiraal en mevrouw van Duim ston
den bij het voorbij stoomen boven op het
seindek van de Marnix. Wat zal er veel tn
zijn zeemanshart zijn omgegaan toen h|j
daar voor het laatst een blik kon werpen
op de vloot waarop hij 36 jaar gediend
heeft. Het ga admiraal en mevrouw van
Duim goed.
HENK.