De begrooting over het dienstjaar 1936. Luchtvaart De K.L.M. bezuinigt wegens achteruitgaand passagiers vervoer. _e„t de heer Uithol (Nat. Herstel), dat liet College met 2 maten meet. Kort geleden jiebben de hotelhouders een verzoek om ver laging van lasten ingediend en dat werd af gewezen en thans wil men Zeebad Huisduinen huurverlaging toestaan. pe voorzitter protesteert tegen de woorden „het meten met 2 maen". Overigens gaat de vergelijking niet op, daar het karak ter der bedryven anders en het Zeebad een jemi-gemeentelijk bedrijf is. Voorstel betreffende huurverlaging van wo- pingen der Woningstichting. De heer Eylders (A.R.): Kunnen de ge- gteunden, die meer steun ontvangen, gedwon gen worden om huizen met hoogeren huur te fetrekken Wethouder Smits (R.K.)Dit kan niet. Voorstel tot muikoop van de bloe misterij van Th. Adriaanse. De heer Schoeffelenberger (Opp.): peze bijlage laat nu eens goed zien, hoe ge vaarlek het is als de gemeente geld ln een particulier bedrijf steekt. Hy' voorziet, dat het op den duur met het Zeebad Huisduinen pet zoo zal gaan. De opstallen van Adriaanse zijn een goede 1000,waard en de grond niets, zoodat de Gemeente weer voor een aardige strop zit. Wat moet er met de bloe misterij gebeuren? De heer Ran (R.K.) geeft in overweging om haar bij den dienst der plantsoenen te voe gen. Daar voelt de heer Biersteker (Gem. Bel.) niets voor. Liever zag deze spreker, dat de bloemisterij van de hand gedaan werd. De Voorzitter antwoordt sprekers, dat het college nader zal overwegen wat met de bloemisterij gedaan moet worden. Met na druk wil hij vastleggen, dat de Gemeente geen geld „in de zaak gestoken heeft". Des tijds kon niet anders gehandeld worden, daar het bouwen van de school op het Tuindorp het aankoopen van de bloemisterij met zich bracht. Het voorstel werd daarop z.h.s. vastge steld. Voorstel inzake de watervoorziening van de perceelen aan den Strooweg. De heer Biersteker (Gem. Belang) ver klaart zich tegen deze bijlage. Het is z.i. on verantwoord, dat ten gerieve van 2 huizen zulke hooge kosten gemaakt worden. Wil men op zoo'n afgelegen plek huizen bouwen, late men dan zelve de consequenties aan vaarden. Kan er geen pomp geplaatst wor den? Wethouder v. d. Vaart (S.D.) moet toe geven, dat de heer Biersteker formeel gelijk heeft, maar als verzachtende omstandigheid dlene, dat het hier een grensgeval betreft. T. a.v. de pomp zegt hij, dat deze niet vanwege de gemeente geplaats kan worden. Maar de gemeente kan de door andere gemaakte fout toch niet laten zitten en de bewoners zonder water? Als argumenten noemt spr. dan nog, dat door het leggen van de waterleiding wel licht klachten van den Strooweg zullen op gevangen worden, terwijl ook de kans be staat, dat de bouw in deze omgeving zal toe nemen. Het voorstel wordt In stemming gebracht en met alleen de stemmen van de heeren Feenstra Kuiper en Biersteker (beide Gem. Belang) aangenomen. Vastgesteld wordt: Voorstel tot het vaststellen van het derde Suppletoire kohier der Wegenbelasting 1935. Benoemingen. Benoemd tot leden van het bestuur van het Gemeentelijk Bureau voor Maatschappe lijk Hulpbetoon wegens periodieke aftreding van mejuffrouw J. Stoffer en van den heer R. N. van Os: Mej. J. Stoffer en de heer R. N. van Os. Benoemd tot lid van de Commissie tot we ring van Schoolverzuim in de vacature Zoe telief: de heer D. J. Snel. Benoemd tot ïid der Commissie van Toe zicht op het Lager Onderwijs wegens perio dieke aftreding van den heer S. Jaring: de heer S. Jaring. Benoemd tot leden van de Commissie tot voorlichting bij de Beroepskeuze wegens pe riodieke aftreding van Mevrouw G. H. Teune —van der Vijgh en de heeren P. A. Smits, K. Bouma, G. A. Minnes en W. de Boer: Mevrouw G. H. TeuneVan der Vijgh en de heeren P. A. Smits, K .Bouma, C. Steen- lage en W. de Boer. Voorstel tot het benoemen van twee leden en twee plaatsvervangende leden van de Com missie van beroep, bedoeld ln art. 16 van de „Wachtgeldverordening Ambtenaren". Aftre dend z(jn de heeren Ir. A. L. Bijl en Mr. A. J. Veldman (leden) en de heeren Ir. B. W. A. Bijvoet en H. A W. Meijer (plaatsvervangen de leden). Benoemd worden de drie laatst genoemden en ln de plaats van den heer Bijl den heer Ir. S Visman. Medegedeeld wordt, dat door Burgemeester en Wethouders hun voorstel tot wijziging van de Verordening betreffende het beheer van de Gemeentebedrijven wordt teruggenomen. Voorstel tot het wijzigen van de sala- rteverordening 1935 (belooning ambto- naar-boteckenaar belastingen Den heer Terra (R.K.) komt de verhoo- gtag wat hoog voor. H(j vindt 100.vol doende. De heer Uithol (Nat. Herstel) •luit zich hierbij aan. Wethouder v. d. Vaart (ad.) zegt, dat et college, na overleg met het betrokken ensthoofd en het G.O., tot de conclusie is gekomen, dat een vergoeding van 800,te ^ettigen ls. Het baantje is wel erg gemoede- whÏTSjel m',°VerplaatSing van den ondei" sehool 10 aar van School 9 naar en het Voorstel tot het verhuren van de woning Koningdwarsstraat no. 16 aan A. Tilder. Hiermede was de gewone agenda afgedaan en werd overgegaan tot de behandeling van de begrooting. Algemeene beschouwingen zonder Politiek Het is circa half tien als de voorzitter voor stelt de beschouwingen over de begrooting 1936 te doen aanvangen. De heer Biersteker (Gem. Belang) stelt voor om deze niet te houden. Hij wordt gesteund door de heeren Terra (R.K.), Uithol (Nat. Herstel) en B o t (C.D.). De heer Biersteker zag gaarne, dat de geheele Raad achter hem stond. De heer Schoeffelen berger (opp.) vindt het houden van Alge- meene Beschouwingen (nader te noemen A. B.) geld vermorsen, maar men moet niet den ken, dat hij ze vreest. Maar hij acht het, gezien de financiën der gemeente, bijna onverantwoordelijk om 7 ft 8 vergaderingen daaraan te verspillen. De heer Bot' (C.D.) zal door omstandig heden weinig aanwezig kunnen zijn. De Algemeene Beschouwingen wor den afgestemd. Er wordt daarna gestemd over het al dan niet houden van A.B. Tegen stemmen: de heeren Ran en Terra (R.K.), Van Loo, Meijer en Hoornsman (V.D.), Feenstra Kuiper en Biersteker (Gem. Belang), v. d. Veer en EiJl- ders A.R.), Uithol (Nat. Herstel), Bot (C.D.), van Zwijndrecht (C.H.) en Schoeffelenberger (Opp.). Zoodat het houden van A.B. met 13 tegen 8 stemmen" verworpen is. Verschillende leden motiveeren hun stem. Als daarna het hoofdstuk der Electriciteits- begrooting aan de orde gesteld wordt, neemt de heer Boogaard (S.D.A.P.) het woord. Spr. heeft al 17 begrootingen meegemaakt en steeds werden er A.B. gehouden, waarbij bleek, dat de kleinste fracties den meesten spreektijd ln beslag namen. Die kleine frac ties zijn thans tegen A.B., omdat zjj de meeste boter op het hoofd hebben. Spr. breekt een lans voor het houden van A.B., vooral na de verkiezingen, die zoo scherp geweest zijn en nu punten als salarisverlaging en belas- tingverhooging in behandeling komen. De Voorzitter eerbiedigt als goed de mocraat de uitspraak van de meerderheid van den Raad, en al voorziet hij, dat de behande ling van de begrooting er niet op verkort zal worden, toch kan hij niet toestaan, dat er A.B. gehouden worden en verzoekt de leden dus zich tot het zakelijke te beperken. De heer v. d. Heide (s.d.), voorziet, dat op deze wflze een agendastoornis zal optre den. Wanneer en waar moeten nu de punten salarisherziening en belastingverhooging be handeld worden? De heer Smith (s.d.) constateert, dat hier de minderheid aan banden gelegd wordt. De heer Biersteker zou alleen tegen A.B. zijn, als de geheele Raad achter hem zou staan. De heer v. Loo (v.d.), verklaart, dat zfln fractie nu eens tegen de A.B. was om eens te zien of de behandeling van de begrooting op deze wijze minder tijd vordert. Daarom wil zijn fractie het nu eens zonder dezen „feest dag" stellen. Het Reglement van Orde decreteert... HJk, maar toch draagt de uitoefenaar ervan cn grootere verantwoordelijkheid. Bovendien j n we> in vergelijking met andere gemeen- er'' aan den zeer lagen kant. e heer Schoeffelenberger (opp.) 8 net toch niet met deze „loonsverhooging" ®hs en zal tegen stemmen. De heer v. d. Heide (s.d.) wijst er nog na op, dat in andere gemeenten de betref- nde vergoeding wel tot 1200,— gaat, ^aarna de heer Biersteker (Gem. Bel.) <iat niet iedere ambtenaar dit werk kan Jaa" ^°n bezuinie'"g van circa 1400.per e r..Wordt met deze maatregel verkregen IJ stelt dus voor de gevraagde vergoeding 8 Vo'!eenen- Bovendien gaat het volgens P niet aan, dat B. en W. of de Raad de r zaamheden van een bepaalden ambte- aar regelen. a&n 6t; Voorstel, in stemming gebracht, wordt •to'fCnomen met 17 tegen 4 stemmen. Tegen- <RicTrS waren de heeren: Ran en Terra fM Schoeffelenberger (opp.) en Uithol at- Herstel). 88 gesteld werd vervolgens nog het Het is wethouder v. d. Vaart (s.d.), die opkomt tegen het „grapje" van den neer van Loo. „Als dit de methode wordt om af te zien van de A.B., dan zijn we hard op weg om de democratie te vermoorden. Als men uit de grap gaat probeeren om een bepaalde groep van een traditie af te brengen dan is men be zig anders te doen, dan men bedoelt. Dan maakt men zich schuldig aan bespotting. Op deze wijze geeft men den dictator het wapen in de hand.' Het Reglement van Orde zegt ln art. 24, dat bij de begrooting eerst over haar geheel en daarna over de artikelen gesproken kan worden. Dus kan men beschouwingen houden, zegt spr., daar men zijn standpunt en mee ning t.o.v. de begrooting mag zeggen. Voorts wil spr. ernstig waarschuwen en adviseeren om den weg, die thans bewandeld wordt, zoo spoedig mogelijk te verlaten. De heer Scho'effelenberger (opp.) vindt het niet in orde, dat, nadat volkomen parlementair het houden van A.B. afgestemd ls, getracht wordt deze A.B. toch te doen houden. „We zitten hier toch maar voor tjoe- ma, de begrooting is allang opgelegd door 't Rflk. Nochtans is die niet naar mijn zin en kom ik in opstand tegen de tegenstellingen: salarisverlaging en belastingverhooging. Ik tracht zooveel mogelijk te bezuinigen, mis schien scheelt het niet houden van A.B. dui zend gulden en dat vind ik zeer belangrijk. De heer Boogaard (s.d.) toont aan waarom de A.B. zoo belangrijk zijn. N.l. om te demonstreeren welke streken de candida- ten op hun kompas hadden om toch maar ge kozen te worden. Do menschen willen wel eens weten hoe het komt, dat nog zooveel marlnemenschen op de S.D.A.P. gestemd hebben. De duikbootpolitiek, die door de par tijen gevolgd werd, zou aan het licht komen. De voorzitter zit voor een groote moeilijk heid, daar h(j rekening moet houden met het Reglement van Orde en de beslissing van den Raad. Geen van beide wil hij schenden. Thans geeft hij, in tegenstelling met de vorige door hem genomen beslissing de behandeling van de begrooting in haar geheel in handen van de vergadering. Hij houdt daarbij rekening met de wetenschap, dat niemand van te voren bekeken heeft, tot welke moeilijkheden het verwerpen van het houden van A. B. zou lei den. De heer Biersteker: Als door een Al- gemeene Vergadering van het R. v. O. afge weken wordt, dan Is dit besluit wel degelijk van kracht. De Voorzitten Ja, als er van te voren bewust over gepraat en er daarna bewust over gestemd was. Dat ls niet geschied! Spr. heeft een belangrijk deel van den Raad achter zich en stelt nu voor om de beschouwingen over de begrooting in haar geheel aan te van gen. De politiek moet er echter bulten gehou den worden I Voorts herinnert spr. eraan, dat ht) destijds bij het aanvaarden van het voor zitterschap clementie en medewerking ge vraagd heeft, welke hem toen toegezegd wer den. Thans doet hfl een beroep op den Raad om die woorden ln daden om te zetten. De beschouwingen nemen een aan vang. Verklaringen van de SJÏ.A.P. B(j monde van de heeren Boogaard en v.d. Heide legde de S.D.-fractie een tweetal verklaringen af. De heer Boogaard zeide o.m.: Wat kan voor de werkioozen ge daan worden M. d. V. Wij komen thans tot enkele zake lijke punten betreffende het beleid van het Gemeentebestuur en de Begrooting. In de allereerste plaats wenschen wij er de aandacht op te vestigen, dat door ons in het Algemeen Rapport is aangedrongen bij het College van B. en W. om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van uitvoe ring te overwegen van een aantal werk- objecten, waardoor althans alles wordt ge daan wat mogelijk is om de werkloosheid ter plaatse te bestrijden. Het leger van werk ioozen in onze Gemeente ie aanmerkelijk ge stegen. Ongeveer 1500 arbeiders zijn thans als werkzoekenden bij de Arbeidsbeurs inge schreven. Is het voor deze arbeiders en hun gezin nen van het allergrootste; belang, dat zij te werk worden gesteld, óók voor andere groe pen van de bevolking is dit zoo langzamer hand een levenskwestie geworden. De verar ming, die door een langdurige werkloosheid in zeer vele gezinnen zich voltrekt, heeft mede tot gevolg, dat onze handeldrijvende middenstand naar den rand van den afgrond wordt gevoerd. Voor vele groepen van onze bevolking is het dus dringend noodig, dat alles in het werk gesteld wordt om zooveel mogelijk den werkioozen arbeid te verschaf fen. Naar onze meening is dit mogelijk, wan neer de belangrijke werkobjecten, die óók in onze gemeente nog wel zijn aan te wijzen, wij noemen o.a de verbetering van den Huis- duinerweg, rioleering ln Huisduinen, de ver binding van het oostelijk met het westelijk deel onzer stad over het spoorweg-emplace ment, het voltooien van het Sportpark en het inrichten van den speeltuin aan de Kemphaan straat kunnen worden uitgevoerd. Als onderdeel van het streven om de werk loosheid zooveel mogelijk te bestrijden, vol gen wij met groote belangstelling al hetgeen door het College van B. en W. wordt gedaan voor onze visschersbevolking. Deze groep van ingezetenen wordt immers, behalve door de gevolgen van de crisis ook nog geteisterd door de gevolgen van de gewijzigde omstan digheden in het vischgebied. De mededeeling in het Algemeen Rapport, dat het College bezig is na te gaan voor hoe veel door verbetering en wijziging van de visschersvloot de belangen van deze bevol kingsgroep nog kunnen worden gediend, heb ben wij met instemming gelezen. Met belangstelling zullen wij ook in dit opzicht de werkzaamheid van het College blijven volgen en van de resultaten t.g.t. ken nis nemen. Voorzichtigheid geboden. M. d. V. Nu begrijpen wij natuurlijk wel, dat de financiëele kant van dit geheele vraagstuk maant tot groote voorzichtigheid. Vandaar ook, dat wij het College van B. en W. verzochten een onderzoek in te stellen ln hoeverre in dit opzicht van Rijkswege steun en medewerking is te verkrijgen. Het College heeft zich reeds bereid ver klaard dit onderzoek in te stellen en wij zullen nu gaarne vernemen tot welke resul taten het reeds is gekomen. Helpt de jeugd. In aansluiting op het voorgaande wenschen wij vooral ook met grooten nadruk te wijzen op de positie van de jeugdige werkioozen. Voor deze groep jonge menschen is in onze gemeente, trots den herhaalden aandrang o.a. van den Helderschen Bestuurdersbond, tot op heden nog niets gedaan. Deze toestand kan niet worden bestendigd. Het opgroeiend geslacht, dat thans voor zoo'n belangrijk deel aan lediggang wordt overgelaten, heeft er recht op, dat 't beschermd wordt tegen de funeste gevolgen van een langdurige werk loosheid. Met klem dringen wij er dan ook bij het College op aan, om speciale aandacht te wijden aan dit vraagstuk en wij zullen gaar ne vernemen of er in dit opzicht reeds plan nen zijn, en zoo niet, of deze dan spoedig zijn te verwachten. De tarieven der gasfabriek. Een andere belangrijke kwestie, waarop wij de aandacht wenschen te vestigen, is de wijziging die reeds door den Raad is aan gebracht in de tarieven van de Gasfabriek. Met volledige instemming heeft onze fractie aan het tot standkomen van die wijziging medegewerkt, hetgeen natuurlijk niet wil zeggen, dat wij nu de gasprijzen ideaal ach ten. Integendeel, wij hebben daaromtrent nog zeer belangrijke wenschen. Het feit echter, dat de reeds aangebrachte wijziging in het gastarief mede tot gevolg heeft een nadeelig verschil van rond 63000,voor de Ge- meentebegrooting 1936, in vergelijking met de Begrooting 1935, maant tot groote voor zichtigheid. We hopen echter, dat onder de nieuwe omstandigheden een verder terug- loopen van het gasdebiet zal worden voor komen en weer plaats zal maken voor een vooruitgang. Daarvoor is dringend noodzake lijk een intensieve propaganda en een door tastend beleid om het gebruik van gas op verschillend gebied te bevorderen. Toch nog te duur. Ook bij de nieuwe prijzenpolitiek blijft het gas voor belangrijke groepen, vooral onder de kleinere gebruikers, nog te duur en blij ven de bezwaren tegen meterhuur, trots dat deze thans met 0.10 is verlaagd, bestaan. Het is daarom, dat wij den wensch uitspre ken, dat het College van B. en W. zal blijven streven naar verlaging van de tarieven en bovendien bereid zal zijn ernstig te streven naar afschaffing van de afzonderlijke meter- huur, door bijvoorbeeld bij het vaststellen van het vastrechttarief daarmede rekening te houden. Met een dergelijk systeem betaalt de gebruiker dan in één som het vastrecht bedrag en hetgeen nog berekend dient te worden voor het gebruik van den meter. Wij zijn er van overtuigd, dat aan een dergelijke regeling ook moeilijkheden zitten verbonden. Eén van de belangrijkste i» wel, dat bij zoo'n regeling het vastrechttarief voor alle ver bruikers verplicht moet worden gesteld. Voor het gasbedrijf heeft een dergelijke regeling echter vele voordeelen en daarom achten wij onderzoek naar de mogelijkheid van uitvoe ring alleszins gewettigd. Het eloctrieltoitsbeditjf. Vele van onze opmerkingen ten aanzien van het Gasbedrijf gelden ten deele ook voor het Electriciteitsbedrijf. Alhoewel de uitkom sten van dit bedrijf geen reden tot klagen geven, meenen we toch tot voorzichtigheid te moeten manen. Nu practiseh van een ver dere uitbreiding van de stad geen sprake meer is, zal op een aanmerkelijke vermeer dering van het stroomverbruik niet meer ge rekend kunnen worden. Integendeel, wij zul len er op bedacht moeten zijn, dat het steeds verder doorvreten van de crisisgevolgen wel eens tot een beperking van het stroomver bruik kan leiden. In verband hiermede ach ten wij het van beteekenis, dat de prijzen politiek ook bjj dit bedrijf er op gericht wordt, dat het stroomverbruik aantrekkelijk blijft en er zoo weinig mogelijk financieele bezwaren ontstaan. Een streven naar zoo laag mogelijke stroomtarieven is dus nood zakelijk, maar in het bijzonder vestigen wij hier bij de aandacht op het vastrechttarief. Dit tarief steunt op het verbruiksverleden en leidt nu de omstandigheden op veler lei gebied zoo zeer zijn veranderd tot grove onbillijkheden. Wij meenen, dat op grond van billijkheids overwegingen, maar ook in het belang van het Electriciteitsbedrijf een spoedige herzie ning van het vastrechttarief dient tot stand te komen. De basis waarop thans het vast rechttarief voor het gasverbruik is geregeld, willen wij daarvoor gaarne als voorbeeld stellen. Laat het College van B. en W. dit eens overwegen en eventueele voorstellen t.g.t. bij den Raad Indienen. Bij deze algemeene beschouwingen spre ken wij niet over de voorstellen van het Col lege inzake de 5 salariskorting voor het Gemeentepersoneel en het overbrengen van onze Gemeente van de 2e klasse naar de 3e klasse in de Gemeentefondsbelasting. Voor onze fractie zullen deze punten worden be spreker doof den heer Van der Heide die daarbij dan tevens gelegenheid zal heb ben tot het maken van enkele opmerkingen omtrent de financiëele positie onzer Ge meente. Ged. Staten over financieel beleid. Tenslotte nog een enkele algemeene op merking. Het voor-onderzoek van de Be grooting heeft Gedeputeerde Staten dit jaar aanleiding gegeven tot vele opmerkingen, die behoudens een enkele uitzondering van geen groote beteekenis waren en door het College van B. en W. bereids zijn behandeld. Van belang achten wij het, dat uit de cor respondentie, die over een en ander ls ge voerd, óók blijkt, dat Gedeputeerde Staten komen tot een gunstige beoordeeling van het algemeen financiëel beleid door het Ge meentebestuur betoond. Het verlagen van subsidie e.a. Het streven van het College van B. en W. om door versobering en een zuinig oeheer zooveel mogelijk weerstand te bieden tegen de steeds zwaarder wordende financiëele eischen, die aan de Gemeente worden gesteld, heeft natuurlijk ook Onze instemming. Alleen meenen wij te moeten waarschuwen dat ook in dit opzicht grenzen in acht genomen moe ten worden. De nu reeds toegepaste bezuini gingen op het onderhoud van straten, enz. en het verlagen van uitgaven, w.o. zeer nood zakelijke subsidies, hebben in 't algemeen wel de instemming van onze fractie. Wij vertrouwen in dit opzicht op het beleid van het College van B. en W., maar stellen toch de vraag of het College niet bang is, dat er met deze bezuinigingen te ver wordt gegaan en er dus een verwaarloozing ontstaat, waar van de gevolgen zich in de toekomst wreken? Alhoewel onze fractie zich voorstelt om b(j de behandeling van verschillende Begroo- ingsposten nog nader haar standpunt ken baar te maken, willen wij nu reeds verklaren, dat wij, met vertrouwen het algemeen beleid van het College van B. en W. gaarne zullen blijven steunen. De heer v. d. Heide verklaarde o.m.: De salariskorting. Bij deze Algemeene Beschouwingen hebben wij ons te beperken tot 2 punten, die bij de begrooting aan de orde zijn gesteld. In de eerste plaats dan het voorstel van het College van B. en W. betreffende de sala- rieering van het gemeentepersoneel. In tegenstelling met het voorstel dat door onzen Raad op 30 Jan. j.1. is behandeld, komt thans het College met het voorstel om aan de aan maning van de Kroon gevolg te geven en per 1 April a.s. een korting op de salarissen toe te passen van 2% en per 1 Oct. dav. Wederom 2% Wjj hebben nauwkeurig het nieuwe voor stel gelezen, doch kunnen tot geen andere conclusie komen, dan dat het College van B. en W. nog onverkort op het standpunt staat dat er eigenlijk geen enkel argument genoemd kan worden ter motiveering van de voorgestelde salariskorting en het Co ege dus niet met een dergelijk voorstel zou zijn gekomen, als het zich daartoe niet door de ontvangen aanmaning van de Kroon, ge noodzaakt achtte. Wy wenschen dit met nadruk vast te stel len, omdat daaruit duidelijk blijkt, dat deze aangelegenheid alleen en uitsluitend beoor deeld dient te worden in verband met het dwingend optreden van de Rijksregeering. De Raad voorstel. protesteere togen dit In de vergadering van den Raad op 30 Jan. Is door onze fractie reeds verklaard, dat wij dit dwingend optreden van de Regeering niet kunnen waardeeren en wij met instemming ons schaaarden achter het College om tegen een dergelijk ongemotiveerd drijven stelling te nemen. Nu is er sindsdien ook naar het oordeel van B. en W. niets veranderd in de omstan digheden, zoodat er o.i. ook voor den Raad geen aanleiding is om zijn houding te wij zigen. Wij worden in deze gedachten gesterkt nu we kennis genomen hebben van het advies van het G. O., waaruit blijkt dat de betrok ken personeelsorganisaties zich tenslotte ook weer tegen elke korting hebben uitgesproken. Op grond van het voorgaande, menen wy in eerste instantie althans te kunnen vol staan met de verklaring, dat onze fractie nog aljjd van oordeel ls, dat tegen het zoo ongemotiveerd dwingend optreden der Rijks regeering, door den Raad moet worden ge protesteerd en daarom het nu door B. en W. aan de orde gestelde voorstel ook dient te worden afgwezen. Wjj komen thans tot het 2de punt. Dit punt zal de behandeling der begrooting on getwijfeld in niet onbelangrijke mate beheer- schen, namelijk het voorstel van het College om de Gemeente van de 2de klasse naar do 3<le klasse der Gemeentefondsbelas ting over te brengen. Dit voorstel is voor den Raad wel een zeer groote teleurstelling. Bij het kennis nemen van de oorspronkelijke begrooting en het daarbij gegeven voorwoord, waren wij verheugd, dat het College er in geslaagd was, zonder belastingverhooging de begrooting sluitend te maken. Het spreekt vanzelf dat onze vreugde wel eenigermate werd beperkt door de verschillende bezuinigingen die reeds aangebracht moesten worden. Indachtig aan de groote financieele moeilijkheden waar mede onze gemeente thans te kampen heeft, is onze fractie natuurlijk gaarne bereid om zulk een beperkte vreugde verre te verkie zen boven maatregelen die zwaardere lasten op de schouders onzer stadgenooten leggen. Zoo stond de zaak tot het oogenblik dat wij de 1ste Nota van Wijziging ontvingen, waaruit ons moest blijken dat o.m. de ge raamde belastingopbrengst met 10.800 diende te worden verlaagd. Het College heeft voor deze vermindering van inkomsten, be nevens enkele andere posten, gelukkig dek king weten te vinden, door nog meerdere bezuinigingen aan te brengen. Wij releveeren deze geschiedenis omdat daaruit naar onze meening zoo duidelijk het streven van het College blijkt om vóór alles belastingverhooging te voorkomen en niet geschroomd wordt om op min of meer dras tische wijze versobering te betrachten. Dit streven J omt nog krachtiger tot uiting in de 2de Nota van Wijziging, waaruit blijkt, dai o.m. door den Inspecteur der Dir. Belas tingen opnieuw de opbrengst van verschillen de belastingen 16.200 lager is geraamd, voor welk bedrag het College wederom dek king heeft gevonden door bezuiniging op diverse posten. Door al deze wijzigingen van ingrijpenden aard ls natuurlijk de Begrootingspositie gron dig gewijzigd. En dit spreekt nog te meer als we rekening houden met de eischen van Ged. Staten ten aanzien van de bestemming van het Batig Saldo 1934, waarvan een belang rijk deel voor 1937 en 1938 dient te worden gei eserveerd. Met kennis van deze feiten staan wij nu bovendien nog voor een verhooging van uitgaven ten behoeve van ondersteuning der werkioozen van rond 100.C10, waarvan rond 30.000 door de Gemeente moet worden opgebracht. Wij kunnen ons voorstellen dat het College van B. en W., na hetgeen reeds is verricht moeten worden om de begrooting sluitend te houden, thans geen kans ziet om zonder be lastingverhooging voor deze vermeerdering van lasten, dekking te vinden. Dit neemt echter niet weg, dat tegen ver hooging van belasting in dezen tijd, nu de bevolking zoo ernstig gebukt gaat onder den druk der maatschappelijke omstandigheden, ernstige bezwaren bestaan. En dat het o.i. dus M. d. V. wel zeer na drukkelijk moet vaststaan dat op geen andere wijze het financieel evenwicht kan worden behouden, alvorens aan verhooging der be lastingen mag worden gedacht. In dit ver band willen wij dan ook direct verklaren dat omtrent een en ander absolute zekerheid moet zijn verkregen, alvorens onze fractie haar stem voor dergelijke voorstellen kan geven. Het is daarom dat wij het op prijs stellen, dat over deze kwestie pas zal worden beslist als de geheele begrooting door den Raad is behandeld, opdat alle andere moge lijkheden eerst ernstig kunnen worden over wogen. Wij achten dit vooral ook noodig, omdat het thans voor ons liggende voorstel, prac tiseh beteekent, dat een belangrijke groep der ingezetenen met de allerlaagste inkomens in de Gemeentefondsbelasting zullen moeten bijdragen, terwijl voorts andere groepen de verplaatsing van de Gemeente van de 2de naar de 3de klasse in de belasting, aanmer kelijk meer zullen moeten opbrengen. Het spreekt vanzelf M. d. V., dat wij ook in dit opzicht onze verantwoordelijkheid be wust zijn en dus ernstig hebben nagegaan of onzerzijds ook andere wegen kunnen worden aangewezen. Tot onzen spijt moeten we echter verklaren, dat we gelet op het groote bedrag dat ge vonden moet worden daarin niet zijn ge slaagd, daarbij rekening houdende met den uitdrukkelijken wensch om de meer en de meets vitale belangen van de gemeente niet te schaden. Beteekent dit dat wij dus op het oogenblik geen nieuwe punten voor belangrijke bezuini ging kunnen aanwijzen, aan den anderen kant achten wij het niet gewenscht om nieuwe nevenbelastingen, zooals in andere gemeenten wel voorkomen, in te voeren, of een der andere bestaande belastingen te verhoogen. Zoo mogelijk moet belastingver hooging voorkomen worden. Als tenslotte dus noodwendig tot verhoo ging der belasting moet worden gekomen, dan achten wij de voorgestelde verhooging onder de huidige omstandigheden, de minst verwerpelijke. M. d. V. Resumeerende meent onze fractie, dat de Raad vóór alles de gelegenheid dient te hebben om alle mogelijkheden ernstig te overwegen, alvorens een beslissing te nemen in zake dit voorstel van het College van B. en W. Er zijn reeds enkele voorstellen ten aan zien van deze aangelegenheid gedaan. Ons oordeel daarover willen wij gaarne voorbe houden, om de voorstellers de gelegenheid te bieden hun voorstellen nader te motiveeren. Bij voorbaat verklaren wij volgaarne mede te zullen werken aan elke ernstige poging om verhooging van de lasten der burgerij te voorkomen. De heer Schoeffelenberger aan hot woord. De heer Schoeffelenberger (opp.) zegt, dat hij met veel belangstelling de woor den van de voorgaande sprekers heeft aan gehoord. Maar hij zou hen wel willen vragen welke maatregelen zij voorstellen om de be lastingverhooging te voorkomên. De s.d. zegt, dat werken in uitvoering gebracht moeten worden om de werkioozen en vooral ook de jeugdigen onder hen, aan het werk te zetten. Maar dat kunnen zij nu wel zeggen, maar waar blijft het voorstel tot practische uitvoe ring ervan? Waar moet het geld vandaan komen? Als spr. daarna de politiek in het geding brengt, grijpt de voorzitter in en wijst op het goede voorbeeld van de voorgaande sprekers. De heer S. vervolgt dan met te zeggen, dat A.B. geen zin hebben, daar de Rijksregeering den euvelen moed bezat om de autonomie van de gemeente te boycotten. Bij deze begrooting is het toppunt van de draagkracht der burge rij bereikt en dat terwijl het Electriciteitsbe drijf enorme winsen boekt. Als een particu lier 43% winst maakte zou protest niet uitblijven. Bij vele takken van d'enst man keert er wat aan den gang van zaken; ver schillende kwesties worden daar te lang aan gehouden. Nogmaals brengt spr. de belasting verhooging ln het geding. Hoe denkt men straks de meerdere belasting binnen te halen Er is geen geld. Hoe moeten de huiseigenaars de zwaardere lasten opbrengen? Er staan ca, 400 huizen leeg. Spr. zou van de s.d. wel eens willen .veten op welke andere wijze de be grooting pasklaar te maken. De storting van het gemeentelijk' vuil. Spr. vraagt of het niet mogelijk is het vuil achter het woonwagenkamp te storten. Betef ware met het vuil het „stinkkanaaltje" tus- schen Westplein en Postkantoor te dempen. Het kanaal kan in 5 mooten verdeeld wordent die elk 280 M:l vuil kunnen bergen.In 7 jaaS tijds zou het kanaal gedempt zijn, aldus spr, Hij geeft zelf toe, dat het plan wonderlijk in de ooren klinkt, maar toch achte hij het uit voerbaar. Zelfs zou de grond als bouwgrond nog geld kunnen opbrengen. Hij becritiseert het college van B. en W. omdat het direct maar op voorstellen van den betreffenden di recteur ingaat. Er is toch ook een aanbod van een particulier om het vuil naar elders te ver voeren Werkverruiming en jonge werkioozen, Waarom komt de heer Boogaard thans pas met zijn voorstel om werkverruiming en werk gelegenheid voor jonge werkioozen? In 1929 is de crisis toch reeds begonnen? De s.d. had er van het begin af voor moeten vechten, maar bij hen is het allemaal theorie, theorie in het kwadraat, in de praktijk komt er niets van terecht. Er inag thans wel eens meer actie voor de werkioozen gevoerd wor den. In het grondbedrijf is een verandering noo dig, ook in de erfpachten. Het voorstel, dat door de heeren Biersteker en F. Kuiper (zie de Held. Courant van Dinsdag. Red. Held, Courant.) is ingediend, heeft spr.'s instem ming. 30.000,van het batig saldo van den dienst 1934 had best naar deze begrooting overgeheveld kunnen worden. Dan zou er geen voorstel tot belastingverhooging noodig zijn. De Regeering zal wellicht aanmerking maken, maar het is te probeeren! De inko mens van 550,af zullen anders in de be lasting vallen en dat is zoo on-democratisch mogelijk. Tenslotte zegt de heer S. nog, dat het hera spijt, dat de uitspraak van de meerderheid in den Raad in den prullemand gegooid is. Dat is onparlementair en onlogisch. De Voorzitter zegt, dat hij zich niet door de minderheid heeft laten tyranlseeren, maar dat hy aangetoond heeft, dat er strijd kwam tusschen het R. v. O. en de beslissing van den Raad. Spr. heeft gemeend de hand tó moeten houden aan het R. v. O. en de geheele Raad is accoord gegaan met zijn beslissing. De heer Biersteker verklaart nog, dat de Algemeene Beschouwingen op de wijze zooals zy door de beide heeren van de S.DA.P. en in groote lijn door den heer Schoeffelenberger gehouden worden, op prijs stelt. Z.i. verdient de leiding van de vergade ring geen enkele aanmerking. De Voorzitter verdaagt de vergade ring daarop tot Woensdagmiddag, 2 uur. r (Zie vervolg pag. 5.) 1 De Nederlanders vliegen minder. Naar de „N. Rott. Crt." verneemt, heeft de K.L.M. besloten om by den aanvang van het a.s. zomerseizoen de binnenlandsche luchtlij nen AmsterdamRotterdamEindhoven en AmsterdamTwente niet verder te exploi- teeren. Deze maatregel is noodzakelijk geworden in verband met enkele noodzakelijke bezuinigin gen. In verband hiermee zal ook eènig per soneel moeten worden ontslagen. In de eerste plaats op de vliegvelden te Eindhoven en Twente en verder, naar verluidt, zal ook nog wel aan eenig meer personeel den dienst wor den opgezegd. De K.L.M. zoekt voorts naar verschillende mogelijkheden tot verdere bezuiniging. Deze bezuinigingen zyn vooral noodzakelijk geworden door een sterk achteruitloopen van het passagiersvervoer op verschillende lucht lijnen van de K.L.M. Vooral in de tweede helft van 1935. Een uitzondering moge genoemd worden de lijnen op Indië en op Scandinavië. Een merkwaar digheid is ook nog, dat het vooral het Neder- landsche publiek is, dat minder van de vlieg machines is gaan gebruik maken. In totaal werd op een gegeven oogenblik een achter uitgang genoemd van 40 tot 45 pet. van de Nederlanders, terwijl op de lijn Amsterdam Londen op een gegeven oogenblik bovendien een achteruitgang van ongeveer 30 tot 25 pet. van de Engelsche reizigers zou zijn geconsta teerd. Dit laatste is niet te wijten aan het feit, dat twee Engelsche maatschappijen on langs diensten begonnen van Londen ovet! Amsterdam naar Scandinavië, want deze En gelsche vliegmachines vliegen nog wel haast leeg. U dacht immers, dat u nog best vóór die andere auto het kruispunt kon passeerenl Maar langs den weg moet u dat niet „den ken", u moet 't zeker weten!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 3