De begrooting over het
dienstjaar 1936.
Luchtvaart
De K.L.M. bezuinigt wegens
achteruitgaand passagiers
vervoer.
_e„t de heer Uithol (Nat. Herstel), dat
liet College met 2 maten meet. Kort geleden
jiebben de hotelhouders een verzoek om ver
laging van lasten ingediend en dat werd af
gewezen en thans wil men Zeebad Huisduinen
huurverlaging toestaan.
pe voorzitter protesteert tegen de
woorden „het meten met 2 maen". Overigens
gaat de vergelijking niet op, daar het karak
ter der bedryven anders en het Zeebad een
jemi-gemeentelijk bedrijf is.
Voorstel betreffende huurverlaging van wo-
pingen der Woningstichting.
De heer Eylders (A.R.): Kunnen de ge-
gteunden, die meer steun ontvangen, gedwon
gen worden om huizen met hoogeren huur te
fetrekken
Wethouder Smits (R.K.)Dit kan niet.
Voorstel tot muikoop van de bloe
misterij van Th. Adriaanse.
De heer Schoeffelenberger (Opp.):
peze bijlage laat nu eens goed zien, hoe ge
vaarlek het is als de gemeente geld ln een
particulier bedrijf steekt. Hy' voorziet, dat
het op den duur met het Zeebad Huisduinen
pet zoo zal gaan. De opstallen van Adriaanse
zijn een goede 1000,waard en de grond
niets, zoodat de Gemeente weer voor een
aardige strop zit. Wat moet er met de bloe
misterij gebeuren?
De heer Ran (R.K.) geeft in overweging
om haar bij den dienst der plantsoenen te voe
gen. Daar voelt de heer Biersteker (Gem.
Bel.) niets voor. Liever zag deze spreker, dat
de bloemisterij van de hand gedaan werd.
De Voorzitter antwoordt sprekers,
dat het college nader zal overwegen wat met
de bloemisterij gedaan moet worden. Met na
druk wil hij vastleggen, dat de Gemeente
geen geld „in de zaak gestoken heeft". Des
tijds kon niet anders gehandeld worden, daar
het bouwen van de school op het Tuindorp
het aankoopen van de bloemisterij met zich
bracht.
Het voorstel werd daarop z.h.s. vastge
steld.
Voorstel inzake de watervoorziening van de
perceelen aan den Strooweg.
De heer Biersteker (Gem. Belang) ver
klaart zich tegen deze bijlage. Het is z.i. on
verantwoord, dat ten gerieve van 2 huizen
zulke hooge kosten gemaakt worden. Wil
men op zoo'n afgelegen plek huizen bouwen,
late men dan zelve de consequenties aan
vaarden. Kan er geen pomp geplaatst wor
den?
Wethouder v. d. Vaart (S.D.) moet toe
geven, dat de heer Biersteker formeel gelijk
heeft, maar als verzachtende omstandigheid
dlene, dat het hier een grensgeval betreft. T.
a.v. de pomp zegt hij, dat deze niet vanwege
de gemeente geplaats kan worden. Maar de
gemeente kan de door andere gemaakte fout
toch niet laten zitten en de bewoners zonder
water? Als argumenten noemt spr. dan nog,
dat door het leggen van de waterleiding wel
licht klachten van den Strooweg zullen op
gevangen worden, terwijl ook de kans be
staat, dat de bouw in deze omgeving zal toe
nemen.
Het voorstel wordt In stemming gebracht
en met alleen de stemmen van de heeren
Feenstra Kuiper en Biersteker (beide Gem.
Belang) aangenomen.
Vastgesteld wordt:
Voorstel tot het vaststellen van het derde
Suppletoire kohier der Wegenbelasting 1935.
Benoemingen.
Benoemd tot leden van het bestuur van
het Gemeentelijk Bureau voor Maatschappe
lijk Hulpbetoon wegens periodieke aftreding
van mejuffrouw J. Stoffer en van den heer
R. N. van Os:
Mej. J. Stoffer en de heer R. N. van Os.
Benoemd tot lid van de Commissie tot we
ring van Schoolverzuim in de vacature Zoe
telief:
de heer D. J. Snel.
Benoemd tot ïid der Commissie van Toe
zicht op het Lager Onderwijs wegens perio
dieke aftreding van den heer S. Jaring:
de heer S. Jaring.
Benoemd tot leden van de Commissie tot
voorlichting bij de Beroepskeuze wegens pe
riodieke aftreding van Mevrouw G. H. Teune
—van der Vijgh en de heeren P. A. Smits, K.
Bouma, G. A. Minnes en W. de Boer:
Mevrouw G. H. TeuneVan der Vijgh en
de heeren P. A. Smits, K .Bouma, C. Steen-
lage en W. de Boer.
Voorstel tot het benoemen van twee leden
en twee plaatsvervangende leden van de Com
missie van beroep, bedoeld ln art. 16 van de
„Wachtgeldverordening Ambtenaren". Aftre
dend z(jn de heeren Ir. A. L. Bijl en Mr. A. J.
Veldman (leden) en de heeren Ir. B. W. A.
Bijvoet en H. A W. Meijer (plaatsvervangen
de leden). Benoemd worden de drie laatst
genoemden en ln de plaats van den heer Bijl
den heer Ir. S Visman.
Medegedeeld wordt, dat door Burgemeester
en Wethouders hun voorstel tot wijziging van
de Verordening betreffende het beheer van de
Gemeentebedrijven wordt teruggenomen.
Voorstel tot het wijzigen van de sala-
rteverordening 1935 (belooning ambto-
naar-boteckenaar belastingen
Den heer Terra (R.K.) komt de verhoo-
gtag wat hoog voor. H(j vindt 100.vol
doende. De heer Uithol (Nat. Herstel)
•luit zich hierbij aan.
Wethouder v. d. Vaart (ad.) zegt, dat
et college, na overleg met het betrokken
ensthoofd en het G.O., tot de conclusie is
gekomen, dat een vergoeding van 800,te
^ettigen ls. Het baantje is wel erg gemoede-
whÏTSjel m',°VerplaatSing van den ondei"
sehool 10 aar van School 9 naar
en het
Voorstel tot het verhuren van de woning
Koningdwarsstraat no. 16 aan A. Tilder.
Hiermede was de gewone agenda afgedaan
en werd overgegaan tot de behandeling van
de begrooting.
Algemeene beschouwingen zonder
Politiek
Het is circa half tien als de voorzitter voor
stelt de beschouwingen over de begrooting
1936 te doen aanvangen.
De heer Biersteker (Gem. Belang)
stelt voor om deze niet te houden. Hij wordt
gesteund door de heeren Terra (R.K.),
Uithol (Nat. Herstel) en B o t (C.D.). De
heer Biersteker zag gaarne, dat de geheele
Raad achter hem stond. De heer Schoeffelen
berger (opp.) vindt het houden van Alge-
meene Beschouwingen (nader te noemen A.
B.) geld vermorsen, maar men moet niet den
ken, dat hij ze vreest.
Maar hij acht het, gezien de financiën der
gemeente, bijna onverantwoordelijk om 7 ft 8
vergaderingen daaraan te verspillen.
De heer Bot' (C.D.) zal door omstandig
heden weinig aanwezig kunnen zijn.
De Algemeene Beschouwingen wor
den afgestemd.
Er wordt daarna gestemd over het al dan
niet houden van A.B. Tegen stemmen: de
heeren Ran en Terra (R.K.), Van Loo, Meijer
en Hoornsman (V.D.), Feenstra Kuiper en
Biersteker (Gem. Belang), v. d. Veer en EiJl-
ders A.R.), Uithol (Nat. Herstel), Bot (C.D.),
van Zwijndrecht (C.H.) en Schoeffelenberger
(Opp.).
Zoodat het houden van A.B. met 13 tegen
8 stemmen" verworpen is.
Verschillende leden motiveeren hun stem.
Als daarna het hoofdstuk der Electriciteits-
begrooting aan de orde gesteld wordt, neemt
de heer Boogaard (S.D.A.P.) het woord.
Spr. heeft al 17 begrootingen meegemaakt
en steeds werden er A.B. gehouden, waarbij
bleek, dat de kleinste fracties den meesten
spreektijd ln beslag namen. Die kleine frac
ties zijn thans tegen A.B., omdat zjj de
meeste boter op het hoofd hebben. Spr. breekt
een lans voor het houden van A.B., vooral na
de verkiezingen, die zoo scherp geweest zijn
en nu punten als salarisverlaging en belas-
tingverhooging in behandeling komen.
De Voorzitter eerbiedigt als goed de
mocraat de uitspraak van de meerderheid van
den Raad, en al voorziet hij, dat de behande
ling van de begrooting er niet op verkort zal
worden, toch kan hij niet toestaan, dat er
A.B. gehouden worden en verzoekt de leden
dus zich tot het zakelijke te beperken.
De heer v. d. Heide (s.d.), voorziet, dat
op deze wflze een agendastoornis zal optre
den. Wanneer en waar moeten nu de punten
salarisherziening en belastingverhooging be
handeld worden?
De heer Smith (s.d.) constateert, dat hier
de minderheid aan banden gelegd wordt. De
heer Biersteker zou alleen tegen A.B. zijn, als
de geheele Raad achter hem zou staan.
De heer v. Loo (v.d.), verklaart, dat zfln
fractie nu eens tegen de A.B. was om eens te
zien of de behandeling van de begrooting op
deze wijze minder tijd vordert. Daarom wil
zijn fractie het nu eens zonder dezen „feest
dag" stellen.
Het Reglement van Orde decreteert...
HJk,
maar toch draagt de uitoefenaar ervan
cn grootere verantwoordelijkheid. Bovendien
j n we> in vergelijking met andere gemeen-
er'' aan den zeer lagen kant.
e heer Schoeffelenberger (opp.)
8 net toch niet met deze „loonsverhooging"
®hs en zal tegen stemmen.
De heer v. d. Heide (s.d.) wijst er nog
na op, dat in andere gemeenten de betref-
nde vergoeding wel tot 1200,— gaat,
^aarna de heer Biersteker (Gem. Bel.)
<iat niet iedere ambtenaar dit werk kan
Jaa" ^°n bezuinie'"g van circa 1400.per
e r..Wordt met deze maatregel verkregen
IJ stelt dus voor de gevraagde vergoeding
8 Vo'!eenen- Bovendien gaat het volgens
P niet aan, dat B. en W. of de Raad de
r zaamheden van een bepaalden ambte-
aar regelen.
a&n 6t; Voorstel, in stemming gebracht, wordt
•to'fCnomen met 17 tegen 4 stemmen. Tegen-
<RicTrS waren de heeren: Ran en Terra
fM Schoeffelenberger (opp.) en Uithol
at- Herstel).
88 gesteld werd vervolgens nog het
Het is wethouder v. d. Vaart (s.d.), die
opkomt tegen het „grapje" van den neer van
Loo. „Als dit de methode wordt om af te zien
van de A.B., dan zijn we hard op weg om
de democratie te vermoorden. Als men uit de
grap gaat probeeren om een bepaalde groep
van een traditie af te brengen dan is men be
zig anders te doen, dan men bedoelt. Dan
maakt men zich schuldig aan bespotting. Op
deze wijze geeft men den dictator het wapen
in de hand.'
Het Reglement van Orde zegt ln art. 24,
dat bij de begrooting eerst over haar geheel
en daarna over de artikelen gesproken kan
worden. Dus kan men beschouwingen houden,
zegt spr., daar men zijn standpunt en mee
ning t.o.v. de begrooting mag zeggen. Voorts
wil spr. ernstig waarschuwen en adviseeren
om den weg, die thans bewandeld wordt, zoo
spoedig mogelijk te verlaten.
De heer Scho'effelenberger (opp.)
vindt het niet in orde, dat, nadat volkomen
parlementair het houden van A.B. afgestemd
ls, getracht wordt deze A.B. toch te doen
houden. „We zitten hier toch maar voor tjoe-
ma, de begrooting is allang opgelegd door 't
Rflk. Nochtans is die niet naar mijn zin en
kom ik in opstand tegen de tegenstellingen:
salarisverlaging en belastingverhooging. Ik
tracht zooveel mogelijk te bezuinigen, mis
schien scheelt het niet houden van A.B. dui
zend gulden en dat vind ik zeer belangrijk.
De heer Boogaard (s.d.) toont aan
waarom de A.B. zoo belangrijk zijn. N.l. om
te demonstreeren welke streken de candida-
ten op hun kompas hadden om toch maar ge
kozen te worden. Do menschen willen wel
eens weten hoe het komt, dat nog zooveel
marlnemenschen op de S.D.A.P. gestemd
hebben. De duikbootpolitiek, die door de par
tijen gevolgd werd, zou aan het licht komen.
De voorzitter zit voor een groote moeilijk
heid, daar h(j rekening moet houden met het
Reglement van Orde en de beslissing van den
Raad. Geen van beide wil hij schenden. Thans
geeft hij, in tegenstelling met de vorige door
hem genomen beslissing de behandeling van
de begrooting in haar geheel in handen van
de vergadering. Hij houdt daarbij rekening
met de wetenschap, dat niemand van te voren
bekeken heeft, tot welke moeilijkheden het
verwerpen van het houden van A. B. zou lei
den.
De heer Biersteker: Als door een Al-
gemeene Vergadering van het R. v. O. afge
weken wordt, dan Is dit besluit wel degelijk
van kracht.
De Voorzitten Ja, als er van te voren
bewust over gepraat en er daarna bewust
over gestemd was. Dat ls niet geschied! Spr.
heeft een belangrijk deel van den Raad achter
zich en stelt nu voor om de beschouwingen
over de begrooting in haar geheel aan te van
gen. De politiek moet er echter bulten gehou
den worden I Voorts herinnert spr. eraan, dat
ht) destijds bij het aanvaarden van het voor
zitterschap clementie en medewerking ge
vraagd heeft, welke hem toen toegezegd wer
den. Thans doet hfl een beroep op den Raad
om die woorden ln daden om te zetten.
De beschouwingen nemen een aan
vang.
Verklaringen van de SJÏ.A.P.
B(j monde van de heeren Boogaard en
v.d. Heide legde de S.D.-fractie een tweetal
verklaringen af. De heer Boogaard zeide
o.m.:
Wat kan voor de werkioozen ge
daan worden
M. d. V. Wij komen thans tot enkele zake
lijke punten betreffende het beleid van het
Gemeentebestuur en de Begrooting.
In de allereerste plaats wenschen wij er
de aandacht op te vestigen, dat door ons in
het Algemeen Rapport is aangedrongen bij
het College van B. en W. om een onderzoek
in te stellen naar de mogelijkheid van uitvoe
ring te overwegen van een aantal werk-
objecten, waardoor althans alles wordt ge
daan wat mogelijk is om de werkloosheid
ter plaatse te bestrijden. Het leger van werk
ioozen in onze Gemeente ie aanmerkelijk ge
stegen. Ongeveer 1500 arbeiders zijn thans
als werkzoekenden bij de Arbeidsbeurs inge
schreven.
Is het voor deze arbeiders en hun gezin
nen van het allergrootste; belang, dat zij te
werk worden gesteld, óók voor andere groe
pen van de bevolking is dit zoo langzamer
hand een levenskwestie geworden. De verar
ming, die door een langdurige werkloosheid
in zeer vele gezinnen zich voltrekt, heeft
mede tot gevolg, dat onze handeldrijvende
middenstand naar den rand van den afgrond
wordt gevoerd. Voor vele groepen van onze
bevolking is het dus dringend noodig, dat
alles in het werk gesteld wordt om zooveel
mogelijk den werkioozen arbeid te verschaf
fen. Naar onze meening is dit mogelijk, wan
neer de belangrijke werkobjecten, die óók in
onze gemeente nog wel zijn aan te wijzen,
wij noemen o.a de verbetering van den Huis-
duinerweg, rioleering ln Huisduinen, de ver
binding van het oostelijk met het westelijk
deel onzer stad over het spoorweg-emplace
ment, het voltooien van het Sportpark en het
inrichten van den speeltuin aan de Kemphaan
straat kunnen worden uitgevoerd.
Als onderdeel van het streven om de werk
loosheid zooveel mogelijk te bestrijden, vol
gen wij met groote belangstelling al hetgeen
door het College van B. en W. wordt gedaan
voor onze visschersbevolking. Deze groep
van ingezetenen wordt immers, behalve door
de gevolgen van de crisis ook nog geteisterd
door de gevolgen van de gewijzigde omstan
digheden in het vischgebied.
De mededeeling in het Algemeen Rapport,
dat het College bezig is na te gaan voor hoe
veel door verbetering en wijziging van de
visschersvloot de belangen van deze bevol
kingsgroep nog kunnen worden gediend, heb
ben wij met instemming gelezen.
Met belangstelling zullen wij ook in dit
opzicht de werkzaamheid van het College
blijven volgen en van de resultaten t.g.t. ken
nis nemen.
Voorzichtigheid geboden.
M. d. V. Nu begrijpen wij natuurlijk wel,
dat de financiëele kant van dit geheele
vraagstuk maant tot groote voorzichtigheid.
Vandaar ook, dat wij het College van B. en
W. verzochten een onderzoek in te stellen ln
hoeverre in dit opzicht van Rijkswege steun
en medewerking is te verkrijgen.
Het College heeft zich reeds bereid ver
klaard dit onderzoek in te stellen en wij
zullen nu gaarne vernemen tot welke resul
taten het reeds is gekomen.
Helpt de jeugd.
In aansluiting op het voorgaande wenschen
wij vooral ook met grooten nadruk te wijzen
op de positie van de jeugdige werkioozen.
Voor deze groep jonge menschen is in onze
gemeente, trots den herhaalden aandrang
o.a. van den Helderschen Bestuurdersbond,
tot op heden nog niets gedaan. Deze toestand
kan niet worden bestendigd. Het opgroeiend
geslacht, dat thans voor zoo'n belangrijk deel
aan lediggang wordt overgelaten, heeft er
recht op, dat 't beschermd wordt tegen de
funeste gevolgen van een langdurige werk
loosheid.
Met klem dringen wij er dan ook bij het
College op aan, om speciale aandacht te
wijden aan dit vraagstuk en wij zullen gaar
ne vernemen of er in dit opzicht reeds plan
nen zijn, en zoo niet, of deze dan spoedig
zijn te verwachten.
De tarieven der gasfabriek.
Een andere belangrijke kwestie, waarop
wij de aandacht wenschen te vestigen, is de
wijziging die reeds door den Raad is aan
gebracht in de tarieven van de Gasfabriek.
Met volledige instemming heeft onze fractie
aan het tot standkomen van die wijziging
medegewerkt, hetgeen natuurlijk niet wil
zeggen, dat wij nu de gasprijzen ideaal ach
ten. Integendeel, wij hebben daaromtrent nog
zeer belangrijke wenschen. Het feit echter,
dat de reeds aangebrachte wijziging in het
gastarief mede tot gevolg heeft een nadeelig
verschil van rond 63000,voor de Ge-
meentebegrooting 1936, in vergelijking met
de Begrooting 1935, maant tot groote voor
zichtigheid. We hopen echter, dat onder de
nieuwe omstandigheden een verder terug-
loopen van het gasdebiet zal worden voor
komen en weer plaats zal maken voor een
vooruitgang. Daarvoor is dringend noodzake
lijk een intensieve propaganda en een door
tastend beleid om het gebruik van gas op
verschillend gebied te bevorderen.
Toch nog te duur.
Ook bij de nieuwe prijzenpolitiek blijft het
gas voor belangrijke groepen, vooral onder
de kleinere gebruikers, nog te duur en blij
ven de bezwaren tegen meterhuur, trots dat
deze thans met 0.10 is verlaagd, bestaan.
Het is daarom, dat wij den wensch uitspre
ken, dat het College van B. en W. zal blijven
streven naar verlaging van de tarieven en
bovendien bereid zal zijn ernstig te streven
naar afschaffing van de afzonderlijke meter-
huur, door bijvoorbeeld bij het vaststellen
van het vastrechttarief daarmede rekening
te houden. Met een dergelijk systeem betaalt
de gebruiker dan in één som het vastrecht
bedrag en hetgeen nog berekend dient te
worden voor het gebruik van den meter. Wij
zijn er van overtuigd, dat aan een dergelijke
regeling ook moeilijkheden zitten verbonden.
Eén van de belangrijkste i» wel, dat bij zoo'n
regeling het vastrechttarief voor alle ver
bruikers verplicht moet worden gesteld. Voor
het gasbedrijf heeft een dergelijke regeling
echter vele voordeelen en daarom achten wij
onderzoek naar de mogelijkheid van uitvoe
ring alleszins gewettigd.
Het eloctrieltoitsbeditjf.
Vele van onze opmerkingen ten aanzien
van het Gasbedrijf gelden ten deele ook voor
het Electriciteitsbedrijf. Alhoewel de uitkom
sten van dit bedrijf geen reden tot klagen
geven, meenen we toch tot voorzichtigheid
te moeten manen. Nu practiseh van een ver
dere uitbreiding van de stad geen sprake
meer is, zal op een aanmerkelijke vermeer
dering van het stroomverbruik niet meer ge
rekend kunnen worden. Integendeel, wij zul
len er op bedacht moeten zijn, dat het steeds
verder doorvreten van de crisisgevolgen wel
eens tot een beperking van het stroomver
bruik kan leiden. In verband hiermede ach
ten wij het van beteekenis, dat de prijzen
politiek ook bjj dit bedrijf er op gericht
wordt, dat het stroomverbruik aantrekkelijk
blijft en er zoo weinig mogelijk financieele
bezwaren ontstaan. Een streven naar zoo
laag mogelijke stroomtarieven is dus nood
zakelijk, maar in het bijzonder vestigen wij
hier bij de aandacht op het
vastrechttarief.
Dit tarief steunt op het verbruiksverleden
en leidt nu de omstandigheden op veler
lei gebied zoo zeer zijn veranderd tot
grove onbillijkheden.
Wij meenen, dat op grond van billijkheids
overwegingen, maar ook in het belang van
het Electriciteitsbedrijf een spoedige herzie
ning van het vastrechttarief dient tot stand
te komen. De basis waarop thans het vast
rechttarief voor het gasverbruik is geregeld,
willen wij daarvoor gaarne als voorbeeld
stellen. Laat het College van B. en W. dit
eens overwegen en eventueele voorstellen
t.g.t. bij den Raad Indienen.
Bij deze algemeene beschouwingen spre
ken wij niet over de voorstellen van het Col
lege inzake de 5 salariskorting voor het
Gemeentepersoneel en het overbrengen van
onze Gemeente van de 2e klasse naar de 3e
klasse in de Gemeentefondsbelasting. Voor
onze fractie zullen deze punten worden be
spreker doof den heer Van der Heide
die daarbij dan tevens gelegenheid zal heb
ben tot het maken van enkele opmerkingen
omtrent de financiëele positie onzer Ge
meente.
Ged. Staten over financieel beleid.
Tenslotte nog een enkele algemeene op
merking. Het voor-onderzoek van de Be
grooting heeft Gedeputeerde Staten dit jaar
aanleiding gegeven tot vele opmerkingen, die
behoudens een enkele uitzondering van
geen groote beteekenis waren en door het
College van B. en W. bereids zijn behandeld.
Van belang achten wij het, dat uit de cor
respondentie, die over een en ander ls ge
voerd, óók blijkt, dat Gedeputeerde Staten
komen tot een gunstige beoordeeling van het
algemeen financiëel beleid door het Ge
meentebestuur betoond.
Het verlagen van subsidie e.a.
Het streven van het College van B. en W.
om door versobering en een zuinig oeheer
zooveel mogelijk weerstand te bieden tegen
de steeds zwaarder wordende financiëele
eischen, die aan de Gemeente worden gesteld,
heeft natuurlijk ook Onze instemming. Alleen
meenen wij te moeten waarschuwen dat ook
in dit opzicht grenzen in acht genomen moe
ten worden. De nu reeds toegepaste bezuini
gingen op het onderhoud van straten, enz. en
het verlagen van uitgaven, w.o. zeer nood
zakelijke subsidies, hebben in 't algemeen
wel de instemming van onze fractie. Wij
vertrouwen in dit opzicht op het beleid van
het College van B. en W., maar stellen toch
de vraag of het College niet bang is, dat er
met deze bezuinigingen te ver wordt gegaan
en er dus een verwaarloozing ontstaat, waar
van de gevolgen zich in de toekomst wreken?
Alhoewel onze fractie zich voorstelt om b(j
de behandeling van verschillende Begroo-
ingsposten nog nader haar standpunt ken
baar te maken, willen wij nu reeds verklaren,
dat wij, met vertrouwen het algemeen beleid
van het College van B. en W. gaarne zullen
blijven steunen.
De heer v. d. Heide verklaarde o.m.:
De salariskorting.
Bij deze Algemeene Beschouwingen hebben
wij ons te beperken tot 2 punten, die bij de
begrooting aan de orde zijn gesteld.
In de eerste plaats dan het voorstel van
het College van B. en W. betreffende de sala-
rieering van het gemeentepersoneel. In
tegenstelling met het voorstel dat door onzen
Raad op 30 Jan. j.1. is behandeld, komt thans
het College met het voorstel om aan de aan
maning van de Kroon gevolg te geven en
per 1 April a.s. een korting op de salarissen
toe te passen van 2% en per 1 Oct. dav.
Wederom 2%
Wjj hebben nauwkeurig het nieuwe voor
stel gelezen, doch kunnen tot geen andere
conclusie komen, dan dat het College van
B. en W. nog onverkort op het standpunt
staat dat er eigenlijk geen enkel argument
genoemd kan worden ter motiveering van de
voorgestelde salariskorting en het Co ege
dus niet met een dergelijk voorstel zou zijn
gekomen, als het zich daartoe niet door de
ontvangen aanmaning van de Kroon, ge
noodzaakt achtte.
Wy wenschen dit met nadruk vast te stel
len, omdat daaruit duidelijk blijkt, dat deze
aangelegenheid alleen en uitsluitend beoor
deeld dient te worden in verband met het
dwingend optreden van de Rijksregeering.
De Raad
voorstel.
protesteere togen dit
In de vergadering van den Raad op 30 Jan.
Is door onze fractie reeds verklaard, dat wij
dit dwingend optreden van de Regeering niet
kunnen waardeeren en wij met instemming
ons schaaarden achter het College om tegen
een dergelijk ongemotiveerd drijven stelling
te nemen.
Nu is er sindsdien ook naar het oordeel
van B. en W. niets veranderd in de omstan
digheden, zoodat er o.i. ook voor den Raad
geen aanleiding is om zijn houding te wij
zigen.
Wij worden in deze gedachten gesterkt nu
we kennis genomen hebben van het advies
van het G. O., waaruit blijkt dat de betrok
ken personeelsorganisaties zich tenslotte ook
weer tegen elke korting hebben uitgesproken.
Op grond van het voorgaande, menen wy
in eerste instantie althans te kunnen vol
staan met de verklaring, dat onze fractie
nog aljjd van oordeel ls, dat tegen het zoo
ongemotiveerd dwingend optreden der Rijks
regeering, door den Raad moet worden ge
protesteerd en daarom het nu door B. en W.
aan de orde gestelde voorstel ook dient te
worden afgwezen.
Wjj komen thans tot het 2de punt. Dit
punt zal de behandeling der begrooting on
getwijfeld in niet onbelangrijke mate beheer-
schen, namelijk
het voorstel van het College om de
Gemeente van de 2de klasse naar do
3<le klasse der Gemeentefondsbelas
ting over te brengen.
Dit voorstel is voor den Raad wel een
zeer groote teleurstelling. Bij het kennis
nemen van de oorspronkelijke begrooting en
het daarbij gegeven voorwoord, waren wij
verheugd, dat het College er in geslaagd was,
zonder belastingverhooging de begrooting
sluitend te maken. Het spreekt vanzelf dat
onze vreugde wel eenigermate werd beperkt
door de verschillende bezuinigingen die reeds
aangebracht moesten worden. Indachtig aan
de groote financieele moeilijkheden waar
mede onze gemeente thans te kampen heeft,
is onze fractie natuurlijk gaarne bereid om
zulk een beperkte vreugde verre te verkie
zen boven maatregelen die zwaardere lasten
op de schouders onzer stadgenooten leggen.
Zoo stond de zaak tot het oogenblik dat
wij de 1ste Nota van Wijziging ontvingen,
waaruit ons moest blijken dat o.m. de ge
raamde belastingopbrengst met 10.800
diende te worden verlaagd. Het College heeft
voor deze vermindering van inkomsten, be
nevens enkele andere posten, gelukkig dek
king weten te vinden, door nog meerdere
bezuinigingen aan te brengen.
Wij releveeren deze geschiedenis omdat
daaruit naar onze meening zoo duidelijk het
streven van het College blijkt om vóór alles
belastingverhooging te voorkomen en niet
geschroomd wordt om op min of meer dras
tische wijze versobering te betrachten.
Dit streven J omt nog krachtiger tot uiting
in de 2de Nota van Wijziging, waaruit blijkt,
dai o.m. door den Inspecteur der Dir. Belas
tingen opnieuw de opbrengst van verschillen
de belastingen 16.200 lager is geraamd,
voor welk bedrag het College wederom dek
king heeft gevonden door bezuiniging op
diverse posten.
Door al deze wijzigingen van ingrijpenden
aard ls natuurlijk de Begrootingspositie gron
dig gewijzigd. En dit spreekt nog te meer als
we rekening houden met de eischen van Ged.
Staten ten aanzien van de bestemming van
het Batig Saldo 1934, waarvan een belang
rijk deel voor 1937 en 1938 dient te worden
gei eserveerd.
Met kennis van deze feiten staan wij nu
bovendien nog voor
een verhooging van uitgaven ten
behoeve van ondersteuning der
werkioozen
van rond 100.C10, waarvan rond 30.000
door de Gemeente moet worden opgebracht.
Wij kunnen ons voorstellen dat het College
van B. en W., na hetgeen reeds is verricht
moeten worden om de begrooting sluitend te
houden, thans geen kans ziet om zonder be
lastingverhooging voor deze vermeerdering
van lasten, dekking te vinden.
Dit neemt echter niet weg, dat tegen ver
hooging van belasting in dezen tijd, nu de
bevolking zoo ernstig gebukt gaat onder den
druk der maatschappelijke omstandigheden,
ernstige bezwaren bestaan.
En dat het o.i. dus M. d. V. wel zeer na
drukkelijk moet vaststaan dat op geen andere
wijze het financieel evenwicht kan worden
behouden, alvorens aan verhooging der be
lastingen mag worden gedacht. In dit ver
band willen wij dan ook direct verklaren dat
omtrent een en ander absolute zekerheid
moet zijn verkregen, alvorens onze fractie
haar stem voor dergelijke voorstellen kan
geven. Het is daarom dat wij het op prijs
stellen, dat over deze kwestie pas zal worden
beslist als de geheele begrooting door den
Raad is behandeld, opdat alle andere moge
lijkheden eerst ernstig kunnen worden over
wogen.
Wij achten dit vooral ook noodig, omdat
het thans voor ons liggende voorstel, prac
tiseh beteekent, dat een belangrijke groep
der ingezetenen met de allerlaagste inkomens
in de Gemeentefondsbelasting zullen moeten
bijdragen, terwijl voorts andere groepen
de verplaatsing van de Gemeente van de 2de
naar de 3de klasse in de belasting, aanmer
kelijk meer zullen moeten opbrengen.
Het spreekt vanzelf M. d. V., dat wij ook
in dit opzicht onze verantwoordelijkheid be
wust zijn en dus ernstig hebben nagegaan of
onzerzijds ook andere wegen kunnen worden
aangewezen.
Tot onzen spijt moeten we echter verklaren,
dat we gelet op het groote bedrag dat ge
vonden moet worden daarin niet zijn ge
slaagd, daarbij rekening houdende met den
uitdrukkelijken wensch om de meer en de
meets vitale belangen van de gemeente niet te
schaden.
Beteekent dit dat wij dus op het oogenblik
geen nieuwe punten voor belangrijke bezuini
ging kunnen aanwijzen, aan den anderen kant
achten wij het niet gewenscht om nieuwe
nevenbelastingen, zooals in andere gemeenten
wel voorkomen, in te voeren, of een der
andere bestaande belastingen te verhoogen.
Zoo mogelijk moet belastingver
hooging voorkomen worden.
Als tenslotte dus noodwendig tot verhoo
ging der belasting moet worden gekomen,
dan achten wij de voorgestelde verhooging
onder de huidige omstandigheden, de minst
verwerpelijke.
M. d. V. Resumeerende meent onze fractie,
dat de Raad vóór alles de gelegenheid dient
te hebben om alle mogelijkheden ernstig te
overwegen, alvorens een beslissing te nemen
in zake dit voorstel van het College van
B. en W.
Er zijn reeds enkele voorstellen ten aan
zien van deze aangelegenheid gedaan. Ons
oordeel daarover willen wij gaarne voorbe
houden, om de voorstellers de gelegenheid te
bieden hun voorstellen nader te motiveeren.
Bij voorbaat verklaren wij volgaarne mede
te zullen werken aan elke ernstige poging om
verhooging van de lasten der burgerij te
voorkomen.
De heer Schoeffelenberger
aan hot woord.
De heer Schoeffelenberger (opp.)
zegt, dat hij met veel belangstelling de woor
den van de voorgaande sprekers heeft aan
gehoord. Maar hij zou hen wel willen vragen
welke maatregelen zij voorstellen om de be
lastingverhooging te voorkomên. De s.d. zegt,
dat werken in uitvoering gebracht moeten
worden om de werkioozen en vooral ook de
jeugdigen onder hen, aan het werk te zetten.
Maar dat kunnen zij nu wel zeggen, maar
waar blijft het voorstel tot practische uitvoe
ring ervan? Waar moet het geld vandaan
komen?
Als spr. daarna de politiek in het geding
brengt, grijpt de voorzitter in en wijst op het
goede voorbeeld van de voorgaande sprekers.
De heer S. vervolgt dan met te zeggen, dat
A.B. geen zin hebben, daar de Rijksregeering
den euvelen moed bezat om de autonomie van
de gemeente te boycotten. Bij deze begrooting
is het toppunt van de draagkracht der burge
rij bereikt en dat terwijl het Electriciteitsbe
drijf enorme winsen boekt. Als een particu
lier 43% winst maakte zou protest niet
uitblijven. Bij vele takken van d'enst man
keert er wat aan den gang van zaken; ver
schillende kwesties worden daar te lang aan
gehouden. Nogmaals brengt spr. de belasting
verhooging ln het geding. Hoe denkt men
straks de meerdere belasting binnen te halen
Er is geen geld. Hoe moeten de huiseigenaars
de zwaardere lasten opbrengen? Er staan ca,
400 huizen leeg. Spr. zou van de s.d. wel eens
willen .veten op welke andere wijze de be
grooting pasklaar te maken.
De storting van het gemeentelijk'
vuil.
Spr. vraagt of het niet mogelijk is het vuil
achter het woonwagenkamp te storten. Betef
ware met het vuil het „stinkkanaaltje" tus-
schen Westplein en Postkantoor te dempen.
Het kanaal kan in 5 mooten verdeeld wordent
die elk 280 M:l vuil kunnen bergen.In 7 jaaS
tijds zou het kanaal gedempt zijn, aldus spr,
Hij geeft zelf toe, dat het plan wonderlijk in
de ooren klinkt, maar toch achte hij het uit
voerbaar. Zelfs zou de grond als bouwgrond
nog geld kunnen opbrengen. Hij becritiseert
het college van B. en W. omdat het direct
maar op voorstellen van den betreffenden di
recteur ingaat. Er is toch ook een aanbod van
een particulier om het vuil naar elders te ver
voeren
Werkverruiming en jonge werkioozen,
Waarom komt de heer Boogaard thans pas
met zijn voorstel om werkverruiming en werk
gelegenheid voor jonge werkioozen? In 1929
is de crisis toch reeds begonnen? De s.d. had
er van het begin af voor moeten vechten,
maar bij hen is het allemaal theorie, theorie
in het kwadraat, in de praktijk komt er
niets van terecht. Er inag thans wel eens
meer actie voor de werkioozen gevoerd wor
den.
In het grondbedrijf is een verandering noo
dig, ook in de erfpachten. Het voorstel, dat
door de heeren Biersteker en F. Kuiper (zie
de Held. Courant van Dinsdag. Red. Held,
Courant.) is ingediend, heeft spr.'s instem
ming.
30.000,van het batig saldo van den
dienst 1934 had best naar deze begrooting
overgeheveld kunnen worden. Dan zou er
geen voorstel tot belastingverhooging noodig
zijn. De Regeering zal wellicht aanmerking
maken, maar het is te probeeren! De inko
mens van 550,af zullen anders in de be
lasting vallen en dat is zoo on-democratisch
mogelijk.
Tenslotte zegt de heer S. nog, dat het hera
spijt, dat de uitspraak van de meerderheid in
den Raad in den prullemand gegooid is. Dat
is onparlementair en onlogisch.
De Voorzitter zegt, dat hij zich niet door
de minderheid heeft laten tyranlseeren, maar
dat hy aangetoond heeft, dat er strijd kwam
tusschen het R. v. O. en de beslissing van
den Raad. Spr. heeft gemeend de hand tó
moeten houden aan het R. v. O. en de geheele
Raad is accoord gegaan met zijn beslissing.
De heer Biersteker verklaart nog, dat
de Algemeene Beschouwingen op de wijze
zooals zy door de beide heeren van de
S.DA.P. en in groote lijn door den heer
Schoeffelenberger gehouden worden, op prijs
stelt. Z.i. verdient de leiding van de vergade
ring geen enkele aanmerking.
De Voorzitter verdaagt de vergade
ring daarop tot Woensdagmiddag, 2 uur.
r
(Zie vervolg pag. 5.) 1
De Nederlanders vliegen minder.
Naar de „N. Rott. Crt." verneemt, heeft de
K.L.M. besloten om by den aanvang van het
a.s. zomerseizoen de binnenlandsche luchtlij
nen AmsterdamRotterdamEindhoven en
AmsterdamTwente niet verder te exploi-
teeren.
Deze maatregel is noodzakelijk geworden in
verband met enkele noodzakelijke bezuinigin
gen. In verband hiermee zal ook eènig per
soneel moeten worden ontslagen. In de eerste
plaats op de vliegvelden te Eindhoven en
Twente en verder, naar verluidt, zal ook nog
wel aan eenig meer personeel den dienst wor
den opgezegd.
De K.L.M. zoekt voorts naar verschillende
mogelijkheden tot verdere bezuiniging.
Deze bezuinigingen zyn vooral noodzakelijk
geworden door een sterk achteruitloopen van
het passagiersvervoer op verschillende lucht
lijnen van de K.L.M.
Vooral in de tweede helft van 1935. Een
uitzondering moge genoemd worden de lijnen
op Indië en op Scandinavië. Een merkwaar
digheid is ook nog, dat het vooral het Neder-
landsche publiek is, dat minder van de vlieg
machines is gaan gebruik maken. In totaal
werd op een gegeven oogenblik een achter
uitgang genoemd van 40 tot 45 pet. van de
Nederlanders, terwijl op de lijn Amsterdam
Londen op een gegeven oogenblik bovendien
een achteruitgang van ongeveer 30 tot 25 pet.
van de Engelsche reizigers zou zijn geconsta
teerd. Dit laatste is niet te wijten aan het
feit, dat twee Engelsche maatschappijen on
langs diensten begonnen van Londen ovet!
Amsterdam naar Scandinavië, want deze En
gelsche vliegmachines vliegen nog wel haast
leeg.
U dacht immers, dat u nog best
vóór die andere auto het kruispunt
kon passeerenl Maar langs
den weg moet u dat niet „den
ken", u moet 't zeker weten!