Buitenlandsch Overzicht. Jteióifmlïïaco? DE GOUDEN BRUG D'"E INDE PIJP m Minister Eden spreekt in het Lagerhuis. 1 DOUWE EGBERTS NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Je kan zeggen wat je wil, ik gebru1*1 alleen Persik ZATERDAG 28 MAART 1936 64ste JAARGANG 3 maal per dag Den Helder- Amsterdam. Verbinding met geheel West-Friesland. „Koop Nederlandsche waar, dan helpen wij elkaar." Engeland voert uitsluitend Volkenbondspolitiek. HENGELAAR MAAR. N+ET-N-A-A-S^E-bK-A-A-R OOI IRANT Abonnement per 3 maanden bjj vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2. Nederi. Oost- en West-ïndië per zeepost 2.10, idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 ct; tr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct Zondagsblad resp. 0.50. 0.70, 0.70, L—Modeblad resp. 1.20. 1.50, 1.50, 1.70. Verschynt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P» C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoons 50 en 418 Post-Glrorekening No. 16066. A D V E B T E N T I Nt 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct; bi) niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Het vlootverdrag geteekendeen pover resultaat. Eden verdedigt zijn be eid in het Lagerhuis en verklaart opnieuw Engelands trouw aan de Volkenbondsbeginselen, Een laatste beroep op Duitschland. De onder' teekeningvan het vloot' verdrag. Men zal zich wellicht herinneren, dat we bij het begin van de Lon- densche vlootconferenUe een wat pessimistische beschouwing hebben ge houden over eventueele resultaten. Het teveel rekening houden met eigen begeerten en ver meende behoeften was een belemmering voor de Staten om tot elkaar te komen en in ge meenschappelijk overleg een verdrag op te zet ten, dat waarlijk iets te beteekenen zou bebbeu gehad voor den wereldvrede en voor de finan ciën van de gedupeerde staten. „Als een nachtkaars is z(j uitgegaan", schreef de N.R.Crt. en toen eenmaal Japan haar had verlaten, omdat het niet wilde afzien van zijn eisch van volkomen pariteit met de grootste maritieme mogendheden, daalde de openbare belangstelling voor de conferentie tot nul. Daar ook Italië, hoewel het ter conferentie bleef, weigerde het nieuwe verdrag te teekenen, bleven er tenslotte nog slechts drie mogend heden over, Engeland, de Ver. Staten en Frankrijk. Veel konden die natuurlijk niet be reiken, maar iets toch wel en dat iets is waar lijk niet van belang ontbloot. Dat iets is de zekerheid, dat Engeland en Amerika geen wedloop in bewapening ter zee zullen beginnen. Dit staat weliswaar niet in het verdrag, maar is vastgelegd in een briefwisseling tusschen den Britschen minister van bultenlandsche zaken en den eersten Amerikaanschen gede legeerde. Het is echter wel een gevolg van de conferentie. Door aan zekere elschen van Amerika toe te geven, hebben de Engelschen dit resultaat mogelijk gemaakt. Wat het verdrag zelf betreft, is er van het oorspronkelijke verdrag van Washington niet veel overgebleven. De kwantitatieve beperking is verdwenen, men heeft zich tevreden gesteld met enkele kwalitatieve beperkingen, die au fond nog weinig om het lijf hebben. Engeland heeft zoo min zijn verlangen tot verlaging van het maximum in tonnemaat voor linieschepen als dat tot verlaging van die voor duikbooten bereikt. De linieschepen mogen 35.000 ton blij ven meten, de luikbooten 20Ó0 ton. Wel wordt het kaliber van het geschut verkleind. Voorts maakt het verdrag een einde aan den z.g. Washingtonkruiser van 10.000 ton. Het maxi mum voor kruisers wordt nu 8000 ton, met de bepaling, dat onderteekenaars, die voor hun veiligheid schepen van 10.000 ton noodig moch ten hebben, deze mogen aanbouwen, iets wat zich vermoedelijk in de praktik niet zal voor doen, omdat de kruisers van 10.000 ton een hoogst onpractisch scheepstype z(jn gebleken. Dat een dergelijke facultatieve bepaling moge lijk is, is te danken aan de afspraak, dat elk land Jaarlijks aan de andere onderteekenaars alle inlichtingen zal verstrekken. Inzake het Wieringermeer - Medemblik - Hoorn - programma voor het komende jaar. Dit maakt dat men voor verrassingen gevrijwaard wordt Tenslotte is ook nog bepaald, dat voor 1943 geen verdere oorlogsschepen van 17.500 ton met kanonnen van 10 duim zullen worden ge bouwd. Wat de andere maritieme mogendheden be treft blijft Duitschland door zijn overeen komst met Engeland gebonden. Ook van Rus land verwacht men geen moeilijkheden. On zeker is tenslotte de houding van Italië, dat, wanneer het gebruik wil maken van zijn on gebondenheid, Frankrijk zou kunnen dwingen tot een zekere mate van wedijver. Men heeft er bjj de onderteekening van het verdrag den nadruk op gelegd, dat het niet meer dan een embryo is, dat vatbaar is voor nadere ontwik keling, zulks in tegenstelling met het verdrag van Washington, dat een afgerond geheel vormde, waaraan men zich voor een zekeren tijd van jaren bond. De houding van Engeland. Eden heeft Donderdag, met instemming van de geheele regeering, zijn buitenlandsch beleid ver dedigd, waarbij hij uit voerig het verschil van opvatting tusschen de Fransche en de Engelsche delegatie, in ver band met den aanvang van eventueele bespre kingen met Duitschland heeft uiteengezet. Hij heeft soepelheid van Frankrijk bepleit en een juist begrip by Duitschland voor den ernst van den toestand en den vasten wil om tot een oplossing van het conflict te komen. Duitschland en Frankrijk moeten een offer kunnen brengen. Eden zeide, met een toepeling op de confe rentie der mogendheden te Parijs: De Fran sche regeering zelde ons, dat Duitschland zijn troepen moest terugtrekken uit de Rjjnzone. Wij vroegen, hoe dit zou moeten worden afge dwongen, als de Duitschers mochten weigeren en kregen ten antwoord, dat dan progressief pressie moest worden uitgeoefend, beginnende mej. financieele en economische sancties. Wij vereenigden ons niet met dit standpunt (applaus). Ook wij onderschatten den ernst van de schending van het verdrag niet en za gen de gevaren voor Europa, maar wij waren van oordeel, dat het onze plicht was door on derhandelingen te trachten eenig vertrouwen te doen terugkeeren; dit is van het eerste uur af ons doel geweest ln deze kritieke periode. Eden verklaarde, dat totnogtoe in weerwil van al zijn pogingen geen enkele bijdrage van Dultschen kant scheen te komen bulten de verplichtingen, waartoe de rijkskanselier be reid was, om het aantal troepen, die de Rijn zone waren binnengetrokken, niet te ver- grooten. Onder erkenning van de belangrijkheid van deze verplichting, zelde Eden, dat b(j den tegenwoordigen internationalen toe stand dit niet voldoende is. Indien de Duitsche regeering ook nog de verplich ting zou willen aanvaarden, dat zij gedu rende de periode van onderhandelen de zone niet zal versterken, zou dit ons werk verlichten maar ik verneem, dat het de Duitsche regeering niet mogelijk is, zelfs deze verplichting op zich te nemen. FEUILLETON. ROMAN VAN HANNO PLESSEN 12) ..Toe Sylvester, schudt je hart toch uit!", eegt Johanna en meer nog dan haar woor- ^en' te het haar blik, die daarop aandringt. "Achtenslotte is het een bagatel ®en kleine moeilijkheid, omdat... ja, omdat e musicus Vonberg nu eenmaal geen zaken- nian te, maar een domme, onpraktische kerel, e°n ezelMaar nee, dat zijn toch alle- dingen, waar je geen verstand van hebt. prinses "Je onderschat me geweldig, Sylvester! .dkwesties schrik nu maar niet en er- cm liever, dat ik, ondanks je vage aandul- 1 '»g, toch direct begrepen heb waar het om van geldkwesties dus heb ik heusch 1 een klein beetje verstand. Waarschijnlijk ,a meer dan jjj. Wat ik echter niet begrijp, hu 1)1^kbare vrees om het kind eenvoudig J h6n naam *-e noemen sl hanna a gedecideerde openhartigheid heeft ts tot gevolg, dat hij zich steeds on- erder begint te gevoelen. cb kindhet is zoozoo, je hoe m lk zeggen Wet f6' nee' Is niet zoo Pijnlijk en ook Veste aaf' °f wat fe andera wilt zeggen, Syl- r- Laten we toch rustig over geldelijke aangelegenheden spreken. Ze behooren nu eenmaal tot het leven en maken er zelfs een belangrijk bestanddeel van uit." „Merkwaardig, zooals Jij daarover praat, Jo! Zoo heel anders dan... Ik bedoel zoo..." en wederom blijft Sylvester Vonberg steken. „Verrassend, bedoel Je," helpt Johanna hem op weg. „Ach ja, ik ben nu eenmaal een kind van mi|n tijd. Misschien ben lk ook wel wat vroeg zelfstandig geworden, omdat ik reeds als kind mijn ouders heb verloren. Daarbjj komt nog, dat lk niet gewend ben met oog kleppen door het leven te gaan. Van verras sing behoeft dus geen sprake te zijn; je zou het eerder vanzelfsprekend kunnen noemen, dat lk zoo over die dingen denk. Zie Je, jon gen, ik ben geen vrouw, die Je ln een vitrine zet, geen vrouw voor de Zon- en Feest dagen van het leven. Ik wil ook een goede kameraad voor de werkdagen zijn en daarom ben ik blij, dat die brief, die Je blijkbaar zoo veel zorg bereidt, het mogelijk maakt, eens ronduit met je over die dingen te spreken. En nog meer verheug ik mij er over, dat het tenslotte maar een onbeteekenende geld kwestie betreft Als je eens wist Jongen, hoe ik geschrokken ben; ik had me iets veel ergers voorgesteld! Met een innig gebaar neemt Johanna zijn rechterhand van het toetsenbord en vlijt deze tegen haar wang. Vonberg slaat de oogen neer. Innerlijk schaamt hy zich over zijn eigen slappe hou ding tegenover dit eerlijke, openhartige jonge meisje. Daar hij nog steeds niet de juiste woorden schijnt te kunnen vinden, tracht Johanna hem opnieuw op weg te helpen: „Heb je schulden?" Hoewel goed gemeend, Is deze opmerking op dit oogenblik toch allerminst op haar plaats en het eenige resultaat is dan ook, T>e tijd vereischt, dat de pogingen, die wor den aangewend, succes hebben. Ik heb niet het voornemen mij bezig te houden met de problemen van de naaste toekomst, met de gedachte, te worden verbonden aan de politiek van Frankrijk of die van Duitschland. Onze politiek, zeide Eden, Is die van het convenant en onze verknochtheid aan den Volkenbond als lid daarvan. Ik zou het Frankrijk willen zeggen, dat wij den vrede niet kunnen verze keren, tenzij de Fransche regeering bereid ia met open oog de problemen te abordeeren, die Frankrijk nog van Duitschland scheiden, en lk zou tot Duitschland willen zeggen: hoe kun nen wij hopen onderhandelingen met kans op succes te entameeren, terzij gij bereid zijt Iets te doen om de ongerustheid van Europa te verkleinen, die gij hebt verwekt? Een beroep op Duitschland Duitschland moet evenals Frankrijk, be reid willen zijn een offer te willen brengen, zoo zeiden we hierboven reeds en wij wachten dan ook met spanning het antwoord van Hitier op de voorstellen van de Locarno-mogendheden. Eden heeft duidelijk genoeg gezegd dat Duitschland op geen consideratie behoeft te rekenen als het op zjjn starre standpunt zal blijven staan en niet geneigd is een bijdrage tot den vrede te leveren. „IVOROL" De Nederlandsche tandpasta De conservatieve Yorkshire Post, een be langrijk provinciaal dagblad, dat doorgaat voor een spreekbuis van Eden, verneemt, volgens Reuter, dat Duitschlands handelwijze het vertrouwen in Europa heeft geschokt, zoodat, wat voor wonderbare overeenkom sten of verdragen Hitier ook mag voorstel len, deze geen resultaat kunnen hebben ter bevordering van de gevoelens van veiligheid. Er is niet de minste schijn van eenige aanduiding, dat zonder een positieve en - onverwijlde Duitsche actie, die in staat is het vertrouwen te herstellen, welk ge praat over een duurzame Europeesche organisatie ook Iets anders dan de groot ste dwaasheid zou zijn. Naar aanleiding van het voorstel tot over leg tusschen de generale staven van Enge land. Frankrijk en België, schrijft de Yorks hire Post, dat dit geen nieuwe politieke ver plichting beteekent. „Het is van het hoogste belang, naar onze meening, dat een dergelijke feitelijke verwijzing ln een tijd als deze zou geschieden." D&&z kan niemand mij van af brengen. 27 jaar ben ik huisvrouw. 27 jaar, dus reeds meer dan een kwart eeuw, bleef Persil mij trouw met haar niet te evenaren kwaliteit. En dèt wil wat zeggen! Ik gebruik Persil voor alles. Voor de groote wasch. voor wol- en fijngoed en tevens voor de hygiënische be handeling van ontelbare dingen ln mijn huishouding. Er bestaat voor mij geen ar>d»r waschmlHHol dan Persil. I 0»t*rmonn t Co'l Hond»l-MI). N.V. Amsterdam - Fabrl»!c«i t» Jutphaat b. Utr«bt. dat in den man een hevig verzet doet ont waken tegen de verre van benijdenswaardige rol, welke hij te vervullen heeft. Sylvester Vonberg's ijdelheid is geprononceerd en het groot doen zit hem te zeer in het bloed dan dat hij door een zwakheid te bekennen die kracht zou kunnen ontwikkelen, welke hem voor Immer uit alle moeilijkheden zou kun nen verlossen. In zijn verblinding ziet hij het pad, dat zich hier voor hem opent en dat een uitweg biedt uit de impase, waarin hij verkeert, over het hoofd. Hij weigert de kans. die hem hier vrijwillig geboden wordt en snijdt tevens elke mogelijkheid van een her nieuwd aanbod af. als hij antwoord: „Zoo slim staan de zaken nu ook weer niet, prinses. Sylvester Vonberg is geen arme, rondtrekkende speelman, geen..." „Spreek niet op dien toon, Sylvester. Het lag niet in m'n bedoeling je te kwetsen". „Naturljjk niet, kind... Dat begrijp D* wel.. Welnu, om kort te gaan en verdere misver standen te voorkomen, die ongeluksbrief, die zoozeer onze stemming dreigt te zullen ver storen, wat hem natuurlijk nooit zal gelukken, nietwaar, Jo, liefste... dat epistel dus, dat me daar vanochtend zoo maar op m'n ont bijtbordje kwam vallen, is... hm ja... nou enfin, is afkomstig van den administrateur van het Münchener Salonorkest... ja, ja... of beter gezegd: het is een antwoord op een mededeeling mijnerzijds, dat ik de functie van dirigent daar niet kan aanvaarden. En nu word ik er allerminzaamst op opmerkzaam gemaakt, dat een en ander gelijk staat met contractbreuk en dat ik volgens paragraaf zooveel verplicht ben om een schadeloosstel ling te betalen van tienduizend mark". „Dan was het toch vrjj onverstandig van Je die positie op te geven en daardoor Je contractueele verplichtingen niet na te komenl" „Hoe kan je nu zoo iets zeggen, Jo? Weet ja dan niet, dat ik met m'n sterken inner- lijken drang als scheppend musicus niet het uiterlijk beroep van dirigent kan naloopen? Je begrijpt toch wel, dat die twee dingen on- vereenigbaar zijn. Ben Je dat nu werkelijk vergeten?" „Nee. Sylvester. Natuurlijk ben ik dat niet vergeten. En lk begrijp je volkomen, nu even goed als toen en ook geloof ik, dat je In komsten als componist voor die van een diri gent niet zullen behoeven onder te doen". „Niet zullen onderdoen? Ik hoop het dub bele of het drievoudige van een dirigenten salaris te verdienen. Geloof me, ook in gelde lijk opzicht zal ik er veel beter aan toe zijn, zelfs dan, wanneer lk die schadeloosstelling van tienduizend mark moet betalen!" Tienduizend mark is veel geld, Sylvester!" Ach kom! 't Is een bagatel, Jo... Ik ben gewend met heel andere bedragen te rekenen. Het eenige vervelende aan die geschiedenis is, dat ik geld los moet maken. Als ik nu, terwijl alles even laag staat een paar aan- deelen moet verkoopen, lijd ik natuurlijk een geweldig koersverlies. Dat begrijp je, hè...? Nu is Ernst Rung je weet wel, Rung van de Dresdener Opera mij al wel een heelen tijd vijfduizend mark schuldig, maar om hem daaraan te herinneren, vind ik toch ook wat pijnlijk..." „Wat? Rung, de groote Rung, leent die geld van jou?" „Maar kind, waarom niet? Wat zou dat? Dat is nu eenmaal gewoonte onder kunst broeders. Bovendien ben lk met Rung zeer bevriend. Maar enfin, dat doet er ook alles niets toe. Ik zal dus wel moeten besluiten om..." „Het geld... hm, op te nemen, nietwaar?" „Waarschijnlijk wel, prinses". Donderdagmiddag heeft Eden in het Lager huis de debatten over buitenlandsche zaken geopend met een rede, waarin hij begon met het huis, de pers en het publiek te danken voor de terughoudendheid, welke zjj vrijwil lig hebben getoond gedurende een der meest- verontrustdene internationale perioden. Eden zette vervolgens den oorsprong van de gedemilitariseerde zone uiteen. Zinspelende op de bewering van Duitschland dat het Fransch- Russische pact onvereenigbaar is met het ver drag van Locarno, vestigde Eden de aandacht op artikel 3 van het verdrag van Locarn en zeide: Duitschland is duidelijk gebonden aan het regelen van deze quaestie door de metho den, bij het verdrag voorzien. Zelfs degenen in Groot-Brittannië, die van meening zjjn dat Duitachland's zaak sterk staat, veroordeelden het feit, dat het er de voorkeur aan heeft ge geven, haar met geweld naar voren te bren gen en niet met oordeel. Sprekende over de positie van Groot- Brittannië en zijn verplichtingen als garant, zeide Eden: Wij hebben bepaal de verplichtingen en deze zijn scherpom- schreven in het bijzonder krachtens arti kel 4 van den tekst Ik wil in alle open hartigheid duidelijk doen uitkomen, dat ik niet de eerste Britsche minister van buitenlandsche zaken wil zijn, die van een Britsche onderteekening terugkomt (Levende toejuichingen). Ons doei in deze moeilijke periode was naar een gepaste vredelievende oplossing te zoeken en ik ben van meening, dat wjj dit moeten doen krachtens artikel 7 van het verdrag van Locarno. Zinspelende op de voorsteilen der vier mo gendheden, die de bedoeling hem om de pe riode te overbruggen voordat de onderhande lingen beginnen, herhaalde Eden dat de voor stellen geen ultimatum waren noch een Dik- tat, en dat indien de Duitsche regeering al ternatieve voorstellen kon doen, de Britsche regeering bereid was ze aan de andere regee ring ter overweging over te brengen, doch be seft moest worden, dat zonder een construc tieve bijdrage van Duitschen kant de taak dergenen, wier eenige taak en streven het was, nieuwe onderhandelingen te beginnen, schier onmogelijk zou zijn. Het middelste gedeelte van Eden's rede was gewijd aan een uiteenzetting van de Britsche bijdrage tot de veiligheid van Frankrijk en België, voorzien in de voorstellen der vier mogendheden, en ln het bijzonder aan ophel dering van de voorgestelde besprekingen tus schen de generale staven. De eerste btjdrage was voor de periode hangende de onderhande lingen; de tweede zou deel uitmaken van een algemeene regeling, welke naar men hoopte zou voortvloeien uit de onderhandelingen, en de derde was ingeval van mislukking van de onderhandelingen. Ingeval van een verplichting, waar aan Engeland bereid was deel te nemen als onderdeel van een definitieve rege ling, zouden de waarborgen tusschen de mogendheden van West-Europa woder- keerig zijn, en Engeland zou zoowel waarborgen ontvangen als geven en deelen zoowel in de veiligheid als In het risico. TUGERZJAGER of Ech+e Triesche Lleeren-Qaai -10 -15 - 90 -95 eh per %on8 F2J De nieuwe waarborgen zouden open staan voor alle onderteekenaars van het pact van Locarno, met Inbegrip van Duitschland. De regeering had een drievoudig doei: la het gevaar van oorlog te voorkomen; 2e. de voorwaarden te scheppen, waarin onderhan delingen konden plaats hebben, en Se. dezs onderhandelingen met succes te voeren, zoo dat zjj de collectieve veiligheid zouden kun. nen versterken en den terugkeer van Duitsch land tot den Volkenbond vergemakkelijken en ln een gunstiger sfeer onderhandelingen te doen plaats hebben over economische za ken en bewapeningsbeperking, die onontbeer lijk waren voor de rust van Europa. De kansen voor de vervulling van dit pro gram hingen duidelijk at van Hitleris voor stellen de volgende week. „Wjj weten" zeide Eden „dat de kanselier, die naar ik geloof de pogingen heeft gewaardeerd, die de Britsche regee ring heeft gedaan zal begrijpen 10e verlan gend Europa naar deze voorstellen uit ziet Hy kan voorzoover ons belangt er van verzekerd zijn, dat z(j met een open oog zullen worden ontvangen en den hartstochteljjken wensch er het beste ge bruik van te maken om de permanente pacificatie van Europa tot stand te brengen. Uiterst hinderlijk en vol ge varen is het, wanneer meer dan twee fietsers naast elkaar rijden. (Op smalle wegen en paden Is zelfs twee nog te veel „Ja, maar dat is toch een onmogelijke toe stand, Sylvester!" „Ik heb je immers al direct gezegd, dat ik niet met geld weet om te gaan, Jo. Behoorlijk huishouden, dat is niets voor mi). Dat blijkt wel, anders zou ik mij zeker niet in verlegen heid laten brengen door die onbeteekenende tienduizend mark". „Nou, zoo onbeteekenend vind ik dat be drag niet". „Een enkele kamer van mjjn villa ln Nymphenburg vertegenwoordigt eenige malen dat bedrag... Maar daarmee kan lk helaas geen boete wegens contractbreuk betalen en daar gaat het hier maar om". Steeds sneller vloeien Sylvester Vonberg de woorden van de lippen. Hij verheft zich door zijn leugens, waaraan hij zelf tenslotte gelooft En daardoor werken zijn woorden zoo over tuigend, dat niemand ook maar een moment aan de waarheid ervan twijfelt Zoo gelukt het hem steeds weer de menschen te over bluffen. Wanneer Johanna alles gelooft, wat hy zegt, is zy echter toch niet zoo overbluft, als dat gewoonljjk met Sylvester Vonberg's slachtoffers het geval is. Geld en goed ook al weet zy de praktische beteekenis daarvan dan op de juiste waarde te schatten ver mogen de jonge barones Geitler-Hattorf niet in het minst te imponeeren en geen oogenblik komt dan ook de gedachte by haar op, dat een mensch van zoo buitengewone artistieke begaafdheid zich zou laten voorstaan op een materieelen rykdom, dien hy niet bezit. En hoe zou ze trouwens argwaan kunnen koeste ren tegen den man, dien zy liefheeft en die haar liefde tenvolle beantwoordt? Sylvester Vonberg Is nog niet zoo diep ge zonken, of hy voelt wel zeer duidelijk het onderscheid tusschen het onvoorwaardeiyk gelooven van Johanna en de goedgeloovlgheid van dat soort lieden die nu eenmaal bedrogen willen worden. En opnieuw ls het een gevoel van diepe schaamte, dat hem drukt Elk spoor van berekening is op dit oogenblik wegge- vaagd. Slechts vervuld van den wensch om zich een behoorleken aftocht te verschaffen, zegt hy berustend: „Laten we het hier maar by laten Jo. Allee zal wel weer op s'n pootjes terecht komen. Ik ben biy, dat lk er met jou over gesproken heb; dat alleen al maakt alles half zoo slim. Maar nu zwygen we er dan ook verder orerl" En de daad by het woont voegend, begint hjj te preludeeren. Johanna biyft niets ander over dan zioh in zyn wensch te schikken. Haar gedachten ech ter biyven cirkelen om datgene, dat de man haar gedeelteiyk tegen zyn zin en aan den anderen kant toch ook wat al te bereidwillig heeft meegedeeld. Zy verzuimt in te vallen en geeft ook overigens herhaaldeiyk biyk er niet geheel by te zyn. Zoo gaat een uur voorbij, maar dan klapt Johanna het muziekboek dicht. „Ik ben vandaag niet gedisponeerd en voor half werk ls my m'n tyd te kostbaar, beste jongen. Ik ruim het veld. Je doet beter Je eigen symphonle nog eens door te nemen". „En jy, Jo? Wat ga jy doen?" „Ik...? Ik ga een paar brieven schrjjven, 't Is eigeniyk hoog tyd, dat ik m'n post eens afwerk. Ik hoop er voor de lunch mee klaar te zyn. Vanmiddag kunnen we dan dien tocht naar Slot Am ras maken, als Je er tenminste zin ln hebt...!" „Natuurlijk, Jo... graag..." Hy buigt zioh over haar hand. Dan is hy alleen.. (Wordt vervolgd,)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1