Buitenlandsch Overzicht.
Jteióifmlïïaco?
DE GOUDEN
BRUG
D'"E INDE PIJP
m
Minister Eden spreekt
in het Lagerhuis.
1
DOUWE EGBERTS
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Je kan zeggen wat
je wil, ik gebru1*1
alleen Persik
ZATERDAG 28 MAART 1936
64ste JAARGANG
3 maal per dag Den Helder-
Amsterdam.
Verbinding met geheel West-Friesland.
„Koop Nederlandsche waar,
dan helpen wij elkaar."
Engeland voert uitsluitend
Volkenbondspolitiek.
HENGELAAR
MAAR.
N+ET-N-A-A-S^E-bK-A-A-R
OOI IRANT
Abonnement per 3 maanden bjj vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.
Nederi. Oost- en West-ïndië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 ct; tr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct
Zondagsblad resp. 0.50. 0.70, 0.70, L—Modeblad resp. 1.20. 1.50, 1.50, 1.70.
Verschynt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P» C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoons 50 en 418
Post-Glrorekening No. 16066.
A D V E B T E N T I Nt
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct; bi) niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Het vlootverdrag geteekendeen pover resultaat. Eden verdedigt
zijn be eid in het Lagerhuis en verklaart opnieuw Engelands
trouw aan de Volkenbondsbeginselen, Een laatste beroep op
Duitschland.
De onder'
teekeningvan
het vloot'
verdrag.
Men zal zich wellicht
herinneren, dat we bij
het begin van de Lon-
densche vlootconferenUe
een wat pessimistische
beschouwing hebben ge
houden over eventueele
resultaten. Het teveel
rekening houden met eigen begeerten en ver
meende behoeften was een belemmering voor
de Staten om tot elkaar te komen en in ge
meenschappelijk overleg een verdrag op te zet
ten, dat waarlijk iets te beteekenen zou bebbeu
gehad voor den wereldvrede en voor de finan
ciën van de gedupeerde staten.
„Als een nachtkaars is z(j uitgegaan",
schreef de N.R.Crt. en toen eenmaal Japan
haar had verlaten, omdat het niet wilde afzien
van zijn eisch van volkomen pariteit met de
grootste maritieme mogendheden, daalde de
openbare belangstelling voor de conferentie
tot nul.
Daar ook Italië, hoewel het ter conferentie
bleef, weigerde het nieuwe verdrag te teekenen,
bleven er tenslotte nog slechts drie mogend
heden over, Engeland, de Ver. Staten en
Frankrijk. Veel konden die natuurlijk niet be
reiken, maar iets toch wel en dat iets is waar
lijk niet van belang ontbloot.
Dat iets is de zekerheid, dat Engeland
en Amerika geen wedloop in bewapening
ter zee zullen beginnen.
Dit staat weliswaar niet in het verdrag, maar
is vastgelegd in een briefwisseling tusschen
den Britschen minister van bultenlandsche
zaken en den eersten Amerikaanschen gede
legeerde. Het is echter wel een gevolg van de
conferentie. Door aan zekere elschen van
Amerika toe te geven, hebben de Engelschen
dit resultaat mogelijk gemaakt.
Wat het verdrag zelf betreft, is er van het
oorspronkelijke verdrag van Washington niet
veel overgebleven. De kwantitatieve beperking
is verdwenen, men heeft zich tevreden gesteld
met enkele kwalitatieve beperkingen, die au
fond nog weinig om het lijf hebben. Engeland
heeft zoo min zijn verlangen tot verlaging van
het maximum in tonnemaat voor linieschepen
als dat tot verlaging van die voor duikbooten
bereikt. De linieschepen mogen 35.000 ton blij
ven meten, de luikbooten 20Ó0 ton. Wel wordt
het kaliber van het geschut verkleind. Voorts
maakt het verdrag een einde aan den z.g.
Washingtonkruiser van 10.000 ton. Het maxi
mum voor kruisers wordt nu 8000 ton, met de
bepaling, dat onderteekenaars, die voor hun
veiligheid schepen van 10.000 ton noodig moch
ten hebben, deze mogen aanbouwen, iets wat
zich vermoedelijk in de praktik niet zal voor
doen, omdat de kruisers van 10.000 ton een
hoogst onpractisch scheepstype z(jn gebleken.
Dat een dergelijke facultatieve bepaling moge
lijk is, is te danken aan de afspraak, dat elk
land Jaarlijks aan de andere onderteekenaars
alle inlichtingen zal verstrekken. Inzake het
Wieringermeer - Medemblik - Hoorn -
programma voor het komende jaar. Dit maakt
dat men voor verrassingen gevrijwaard wordt
Tenslotte is ook nog bepaald, dat voor 1943
geen verdere oorlogsschepen van 17.500 ton
met kanonnen van 10 duim zullen worden ge
bouwd.
Wat de andere maritieme mogendheden be
treft blijft Duitschland door zijn overeen
komst met Engeland gebonden. Ook van Rus
land verwacht men geen moeilijkheden. On
zeker is tenslotte de houding van Italië, dat,
wanneer het gebruik wil maken van zijn on
gebondenheid, Frankrijk zou kunnen dwingen
tot een zekere mate van wedijver. Men heeft
er bjj de onderteekening van het verdrag den
nadruk op gelegd, dat het niet meer dan een
embryo is, dat vatbaar is voor nadere ontwik
keling, zulks in tegenstelling met het verdrag
van Washington, dat een afgerond geheel
vormde, waaraan men zich voor een zekeren
tijd van jaren bond.
De houding
van Engeland.
Eden heeft Donderdag,
met instemming van de
geheele regeering, zijn
buitenlandsch beleid ver
dedigd, waarbij hij uit
voerig het verschil van opvatting tusschen de
Fransche en de Engelsche delegatie, in ver
band met den aanvang van eventueele bespre
kingen met Duitschland heeft uiteengezet. Hij
heeft soepelheid van Frankrijk bepleit en een
juist begrip by Duitschland voor den ernst
van den toestand en den vasten wil om tot
een oplossing van het conflict te komen.
Duitschland en Frankrijk moeten een offer
kunnen brengen.
Eden zeide, met een toepeling op de confe
rentie der mogendheden te Parijs: De Fran
sche regeering zelde ons, dat Duitschland zijn
troepen moest terugtrekken uit de Rjjnzone.
Wij vroegen, hoe dit zou moeten worden afge
dwongen, als de Duitschers mochten weigeren
en kregen ten antwoord, dat dan progressief
pressie moest worden uitgeoefend, beginnende
mej. financieele en economische sancties.
Wij vereenigden ons niet met dit standpunt
(applaus). Ook wij onderschatten den ernst
van de schending van het verdrag niet en za
gen de gevaren voor Europa, maar wij waren
van oordeel, dat het onze plicht was door on
derhandelingen te trachten eenig vertrouwen
te doen terugkeeren; dit is van het eerste uur
af ons doel geweest ln deze kritieke periode.
Eden verklaarde, dat totnogtoe in weerwil
van al zijn pogingen geen enkele bijdrage van
Dultschen kant scheen te komen bulten de
verplichtingen, waartoe de rijkskanselier be
reid was, om het aantal troepen, die de Rijn
zone waren binnengetrokken, niet te ver-
grooten.
Onder erkenning van de belangrijkheid
van deze verplichting, zelde Eden, dat b(j
den tegenwoordigen internationalen toe
stand dit niet voldoende is. Indien de
Duitsche regeering ook nog de verplich
ting zou willen aanvaarden, dat zij gedu
rende de periode van onderhandelen de
zone niet zal versterken, zou dit ons werk
verlichten maar ik verneem, dat het de
Duitsche regeering niet mogelijk is, zelfs
deze verplichting op zich te nemen.
FEUILLETON.
ROMAN VAN
HANNO PLESSEN
12)
..Toe Sylvester, schudt je hart toch uit!",
eegt Johanna en meer nog dan haar woor-
^en' te het haar blik, die daarop aandringt.
"Achtenslotte is het een bagatel
®en kleine moeilijkheid, omdat... ja, omdat
e musicus Vonberg nu eenmaal geen zaken-
nian te, maar een domme, onpraktische kerel,
e°n ezelMaar nee, dat zijn toch alle-
dingen, waar je geen verstand van
hebt. prinses
"Je onderschat me geweldig, Sylvester!
.dkwesties schrik nu maar niet en er-
cm liever, dat ik, ondanks je vage aandul-
1 '»g, toch direct begrepen heb waar het om
van geldkwesties dus heb ik heusch
1 een klein beetje verstand. Waarschijnlijk
,a meer dan jjj. Wat ik echter niet begrijp,
hu 1)1^kbare vrees om het kind eenvoudig
J h6n naam *-e noemen
sl hanna a gedecideerde openhartigheid heeft
ts tot gevolg, dat hij zich steeds on-
erder begint te gevoelen.
cb kindhet is zoozoo, je hoe
m lk zeggen
Wet f6' nee' Is niet zoo Pijnlijk en ook
Veste aaf' °f wat fe andera wilt zeggen, Syl-
r- Laten we toch rustig over geldelijke
aangelegenheden spreken. Ze behooren nu
eenmaal tot het leven en maken er zelfs een
belangrijk bestanddeel van uit."
„Merkwaardig, zooals Jij daarover praat,
Jo! Zoo heel anders dan... Ik bedoel zoo..."
en wederom blijft Sylvester Vonberg steken.
„Verrassend, bedoel Je," helpt Johanna hem
op weg. „Ach ja, ik ben nu eenmaal een kind
van mi|n tijd. Misschien ben lk ook wel wat
vroeg zelfstandig geworden, omdat ik reeds
als kind mijn ouders heb verloren. Daarbjj
komt nog, dat lk niet gewend ben met oog
kleppen door het leven te gaan. Van verras
sing behoeft dus geen sprake te zijn; je zou
het eerder vanzelfsprekend kunnen noemen,
dat lk zoo over die dingen denk. Zie Je, jon
gen, ik ben geen vrouw, die Je ln een vitrine
zet, geen vrouw voor de Zon- en Feest
dagen van het leven. Ik wil ook een goede
kameraad voor de werkdagen zijn en daarom
ben ik blij, dat die brief, die Je blijkbaar zoo
veel zorg bereidt, het mogelijk maakt, eens
ronduit met je over die dingen te spreken.
En nog meer verheug ik mij er over, dat het
tenslotte maar een onbeteekenende geld
kwestie betreft Als je eens wist Jongen, hoe
ik geschrokken ben; ik had me iets veel
ergers voorgesteld!
Met een innig gebaar neemt Johanna zijn
rechterhand van het toetsenbord en vlijt deze
tegen haar wang.
Vonberg slaat de oogen neer. Innerlijk
schaamt hy zich over zijn eigen slappe hou
ding tegenover dit eerlijke, openhartige jonge
meisje.
Daar hij nog steeds niet de juiste woorden
schijnt te kunnen vinden, tracht Johanna
hem opnieuw op weg te helpen:
„Heb je schulden?"
Hoewel goed gemeend, Is deze opmerking
op dit oogenblik toch allerminst op haar
plaats en het eenige resultaat is dan ook,
T>e tijd vereischt, dat de pogingen, die wor
den aangewend, succes hebben. Ik heb niet
het voornemen mij bezig te houden met de
problemen van de naaste toekomst, met de
gedachte, te worden verbonden aan de politiek
van Frankrijk of die van Duitschland. Onze
politiek, zeide Eden, Is die van het convenant
en onze verknochtheid aan den Volkenbond
als lid daarvan. Ik zou het Frankrijk willen
zeggen, dat wij den vrede niet kunnen verze
keren, tenzij de Fransche regeering bereid ia
met open oog de problemen te abordeeren, die
Frankrijk nog van Duitschland scheiden, en lk
zou tot Duitschland willen zeggen: hoe kun
nen wij hopen onderhandelingen met kans op
succes te entameeren, terzij gij bereid zijt
Iets te doen om de ongerustheid van Europa
te verkleinen, die gij hebt verwekt?
Een beroep
op Duitschland
Duitschland moet
evenals Frankrijk, be
reid willen zijn een offer
te willen brengen, zoo
zeiden we hierboven
reeds en wij wachten dan ook met spanning
het antwoord van Hitier op de voorstellen
van de Locarno-mogendheden. Eden heeft
duidelijk genoeg gezegd dat Duitschland op
geen consideratie behoeft te rekenen als het
op zjjn starre standpunt zal blijven staan en
niet geneigd is een bijdrage tot den vrede te
leveren.
„IVOROL" De Nederlandsche tandpasta
De conservatieve Yorkshire Post, een be
langrijk provinciaal dagblad, dat doorgaat
voor een spreekbuis van Eden, verneemt,
volgens Reuter, dat Duitschlands handelwijze
het vertrouwen in Europa heeft geschokt,
zoodat, wat voor wonderbare overeenkom
sten of verdragen Hitier ook mag voorstel
len, deze geen resultaat kunnen hebben ter
bevordering van de gevoelens van veiligheid.
Er is niet de minste schijn van eenige
aanduiding, dat zonder een positieve en -
onverwijlde Duitsche actie, die in staat
is het vertrouwen te herstellen, welk ge
praat over een duurzame Europeesche
organisatie ook Iets anders dan de groot
ste dwaasheid zou zijn.
Naar aanleiding van het voorstel tot over
leg tusschen de generale staven van Enge
land. Frankrijk en België, schrijft de Yorks
hire Post, dat dit geen nieuwe politieke ver
plichting beteekent. „Het is van het hoogste
belang, naar onze meening, dat een dergelijke
feitelijke verwijzing ln een tijd als deze zou
geschieden."
D&&z kan niemand mij van af
brengen. 27 jaar ben ik huisvrouw.
27 jaar, dus reeds meer dan een
kwart eeuw, bleef Persil mij trouw
met haar niet te evenaren kwaliteit.
En dèt wil wat zeggen! Ik gebruik
Persil voor alles. Voor de groote
wasch. voor wol- en fijngoed en
tevens voor de hygiënische be
handeling van ontelbare dingen
ln mijn huishouding. Er bestaat
voor mij geen ar>d»r waschmlHHol
dan Persil.
I 0»t*rmonn t Co'l Hond»l-MI). N.V. Amsterdam - Fabrl»!c«i t» Jutphaat b. Utr«bt.
dat in den man een hevig verzet doet ont
waken tegen de verre van benijdenswaardige
rol, welke hij te vervullen heeft. Sylvester
Vonberg's ijdelheid is geprononceerd en het
groot doen zit hem te zeer in het bloed dan
dat hij door een zwakheid te bekennen die
kracht zou kunnen ontwikkelen, welke hem
voor Immer uit alle moeilijkheden zou kun
nen verlossen. In zijn verblinding ziet hij het
pad, dat zich hier voor hem opent en dat
een uitweg biedt uit de impase, waarin hij
verkeert, over het hoofd. Hij weigert de kans.
die hem hier vrijwillig geboden wordt en
snijdt tevens elke mogelijkheid van een her
nieuwd aanbod af. als hij antwoord:
„Zoo slim staan de zaken nu ook weer niet,
prinses. Sylvester Vonberg is geen arme,
rondtrekkende speelman, geen..."
„Spreek niet op dien toon, Sylvester. Het
lag niet in m'n bedoeling je te kwetsen".
„Naturljjk niet, kind... Dat begrijp D* wel..
Welnu, om kort te gaan en verdere misver
standen te voorkomen, die ongeluksbrief, die
zoozeer onze stemming dreigt te zullen ver
storen, wat hem natuurlijk nooit zal gelukken,
nietwaar, Jo, liefste... dat epistel dus, dat
me daar vanochtend zoo maar op m'n ont
bijtbordje kwam vallen, is... hm ja... nou
enfin, is afkomstig van den administrateur
van het Münchener Salonorkest... ja, ja... of
beter gezegd: het is een antwoord op een
mededeeling mijnerzijds, dat ik de functie van
dirigent daar niet kan aanvaarden. En nu
word ik er allerminzaamst op opmerkzaam
gemaakt, dat een en ander gelijk staat met
contractbreuk en dat ik volgens paragraaf
zooveel verplicht ben om een schadeloosstel
ling te betalen van tienduizend mark".
„Dan was het toch vrjj onverstandig van
Je die positie op te geven en daardoor Je
contractueele verplichtingen niet na te
komenl"
„Hoe kan je nu zoo iets zeggen, Jo? Weet
ja dan niet, dat ik met m'n sterken inner-
lijken drang als scheppend musicus niet het
uiterlijk beroep van dirigent kan naloopen?
Je begrijpt toch wel, dat die twee dingen on-
vereenigbaar zijn. Ben Je dat nu werkelijk
vergeten?"
„Nee. Sylvester. Natuurlijk ben ik dat niet
vergeten. En lk begrijp je volkomen, nu even
goed als toen en ook geloof ik, dat je In
komsten als componist voor die van een diri
gent niet zullen behoeven onder te doen".
„Niet zullen onderdoen? Ik hoop het dub
bele of het drievoudige van een dirigenten
salaris te verdienen. Geloof me, ook in gelde
lijk opzicht zal ik er veel beter aan toe zijn,
zelfs dan, wanneer lk die schadeloosstelling
van tienduizend mark moet betalen!"
Tienduizend mark is veel geld, Sylvester!"
Ach kom! 't Is een bagatel, Jo... Ik ben
gewend met heel andere bedragen te rekenen.
Het eenige vervelende aan die geschiedenis
is, dat ik geld los moet maken. Als ik nu,
terwijl alles even laag staat een paar aan-
deelen moet verkoopen, lijd ik natuurlijk een
geweldig koersverlies. Dat begrijp je, hè...?
Nu is Ernst Rung je weet wel, Rung van
de Dresdener Opera mij al wel een heelen
tijd vijfduizend mark schuldig, maar om hem
daaraan te herinneren, vind ik toch ook wat
pijnlijk..."
„Wat? Rung, de groote Rung, leent die
geld van jou?"
„Maar kind, waarom niet? Wat zou dat?
Dat is nu eenmaal gewoonte onder kunst
broeders. Bovendien ben lk met Rung zeer
bevriend. Maar enfin, dat doet er ook alles
niets toe. Ik zal dus wel moeten besluiten
om..."
„Het geld... hm, op te nemen, nietwaar?"
„Waarschijnlijk wel, prinses".
Donderdagmiddag heeft Eden in het Lager
huis de debatten over buitenlandsche zaken
geopend met een rede, waarin hij begon met
het huis, de pers en het publiek te danken
voor de terughoudendheid, welke zjj vrijwil
lig hebben getoond gedurende een der meest-
verontrustdene internationale perioden.
Eden zette vervolgens den oorsprong van de
gedemilitariseerde zone uiteen. Zinspelende op
de bewering van Duitschland dat het Fransch-
Russische pact onvereenigbaar is met het ver
drag van Locarno, vestigde Eden de aandacht
op artikel 3 van het verdrag van Locarn en
zeide: Duitschland is duidelijk gebonden aan
het regelen van deze quaestie door de metho
den, bij het verdrag voorzien. Zelfs degenen
in Groot-Brittannië, die van meening zjjn dat
Duitachland's zaak sterk staat, veroordeelden
het feit, dat het er de voorkeur aan heeft ge
geven, haar met geweld naar voren te bren
gen en niet met oordeel.
Sprekende over de positie van Groot-
Brittannië en zijn verplichtingen als
garant, zeide Eden: Wij hebben bepaal
de verplichtingen en deze zijn scherpom-
schreven in het bijzonder krachtens arti
kel 4 van den tekst Ik wil in alle open
hartigheid duidelijk doen uitkomen, dat
ik niet de eerste Britsche minister van
buitenlandsche zaken wil zijn, die van
een Britsche onderteekening terugkomt
(Levende toejuichingen).
Ons doei in deze moeilijke periode was naar
een gepaste vredelievende oplossing te zoeken
en ik ben van meening, dat wjj dit moeten
doen krachtens artikel 7 van het verdrag van
Locarno.
Zinspelende op de voorsteilen der vier mo
gendheden, die de bedoeling hem om de pe
riode te overbruggen voordat de onderhande
lingen beginnen, herhaalde Eden dat de voor
stellen geen ultimatum waren noch een Dik-
tat, en dat indien de Duitsche regeering al
ternatieve voorstellen kon doen, de Britsche
regeering bereid was ze aan de andere regee
ring ter overweging over te brengen, doch be
seft moest worden, dat zonder een construc
tieve bijdrage van Duitschen kant de taak
dergenen, wier eenige taak en streven het was,
nieuwe onderhandelingen te beginnen, schier
onmogelijk zou zijn.
Het middelste gedeelte van Eden's rede was
gewijd aan een uiteenzetting van de Britsche
bijdrage tot de veiligheid van Frankrijk en
België, voorzien in de voorstellen der vier
mogendheden, en ln het bijzonder aan ophel
dering van de voorgestelde besprekingen tus
schen de generale staven. De eerste btjdrage
was voor de periode hangende de onderhande
lingen; de tweede zou deel uitmaken van een
algemeene regeling, welke naar men hoopte
zou voortvloeien uit de onderhandelingen, en
de derde was ingeval van mislukking van de
onderhandelingen.
Ingeval van een verplichting, waar
aan Engeland bereid was deel te nemen
als onderdeel van een definitieve rege
ling, zouden de waarborgen tusschen de
mogendheden van West-Europa woder-
keerig zijn, en Engeland zou zoowel
waarborgen ontvangen als geven en
deelen zoowel in de veiligheid als In het
risico.
TUGERZJAGER of
Ech+e Triesche Lleeren-Qaai
-10 -15 - 90 -95 eh per %on8
F2J
De nieuwe waarborgen zouden open staan
voor alle onderteekenaars van het pact van
Locarno, met Inbegrip van Duitschland.
De regeering had een drievoudig doei: la
het gevaar van oorlog te voorkomen; 2e. de
voorwaarden te scheppen, waarin onderhan
delingen konden plaats hebben, en Se. dezs
onderhandelingen met succes te voeren, zoo
dat zjj de collectieve veiligheid zouden kun.
nen versterken en den terugkeer van Duitsch
land tot den Volkenbond vergemakkelijken
en ln een gunstiger sfeer onderhandelingen
te doen plaats hebben over economische za
ken en bewapeningsbeperking, die onontbeer
lijk waren voor de rust van Europa.
De kansen voor de vervulling van dit pro
gram hingen duidelijk at van Hitleris voor
stellen de volgende week.
„Wjj weten" zeide Eden „dat de
kanselier, die naar ik geloof de pogingen
heeft gewaardeerd, die de Britsche regee
ring heeft gedaan zal begrijpen 10e verlan
gend Europa naar deze voorstellen uit
ziet Hy kan voorzoover ons belangt er
van verzekerd zijn, dat z(j met een open
oog zullen worden ontvangen en den
hartstochteljjken wensch er het beste ge
bruik van te maken om de permanente
pacificatie van Europa tot stand te
brengen.
Uiterst hinderlijk en vol ge
varen is het, wanneer meer
dan twee fietsers naast elkaar
rijden. (Op smalle wegen
en paden Is zelfs twee nog
te veel
„Ja, maar dat is toch een onmogelijke toe
stand, Sylvester!"
„Ik heb je immers al direct gezegd, dat ik
niet met geld weet om te gaan, Jo. Behoorlijk
huishouden, dat is niets voor mi). Dat blijkt
wel, anders zou ik mij zeker niet in verlegen
heid laten brengen door die onbeteekenende
tienduizend mark".
„Nou, zoo onbeteekenend vind ik dat be
drag niet".
„Een enkele kamer van mjjn villa ln
Nymphenburg vertegenwoordigt eenige malen
dat bedrag... Maar daarmee kan lk helaas
geen boete wegens contractbreuk betalen en
daar gaat het hier maar om".
Steeds sneller vloeien Sylvester Vonberg de
woorden van de lippen. Hij verheft zich door
zijn leugens, waaraan hij zelf tenslotte gelooft
En daardoor werken zijn woorden zoo over
tuigend, dat niemand ook maar een moment
aan de waarheid ervan twijfelt Zoo gelukt
het hem steeds weer de menschen te over
bluffen.
Wanneer Johanna alles gelooft, wat hy
zegt, is zy echter toch niet zoo overbluft, als
dat gewoonljjk met Sylvester Vonberg's
slachtoffers het geval is. Geld en goed ook
al weet zy de praktische beteekenis daarvan
dan op de juiste waarde te schatten ver
mogen de jonge barones Geitler-Hattorf niet
in het minst te imponeeren en geen oogenblik
komt dan ook de gedachte by haar op, dat
een mensch van zoo buitengewone artistieke
begaafdheid zich zou laten voorstaan op een
materieelen rykdom, dien hy niet bezit. En
hoe zou ze trouwens argwaan kunnen koeste
ren tegen den man, dien zy liefheeft en die
haar liefde tenvolle beantwoordt?
Sylvester Vonberg Is nog niet zoo diep ge
zonken, of hy voelt wel zeer duidelijk het
onderscheid tusschen het onvoorwaardeiyk
gelooven van Johanna en de goedgeloovlgheid
van dat soort lieden die nu eenmaal bedrogen
willen worden. En opnieuw ls het een gevoel
van diepe schaamte, dat hem drukt Elk spoor
van berekening is op dit oogenblik wegge-
vaagd. Slechts vervuld van den wensch om
zich een behoorleken aftocht te verschaffen,
zegt hy berustend:
„Laten we het hier maar by laten Jo. Allee
zal wel weer op s'n pootjes terecht komen. Ik
ben biy, dat lk er met jou over gesproken
heb; dat alleen al maakt alles half zoo slim.
Maar nu zwygen we er dan ook verder orerl"
En de daad by het woont voegend, begint hjj
te preludeeren.
Johanna biyft niets ander over dan zioh in
zyn wensch te schikken. Haar gedachten ech
ter biyven cirkelen om datgene, dat de man
haar gedeelteiyk tegen zyn zin en aan den
anderen kant toch ook wat al te bereidwillig
heeft meegedeeld. Zy verzuimt in te vallen en
geeft ook overigens herhaaldeiyk biyk er niet
geheel by te zyn.
Zoo gaat een uur voorbij, maar dan klapt
Johanna het muziekboek dicht.
„Ik ben vandaag niet gedisponeerd en voor
half werk ls my m'n tyd te kostbaar, beste
jongen. Ik ruim het veld. Je doet beter Je
eigen symphonle nog eens door te nemen".
„En jy, Jo? Wat ga jy doen?"
„Ik...? Ik ga een paar brieven schrjjven,
't Is eigeniyk hoog tyd, dat ik m'n post eens
afwerk. Ik hoop er voor de lunch mee klaar
te zyn. Vanmiddag kunnen we dan dien tocht
naar Slot Am ras maken, als Je er tenminste
zin ln hebt...!"
„Natuurlijk, Jo... graag..." Hy buigt zioh
over haar hand.
Dan is hy alleen..
(Wordt vervolgd,)